BINNENLANDSCHE BERICHTEN. S« «13 Kris de levensdraad ten einde spoedde; toen reeds v<5ór haar dertigste jaar haar zwak lichaam een verder strijden niet langer toe liet was de naam van „kromme Krisje" door allen die haar gekend hadden, dankbaar ver anderd in dien van „voede Krisje". Na de pauze zou iets van meer grappigtn aard niet onaardig zijn. Dat begreep de heer Van Maurik dan ook wel en hij deed zooals men 't wenschte. Spreker leerde ons hoe men niet moet voordragen. Hij stekie ons tooneelspelers voor in tie maatschappij, maar meer nog op 't tooneel. Tooneelspe Iers met allerlei gebreken in spraak of ge baren, en dat deed hij z66 grappig dat hij onderscheidene malen tot de besch ideniieid gedrongen werd het lachen 1 publiek aan 't woord te laten. Dat aan 't eind van de lezing een lang durig applaus de dankbaarheid van leden en gasten aan den spreker kenbaar maakte ligt na al 't gehoorde voor de hand. Maar niet minder voor de hand ligt 't dat van die toejuichingen geen gering deel toekomt aan het bestuur van Doctrina dat door de uitnoodiging aan den lieer Justus Van Maurik ons zulk een allergezelligste» avond heeft verschaft. OCFICItlËbü: BKKICllTK.V. Door Z. M. is aan R. J. M. Guilliams, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend uit zijne betrekking van landmeter van het kadaster van de 4de klasse. Door Z. M. is1°. de le luit. J. W. Van Bergen, van het reg. grenadiers en jagers, op pensioen gesteld en het bedrag van het pensioen bepaald op f 1405's jaars 2°. bij het wapen der infanterie, benoemd, bij het 2de reg., tot le luit., de 2e Init. P. A. A. Olrée, van het korps. De heer J. P. B. Rolufs, hij Kon. besluit benoemd tot onbezoldigd vice-consul te Bassofah, is in die hoedanigheid door de Turksche regeering erkend. l e luit. ter zee 2de kl. G. P. Van Hecking Colenbrander wordt den lsten Maart a. s. geplaatst aan boord Zr. Ms. torpedo- inslructieschip Marnix. Bij de nieuw ontworpen kiestabel, aan de prov. staten toegezonden, is eene nota gevoegd van den volgenden inhoud: De tabel, behooreude bij de wet van 5 November 1852 Staatsblad n°. 197), tot regeling van de verdeeling der provinciën in kiesdistricten, ter benoeming der leden van de provinciale staten, is sedert het tol stand komen dier wet onveranderd gebleven. Allengs is echter met betrekking tot het aantal inwoners en het aantal leden der Bla ten zoowel tusschen de verschillende kies districten in ééne proviucie als tusschen de pTO'inciën zeiven eene wanverhouding ont staan welke voorzienig eischt. Om hieraan te voldoen is eene wijziging van de verdeeling der provinciën in kiesdistricten en van het aantal der in elke provincie te kiezen leden voor de staten noodzakelijk. Daartoe strekt de nieuw ontworpen tabel. Evenals in 1850 is een bepaald getal leden aangenomen voor de minst en voor de meest tal rijk bevolkte provincie en naar evenredigheid daarvan het aantal leden voor de overige provinciën bepaald, waarbij in het oog is gehouden dat nergens het aantal mocht ver minderd worden. Uit den hierbij overgelegden staat kan blijken welke maatstaf daarbij is gevolgd. Bij het vaststellen van het in elk kies district te kiezen aantal leden is het aantal inwoners, in de tabel bij elk kiesdistrict vermeld, gedeeld door het getal, dat in de derde kolom van den staat is aangeduid, en voor elk veelvoud van den deeler één lid aan genomen, terwijl voor een overschot, dat meer is dan de helft van den deeler, aan het kiesdistrict één lid meer is gegeven. Wat de verdeeling in kiesdistricten bel reft, zij opgemerkt, dat in de ontworpen tabel de thans geldende verdeeling in kiesdistricten voor de verkiezing van de leden van de tweede kamer der staten-geiieraal is gevolgd, behoudens die wijzigingen welke wegens de grenzen der provinciën noodzakelijk zijn. De gemeenten ul., die voor de eerstgemelde verkiezing behooren tot districten waarvan de hoofdplaats in eene andere provincie ligt, zijn van dat district afgescheiden en bij ten district in hare eigen provincie gevoegd. Het is wenschelijk, dat de grenzen van de kiesdistricten voor de verkiezing van pro vinciale staten met die van de kiesdistricten voor de verkiezing van de leden der tweede kamer zooveel mogelijk samenvallen, hetgeen nu door de aanneming van het stelsel van enkelvoudige kiesdistricten voor laalstgemelde verkiezing mogelijk is geworden. In overeenstemming met dat stelsel zijn in de nieuw ontworpen tabel ook de groote gemeenten in kiesdistricten verdeeld, en wel volgens de verdeeling, opgenomen in eene nota, op 9 Maart 1887 aan de tweede ka nier toegezonden, behoudens eenige geringe veranderingen in de verdeelingder gemeente Rotterdam, noodig om eene in de nota voorkomende onjuistheid te herstellen. Het aantal leden zal volgens de nieuwe regeling bedragen: Groningen 48 (thans 45), Friesland 54 (thans 50), Drente 37 (thans 35), Overijsel 49 (th ns47), Gelderland 69 (thans 62), Utrecht 45 (thans 41), Noord Holland 76 (thans 72), Zuid-Holland 84 (thans 80), Zeeland 45 (thans 42) Noord-I'rabai t 69 (thans 64). Naar Het Fad. verneemt heeft in de zaak-Verstege de hooge raad in raadkamer beslist, dat de cassatie tegen de beschikking, waarbij de zaak naar de openbare terecht zitting der rechtbank is verwezen, i" raad kamer moet worden behandeld. Daarop heeft de raadkamer het beroep iü cassatie ver worpen, zoodat thans is uitgemaakt, dat de zaak in de openbare terechtzitting der recht bank zal worden behandeld. Men schrijf aan de Maasbode: Nadat wij in het vorige jaar geschreven hadden over de weinig in circulatie zijnde gouden tientjes, kwamen erj spoedig meer tienguldenstukken in handen van het publiek. Thans echter schijnt weder de taktiek oui deze munt iu te houden gevolgd te worden. De Nederl. bank en hare filialen geven het goudgeld dat ontvangen wordt niet weder in handen van hel publiek vandaar de schaarsch te. Ook de boereu schijnen niet meer zoo veel gouden tientjes te potten, dat daar, naar men ons verzekert, het tegenwoordig zeld zaam is, de boeren met goudgeld op de kas sierskantoren verschijnen. Doet de Bank za ken met het goudgeld ook particulieren schijnen zulks te gaan doensommigen toch nemen gouden tientjes mede naar Engeland, waar zij het goud voordeelig kunnen omzet ten. Dit kan natuurlijk met belet worden, doch is het billijk, dat de Bank handel drijft met het goud, dat toch is aangemaakt om le zijn een betaalmiddel Uit hel jaarverslag der spaarbank te Bodegrase blijkt, dat het sparen bij voort during op prijs wordt gesleid. Zoo was in het vorig jaar ingebracht een bedrag van f 14,613,17 tegen eene uitbetaling van f 10,445,65. In hel geheel hebben de 331 deelnemers een te goed van f49,201,65, terwijl de bezitting de som van f 64,557.17 aanwijst; het reservefonds beloopt dus niet minder dan f 15,355,52. Dinsdagnacht omstreeks half een is op de Marnixkade bij het Haarlemmerplein te Amsterdam, een heer, die zich van eene muziekuitvoering huiswaarts begaf, door een ötal opgeschoten jongens aangerand. Zij ruk ten hem den gouden bril van het gezicht en hadden hem, voordat de aangevallene goed begreep wat er met hem gebeurde, tevens van zijn gouden horlogeketting beroofd. Daar na hebben zij zich ijlings verwijderd. Er was op het oogenblik van liet misdrijf geen poli tie in den omtrek. Het volgend hoogst treurige geval heeft het gezin van den heer B., kruidenier, op den Haarlemmeraijk te Amsterdam,iu diepen rouw gedompeld. Een der zoons, een oppassend jonkman, moest voor de militie loten en had het geluk, een hoog nummer te trekken. De vreugde was groot, eri met een gezellig huise lijk avondfeestje werd de heugcl.,ke gebeur tenis gevierd. Na afloop daarvan ging de zoon naar zijn slaapkamer, die in het achter huis was, en nam als gewoonlijk zijn kachel tje mede. (Dit kacheltje was een volgens nieuw systeem, zonder pijpen, en dat met daarvoor bestemde kolen gestookt wordt.) Bij het heengaan laadde men hem aan, voorzich tig te zijn, waarop zijn antwoord luidde: dat hij dien avond wegens de koude zijn kachel tje goed zou kunnen gebruiken. Toen hij den volgenden morgen op den gewonen tijd niet verscheen, ging de vader hem wekken, doch vond den oDgeluk- kigen jongeling dood op zijn bed liggen blijkbaar door kolendamp gestikt! Men kan zich onmogelijk een denkbeeld vormen welk een verpletterenden indruk dit vreeselijk ge- va! op de nog pas zoo gelukkige ouders maakte, maar begrijpelijk is het, dal de ge heels buurt ten zeerste met huu lot begaan is en thans over bijna niets anders spreekt. Men schrijft over het schandaal te Beverwijk het volgende aan de Standaard: Eergisterenavond was liet te Beverwijk de z. g. „loterljesdag" en zooals gewoonlijk waren de lotelingen ook nu weer onder den invloed van sterken drank, zeer rumoerig Er was echter dezen keer voor de woestelingen nog een buitenkansje. Het Leger des Heils" zou des a,-onds zijn intocht doen in Beverw ijk. Om de eerste „oefening" te honden, kwamen met den middagtrein eenige heilssoldaten aan; zij werden al terstond met een regen van sneeuwhallen begroet. Zij kwamen echter heelhuids onder dak bij een mandenmaker, die als vooistandei van liet Heilsleger hier algemeen bekend is. Spoedig daarna werden mannen rondge zonden met strooibiljetten, ter aankondiging van de „oefening" op denzeifjen avond. Men had daarvoor echter geen gunstig bekende personen gekozen; 'l waren er drie van wie men weet, dat ze bij alle standjes haantje de voorste zijn. Ook dit vermeer derde dus de opwinding, die zich ook reids in hatelijke liedjes tegen liet „leger" begon te uiten. Te halfacht begon de «oefening Op ver zoek van majoor Schoch was geen politie tegenwoordig; deze was echter op het raad huis gerequireerd. Hel lokaal was stampvol; vijf lampen brandden er, en de noodige banken waren aanwezig voor zitplaatsen. Van buitenaf gezien (de dubbele deuren stonden open) te midden van de groote menschenmassa, geleek het inwendige op een korf wiieuieiende bijen ondanks het aan heffen van allerlei straatdeunen werd de oefe ning aangevangen, nadat vooraf de deuren uit het slot getrapt waren. Een van het volk, die aangenomen had voor een flesch jenever zich te laten bekeeren, had met nog twee andereu op de „zondaarsbank" plaats genomen en zou even daarna gaan vertellen hoe gelukkig hij was, nu hij gered was, doch de toeneineude herrie maakte tenminste dit schandaal onmogelijk. Eindelijk gebood deze „bekeerling", dat allen zich op de knieën zouden werpen, waaraan gretig vol daan werd. Daardoor kwamen de banken vrij en oogenblikkehjk vloog een der banken door het lokaal. Te gelijkertijd werd een der lampen afgeslagen, daarna een tweede, een derde, eeu vierde, de laatste brandde nog ook deze moest het outgelden. Een opgeheven zitbank verbrijzelde hi.ar en alles was in het duister. De heilssoldaten namen achteruit de vlucht en vonden een veiligan uittocht bij een der aangrenzende bewoners. Ook enkele vrouwen kwamen langs dien weg in veiligheid. Dit alles was geschied in twintig minuten tijds. De politie ver scheen, doch toen zij kwam was alles reeds afgeloopen. Een joelende menigte toog door de straten, eukele voorwerpen uit het lokaal in triomf met zich voerende. Voor het huis van bovengenoemdeu mandenmaker posteerde zich de bandelooze menigte en niet lang duurde het of een bombardement op de glasiuiten van het huis volgde. Het dage- Iijksell bestuur, bijgestaan door drie politie agenten en twee veldwachters lieten hier niets onbeproefd om de orde te handhaven en toen de eerste steen geworpen was, werd de menigte met de sabel uiteengedreven. De tierende en schreeuwende hoop groeide inmiddels aan zoodat het opstootje meerder naam vau oproer verdiende. Tegen tien uur achtte de burgemeester het noodig de schut ters onder de wapenen te roepen. Bij trom melslag werd hier aan voldaan, doch in een wenk werden den tamboer de trommel en de stokken ontnomen, zoodat de oproeping maar ten halve kon plaats hebben. Door het roeren van den trom kwamen met de schutters nog meer menschen op de been en was het ergste te vreezeu. Gelukkig echter kalmeerden de tumultmakers een wei nig; tegen 12 uur was de rust hersteld. Te Wilnis, een dorp in de prov. Utrecht, heeft zich een bijzonder treurig gevalj voor gedaan, dat een gansche familie vernietigd en daar ter plaatse algemeene deelneming ge wekt heeft. Het huisgezin van 8. slijter en winkelier aldaar, bestond uit eeu hoog bejaard echtpaar,een zoon van 36en twee dochters,eeu van 28 en een van 23 jaar. Bijna tenzelfder tijd en zonder dat men er nog eene bepaalde oorzaak voor heeft weten aan te geven, zijn voor eenige dagen de moeder, de zoon en de beide dochters in hevige mate krankzinnig gewor den. Had men aanvankelijk nog hoop, dat dit zoo plotseling opgekomen verschijnsel van korten duur of voorbijgaanden aard zou wezen, het blijven en toenemend verergeren daarvan stelde die hoop te leur en maakte het noodzakelijk, dat men voor de ongelukkigen opname ver zocht in het gesticht voor krankzinnigen te Utrecht waarheen dan ook allen, op de jongste dochter na, die bij familie reeds opname en verpleging had gevonden, vervoerd heeft. Uit Vlissingen wordt aan het übl. gemeld Eeu nieuwe ramp heeft het Belgisch loodswezen getroffen. Gjstermorgen is de sloep van loodskotter 7 op de hoogte van Blankenhergh, uitgaande otn een stoomboot te bemannen, omgeslagen en drie matrozen verloren daardoor helleven. Zij waren allen gehuwd, met kinderen. Binnen 8 dagen verloor het Belgische loodswezen tien man, die tien weduwen en een 40tal kinderen nalaten. De droefheid is algemeen. Op den spootweg Simpelveld—Richte- rich is Donderdagmorgen het lijk van eeu weg- 'Werker gevonden. De ongelukkige was uit gezonden om arbeiders op te sporen voor het wegruimen van sneeuw van den lijn. Men vermoedt, dat hij ten gevolge van koude is bezweken. BUITEN' LANDSUME BERICHTEN BELCIIK Koning Leopold der Belgen heeft de nieuw ingestelde ridderorde, de „Ster der Congo", verleend aan den heer Stanley, sir F. De W irton, oud gouverneur van den Con- goztuat en voorzitter der Engelsche Einin Paclia-commissie, alsmede aan eenige andere ptrsoiieu. Deze onderscheiding wordt alleen toegekend aan de leden der Afrikaansche Vereeniging en de agenten van den Congo- staat, die aan liet beschavingswerk in Midden- Afrika diensten bewezen hebben. 9' ,t <1 Si 911 1.8 U. De Parijsche politie heeft een troep valsche munters ontdekt. Het zijn twee meubelmakers, een werktuigkundige, een koperwerker, een teekenaar en drie jonge vrouwen, die in de voorstad St. Antoine huune werkplaats hadden. Zij hebben daar voor ongeveer f3600 aan valsche geldstuk ken van één, twee en vijf francs vervaardigd en in omloop gebracht. Een eskadron kurassiers is Woensdag van Kamerijk naar Avesnes vertrokken, waar eene werkstaking was uitgebroken. De werkstakers, die zeer opgewonden schenen, zouden hunne patroons met dood en brand stichting bedreigd hebben. Eenige dagen geleden waren de patroons er iu geslaagd de werklieden te bewegen de werkplaatsen niet le verlaten door eene verhooging van loon toe te staan; maar dit schijnt niet geholpen te hebben. SPATS JE. De weduwe van maarschalk Prim, een der leiders der Spaansche progressisten tegen Espartero, is na een langdurige ziekte op 59-jarigen ouderdom overleden. Slechts een maal was zij op eene openbare plechtigheid verschenen, nl. bij den doop van den zoon van koning Amadeas. De begrafenis werd door mannen van alle partijen, bekende generaals uit den omwente- liugstijd en officieren bijgewoond. De minister van oorlog, de heer Sagasta, was ook tegen woordig. ITA LIK. De kamer van afgevaardigden heeft gisteren de discussie over de motie van den heer Boughi hervat. De heer Baccarini verklaarde, dat hij er tegen zon stemmen, daar hij geen votum van vertrouwen kon schenken aan het kabinet- Crispi. De heer Nicotera stelde daarop de volgende motie voor: „De kamer betreurt de onbe dachtzaamheid der regeering en noodigt haar uit de orde te handhaven, zonder de eoneti- tutioneele vrijheid te krenken." De zitting duurt voort. OlllTSCHLAMU. Het voor deu Rijksdag bestemde „Wit te Boek" over Samoa behelst 44 stukkeu, gewisseld tusschen 8 Dec. 1886 en 5 Febr. 1889. De voornaamste, voor zoover zij op de jongste gebeurtenissen betrekking hebben, zijn: 1°. Een bericht van deu Daitschen consul te Apia, i. d. 24 Febr. 1888, over het stre ven der Amerikanen en Engelscheu op Sa moa om conflicten uit te lokken; 2°. een bericht van 9 Sept. 1888 over den opstand van Mataafa en zijne ondersteuning door den Amerikaan8ehen kapitein Leary3°. een dito van 28 December 1888 omtrent het overval len van het Duitsche landingscorps; 4°. een telegram van den staatssecretaris Bismarck, i. d. 7 Jan 1889, aan den gezant te Washing ton en dien te Londen, waarin hun wordt opgedragen den heer Bayard en lord Salisbury van deu overval kennis te geven, en omtrent de deelneming van den Amerikaan Klein aan de vijandelijkheden bezwaren in te dienen. Daarbij wordt verklaard, dat Duitschlaud zich houdt aan de verdragen met Amerika en Engelanddat het de daarbij gewaarborg de rechten zal eerbiedigen, en beide regeerin gen nitnoodigt krachtdadig mede te werken tot herstel der rust; 5°, een telegram van den staatssecretaris Bismarck aan den consul te Apia, i. d. 8 Jan. 1889, houdende dat krachtens eene overeenkomst met de Vereenig- de Staten en Engeland de inlijving van Sa moa uiet zal plaats hebben6°. een schrijven van denzelfde aan de gezanten te Washing ton en Londen, i. d. 13 Jan, 1889, waarin als doel der militaire maatregelen tegen de aanhangers van Mataafa wordt ongeheven: de bestraffing der moordenaars van Dnitsche soldaten, zoomede de beveilging van de Duit- sehers en hunne bezittingen 7®. een schijven van denzelfde aan den chef der admiraliteit Goltz, i. d. 5 Febr. 1889, waarin wordt be toogd, dat Duitschlaud niet in volken rechte- lijken oorlogstoestand met Samoa verkeert;

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1889 | | pagina 2