NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
ABONNEMENT:
Vrijdag 16 November 1888. N°. 271,
Bureel: Seheepiiiakerssteeg fc.
Uitgevers: Gebroeders Muré.
Stads-Berichte n.
BINNENLANÜSCHE BERICHTEN.
Onschuldig Veroordeeld.
8
Coura
c i e Cour a til verschijnt dadelijks* behalve op /.ou- en Feestdagen.
Voor Leidenper 3 maanden1.25.
Franco door liet gelieele rijk, per 3 maanden 1.60.
Prijs per ^timmer 10 ('ent.
202° JnnrgHiig.
AOVERTENTIEN:
Van 1ti regels0.90.
Elke regel meer0.15.
(Jroote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingena contantzonder rabatper regel 0.10.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
der gemeente LEIDEN, brengen ter alge-
meeue kennis dat, ingevolge art. 11 van
bet koninklijk besluit van 9 November
1851 Staatsblad n°. 142), in verband niet
Zijner Majesteits besluit van 11 Augustus
1859 Staatsblad nu. 80), op Zaterdag
den 8»'°° December a. s. des middags
te twaalf uren op het Raadhuis een verga
dering van kiesgerechtigden zal wordeu ge
bonden om de plaatsen aan te vullen van
de heeren:
C. J. LEEMBRUGGEN,
A. HARTEVELT Jz,
L. G. LE POOLE,
H. C. JU TA en
A. DE KOSTER,
die met het einde dezes jaars als leden van
de Kamer vau Koophandel en Fabrieken
moeten aftreden, doch ingevolge art7 van
eerstgemeld besluit op nieuw benoembaar
zijn en van den heer:
W. F. VAN HARTROP Tan.
die wegens vertrek uit de gemeente heeft
opgehouden lid dier Kamer te zijn en in
1890 moest aftreden; dat de lijst van kies
gerechtigden, waartegen bezwaren kunnen
worden ingebracht bij bet Gemeentebestuur,
gedurende acht dagen, te rekenen van den
dag der aankondiging, ter inzage ligt op de
Secretarie dezer gemeente en dat de inlevering
der stembriefjes op bovengenotinden dag
geschiedt van 12 tot 2 uren des namiddags,
waarna de bus geledigd wordt en de stem
opneming plaats beeft.
En wordt deze door plaatsing in de Leid-
tche Courant afgekoudigd.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
DE KANTER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
Leiden, den 8 November 1888.
LEIBKV, 15 Xoveiubcr.
Gisteren werd aan bet departement
van marine aanbesteed de levering van 2100
stuks wollen dekens minste inschrijver was
de firma J. Scheltema Jz. alhier voor
f6688.50.
Hedenmiddag is een jongetje te water
geraakt, wederom in de Middelstegracht
alhier. Een man sprong er bij en haalde
't kereltje aan den wal.
Het heeft den koning behaagd aan
HDs. buitengewonen gezant en gevolmach
tigden minister bij het Deensche hof, jhr.
mr. R. A. A. E. Von l'eslel, op te dragen
Z. M. in buitengewone zending te verte
genwoordigen bij bet vijf-en-twintigjarige
regeeriugsjubilé van Z. M. den koning van
Denemarken, en aan H Ds. bij die gelegen
heid een brief van gelokwensching te over
handigen. (St-Ct.)
De heer Cb. J. Johnston, benoemd
tot consul te Wellington (Nieuw Zeeland)
is in die hoedanigheid door de Britsche
regeering erkend.
De 28ste lijst van de 10de jaarcol
lecte voor de scholen met den bijbel be
draagt een totaal van f92.206.11 zijnde de
opgave van 575 locale comité's, waaronder
Oegslgeist (llerv. kerk) met f494.73.
Naai de N. B. Cl. verneemt, worden
onderhandelingen gevoerd om de retouika.r-
ten iu rechtstreeksch binneiilaudsch verkeer
langrren geldigheidsduur te verleenen bij
gelegenheid van de a. s, Kerstdagen.
Op 21 dezer zal de minister van bui-
tenlandsche zaken, Jhr. Hartsen, aan ver
schillende leden der tweede kanier een diner
aanbieden.
Het geschil over bet bezit vau de
pastorie der Ned. llerv. kerk te Leiderdorp,
dat reeds eenmaal voor de rechtbank te
's Hage werd bepleit, diende gisteren in
liooger beroep voor het gerechtshof aldaar.
Zooals men zich herinneren zal, stelde eerst
gemeld rechtscollege ds. Vlug in het ongelijk
en gelastte dat deze de pastorie zou ontrui
men.
Jbr. mr. Wilsius H. De Savoruin Lobman,
die namens appelant optrad, bestreed gisteren
dit vonnis en voerde als grieven daartegen
aan: lo. dat de reglementen der Ned. llerv.
kerk voor appelant niet bindend waren en
2o. dat deze en de vau bun ambt ontheven
kerkcraadsteden zich niet hadden afgeschei
den. Wat het eerste punt betrof, betoogde
pleiter dat, tegenover liet reebt om de rege
ling door Z. M. koning Willem I in 1816
gedecreteerd aan te nemen, ook het recht
stond om die te weigeren en dit laatste, al
had men er zich in den aanvang bij neer
gelegd, steeds bleef bestaan. Pleiter wees
er op dat er dan ook reeds spoedig en aan
houdend tegen die regeling was geprotesteerd.
Dat appelant er zich eerst thans tegen bad
verzet, was omdat er vroeger voor hem geen
aanleiding toe bestond. Ten opzichte van
het tweede punt merkte pleiter op dat appe
lant en de met deaen overeenstemmende
kerkeraadsleden wel is waar iu het adres
aan Zijne Majesteit den koning dd. 15 Juli
1886 te kennen hadden gegeven dat zij de
gehoorzaamheid aan de Synode hadden opge
zegd, maar, zooals zij steeds constant ver
klaard hadden, geenszins geacht wilden wor
den zich van de Ned. Herv. kerk te hebben
afgescheiden.
ZijnEdelGestrenge opperde dan ook de
vraag of het klassikaal bestuur vau Leiden,
doende wat des kerkeraads vau Leiderdorp
is, wel bevoegd was op 15 Juli 1886 bet
besluit te nemen, waarbij appellant en do
vier met dezen overe 'iistemmende kerkeraads
leden van hun ambt eu bediening werden
ontzet. Pleiter meende dit in ontkenneuden
zin te moeten beantwoorden. Evenmin ge
loofde pleiter dat de benoeming van ds.
Pijzei tot predikant bij gemelde gemeente
op wettige grondeu steunde. Op al deze
gronden concludeerde ZijnEdelGestrenge, dat
bet den hove moge behagen het vounis a quo
in dezen gewezen te vernietigen.
Mr. F. Was, advocaat te Leiden, voorde
geïulimcerdeu optredende, bestreed de grieven
door den vorigen pleiter tegen het vonnis,
in eerste instantie gewezen, aangevoerd en
trachtte aan te toonen dat apellant cum
suis wel degelijk door de algeuieene regle
menten der Ned. llerv. kerk, echter niet
door die van 1816 maar door die vau 1852,
gebonden waren. Zij hadden derhalve niet
de bevoegdheid, de gemeente Leiderdorp aan
de Ned. Herv. kerk te onttrekken, wel
hunne personen. Ten bewijze dat zij zich
hadden afgescheiden verwees pleiter naar
artikel 8 van het kerkelijk reglement, lui
dende dat men tut genoemd kerkgenootschap
behoort zoo lang men niet door woord of
daad getoond had zich daarvan af te schei
den.
Door de gehoorzaamheid aau de Synode
op te leggen, hadden zij dan ook opgehou
den lid van dat kerkgenootschap te zijn en
was de Herv. gemeente te Leiderdorp van
een predikant en kerkeraad verstoken ge
worden, hetgeen het klassikaal bestuur de
bevoegdheid had gegeven tot het beroep van
ds. Pijzei en de benoeming der nieuwe
kerkeraadsleden over te gaan. Tegen de
wettigheid daarvan viel dus volgens pl.
niets in te brengen. De door den raadsman
van apellant te dien opzichte in tweede
instantie opgeworpeu exceptie kon derhalve
volgens pleiter niet opgaan.
De beroepsbrief, waarop apellant zich tot
staving van zijn recht op het bewonen van
de pastorie beriep, kou bijgevolg evenmin
als bewijs van dit recht gelden. Ds. Vlug
had bovendien zelf in de voor de rechtbank
aldaar tegen hem behandelde strafzaak ver
klaard, dat hij zich van de Ned. Herv. kerk
bad afgescheiden. Hoe kon bij nu nog
blijven volhouden dat hij het recht op de
pastorie behouden had?
De door de rechtbank gegeven beslissing,
dat ds. Ving opgehouden heeft pred. der
Ned. Herv. kerk te Leiderdorp te ziju,
kwam pleiter dan ook 100 duidelijk en logisch
voor, dat ZijnEdelGestrenge niet twijfelde
of het vonnis, waarhij de ontruiming der
pastorie was bevolen, zoo door het hof
worden bevestigd.
Na re- en dupliek verklaarde advocaat-
generaal mr. Telders, op 10 December aan
staande in deze zaak conclusie te zullen
nemen.
Volgens de Avondpost is men te Delft
tot de ontdekking gekomeD, dat uit een
kelder van de daar in bewaring gestelde
vaten belegen boter het bovengedeelte is
ontvreemd en andere, van slechter kwsliteit,
daarvoor in de plaats is gelegd, waardoor
de eigenaar aanmerkelijk schade lijdt. Een
beloouing van f 100 is uitgeloofd voor hem,
die den dader weet aan te wijzen.
Maandagnacht zijn er nabij de Groe-
venbrug, onder Woerden twee woonhuisjes
eu een schuur afgebrand. De oorzaak schijnt
in het omvallen van eene petroleumlamp te
zijn gelegen.
Gisteravond, omstreeks 10 uur, brak
iu het oosleljjk deel der gemeente Papendrecht
een felle brand uit.
FEUILLETON.
VRIJ VERTAALD UIT HET ENGELSCH,
van
w. w. s.
126).
Agues viel in onmacht en Philip droeg
haar iu zijn rijtuig, dat met groote snel
heid naar zijne wooing rolde.
De elegante wereld had voor minstens
eene week stof genoeg voor allerlei schan
dalige praatjes.
Den volgenden morgen kwam Martin, de
meest vertrouwde bediende uw vaders, mijn
vertrek binneustormen.
De hemel zij ons genadig," riep hij
uit, zoo bleek als een doek, terwijl hij
over al ziju leden stond te beveo. „Sir,
weet ge nog niet wat er gebeurd is?
Niet? Mevrouw is dood, sir! Zij is ver
moord. Kom toch dadelijk. Mijnheer is
krankzinnig van verdriet!'
Tien minuten daarna was ik op de plaats
van het onheil. Het huis was vol men
schel), op wier gezichten de schrik en de
ontzetting stouden te lezen.
Op de sofa in haar boudoir lag Agues
Harmon nog juist zooals haar kamenier
haar een half uur geleden had gevonden
dood vermoord. Zij was nog in hetzelfde
prachtige atlas kleed, 't welk zij daags te
voren bij het diner had gedragen. Een
lange, smalle dolk, van blijkbaar uitheem-
schen vormstak haar nog in de borst.
Het is mij nu nog alsof ik dat schoon
gelaat, wit eu koud als marmer, tegen het
donkere kussen zie uitkomen, ik zie die
fijne hand, overvloedig met de kostbaarste
ringen getooid, machteloos nederhaiigeii tot
nagenoeg op het tapijtik hoor nog het
klagend geschrei der bedienden, inaai boven
alles uit het hartstochtelijk gejammer van
Philip Harmon, die uaast het lij* geknield
het levend beeld der vertwijfeling was, zoo
zelfs, dat mijn stem niet bij machte was
eenig gehoor bij hem te vinden.
„Dat ziet er gek genoeg uit voor ons
beider vriendklonk een onheilspellende
stem mij in bet oor.
Ik zag om en Gerald Fortes stond naast
mij. Zijn blikken waren wild, maar zijn
houding was volkomen rustig. Hij boog
sicli over Harmon, legde de hand op zijn
schouder eu vroeg: yPhilipwie heeft dat
gedaan?''
Dat weet God alleen."
»ls het uw werk?"
Met bliksemsnelheid sprong Harmon op.
fMijo werk?*' riep hij uit. „Hoe durft
gij 't wagen, mij die vraag te doen? Zou
ik een vrouw hebben kunnen vermoorden
die ik oneindig meer beminde dan mijn
eigen leven? De moeder van mijn eenig
kind?"
„Zijt ge gisteren niet in toorn van haar
gescheiden
„God vergeve het mij, ja, dat is zoo.
Dat is den laatsteu tijd maar al te dikwijls
gebeurd."
„Dat is een treurige geschiedenismeende
G- rald Fortes.
Er had uatuurlijk een gerechtelijk onder
zoek en eene lijkschouwing plaats. Alle
menschendie tot liet huis behoorden,
oudergingen een streng verhoor. De kame
nier van mevrouw Harmun was de laatste
persoon geweest, die de ongelukkige »rouw
nog levend had gezien. Om elf uur van
den vorigen nacht was het meisje in het
boudoir gekomen en kon getuigen, dat zij
hare meesteres weenend had gevondeu en
dat zij maar aanhoudend de kamer op en
neder liep. Zij had gezegdde kamenier
niet noodig te hebben en haar gelast naar
bed te gaan. De kamenier was daarop
naar een aangrenzend kabinetje gegaan,
waar baar ledikant stonden kon ver
klaren, den ganschen nacht niets te hebben
gehoord, wat haar ook maar eenigszins ver
dacht was voorgekomen. Om zeven uur
wakker geworden, bleef zij wachten op het
bellen van mevrouw't welk gewoonlijk op
dat uur of kort daarop plaats had. Na
zeer lang te hebben gewacht, maakte het
meisje zich eindelijk oDgerust en trad in
het boudoir, waar zij mevrouw Harmon
dood op de sofa vond liggen.
Het einle van de gerechtelijke infor
matie eu van de geneeskundige lijkschou
wing was, Jat Philip Harmon, onder
verdenking van zijne vrouw te hebben
vermoord, in hechtenis werd gesteld en
dat er eene formeele aanklacht tegen hem
wérd opgemaakt.
Nog beef ik van verontwaardiging,
Ellenals ik aan den loop van dat proces
deuk. De beschuldiging tegen Harmon
kreeg door bet getuigenverhoor een grooten
schijn van waarheid.
{Wordt vervolgd.)