I
SS - MS Ei STSs «SS MJB. SBS 2 W j JE! .m 17BSG
opgemaakt de navolgende alphabetische lijst
van aanbeveling: mr. J. LI. II. VanSchaik,
kantonrechter te Draten; mr. A.J.J. baron
Van Styrum, rechter in de arrondissements
rechtbank te Zierikzee, en mr. D. Wesseling,
kantonrechter te Heusdeu.
Aan den staat van dienst van den op
3 dezer overleden gepensioneerden generaal-
majoor H. V. E. Klapp ontleent het D. v.
Z. H. en 's Gr. de volgende bijzonderheden
In 1808 geboren, trad Klapp reeds op 17
jarigen leeftijd als vrijwilliger bij de toen
malige 4e aftleeling infanterie in dienst, werd
het volgend
jaar
cadet en verwierf zich twee
dollar; vandaar dan ook die lust tot smok
kelen, zelfs op stoomschepen der N. I.
stoomvaartmaatschappij."
e «Javabode" meldt, dat het gerucht
omtrent onderhandelingen met den sultan van
A'jeh en Tengkoe di Tiroe van geen enkele
zijde bevestigd wordt.
En juist vernemen wij, onder dagteekening
van 28 December 11. uit Atjeli, als een bij
zonderheid, welke daar nog niet algemeen is
bekend, dat de voornaamste hoofden ïoekoe
Oemar, Ten koe di Tiroe en anderen, sedert
eenige dagen in een der kampongs aan het
De ongelukkige laat eeue weduwe met drie
kinderen na.
Gisteren werd te Moerdijk een papier-
venter in hechtenis genomen, die vergezeld
was van een kleinen jongen. Terwijl zij om
hunne waar aan te bieden brutaalweg elk
huis binnendrongen, maakten zij van de
gelegenheid gebruik oui wat van hunne
gading was weg te kapen.
jaren daarna, dus op 20 jarigen ouderdom,
reeds de officiers-epauletten.
Na de verschillende subalterne officiersran
gen te hebben doorloopen eu als zoodanig
den veldtocht tijdens den Belgischen opstand
te hebben medegemaaKt hij diende achter
eenvolgens in de vestingen Namen, Nijmegen
en Maastricht, en bij het mobile leger werd
kapitein Klapp in 1853 tot den hoofdolli-
ciersrang, i-' 1855 tot overste en in 1800
tot Koionel bevorderd. Zes jaren voerde hij in
dien rang het hevel over een regiment infan
terie, totdat lij in 1866 door het veitrouwen
des Konings tot generaal-majoor en hevel-
hebber in de 2e militaire afdeeling werd be
noemd. Twee en een half jaar later verliet
hij met recht op pensioen het leger, dat hij
bijna 40 jaren tot sieraad had verstrekt.
Dat de groote militaire verdiensten van
den thans overledene niet onopgemerkt zijn
gebleven, bewezen de onderscheidingen, die
hem zoowel van onzen Koning als uil den
vreemde toegekend werden. Behalve het me
talen kruis en het onderscheidingsteeken van
langdurige» dienst als Nederlandsch officier,
was de borst van den edelen Klapp tersierd
met het ridderkruis van de orde van de»
Nederlandschen Leeuw, het kommandeurskruis
van de Eikenkroon en het ridderkruis 3e
klasse van de orde van den Roodeu Adelaar
van Pruisen. Een langdurig lijden maakte in
den vreemde een einde aan zijn leven.
Aan een particulier schrijven uit Atjeh
ontleent de Amkemsche Ct. het volgende:
„Ge moet van al dat gezeur in de cou
ranten niets gelooven. De gezondheidstoc
stand op Atjeh is vrij gunstig, de beri beri
is lang zoo erg niet als men ze voorstelt.
Maar berri-berri moet en zal er zijn om
prof. Pekelharing geen dwaas ligour te la
ten maken. Bovendien wordt het cijfer der
berri beiri lijders nog vrijwel vermeerderd
(d. w. z. het officieele cijfer) door stimulan-
ten. De politieke toestand is mijns inziens
ook gunstig. Wel-is-waar worden onze pos
ten nog wel beschoten, maar dit zijn hoog
stens een 150 man, soldaten van Tengkoe
di Tiroe, die verdeeld zijn over onze gehee-
le postenlinie, zoodat voor eiken post hoog
stens 10 man zoo van tijd tot tijd eens
bij mooi weer een schot doen. Onze vrien
den Atjehers zijn n.l. doodsbenauwd voor
licht en water. Als ze 's nachts schieten
en de artillerie werpt een lichtkogel, dan
verdwijnen ze dadelijk. Bij regen komen de
heeren ook niet. Het zijn overigens mees
ters in de veldversterkingskunst, ze behoe
ven het handboek van Eland er niet bij te
hebben. Ik heb vele Atjehsche loopgraven
gezien, maar ik moet zeggen, ze zijn vernuf
tig en mooi aangelegd. Te Segli moet, ge
loof ik, nog een hoofdbedrijf van het Atjeh
drama gespeeld worden. Keinala »1., naar de
pretendent-Sultan zich ophoudt, ligt hier
nog geen dagreis (te voet n.l.) vandaan.
Overigens zijn het hier eigenaardige toe
standen. De bentiug Segli, onze vesting,
ligt op zoogenaamd sullansterrein; aan de
eeue zijde hebben wij een foederatie van
Atjehsciie hoofden met Pedir aan het hoofd,
aan de andere zijde hebben wij de Gighen-
sche partij. Die beide partijen zijn elkander
niet genegen. Pedir is in naam onze vriend,
de andere partij, onder Toekoe Bintara Pi
nang, is tegen ons (n. 1. officieel). In de
werkelijkheid echter is het juist Pedir, dat
ons dagelijks laat beschieten en de andere
partij, die goed wil, en wel om de volgen
de reden. Toen de Atjehoorlog uilbrak, zijn
de meiischen uit de meeste kampongs van
Groot Atjeh gevlucht naar de kuslstaatjes,
o. a. ook een groot getal naar Ptdir. Daar
door nam dit staatje zeer in bloei toe. In-
stede van 4000 dollar, inde het dieutenge
volge 160000 dollar hassil of belasting; de
de
voige 160000 dollar hassil of belasting; de c eeD 00öe^"lI's aHeen g
handel (d. w. z. de passers) breidde zich uit, ij wa*» dicht bij de kachel gekomen,
enz. Nu is Pedir bang, dat bij beëindiging d°or de kleertjes vlam vatten. loei
onderwerping. Gisteren schreven zij een brief
aan den Gouverneur en heden vertrokken zij
naar Keuiala, waar zich de aspirant-Sultan
Toeankoe Daoed bevind!, om ook met dezen
overleg te plegen. Ook l.-ool ten van binnen
de linie, o. a. de hotdoebalaug (Pangüma)
der Mesjia Ra ja, linkeroever der Atjehrivier,
werd uitgenoodigd ter bijwoning dezer bespre
kingen. De Aijeh oorlog loopt op zijn eind,
oordeelt onze zegsman. G'elria
De Rotlerdamsciie rechtbank deed Dins
dag üitSj raak in (Je zaak der wanordelijk
heden in Zuidland, gevolg van de kerkelijke
twisten aldaar. Zij verklaarde vijf der beklaag
den schuldig aan gewelddadig verzet tegen
de maréchaussees en veroordeelde hen elk
tot drie maanden hechtenis. De zesde
werd wegens gebrek aan bewijs vrijgesproken.
Een aantal timmerlieden uit Rotter
dam, die naar Düsseldorf wareu vertrokken
in het vooruitzicht daar werk te vinden,
zien zicli daarin deerlijk bedrogen en stellen
alles in het weik om weer terug te kunnen
komen. Vrouwen, die daartoe nog in staat
zijn, zenden het reisgeld per postwissel over.
Gisternacht heeft cp de Maas nabij
Rotterdam eeue aanvaring plaats gehad tus-
scken een Duitschen tweemastschoener en de
naar Grimsby vertrekkende stoomboot Brac
ford. De schoener, geladen met pijpaarde,
gezonken midden in het groot scheepvaart*
water, dwars van den Schiedamschen water
toren. De stoomboot, die mede groote schade
bekwam, is in het dok opgenomen. De schoe
ner was eergisteren in liet Scheur over het
kruithuis bij Maassluis, aan den grond ge
raakt, maar met den vloed vlot gekomen.
Een jongmensch uit Pernis, die voor
eenige jaren naar Amerika vertrok, is thans
om familie en vrienden te
bezoeken. De berichten door hem ver
spreid, zijn in het oog van velen zoo gun
stig dat bij niet weinigen dc zucht ont
waakt is om naar Amerika te vertrekken.
Vooral jongelingen gevoelen zich aangegre
pen door eene sterke begeerte om hun
fortuin te gaan zoeken aaü de overzijde
van den Oceaan. Door meer dan een is
het besluit reeds genomen.
Omtrent het gestrande stoomschip
Provenpai" aan den Hoek van Holland,
meldt men van gisteren 12 uur, dat door
de hooge zee de schuiten niet langs zijde
kunnen komen; het achterschip zit geheel
onder water eu de equipage en 40 man
die nog aan boord zijn, hebben zoo juist
de noodvlag geheschen, om door de red
dingsboot te worden afgehaald, maar door
de hojge zee is dit niet doenlijk. De zee
slaat over het geheele schip.
Nader bericht men: Het schip is vol
water, de bergers zijn met levensgevaar ge
red, een gedeelte der equipage is nog aan
boord.
De beer P. Kruijswijk, le Oboïst
van 't Paleis voor Volksvlijt, is voor den
aanstaanden zomer geëngageerd te Bayreuth
voor de Wagner-voorslellingeu.
Aan den Helderschen zeedijk zijn gis
teren de lij keu aangedreven van nog twee
der schepelingen van de Duitsche bark
z/Theodor Behrend". Mede weid veel wrak
hout, rondhouten en inhouten van genoemd
schip in de nabijheid der kust opgevischt.
Maandag zijn alleen uit hei kleine
dorpje Morra 26 personen, uitmakende 6
huisgezinnen, naar de Argentijnsche republiek
vertrokken. Over Buitenpost reizende, waren
aldaar nog 41 personen aanwezig, met wie
zij per spoor hunne reis verder voortzetten.
(N. B. CL)
Te Jubbega is een tweejarig kind van
li. d. V., dat een oogenblik alleen gelaten
waar
doi
rai
van den oorlog, alles weer vorloopen zal, en 1
houdt hel dus heimelijk de onlusten gaande.
Oulangs zijn nog 160 achterlaadgeweren met;
munitie, 10000 slaghoedj'es en 600 K.G
buskruid aangehaald, hetgeen men wilde
binnensmokkelen. Die smokkelhandel wordt
zelfs ook gedreven door Nedeilanders; sehan j
de! Het is echter verleidelijk, als ge bijv.
weet, dat er hier eenigen tijd geleden revol
vers op publieke vendutie gingen voor f 150
it 200 Een doosje met 150 slaghoedjes I
wordt hier met pieizier verkocht voor
oen uien
er bij kwam was het te laat. De kleine
is overleden.
Zaterdagavond jl. is - naar men uit
Arnemuiden aan de .Middelt). Cit." schrijft
een arbeider, komende over den dam naar den
Calandspolder, door den sterken wind en feilen
goifslag, die over den dam liep, te water
geraakt en verdronken. Drie anderen bewoners
uit dien polder, die hem eenige meters achter
na kwamen en dadelijk ter redding toeschoten,
mocht het niet gelukken htm te grijpen. Ziji.
lijk is den volgenden morgen opgevischt
BDITKSLASDSCHB BEKlüUTËN
Eè iDLÜI 30.
De Koning en de Koningin van Bel
gië worden Vrijdagavond te Brussel terug
verwacht.
De Belgische minister voor spoorwegen,
posterijen en telegraphic, de heer Vanden-
peereboom, heeft in de kamer van Algevaar
digden eei.e verklaring gegeven betreffende
het spoorwegongeluk van Groenendaal. Hij
deelde mede, dat 14 reizigers en 2 beamblen
gedood en 42 personen gewond waren, liet
spoorwegbestuur had zich volgens den minister
aan geen plichtverzuim schuldig gemaakt en
ten spoedigste de vereischte hulp verleend.
Twee afgevaardigden beschuldigden de directie
van nalatigheid en er ontstond een langdurige
discussie, waaraan ook de minister-president
Beernaerl deelnam. O. a. verlangde een der
afgevaardigden, dat aan de gewonden en de
bloedverwanten der overledenen schadeloos-
stellingen, en aan hen, die hulp verleenden,
belooningen zouden worden toegekend.
Terwijl deze zaak aan de orde was, kwain
de tijding van een nieuwe ontsporing, ditmaal
bij Namen. Gelukkig waren de gevolgen
minder ernstig.dan bij de eerste. Zij werd
veroorzaaKt, doordien de sneltrein Brussel
Arlou, die Maandagavond het station verliet
en reeds een zekere snelheid had, in bot
sing kwam met een locomotief, uie met een
wagen achter zich aan het rangeereit was en
loor een slecht begrepen sein zich op het ver-
erde spoor bevond. De schok was hevig. De
Sugeerenden locomotief werd ettelijke meters
uit liet spoor geworpen eu de wageu die zij
achter zich had werd vermeld, terwijl de loco
motief van den sneltrein met de eerste twee
rijtuigen outspoorde. Behalve groote stoffe
lijke schade is ook bet verlies van menschen-
levens te betreuren. De stoker J. Couibe en
■Je raiigeerchef A. Grosfils bleven op de plaats
dood. Van den sneltrein werd de machinist
Ghs. Evrard ernstig gewond, terwijl enkele
reizigers lichte kneuzingen bekwamen.
De toestand van den machinist Evrard is
zorgwekkend.
Doordien het ongeluk zoo dicht bij het
station plaats had, is op 3 lijnen het verkeer
gestremd.
Afschuwelijk is het, dat de slachtoffers der
ramp op du plaats zelve door laaghartige»
beroofd zijn. Aan het lijk van den heer Wal
ter IJainaut, die nagenoeg onmiddellijk is
doodgebleven, zijn de portefeuille met 600 en
eene portemounaie met 50 fr. ontroofd(leu
heer Depature, die in den loop van den avond
in zijne eigene woning is overleden, waren,
toen hij te huis gebracht werd, het horloge
met zwaar gouden ketting en de portemounaie
ontstolen, terwijl de heer Lambiuon, die zwaar
gewond in het St. Jans hospitaal werd ge
bracht, verzocht in de betalende afueeliug te
worden opgenomen, en zeide dat men in zijn
zak eeue portemounaie met 200 fr. zou vinden.
Die portemounaie was echter weg en waar
schijnlijk hem ontfutseld in het eerste uur
na de botsing, gedurende hetwelk hij buiten
kennis geweest is. Van het een eu ander is
aangifte gedaan bij de politie, en terecht zegt
een blad, dat er in de geheele strrafwet geeue
straf zwaar genoeg is voor de ellendelingen,
die aan dezen roof schuldig bevonden worden.
»A&KKR1J St.
De nieuwe Minister van Justitie, de
heer Guyot Dessaigne, is 56 jaren oud. Hij
lieeft zijne loopbaan volbracht in de rech
terlijke macht en was onder het Keizerrijk
als substituut-officier te Clermont-i'errand
begonnen.
In 1880 verliet bij dé rechterlijke macht
en werd voor de eerste maal tot Afgevaar
digde verkozen bij de verkiezingen van 4
October 1885 door het departement Puy
de Dome. Hij stond op de radicale lijst. In
de Kamer behoorde hij tot de groep der
onafhankelijke!).
Prins Eugeniu? van Zweden is weer
te Parijs, waar hij tot einde Juli zal blij
ven studeereu in de schilderkunst. Hij keert
dan voor goed naar Stockholm-terug, waar
hij in der vleugels van het paleis een groot
atelier laat inrichten.
IfAl JK.
Men zegt dat de Koningin-Regentes
van Spanje een bezoek zal brengen aan
Koningin Victoria te Biarritz.
PORTUGAL.
De zittingen der Portugeesche kamer
ziju tot 5 April geschorst wegens de wan
ordelijkheden, bij de debatten over de koloniale
staatkunde voorgekomen.
9ÜITSU1IU O.
De erfprins van Anhait zal in den
echt treden met prinses Marie van Baden,
nicht van den groothertog. Het huwelijk
zal in het najaar te Karlsruhe worden vol.
trokken.
Naar men zegt, heeft kapitein Wiss-
tnaun voor zijn troep naar Oost-Alrika reeds
duizend negers in Egypte doen aanwerven,
liet zijn allen Mohamedauen, eu dit vindt
men zeer bedenkelijk, daar ook de opstan
delingen tegen de Duitschers in Oost-Afrika
Mahumedanen zijn.
OOSTEï K IJ at.
De Oostenrijksclie kroonprins.
Gelijk reeds in het kort® bericht werd is de
teraardebestelling van den Oostenrijkschen
kroonprins in allen eenvoud geschied. Tegen
den middag vereenigden zich de keizer, de
keizerin, de kroonprinses eu de prinsessen
Gisela en Maria Valeria, de zusteis van den
kroonprins, bij den katafalk, teneinde een
laatste» blik te werpen op de gelaatstrekken
van den prins. Inmiddels begaven de ge-
uoodigden zich naar de kerk der Capucijnen
op de Neue Markt. Reeds om twee uur
werden alle straten in de nabijheid van den
Hofburg eu de kerk afgezet. Eerst zette een
detachemeut infanterie het geheele marktplein
af en achter deze rijen werd voor de kerk
door de cadetten een tweede afscheiding ge
vormd, waardoor den afgevaardigden eu den
vertegenwoordigers der pers een plaats werd
verschaft.
Om halfdrte begonnen de genoodigden te
komen en om halfvier was de laatste binnen.
Een der eersten, die voor de kerkdeur reed,
was de heer Tisza, de llongaarsche minister
president, vergezeld door den minister voor
oorlog, generaal Fejervary. De lange reeks
der rijtuigen werd nu en dan afgewisseld
door geestelijken, die zich met hun kruis
beelden in de baud bij groepen naar de
Augustijnerkerk begaven. Om halfvier gingen
de ambtenaren, de ledeu van den raad en
de geestelijken, die zich inmiddels alleen in
de kerk der Augustijnen hadden verzameld,
in optocht naar de kerk der Capucijnen, en
een half uur later kondigden de zware tonen
van alle kerkklokken aan, dat het stoffelijk
overschot van den prins de hofkapel hal
verlaten.
De keizerlijke familie kwam nu in de keA,
De graven Holienlohe en Hunyady ontvin
gen den keizer, en de aartshertogen en
Capucijner geestelijken geleiden hen naar huu
plaatsen in de kerk. Spoedig nadat de kei
zerlijke familie was aangekomen, bereikte de
lijkstoet, die slechts een korten weg had
afteleggen, het marktplein. Voorop reed een
escadron dragonders, en op hen volgden eei
hofbeambte te paard, met een staf in i
hand, twee rijtuigen met zes paarden, waant
graaf Bombelles, de ceremoniemeester en dt
adjudanten des prinsen zaten, en eindelijk
alle bedienden van den prins te voet.
Toen eerst kwam de lijkwagen, getrokken
door zes prachtige schimmels, geheel in bet
zwart opgetuigd en met groote zwarte pluimen
op het hoofdstel. Ook de lijkwagen was ge
heel met een rouwkleed bedekt, met eei
zwarte kroon in dei: top. De lijkkist m
getooid met de kransen, welke de naast
familieleden van den overleden prins i
laatste huldeblijk hadden gewijd.
Nauwelijks verscheen de stoet op het plei'.
of de hoofden van alle aanwezigen ontblootte!
zich als op een commando. Snel namen dt
geestelijken de kist van den wageu en droe
gen ze in de kerk. De keizer en de koning
en de koningin van België knielden naast
de baar, terwijl het koor het libera iios
aanhief. Zoodra de keizer opstond, weil
de baar door geestelijken naar den grafkelder,
waar reeds 113 mannelijke en vrouwelijk!
leden van het huis Habshurg een laatst!
rustplaats vonden, gedragen. Keizer Frani
Jozef volgde, begeleid door zijn broedei
Karei Lodewijk, zijn neef Frans F'erdinani
en de prinsen Leopold van Beieren en Philips
van Coburg. De keizerin en de kroonprins»
woonden de plechtigheid in de kerk ui»
bij, maar wel waren de koning en de koningu
van België tegenwoordig.
Zoolang de Oostenrijksche regeering nog
niet alle bijzonderheden betreffende den dool
van den kroonprins heeft bekend gemaakt
blijft men gelooveu, dat nog een geheim ast
het drama van Meyerling is verbonden.
De Weener berichtgever der Daily Nett)
meldde gisteren, dat eeue dame uit de boogt
kringen plotseling was verdwenen. Bij onder
zoek bleek, dat zij zich het leven had beno
men, en wel te Mejretliug, den dag nadat
kroonprins Rudolf een einde aan zijn leve®
had gemaakt. Uit den aard der zaak wed
dit in verband gebracht met den dood val
kroonprins Rudolf, maar aan het bericht wed
j weinig waarde gehecht, daar gedurende l;