IEÜWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN. 19 e i e 4' o it r a u t verschil nt dagelijks* behalve op Zon- en I1 eest dagen. A e 0 i i E i E fi T Zaterdag 26 Januari 1889, 22. ADVERTENTIE!: Bareel: Sctseepaiakerssteeg 0. Ciebroadors Muré. FEUILLETON. Onschuldig Veroordeeld. w. w. s. Vooi Leiden, per 3 maanden1.25. Franco door liet geheele rijk, per 3 maanden 1.60. Prijs per Summer 10 fnt, Van 16 regels 0.90. Elke regel meer s 0.15. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen, a contant, zonder rabat, per regel 0.10. 202» Jaargang;. LËIDES, 35 Januari. Door de commissie voor de arts examens is in hare hedenmiddag alhier gehouden zitting voor het eerste gedeelte van het artsexamen toegelaten de beer C. H. Sissingh. Aan de rijksuniversiteit alhier is sedert de vorige opgave nog geslaagd voor het candidaatsexamen in de rechtswetenschap de heer E. A. Hoeffelman en voor het examen volgens art. 86. h. o. de heer M. Nauta. Door den heer J. De Fremery, consul der Nederlanden te San Francisco (Califor- nië), zijn aan het Rijks Ethnographisch Museam ten geschenke gegeveu de navol gende voorwerpen van de Indianen in de nabijheid zijner woonplaats: N°. 1. Vijzel, uit een grijze steensoort, van ovalen vorm, met plat rolvormigen stam per uit dezelfde steensoort. N°. 2. Platte naald, uit een zwarte steen soort, boveneinde doorboord. N°. 8. Fetiech van een grijze steensoort, ruwe vorm van een visch (misschien ook een dolfijn), van voren en achter in een afgeknotte punt eindigende. N°. 4. Netzinker, van een grijze steen soort, op doorsnede rond, het eene einde bot, het andere iu een stompe punt uitloo- pende. N°. 5. Lanspunt, uit een grijze steensoort Aan den schenker is de dank der regee- riug betuigd. Het collegium van het Leidsche stu- deutenkorps ontving van de dames der Holland Society te New-York, die zooals men zich herinnert, dezen zomer ons land en ook Leiden bezochten, een vaandeltje ten geschenke, versierd met de Leidsche sleutels en de Hollaudsche kleuren; eene vriendelijke contra-beleefdheid voor den nationalen morgendrank (oraujebitter,) toen door de muzenzonen aan de bezoekers aan geboden. - Op eene Dinsdagavond a. s. op de eetzaal der sociëteit Minerva alhier te houden vergadering van de Leidsche studen- tenafdeeling der Nederlandsche Zuid-Afri- kaansche vereeniging, welke bijeenkomst voor alle studenten toegankelijk is, zullen als sprekers optreden de heer tnr. W. H. De Beaufort, lid van de twee.de kamer en mr. F. baron Van I logeudorp (Damas) hoofdredacteur van het Dagblad van Zuid- Holland en 's üraveukage. Gisteravond vergaderde het Leidsch studentencorps. Op voorstel vau den voor zitter werd besloten dat op den 8sten Fe bruari de dies natalis der hoogeschool op de gebruikelijke wijze zal worden gevierd, nl. door het aanbieden eener serenade aai de gezamentlijke hoogleeraren en door het hou den van een gemeenschappelijken maaltijd. Nog deelde de voorzitter mede, dat de ge bruikelijke bestorming van den trein dit jaar niet weder door de directie der Hollaudsche Spoorwegmaatschappij zal worden geduld en raadde hij daarom alle studenten aan zich eene andere plaats van reünie te kiezen, te meer daar het publiek het meest van het schouwspel genoot. Nog deed spreker een beroep op de gastvrijheid der studenten door hen uit te noodigen de leden van het me- disch-natuurkundig congres gedurende hun verblijf in Leideu zooveel mogelijk logies te willen verleenen. In de gisteravond alhier gehouden ver gadering van het Leidsch studentencorps werd besloten den heer J. G. II. Mann den dank van het corps over te brengen voor de feestcomposi ie voor de a. s. corps- feesten vervaardigd en aan dat corps opge dragen. De agent van politie K. alhier, die in November in de Vrouwenkamp door een vijftal personen is mishandeld, is tengevolge daarvan nog altijd buiten dienst. Ofschoon de daders op gisteren tot 6 en 5 maanden gevangenis zijn veroordeeld, zal genoemde agent wellicht het vooruitzicht hebben nim mermeer voor den politiedienst geschikt te worden. Door de politie alhier is in den af- geloopeu vroegen morgen een jongen aau- gehouden, die een zak turf droeg, welke zijn vader, in dienst bij een handelaar in brandstoffen, van zijn patroon ontvreemd en den zoou overhandigd had om huiswaarts te brengen. Proces-verbaal is hiervan op gemaakt. Ten aanzien van de levering van keien en klinkers ten behoeve van de straten, binnen deze gemeente, waarvan de gunning was aangehouden, is thans door burgemeester en wethouders besloten de levering te gunnen, en wel de Lava keien aan den heer J. Loeb te Mayen, voor f 53 per 1000 stuks, de Ourthekeien aan den heer F. Bodson te Mook voor f 45.84 per 1000 stuks keien met eene afmeting van 12/14 cM. en voor f 68.76 per 1000 stuks keien met eene afmeting van 12/21 cM.; aan den heer A. Mos te Arnhem, de waal klinkers voor f 13.40 per 1000 stuks en aan den heer C. Mijnlieff FJzn. te Bar- woutswaarder de Rijnklinkers voor f 10.07 per 1000 stuks. Ethnographisch Museum. {Slot.) De groote aan de voorzijde gelegen zaal bevat in het midden de voorwerpen van het eiland Sumatra, resident-iegewijs gerangschikt. Van Benkoelen merken wij op eene groote reeks van mooie zilveren sieraden; eenige der kleedingstukken uit deze residentie herinneren door hun patroon en bewerking aan zulke uit Britsch-Indië, wat het gevolg is eener neerzet ting van Xlingaleezen in vroegere tijden. Van de voorwerpen uit Atjeh is het kostuum eener Mekkagangster (vrouwelijke Hadji) op een pleisterbeeld in eene kast tentoongesteld. Op den bodem dierzelfde kast zien wij een stel prachtige gouden sieraden, zooals door Atjehsche hoofden worden gebruikt. De kleedingstofïen uit deze residentie, dikwijls met goud- of zilverdraden doorweven, heb ben meestal eene donkere grondkleur, terwijl j die uit de residentie Palembang, in de j dicht daarbij staande kast teutoongesteld, door rijkdom van kleur en patroon vee! meer uitmuuteu. Diezelfde kast bevat ook het prachtige kostuum van een bruidegom en twee mantels van een der Sultans van 1 Palembang uit het begin dezer eeuw. I Eene volgende kast bevat eene groote collectie van het eigenaardige lakwerk uit de residentie Palembang; daarna ontmoeten wij twee kas ten met voorwerpen uit de Bataklanden, waaronder vooral een aantal tooverstaveu, tooverboeken en brandbrieven op baaiboe geschreven met daaraan hangende symboli sche bedreigingen en zware zilveren oor sieraden van bizonderen vorm merkwaardig zijn. Onder de voorwerpen van Sumatra's Westkust merken wij op eene kleine collectie van het prachtige Padangsche filigraan werk, benevens de zeer primitieve gereedschappen voor de vervaardiging daarvan, het kostuum eener bruid uit de Padangsche bovenlanden en in eene afzonderlijke kast de voorwerpen gebruikt bij de voltrekking van een huwelijk iu de Padangsche Beuedenlandeu. Onder de voorwerpen uit de Lampongsche districten bevindt zich een volledig stel aller gereed schappen die bij de zijdecultnur aldaar in gebruik zijn. Links van dezen zaal zijn in een tweede de voorwerpen uit de residenties Ternate en Ambon, alsmede van het gouvernement Ce lebes tentoongesteldrechts bevindt zich een derde zaal waar de voorwerpen van Borneo zijn tentoongesteld. Onder die van Celebes is vooral merkwaardig eene groote verzame ling der gereedschappen enz. die door Hei- densche priesters en priesteressen in Zuid- Cele'oes gebruikt worden, en in eene afzon derlijke kast teutoongesteld zijnzij zijn alle door den heer Dr. B. F. Matthes bij eengebracht, die eene belangrijke verhandeling over dit onderwerp geschreven heeft. Van Noord-Celebes vinden wij eene kleine, maar daarom gewichtige collectie, daar zij her innerd aan de thans tot het verleden be- hoorende oorspronkelijke beschaving in de residentie Menado. Zij is bijeengebracht door den onlangs overleden reiziger H. Van Rosenberg. Van Ceram wijzen wij op het kostuum van een voorvechter, van de Saleyer-eilan den en op twee lijkkisten van eigenaardigen vorm. Van de voorwerpen in de Borneozaal noemen wij drie HampatoDgs" groote hou ten palen met fantastisch gesneden men- schenbeelden aan het boveneinde, die met de doodenfeesten in Borneo in verband staan. Op een afzonderlijke tafel zien wij een aantal modellen van doodenhnizen, lijkkis ten en andere voorwerpen die eveneens bij de doodenfeesten dienst doen. Van Koetei merken wij eenige prachtige sabels, waaron der een van den Sultan, eigenaardige krijgs hoofddeksels, sieraden, enz. op. Wij veriaten de eerste verdieping, en be geven ons, langs een ijzeren trap, die zich VRIJ VERTAALD UIT HET ENGELSCH, VAN 172). Hoe bedaard zij ook scheen, toch klopte Ellen's hart geweldig. Als verliefden waren zij gescheiden en als doodvijanden stonden zij nu tegenover elkaar. Geen van beiden deed eene poging om dit te verbloemen beiden deden alsof hun vroegere verhouding niet bestaan had. „Gij dringt u hier op eene vreemde wijze in, even als de booswichten op 't tooneel," zeide Ellen honend. Fortes had een blik op 't taschje ge vestigd, dat Ellen onwillekeurig omklemd had en aan haar hart gedrukt hield. „Ben ik door 't venster niet even wel kom als ik door de denr zou zijn P" ant woordde hij. „Voor dezen avond moeten wij alle plichtplegingen ter zijde stelleD. Laat ik 't van uw eigen lippen hooreD. Zijt gij Philip Harmon's dochter?" „Ja," antwoordde Ellen onbevreesd, „en ik weet ook wie gij zijt zijn broeder en zijn verderver." Ellen zag Fortes schrikken en onstuimig vroeg hij „Hoe weet gij dat?" „Door mijn vader." „Gij hebt hem dus gezien?-' „Jaik heb hem in zijne gevangenis bezocht en hij heeft mij opgedragen u te zeggen, Gerald Fortes, dat de dag van ver gelding tusschen hem en u komen zal." Fortes' gelaat werd nog bleeker en Ellen eene schrede naderende, zei hij: „Hoe kondt gij 't wagen in mijn huis te komen? 't Wagen mij te bedriegen? Goede God, gij Harmon's kind! En voor drie dagen nog waart gij mijn geliefde en ik uw bijna tot waanzin gedreven minnaar." „Ik kwam in uw huis, geheel onbewust van uwe betrekking tot mijn vader," ant woordde Ellen bedaard. „Ik heb u niet bedrogen, ik heb alleen mijne geschiedenis verzwegen. Ik wist niet welk aandeel gij hadt in 't ongeluk van Philip Harmon, tot op den dag dat gij mij verliet om Lilia te zoeken. Toen hoorde ik eerst de geschiedenis mijns vaders van kolonel Dufart." Fortes antwoordde niets, maar staarde Eilen zwijgend en onheilspellend aan. Zij ging voort: „'t Moet de geest van Agnes Harmon geweest zijn, die mij naar uw huis gevoerd heeft. Gerald Fortes, de mensehen noemen u een rechtvaardig rechter, een man van eer; zij achten en bewonderen u, maar ik weet, dat gij een dief zijt, een verrader, de man die mijn vader vermoorden wilde, de man die mijne arme, zwakke, dwaze moeder te gronde gericht en in 't verderf gestort heeft. Mij was 't opgedragendat alles te ontdekken en 't de wereld te ver kondigen. Ik zal mijn armen vader uit zijne gevangenis bevrijden, waar hij door uw schuld negentien jaar geleden en ge streden heeft." Met deze stoute woorden gaf 't meisje aan Fortes te kennendat hij bij de dochter van Agnes Harmon op geen erbarmiug te rekenen had. Een boosaardige lach speelde om zijne lippen, toen hij antwoordde: „Gij spreekt met groote overmoedigheid. Zeg mij uauwkeurig wat gij weet. Toen ik in Boston kwam, was 't te laat om u te sprekendaarom ben ik u hierheen gevolgd. Wij moeten tot een vergelijk met elkaar komen, en hoe eerder dat gebeurt, boe beter 't voor ons beiden is, Ellen." „Ik weet alles wat kolonel Dufart mij zeggen kon," riep Ellen, de kleine vuisten ballend. „Alles wat mijn vader mij kon zeggen en nog veel meer. Gij hebt mijne ongelukkige moeder tot zelfmoord gedreven en de wereld in 't geloof gelaten, dat zij vermoord was. Gij hebt Philip Harmon aan den dood prijs gegeven en nog boven dien al zijne bezittingen geroofd en mij aan de barmhartigheid overgeleverd. Dat alles hebt gij, zijn broeder, gedaan 1 Wat ik weet? Dat gij een ellendige schurk zijt, een man die voor niets terug schrikt, als hij zijn doel maar bereiken kan. Ik weet dat mijn vader negentien jaren geleden heeft om eene misdaaddie hij niet begaan beeft, terwijl gij 't bewijs zijner onschuld in handen hadt en verborgen hieldt, en ik weet, dat gij genoten hebt, als ge be dacht, welke smarten hij in de gevangenis uitstond." Fortes verbleekte zichtbaar bij deze be schuldigingen eu eene schaduw van vrees vloog over zijD bleek gelaat. Als of hij dacht te stikken, bracht hij zijne hand aan den hals en stamelde: {Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1889 | | pagina 1