ieStri Uitgevers: Gebroeders Muré. Onschuldig Veroordeeld. -3 NIEUWS- EN ADVBRTi NTIEBLA1) VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN. ÜS u c o u r a ill verschijnt dadelijks, b c li a I v e o p 'h o n- en F e e s t. d a e ti. A B 0 N H E M E H T Voor Leidenper d inaanden1.2». Franco door liet geheele rijk, per .'5 inaanden 1.60. Prijs per luinmer 10 Ont. ADVERTENTIE N: Zaterdag 17 November 1888, N°. 272. 202t Jani-gang. Van 16 regelsJ 0.90. Elke regel meer0.15. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen, a contant, zonder rabat, per regel 0.10. Bureel: Srheepinakerssteeg 6. Aai» «1e geabonneerden op de Han delingen en Ingekomen Stukken van den Gemeenteraad ïh verzonden het ZittingMVerslag van Donderdag 25 October 1888, pag. 09-84. M e tl e I» it r e r s. Oranje week 'twas slavernij. Oranje daagde en 't land was vrij. Den 9den Juli van het jaar 1810 werd Holland bij Frankrijk ingelijfd. Bange daiien volgdeu. Nog slechts een enkele ouder U zal zich van die bange tijden, van »den Franschen tijd" iets in het geheugen kun nen terugroepen. Maar meerderen hebben van bnnne ouders van de droeve gebeurte nissen, van het harde juk hooren verhalen. Den 17den November 1818 vertoonden zich graaf Leopold Van Limburg Stiruin en de zonen van Gijsbert Karei Van Hogendorp wederom met de geliefde Oranjekleur ge tooid op de openbare straat iu den Haag, en weldra sprak ook op andere wijzen het verlangen zich uit naar een bestuur ouder een telg uit het huis van Oranje, waaronder Nederland is groot geworden. Vijftig jaren na dien datum, in 1868 heeft Nederland door het bekende #Oranje- feest" getoond met hoeveel vreugde en dankbaarheid het zich de heuglijke gebeur tenis van den 17den November 1813 her innerde. Morgen, Zaterdag den 17den November, zal het de 75ste gedenkdag onzer ouafhau- kelijkheid zijn. Evenals in eeu geliefd vorstenhuis vindt een vrij volk steun in de herdeuking van zijne groote daden van weleer. Heeft men in vele andere steden zich tot feestvieren opgewekt gevoeld en hebt gij gemeend daarvoor geen voldoende aauleidiug te kunnen vinden moge llwe gehechtheid aan Uw onafhankelijk bestaan onder ons geliefd Oranjehuis 11 doen besluiten op den gedenkdag Uwe woning en Uwe borst met de Oranjekleur te sieren, teu bewijze dat de Nederlanders van heden de kloeke daden van die van weleer ten volle waardeeren. Moge zoo ook de aandrang Uws harte zijn. I.KEDKA, 16 November. De commissie voor de artsexamens heeft in hare hedenmiddag alhier gehouden zitting voor het eerste gedeelte toegelaten den heer C. C. Vermaas, alhier. Bij het gisteren te 's Uravenhage ge bonden acleexaineu (lager onderwijs) zijn geslaagd de heeren H. YV. Laman en A. L. Van den Berge alhier en J. Verwoerd van Bodegrave. De stemming voor een nieuw bestnur van de studenten-roeivereeniging rNjord" had tot uitslag dat de heer YV. T. De Vogel tot praeses werd verkozen, de heer J. A. Van Rhede van der Kloot tot ab-actis en de heer H. R. Van Maasdijk tot quaestor, Het stedelijk studentengezelschap^ Delphi Batavorum" is alhier wederom opgericht. liet eerste ledenconcert vau SempreCres cendo zal plaats hebben op Dinsdag 20 November, in plaats van op Vrijdag 23 November, zooals eerst het plan was. Op laatstgenoemden avond zal de studenten- afdeeling Leiden van bet Nederlandsch Tooneelverbond eene gastvoorstelling geven in den Schouwburg alhier. Opgevoerd zal worden Pluimstrijken, blijspel in 5 bedrijven naar het Fransch door Trio. In de afgeloopen week is door den heer 11. C. Los nog het aanvullingsexamen Plant en Dierkunde met gunstig gevolg aan deze universiteit afgelegd. Het tijdschrift voor jongens en meisjes yNeerlauds Jeugd" onder redactie van A. J. 11. Vau der Sloot en A. Groenereld, uit gevers Je heeren Nijgh en Van Ditmar, te Rotterdam, wijdt een geheele aüevering aan de geschiedenis van vóór 75 jaren, met afbeeldingen o. a. van het vertrek van prins Willem V te Scheveiiiugeu en de weder komst van Willem Frederik, diens zoon. De redactie eindigt uiet een opwekkend woord aan Neêrlands jeugd om de ge dachtenis aan den 17den dezer in eere te houden. Het blad beeft zijne roepiug in deze zeer juist begrepen. Zooals we reedz gemeld hebben zal de mannen-congregatie van de parochie van O. L. V, U., Zondag a. s. haar 25jarig bestaan vieren. Naar we van goederhaud vernemen zal bij die gelegenheid door de leden aan de kerk een prachtig altaar voor den nieuwgebouwden zijbeuk wordeu ge schonken. Ml/.IKH, LKTTKHKV K\ KUA8T. l)r. J. Ten Brink op 't Nut. De eerste spreekbeurt op de winterverga deringen voor leden van het departement Leiden vau de maatschappij tot Nut van 't Algemeen, met hunne dames werd voor dit seizoen vervuld door den geliefden cau seur onzen stadgenoot professor dr. J. Ten Brink. Als onderwerp was aangekondigd ,Over Eugelsche, Fiansche eu Nederlandsche Robinsons." Wie kent niet het vermaarde boek waarin de zonderlinge lotgevallen zijn opgeteekend van Robinson Crusoe, wie heeft bet als kind niet verslonden, ja vaak op later leeftijd nog niet met veel genoegen gelezen. Dat boek van den Engelschmau Daniel De F'oe is het type van cene Robinsonade en 't als zoodsnig beschouweude groepeerde de spreker van gisteravond al de overige reis verhalen, min of meer Robinsonaden, van de oudste tot op de jongste tijden, daar omheen Reeds zeer vroeg werd de vorm van reis verhaal gebezigd als middel om meeningen te uiten, lessen en wenken te geven, ver moedens te opperen over nog onbekende of genoegzaam onbekende zaken. Tot de Oostersche reisverhalen wil spreker zijn terug blik niet uitstrekken, maar hij vangt aan mei te wijzen op de wonderlijke lotgevallen van Ulysses zooals die in de zangen van Homerus zijn tot eus gekomen. Met eeti enkel woord wordt ons herinnerd aan All- tonius Diogenes en St. Brandanus om bij de Inferno van den grooten Daule even stil (e staan. De Engelschman MaudeviUe gaf het eerst de reisverhalen in den prozavorm. Daarna hebben we de reisbeschrijvingen van Olivier van Noordt in 1598, van Schouten en Le Maire, van Willem IJsbrands Bontekoc, waarin Potgieter aanleiding vond de liedjes van Bontekoe te dichten, en de avonturen van Claas Campaau. Zoo naderen we tot Daniel De Poe, een slagerszoon, geboren iu 1661. Hij was een volbloed puritein en genoot de bescherming van onzen \Y illem III. Zijne scherpe pen, waarmeê hij o. a. met groote bitterheid in eetie brochure den kortsten weg aangaf om van de puriteinen bevrijd te worden, berok kende hem veel verdriet, waaronder teker het verlies zijner ooren wel mag worden meêgeteld. In 1719 schreef hij het ledeel van zijne Robinson Crusoe, puttende uit de beoordeeling in een Engelsch tijdschrilt van twee reisverhalen geschreven naar het hand schrift van een indertijd gedeserteerd ma troos die met zijn sloep op een onbewoond eiland aankwam en zich daar zonder hulp middelen eeuige jaren lang levensonderhoud moest zien te verschaffen. De Foe heeft dus naar een model gewerkt en bouwstoffen aan anderen ontleend, maar hij heeft dat gedaan met znlk een talent, met zulk eene algemeene kennis toegerust dat in de volgende eeuwen en in alle landen het verhaal als verslonden werd door oud eu jong. Eene wijziging heeft echter De Foe in zijn verhaal gebracht; hij laat nl. Robinson stranden met een schip waarvan dc geheele bemanning omkomt; alleen hij kan zich op het onbewoonde eiland redden. Dit gestrande schip heeft voor den verhaler dit vóór dat hij zijn held nu een vlot kau laten maken om bij reis op reis de noodige gereedschappen van het wrak te halen. Wat Robinson, geheel alleen, met die gereed schappen doet is verrassend en het verhaal er van bevat voor de leiers lessen te over van voortvarendheid en geduld tevens, van werkzaamheid, maar te gelijk vau wat de Engelschman vooral er niet in missen wilde van het heiligen van den Zondag. Hoewel geheel alleen des Zondags werkte Robinson niet. Het 2de en het 3de deel vau het bekende boek werden eerst in 17221724 door De Foe voltooid. Onder de Eugelsche reisver halen zijn die van Peter Wilkens op merkenswaard. In Duitschland vond deze verhaaltrant spoedig navolging, meestal met minder succes. YYeldra waren Saksische, l'uringsche, Brandenburgsclie Robinsons op FEUILLETON. VRIJ VERTAALD UIT HET ENGELSCH, VAN W. YV. 126). Alle bedienden wisten iets te verhalen van zijne razende jaloezie, van de ver schrikkelijke tooneeleudie tusschen hem en zijne vrouw hadden plaats gegrepen en van de algemeen bekende wanverhouding, die bij dit echtpaar bestond. De kamenier vau de overledene was de meest bezwarende getuige. Reeds lang, verklaarde zij, had mevrouw Harmon geleefd in doodelijkeu angst voor haar echtgenoot. Zij had haar dikwijls badend in haar tranen gevonden en meestal droevig gestemd, nergeus belang iu stellend. De overledene had zij ook dik wijls schrijvend gezien in een klein boekje, de kameuier meende dat het een soort van dagboek was, eu zij was er getuige vau geweest, boe de ongelukkige vrouw dat boekje met hare tranen besproeide. Nie mand der huisgenooteu was onkundig van de heftige uitvallen van Harmon tegeu zijne echigenoote. Eens had hij een prachtig balkleed zijne vrouw nagenoeg vau het lijf gescheurd, op bet oogeublik dat deze gereed stond om uit te gaan. Herhaalde malen eu telkens met meer woede, had de getuige gehoord hoe de beschuldigde ge dreigd had, zijne vrouw eu zichzelf te zullen vermoorden. Al de dienstboden ber kenden den dolk, het instrument waarmede de vreeselijke daad was gepleegdals een dolkdie om zijue sierlijke bewerking door de gevangene vroeger altijd bewaard was geworden op zijn lessenaar in de biblio theek. De houding van Harmou was gedurende het geheele onderzoek waardig en onbe grijpelijk rustig Hij bezwoer met een duren eed, dat hij onschuldig was, en wat mij betreft, ik heb geen oogenblik de waarheid zijner woorden in twijfel ge trokken. Hij verklaarde, ofschoon hij moest beamen ill hoogst ongelukkigen echt te hebben geleefddat hij zijne vrouw te veel had beminddan dat hij een haar van haar hoofd had willen krenken. In de nalatenschap der afgestorveue werd eeu ijverig en nauwkeurig onderzoek inge steld naar het dagboek waarvan de kame nier melding had gemaakt, maar dat hoek is nooit ge»ouden geworden. Het was beschreven als te zijn gehouden in rood fluweel eu voorzien van eene gouden sluiting. Ongetwijfeld had de inhoud er van eenig licht geworpen over dezen ge- heimzinnigeu moord, maar, zooals ik gezegd heb, het boek was weg en bleef weg. Als waarschijnlijk werd aangenomen, dat Agnes Harmon zelf die aauteekeningen had veruietigd. Gerald Fortes trad ala verdediger van den beschuldigde op, en hoewel hij ver zocht had van die taak ontslagen te wor den, had uw vader hem er toch toe weten over te halen. Hij stelde, zooals ge ziet, een onbepaald vertrouwen in hem. Mis- scbieu had zelfs de bekwaamste advocaat uw vader niet kunnen redden, en de men- schen vertelden, dat het pleidooi vuu den jeugdigen advocaat werkelijk goed moet zijn geweest, maar de beschuldigingen van de verschillende getuigeu iu dit proces waren zóó bezwarend, dat bet bewijs van schuld scheen geleverd te zijn eu ook de upenbare meening was geheel en al tegen den gevangene. lemaud, die gezegd werd zijue vrouw te hebbeu vermoord, moest ook wel bij elkeen haat en afschuw ver wekken. Na een lang en pijnlijk proces werd over Philip Harmon het schuldig" uitgesproken en hij door de rechtbank ter dood veroordeeld. Dat verschrikkelijk oogenblik is mij altijd iu herinnering gebleven. Mijn blik ver wijlde eerst op het rustige en bleeke gelaat van den ongelukkigen mau en vervolgens op het onrustige en donkere gezicht van zijn verdediger. Eu wal las ik daar? Blijdschap, een soort van helscb genot, ja eene onmiskenbare zegepraal. Ik wilde mij zelf opdringen, dat mijne verbeelding mij parten speelde, ik wilde niet gelooven, dat Gerald Fortes blijdschap kon gevoelen over de veroordeeling vau zijn cliënt, over het doodvonnis van zijn vriendI Dat ware inderdaad al te afschuwelijk! Maar toch, de uitdrukking van dat gezicht verried zoo duidelijk een triomf, dal mij het twijfelen schier onmogelijk werd. Philip was veroordeeld tot den strop, terwijl hem zes maanden tijd werd gelaten om zijne zaken te doen regelen. Toen zijn lot bepaald was zocht Gerald F'ortes hem in de gevangenis op. [Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1888 | | pagina 1