NIEUWS- EN ADVERT NTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN. B ee C-ii ei i ve r s li ij si t d a g e 1 ij ks, behalve op Zon- es» Feestdage 11. A B O i i E f3 E I ABVEBTEiTIEiJ Bureel: Scheepmakerssteeg 6. Dinsdag 5 Februari 1889. 11°. 30. UitgeversG rs mure. Onschuldig Veroordeeld. w. w. s. Vooi Leidenper S maanden1.25. Franco door hei geheele rijk, per 3 maanden l.fiO. Prijs fier Kuntuier 10 I' ni. Van 1regels 0.90. Elke regel meer 0.15. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen, a contant, zonder rabat, per regel 0.10. 292- Jaargang. Sist sis-IS er iels ten. Gebruik van honden als trekdieren. BURGEMEESTER en WETHOUDERS tan LEIDEN Vestigen de aandacht van belanghebbenden op de navolgende bepalingen van het Besluit der Provinciale Staten van Zuid-Holland van 16 November 1888, goedgekeurd bij Ko ninklijk Besluit van 10 Januari j.l., u°. 15, tot wijziging van het Reglement op de wegen en voetpaden in dit gewest, welk besluit in werking treedt op 8 Februari 1889. Art. 21. Zij, die hondenkarren willen houden, zijn verplicht daarvan kennis te geven aau Bur gemeester en Wethouders hunner woonplaats, die hen in een daarvoor aan te legden re gister als houders van hondeukarren inschrij ven onder een doorloopende reeks van num mers en hun van die inschrijving een bewijs afgeven. Voor de inschrijving van houders van hondenkarreu buiten de provincie wordt door Gedeputeerde Staten zorg gedragen. Deze inschrijving kan door Burgemeester en Wethouders of, geldt hot boudar» van hondenkarren buiten de provincie, door Ge deputeerde Staten worden doorgehaald, indien de houder van de hondenkar of een geleider van diens hondenkar binnen dén jaar twee maal onherroepelijk is veroordeeld wegeus overtreding van dit Reglement of van art. 455, 1ste en 2de van het slraf-i etboek. Van deze doorhaling wordt aan den belangheb bende en de Burgemeesters der omliggende gemeenten onmiddellijk kennis gegeven. Hij, wiens naam is doorgehaald, kan binnen het eerste daarop volgende jaar niet weder als houder van eene hondenkar worden in geschreven. Het is, op straffe eeuer geldboete van ten hoogste f 50, verboden eene hondenkar te gebruiken of te doen gebruiken, zonder zich als houder van eene hondenkar te hebben doen inschrijven of na de doorhaling der inschrijving. Onder hondenkarren worden niet verstaan handwagens, waarbij een tusschen de wielen loopende hond als hulpkracht wordt gebruikt. Art. 22. De naam der gemeente en het nummer der inschrijving moet op de achterzijde van de hondenkar worden geplaatst in witte olie verf op zwarten ondergrond in dikke letters, die een hoogte hebben van minstens 4 cen timeter en steeds moeten zichtbaar zijn. Art. 23. Bij de krachtens art. 21 ingeschreven hondenkarren moeten de honden door de geleiders voor het voertuig gespannen wor den, en, wordt er meer dan een houd voor denzelfden wagen gebruikt, naast elkander Met meer dan drie honden mag niet worden gereden. De geleiders moeten de honden voorzien van een muilkorf, ingericht naar het modei, voorgeschreven bij maatregel van inwendig bestuur, krachtens art. 3 der wet van 5 Juni 1875 (Staatsblad nu. 110). Zij mogen niet anders dan zijdelings op de kar zitten en moeten in de bebouwde kommen steeds naast het voertuig gaan. Art. 24. De voerlieden of geleiders van aangespannen honden en ezels moeten bij liet tegenkomen en bij het voorbijrijden van paarden, hunne dieren of voertuigen tijdig doen stilstaan en zich aau de zijde van den voorbijrijder n»«et hunne dieren plaatsen. De bereider van een wieier moet naast den wieier gaan staan, indien bij het tegen komen van paarden, de voerman, berijder of geleider daartoe het verlangen te kennen geeft. De voerlieden of geleiders van honden- en ezelwagens en bereiders van wieiers mogen zonder tijdige waarschuwing geen paarden voorbijrijden. De uverlreding van de bepalingen in art. 22, 23 en 24 wordt gestraft met een geld boete van hoogstens f 3. Burgemeester en Wethouders voornoemd, DE KANTER, Burgemeester. E. KIST, Secretaris. Leiden, den 2 Februari 1889. Gelet op de arlt. 6 en 7 der Wet van 2 Juni 1875 (Staatsblad no. 95); Geven hij deze kennis aan liet publiek dat genoemd verzoekmet de bijlagenop de Secretarie dezer gemeente ter visie gelegd is; alsmede dat op Maandag den 18en Februari a. s. 's voormiddags te elf uren, op bet Raadhuis gelegenheid zal worden gegeven om bezwaren legen dat verzoek in te brengen. burgemeester en Wethouders voornoemd, DE KANTER, Burgemeester. 15. KIST, Secretaris. Leiden, 4 Februari 1S89. Üe BURGEMEESTER der gemeente LEIDEN Ontvangen hebbende den staal n°. 75, aan wijzende de uil komsten der meting en schatting van gebouwde en ongebouwde eigendommen, bedoeld in de arlt. 15 en 23 der wel van den 26en Mei 1870 (Staatsblad n°. 82) betrekkelijk de grondbelasting; Brengt ter kennis van belanghebbenden dal die opgave gedurende dertig dagen ter Secretarie dezer gemeente is nedergelegd. En wordt deze door plaatsing in de Leidsche Courant afgekondigd. De Burgemeester van Leiden, DE KANTER. I.eioen, den 4 Februari 1889. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN, Gezien hel adres van P. J. W. Van dek DART, vleeschliouwer, wonende alhier, houdende ver zoek om vergunning tot oprichting van eene slachtplaats in liet perceel Pieterskei kgracht n°. 8. LEIDEN, 1 Februari. In de plaats van den heer W. L. De Vos ia de heer J. M. Dulilh opgetre den als assistent bij de heelkundige kliniek van professor Van Itcrson op liet akademisch ziekenhuis alhier. Voor de benoeming van vijf onder wijzers aan de openbare lagere gymnastiek- scholen te Groningen zijn o. a. voorgedragen de beeren P. L. Baggen en L. H. Hamer slag, alhier. De heer J. G. H. Mann verzoekt ons tegen te spreken het bericht door ons dezer dagen aan het Dagblad van Zuid- Holland en 's Gravenhage" ontleend dat n. 1. de officieren van Kt regiment hem een ge- monteerden dirigeerstok zouden hebben aau- geboden. Het gemeentebestuur alhier heeft het onderhoud van de Langebrug gedurende vijf achtereenvolgende jaren gegund aan den heer J. Van Uldenalhier, voor f 177 per jaar en het leveren van een bal- lastpraam en een metselschouw aan den heer J. Boot, te Woubrugge, voor f649. Heden had ten raadhuize alhier, de openbare verpachting plaats van het ophalen der brug over den Rijn, tegenover de kerk te Leiderdorp en van het passagegeld van den tol op die brug alsmede van de woning, koe- en paardenstalling,wagenschuur en verder getimmeite. Hiervoor waren ingekomen drie in'schrijvingsbiljetten respectievelijk bedra gende f 900, f 1000 en f 1040 's jaars. Tot opbod overgegaan zijnde is de pacht gegund en toegewezen aan den hoogsten bieder den heer P. J. Ramaker pachter aldaar, voor de som van f 1300. De tegenwoordige pacht bedraagt f 1102 per jaar. Bij de op heden gehouden openbare verkooping van cokes bij partijen van 100, 50, 10 en 5 heet. waren de hoogste en laagste prijzen f 40.f 20.50, f 4.20, f 2.10. De werkliedenvereniging Eendracht zij ons doel" hield Zaterdagavond hare negende jaarlij ksche feestviering. Toen de president de bijeenkomst met een hartelijk woord van welkom opende had zich een zeer groot aantal reuen mei uuuue mu.cu cu uïciojca in de zaal vereenigd en was 't reeds aan te zien dat de bijeenkomst zeer geanimeerd zou zijn. Trouwens hoe kan 't ook anders bij eene vereeniging die steeds in ledental toe neemt en die dus voortdurend bloeit. Had de voorzitter, de heer P. J. Yan der Zanden in geen vier jaren dooden te vermelden gehad, dit jaar had de vereeniging drie overledenen te betreuren. Uit de ver schillende verslagen vaD de bestuursleden vernamen we hoe het ledental reeds weder van 178 iu het vorige jaar tot 189 op dit oogenblik gestegen was en hoe weer onder scheidene personen zich voor het lidmaat schap hadden aangemeld. Ruim 600 gulden werd aan ziekengeld uitgekeerd; evenals de meeste overige ver- eenigingen had „Eendracht zij ons doel" met vele ziekten te kampen. De rekening sloot in ontvangst en uitgaaf met een cijfer van f 1500; een flink batig saldo bleef in kas. Het weduwenfonds verkeert eveneens in bloeienden staat. Merkwaardig is 't onge- FEU1LLETON. VRIJ VERTAALD UIT 11ET ENGELSC1I, 179). Op den dag van uw moeder's zelfmoord was ik een der eerstendie 't huis betrad. Zij bad haar dagboek open op haar toilet tafel laten liggenmaar in de verwarring had niemand daar acht op geslagen. Ik maakte mij er ongemerkt van meester en nam 't mede. Toen ik daaruit zag, hoe zeer de omstandigheden in mijn voordeel waren, besloot ik mijn gehaten broeder ouder de beschuldiging van moord te laten lijden. „Wees goed voor Lilia en laat haar niet boeten voor mijne zonden. Zij heeft u altijd oprecht liefgehadwanneer gij haar een deel van mijn levensloop verborgen kunt houden, dan smeek ik u, zulks te doen. Nog eens, Ellen: wees goed vo°r Lilia." Fortes legde dit schrijven en 't testa ment., dat hij een uur geleden gemaakt i hadop de tafel. Toen stond hij zuchtend op en trad op 't beeld van Agnes Harmon j toe. Dit lieftallig gelaat was zijn ongeluk geweest! Daarvoor had hij zoo zwaar ge- j zondigd. Hij stond lang voor het portret, dat zoo vele jaren 't bewijs van Philip Harmon's onschuld verborgen had ge houden. Agues," riep hij smartelijk en berouw vol; toen haalde hij den revolver uit zijn borstzak te voorschijn. Dit was de eenige uitweg, die hem overbleef. Zonde en smaad volgen den doode niet aan gindsche zijde van het graf, meende hijen hij hoort evenmin de vervloekingen als de loftuigingen der mensehen. Bedaard zette hij den loop van 't wapen op zijn hart. De zon scheen juist naar binnen en hare stralen verlichtten Agnes' beeld. Nog een blik en Eortes sloot de oogen en schoot bet pistool af. Een zware val en alles was stil. Gerald Fortes had zijn rekening met de wereld gesloten en 't was nu aati haar, het oordeel over den eens zoo hoog gevierden uit te spreken. VIJF EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK. Drie maanden waren verloopen. Een korte tijd eu toch nog lang genoeg, om vele dingen een ander aauzien te geven. Lilia Fortes schenen zij langer toe dan geheel haar vroeger leven. Hoewel nog in 't voorjaar, was het druk kend warm en de kleine kamers eener gehuurde woning op de tweede verdieping waren zeer benauwd en dompig. Op de kleine sofa, oiet ver van 't venster, lag Lilia, nu bijna een schaduw van wat zij vroeger geweest was. Haar kleine, teedere gestalte was zeer vermagerd en de rouw- kleeding hing slap ueer. Haar wangen waren ingezonken en haar handen verma gerd, terwijl het haar onordelijk opge houden, half over den hals hing. Een hevige aanval van hoest deed soms de teedere gestalte trillen en dan steeg een vlammend rood op haar bleek gelaat. De groote oogen, die nu nog zooveel te grooter schenen, blikten treurig door het smalle venster in 't onbestemde. Dit was het beeld van Lilia, nog geen drie maanden geleden de jonge vrouw van Danton Moultrie, de verwende dochter van Gerald Eortes. De drukkende lucht in de kamer benauwde haar en waarheen haar blik zich ook richtte, overal blikte de armoede 't verwende kind tegen. De zon scheen fel op de huizen aan de over zijde van de nauwe straat, maar vermocht niet een vroolijker licht te werpen in de enge kamer. De vuile muren schenen al het licht op te slorpen en door 't venster kwam slechts damp en stof, geen ver- frisschende lucht. Welk een tegenstelling met 't roodgouden boudoir van vroeger! Arme Lilia, voor haar waren de drie maanden zeer lang geweest. In een soort van gevoelloosheid verzon- keu, lag zij op de harde sofa. Daar hoorde zij een voetstap op de trap en voor een oogenblik werden bare wangen hooger ge kleurd. De deur werd geopend en Danton Moultrie trad binnen, zooals gewoonlijk onberispelijk gekleed, maar met een on vriendelijke, morrende uitdrukking op het gelaat. Hij wierp een blik vol mishagen op de kleine gestalte op de sofa. Een alledaagsche, zieke vrouw had nooit de opmerkzaamheid van Danton getrokken, hij" wilde altijd aangename, schoone, bekoorlijke dingen rondom zich zien. „Hoe onuitstaanbaar warm is't van daag," riep hijzijn hoed geërgerd op tafel zettende. „Men kan in dit vervloekt nest nauwelijks ademhalen." (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1889 | | pagina 1