ADVERTENTIE N:
Bureel: Scheepmakers teeg 6.
Uitgevers: Gebroeders Muré.
Onschuldig Veroordeeld.
w. >v. s.
O
SSeze Courant verschijnt dadelijks, behalve op. Zon- en Feestdagen.
ABQAINERSEKT:
Voor Leidon, per 3 maandenf 1.25.
Franco door liet gelieele rijk, per .3 maanden I.IIO.
Prijs per Summer 10 Cent.
Woensdag 24 October 1838. N°, 251. 202= jaargnnK.
Van 16 regels0.90.
Elke regel meer0.15.
üroote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingenk contantzonder rabatper regel 0.10.
S t a <1 s- It e r i c ii t e.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
LEIDEN;
Gezien de circulaire van den Commissaris
des Konmgs in deze provincie van den 22en
September 1888 A No. 807 (3e afd.) f'roviii-
ciaalblad no. 70, herinneren bij deze den in
gezetenen dezer gemeente aan de bepalingen
van de artt. 27 en 42 der wet van den 2üen
Maart 1833 Staatsblad no. 4), zooals die zijn
gewijzigd en aangevuld bij de artt. 7 en 14
der wet van den 9en April !8(!0 Staatsblad
no. 59), behelzende bepalingen omtrent de op
hen rustende verplichting tot bet inleveren
van snppletoire aangiften wegens bel in ge
bruik nemen van perceelen ol' perceelsgedeel
ten of aanschaffing van belaslingvoorwerpen
naar de 5e en 6e grondslagen, terwijl zij te
vens worden gewezen op de strafbepalingen
van arl. 35 der wet van 29 Maart 183.3
Staatsblad no. 4), voor zoover die zijn gewij-
zigd bij art. 13 der wel van 9 April J869
(iStaatsblad no. 59), en van art. 39 der wel
van 29 Maart 1833 Staatsblad no. 4), waar
aan zij zich bjj nalatigheid in bet doen der
aangiften zouden blootstellen.
En wordt deze door plaatsing in de Leid-
xhe Courant afgekondigd.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
DE KANTER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
Eeidbs den 23 October 1888.
lif.U»
ca»
Vrt*
3d
Vrijt
19
Vergadering van den gemeenteraad van
Leiden, op Donderdag 25 Oct. 1888, des
namiddags te één uren.
Nog te behandelen
Begrootingen dienst 1889 van:
a. het Heilige Geest- of Arme Wees- en
Kinderbuis.
b. bet Gereformeerd Minne- of Arme Oude
Mannen- en Vrouwenbuis.
c. het Roomscb Kath. Wees- en Oudelie-
denhuis.
d. het Roomscb Kath. Armbestuur.
e. Vrouwen-Kraaminoedcrs.
I.KIDEV, 23 October
Rapport Commissie van Financiën.
Ook het rapport vat) de commissie van
Stisnciën is verscheneu. In de algemeene
beschouwingen wordt er op gewezen boe
naar de raming de iukomsten en de uitgaven
1889 die in 1888 zullen overtreffen
onderscheidenlijk met f 17500 en f 14400.
O. i. zegt de commissie, stemt deze verhou
ding tot voorzichtigheid. Daarentegen maakt
vergelijking van den loop der bevolking en
de som hunner inkomens een niet ongnnstigen
indruk.
De bevolking is vermeerderd met 567
zielen. Het aantal geboorten heeft het aantal
sterfgevallen met 595 overtroffen. En hoewel
nu eene emigratie vari 28 personen plaats
had is bet cijfer der belastingschuldigen in
dat jaar met 31 en de som hunner inkom
sten met f 117489 gestegen.
De begrooting bevredigd de commissie
ook ditmaal niet in allen deele, daar ook
thans weder eene leening wordt voorgesteld
tot dekking eener zoogeuaatnde buitengewone
uitgave, het dempen van grachten. De
commissie wenscht niet nogmaals in eene
uiteenzetting te treden van de gronden
waarop, hun9 inziens, dergelijke leeningen
in strijd zijn met eene gezonde financiecle
politiek doch twee opmerkingen daaromtrent
houden zij niet terug.
Vooreerst deze: leeningen voor zoogenaamde
buitengewone uitgaven plegen hiermede te
worden verdedigd dat de toekomstige
bevolking, die van belangrijke werken mede
de voordeelen trekt, ook in de kosten hiervoor
moet bijdragen.
Om dit te bereiken sluit men eene leening
en bepaalt dat deze in een aantal jaarlijksche
termijnen zal worden afgelost. Door de
aflossing betaalt dus naar dit stelsel, de
bevolking in elk dienstjaar het genot dat
zij van dit werk heeft. Naar den vorm
doet zij dit ook in 1»89 door f 10.000 af
te lossenmaar tevens sluit zij eene leening
voor meer dan dit bedrag. Economisch
doet zij dus niet anders dan de vordering
voor dit dienstjaar endosseereu aan bare
opvolgers.
Dit zegt de commissie pleit niet
voor het stelsel.
In de tweede plaats. Wil men het door
ons bestreden systeem toepassen, dan dient
men zich althans biervan te kunuen overtuigen
dat uilgaven met den naam van buitengewone
bestempeld, ook inderdaad buitengewone
zijn. Dit zou men dan alleen kunnen wanneer
burg. en weth. besloten een overzicht te
geven van de in de naaste toekomst te
dempen grachten, aan te leggen straten en
andere soortgelijke werkenmet de vermoe
delijke kosten hiervan. Zulk een overzicht
en een plan omtrent de verdeeling dier
werken over een aantal jaren waren, meent
de commissie, bij eene zoo bekwame leiding
der fabricage als die van den voorzitter,
althan9 globaal te geven. Eerst daarna zou
met voldoende kennis van zaken ziju uit te
maken of soortgelijke werken als waarvan
bier sprake is, als buitengewoon mochten
worden beschouwd.
De commissie geeft derhalve het opmaken
van zulk een plan aan burg. eu weth. in
overweging.
Omtrent de verschillende volgnummers
wordt o. a. nog bet volgende opgemerkt.
Wat de inkomsten betreft. Volgn. 15.
Opbrengst van collegegeld van de inrichting
tot opleiding van Oost-Indische ambtenaren.
Blijkens ontvangen bericht bedraagt het
aantal leerlingen thans 15 en zal aan
collegegeld ontvangen worden f 1270, zoodat
eene verhoogiug van dit artikel met f270
wordt voorgesteld.
Bij de uitgave o. a. het volgende. Volgn.
128. Het heeft de aandacht der commissie
getrokken dat voor het onderhoud der kachels
van de beide hoogere burgerscholen 19 uit
getrokken eene som van f 450, dus slechts
f 100 minder dan voor die van alle lagere
scholen te zamen. Dit doet vragen of bij
het onderhoud der eerste wel de noodige
zuinigheid wordt in acht genomen.
Volgn. 144. Met betrekking lot het
voorgedragen subsidie teil behoeve van de
ambachtsschool merkt de commissie op dat
door sinds jaren eene toelage te verleenen
de raad als zijne meening heeft te kennen
gegeven dat aau schoolonderwijs tot het aan-
leeren van een ambacht behoefte bestond.
Mag dit eenmaal als vaststaand worden
aaugemerktdan mag, meent de commissie
worden voldaan aan liet verzoek van het
bestuur, om bet subsidie op f 4000 te
brengen. De commissie zou die som niet
te boog achten, met het oog op hetgeen
door de gemeente wordt uitgegeven voor
ander onderwijs dat eveneens als opleiding
voor een maatschappelijken werkkring mag
worden beschouwd.
De commissie stelt nog voor volgn. 180
met f 6000 te verhoogeu.
Nog deelt ze mede dat tegen de begroo
ting voor 1889 van den schuttersraad, de
plaatselijke schoolcommissie en de kamer
van koophandel en fabrieken bij hen geene
bedenkingen bestaan, zoodat zij den gemeen
teraad in overweging geeft die begrooting
goed te keuren, de eerstgenoemde voor-
loopig.
De commissie van financiën stelt dus voor
op de begrooting de inkomsten te vermeer
deren met f 13373 en alzoo te breugen op
f783459 en de uitgaven te vermeerderen
met f 13373 en alzoo te brengen op f 783459.
In verband met de overname in be
heer door de gemeente zijn heden de ver
schillende braDrlkranen en bluschmiddelen
bij de rijksnniveraiteitsgebouwen onder toe
zicht der betrekkelijke autoriteiten beproefd.
Er zal alhier een centraal Israëlietisch
weeshuis worden gesticht voor onverzorgde
weezen. Het is eene afdeeling van de alge
meene inrichting van dien aard. Er is reeds
eene beduidende som voor aangewezen.
Het bestuur van Doctrina, het gun
stig bekende studentengezelschap, is door
de laatst gehouden verkiezingen aldus samen
gesteld de heeren B. C. Six, president, W.
L. F. C. Van Rappard, ab-actis, J. M. D.
Van Lijnden, quaestor, en G. Michiels van
Kessenich en P. Teding van Berkhout,
commissarissen.
Op de morgen (Woensdagavond) alhier
te houden vergadering van de Debating
Society" zal professor nr. J. T. Buys stel
lingen verdedigen over den groentijd.
OFFICIEKOK UKKICHTKN.
Door Z. M. is aan de na te noemen per
sonen verlof verleend tot het aannemen en
dragen der onderscheidingsteekenen achter
hunne namen vermeldW. Laane, te Roo
sendaal en Nispen, bankier, ridder der orde
van den H. Gregorius den Groote, waartoe
hij door Z. H. den Paui is benoemdT.
W. Beukema, te 's Graveohage, medicinae
doctor, rid ier 4e kl. der orde van de Rij
zende Zon van Japan, waartoe hij door den
keizer van Japan is benoemd.
Door Z. M. zijn bij het wapen der
artillerie benoemd tot 2e iuit.bij het le
reg. vest.-art., de serg.-volontair, J. E. Krie-
FEU1LLKTON.
VRIJ VERTAALD UIT HETENGELSCH,
108).
Bijna gelijktijdig trad de heer Forte9 in
ta serre. Hij zag angstig rondalsof hij
iemand zocht. Bij liet zien van Ellen
melde hij op haar tce.
„Ik heb u al overal gezocht," sprak hij
'1 nit de verte, „binnen een paar minuten
begint het souper." Eu toen hij Lilia
mg: „Groote God, wat is bier ge
keurd?"
Ellen antwoordde: „Ik heb baar ge
tornd, dat Danton Moultrie haar niet
'aardig is, maar ik vrees, dat ik haar
iasrdoor tevens heb vermoord."
VIJFTIENDE HOOFDSTUK.
„Ellen!" riep Gerald Fortes uit. Als
«o bliksemstraal schoot de waarheid hem
'f' het brein terwijl hij zei: „Danton
Moultrie heeft het gewaagd n van liefde te
spreken."
Het was nu geen tijd om verklaringen
of uitleggingen te geven en Ellen's ant
woord was alleen„'t Is zoo eu Lilia was
er bij tegenwoordig. Zij heeft alles gehoord
en zie hier de gevolgen er van."
De sterke man nam het zwakke meisje
in zijne armen op en bracht haar bij de
fonteinwaar hij het doodsbleek gezicht
met water begon te besprenkelen. Lilia
opende de oogen en haar vader en Ellen
ztende, jammerde zij: „Laat mij sterven
laat mij toch sterven I"
„Niet ter wille van dien ellendeling!"
antwoordde baar vader. Hij legde het
hoofdje van Lilia in Ellen's schoot met de
woorden: „Zorg een oogcnblikje voor
haar, ik moet zien of Mouiirie nog hier
in huis is." Met driftige schreden verliet
hij de serre.
Toen de beide meisjes alleen waren,
maakte Lilia zich van Ellen los en de
handen wringeud snikte zij het uit: „O,
Ellen, wat zijt gij wreed! Mijn hart hebt
gij gebroken. Ik was zoo gelukkig met
Danton en nu is al mijn levensvreugde,
mijn leven zelfs door u vernietigd. Nooit
kan ik meer vrede en rast genieten. Waarom
moest ik dat alles hoorenP Niemand ver
langt de fouten te kennen van hem, die
men vereert en bemint."
Ten zeerste verbaasd vroeg Ellen
„Maar hadt ge dan begeerd, dat Danton
Moultrie u tot zijn vrouw had gemaakt,
terwijl hij alleen het oog had op uw
fortuin
„Ik weet het niet 1" ging het zwakke
meisje voort: „Ik had hem zoo lief
heb Item nog lief en al mijn geluk is ver
nietigd. O, Ellen, hoe kondet gij hem
van mij afscheuren? Waarom hebt ge mij
niet vroeger gezegd, dat hij u eenmaal had
bemind?"
Elleu wist, dat Lilia een zwak karakter
bezat, maar dat ze zód zwak zou zijn, had
zij niet vermoed. Zij was bitter teleurge
steld en zelf? boos op Lilia.
„Voor mijn zwijgen had ik goede redenen
Lilia, en zoo Moultrie u om uw zelfswil
had liefgehadzou ik nooit hebben ge
sproken, uiaar hij is trouweloos, valsch,
hij heeft geen geweien en begeerde u alleen
om den buit. Gij hebt toch zelf de be
kentenis gehoord, die hij hier heeft afge
legd. Waar is uw vrouwelijke trots, waar is
uw eigenwaarde, dat gij durft te klagen bij
het verlies van zulk een man?"
„Ik heb geen trots, ik kan aan niet9
anders denken dan aan hem," ging Lilia
badend in tranen voort en met den toon
van een kind, wien men het liefste stak
speelgoed heeft ontnomen. „Laten we
dadelijk naar huis gaan. Ik wil niet dat al
die menschen mij zien. Zonder twijfel dacht
gij goed te handelenmaar ge waart wreed
gruwzaam wreedI Ik weet niet, of ik n
dit ooit zal kannen vergeven. Ik had hem
lief, zooals hij was en langen tijd zou het
geduurd hebben, eer ik tot de ontdekking
ware gekomen, dat hij mij niet bemint. - Ik
had gelukkig kunnen worden, ik had de
waarheid misschien nooit geweten."
Wat kon er worden aangevangen bij een
meisje met zulke denkbeelden? Ellen be
greep er niets van. Met een donker gelaat
en gehaaeten stap keerde de rechter in de
serre terug. „Hij is weg!" bromde hij,
„misschien is het maar goed, dat wij van
avond elkander niet ontmoeten."
„O, papa, breng me naar huis, breng
me naar huis," smeekte Lilia, meer aan
zijn arm hangend, dan er op steunend.
„Ik wil geen oogenblik langer hier
blijven."
{Wordt vervolgd.)