NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
8>eae o u r a ii t v e r s c h ij a t d a gelijks, bell a I v e o p 'L o 11- e n Fees r d a e 11.
A B 0 H N E M E T
ADVERTENTIES:
Bureel: Scheepinakerssteeg 6.
Zaterdag 22 September 1S88. - 3 225,
Uitgevers: Gebroeders Muré.
S t a (I s- B e r i c ii t e n
PATKXTIILiADEX.
BINNENLANDSCHE BERICHTEN.
Onschuldig Veroordeeld.
ii -j
Voor Leiden, per 3 maanden1.25.
Franco door het geheele rijk, per 3 maanden v 1.60.
Prijs per Summer 10 ('ent.
Van 16 regels 0.90.
Elke regel meer0.15.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen, i contant, zonder rabat, per regel 0.10.
202» Jttargnug.
De BURGEMEESTER, hoofd van het
bestuur der gemeente LEIDEN, brengt ter
kennis van belanghebbenden, dat de inge
vulde patentbladen voor de Wijken 5 en 6,
over het dienstjaar 1888/9, bij het College
van Zetters, in een der vertrekken van het
Raadhuis dezer gemeente, op vertoon van
het aanslagbiljet, verkrijgbaar zijn dagelijks
des namiddags van een tot drie uren, en
wel Donderdag 20, Vrijdag 21, Zater
dag 22, Maandag 24, Dinsdag 25,
Woensdag 26 en Donderdag 27 Sep
tember e. kterwijl na het verstrijken
van dien termijn, de onafgehaalde patent
bladen ter uitreiking moeten worden afge
geven aan de deurwaarders der directe be
lasting alhier, die voor hunne moeite mogen
eischen tien cents, zonder meer.
En geschiedt hiervan afkondiging door
plaatsing in de Leidscke Courant.
De Burgemeester voornoemd,
DE KANTER.
Leidbn, 19 September 1888.
Li KID KV 21 September.
Uit de opgaven betreffende de sterfte en
de geboorten in de maand Juli blijkt,
dat o. a. in de gemeente Leiden waren ge
boren 138 kinderen, waaronder 6 levenloos
aangegeven, overleden 65 personen, en wel
beneden 1 jaar 24, 15 jaren 6, 514
jaren 3, 1420 jaren 3, 2050 jaren 6,
50—65 jaren 7, 6580 jaren 6, boven
80 jaren 4, op onbekenden leeftijd
Als oorzaak van den dood werd
opgegeven: gebrekkige ontwikkeling 1,
lichaamszwakte, tering 8, klierziekte,
rhachitissyphilis absc. ulc. gangr.
pyaem. baem. kanker 1waterzucht
scheurbuik 1, typhus en febris typhoï-
dea aanhoudende koorts tus-
schenpoozende koorts pokken rood
vonk mazelen huidziekten 1 stui
pen, trismus, epilepsie 2 apoplexie 3,
hersenziekten, krankzinnigheid 6rugge-
mergslijden, paralysis keel- en longte
ring, bloedspuwing 4, croup kinkhoest
acute ziekten der ademhalingsorganen 6,
chrou. ziekten der ademhalingsorganen 5
hart- en vaatziektenrheumat. arthrit. 1
organ, hartgebrekenaneurysms 1, angina
diphtherina diarrhoea, dysenterie 4,
cholera nostras acute ziekten der spijs-
verteringswerkt. 3, chron. ziekten der spijs-
verteriugswerktuigen 1ziekten d. organ:
urogenitalia 3, ziekten van het kraambed
gewelddadige dood 2verdrinken 1
onbekende oorzaak, plotseling 5.
De bewoners van de Hooigracht alhier
hebben heden de driekleur uitgestoken als eeue
hulde aan het echtpaar De L. aldaar, die
gedurende vijftig jaren met elkaar lief en
leed hebben gedeeld.
MUZIEK, LKTTKKKN KV KUNST.
Sterfdag (19 vóór C.) van Virgilins.
In de volgende maand viert de heer
Morin zijn vijftigjarig jubileum als tooneel-
speler.
OKKICIKKLK UKIMCIITKV.
Door Z. M. is de heer B. J. Oviok, ge
wezen predikant bij de Protestantsche ge
meente te Samarang, laatstelijk met verlof
bier te lande, op zijn verzoek, eervol uit
's lands dienst ontslagen, met toekenning
van pensioen.
Door Z. M. is de heer A. E. Dudok
van Heel, gewezen houtvester 3e kl. bij het
boschwezen op Java en Madura, laatstelijk
met verlof hier te lande, op zijn verzoek,
eervol uit 's lands dienst ontslagen, met
toekenning van pensioen.
De heeren F. C. Meijer en B. Von
Grundherr, benoemd tot Nederlandsch con
sul respectievelijk te Munchen en te Neuren
berg, zijn in die hoedanigheid door de
Beiersche regeering erkend.
Ter kennis van belanghebbenden wordt
gebracht dat de consul-generaal te Rio de
Janeiro, de heer E. Palm, den 28en Aug.
11. op zijnen post is teruggekeerd.
De luit. ter zee le kl. E. Kempe,
behoorende tot de rol van Zr. Ms. wacht
schip te Willemsoord, wordt met den 27en
dezer op non-act. gesteld.
Blijkens een bij het dep. van marine
ontvangen telegram is Zr. M s. schroefstoom-
schip le kl. Zilveren Kruis, onder bevel van
den kapt. ter zee J. C. Joekes, den 19den
dezer weder van Saigon vertrokken, ter voort
zetting der reis naar Batavia.
Aan boord was alles wel.
In de laatste dagen waren weder in
binnenlandsche en buitenlandsche bladen
onrustbarende geruchten te lezen over den
toestand van Z. M. den koning. Zelfs is het
stilzwijgen, dat de ministeiiëele toespraak
bewaard heeft omtrent de reden van 's ko
nings afwezigheid bij de opening der zitting,
uitgelegd als een bewijs dat de toestand
zeer bedenkelijk moet zijn.
Op grond van vertrouwbare berichten,
die wij ontvangen, kunnen wij verzekeren,
dat 'er voor het oogenblik geen reden tot
beduchtheid bestaat. Van de jongste onge
steldheid, waaraan Z. M. heeft geleden zijn
thans ook de laatste sporen verdwenen. De
koning arbeidt weder zoo in den voormid
dag als 's namiddags uren achtereen. Ieder,
die in de laatste dagen bij Z. M. werd
toegelaten, ontving van hel uiterlijk des
konings een zeer gunstigeu indruk.
Wij hopen, dat deze gunstige toestand
van blijvenden aard zal wezen. [Hbl.)
Naar men ons van veitrouwbare zijde
mededeelt, is de benoeming van A. baron
Schimmelpenninck van der Oye van Nijeu-
beek, lid der tweede kamer van de staten-
generaal en administrateur van het Kroon
domein, tot commissaris des konings in
Drente, (Utrecht?) zeer waarschijnlijk gewor
den. D.v. Z.-Il. en'sGr
De luit.-kol, H. P. J. llennus van
het 6de reg. inf., de majoor A. VV. Hof
stede, van het 4de reg. inf. en de kapiteins
G. Van Tienhoven, J. Van Voorthuyseu en
G. J. Coutée, reap, van het reg. grenadiers
en jagers, het 6e en 8ste reg. inf., zijn in
commissie benoemd tot bet uitbrengen van
een eindrapport omtrent de nieuwe velduit-
rusting voor het wapen der infanterie, die
bij de compagnieën van genoemde kapiteins
beproefd is. Deze commissie zal den lsten
October te 's-Hage bijeenkomen.
In verband met de vele werkzaamhe
den, verbonden aan de transformatie der
Beaumont-geweren in repeteergeweren, stelsel-
Vitali, in de werkplaatsen te Delft, heeft
de minister van oorlog bepaald, dat de cur
sussen, welke tot opleiding van officieren
van wapening bij genoemde inrichting wor
den gehouden, voor onbepaalden tijd worden
geschorst.
Gisteren verscheen voor de arrondisse-
ments-rechtbank te 's Gravenhage een gede
tineerde uit de strafgevangenis onder Oegst-
geest, die een bewaker, dien bij meende dat
hem onrechtvaardig had behandeld, met een
persplank verschillende harde slagen had
toegebrachtde eerste daarvan was zóo hard
op het hoofd aangekomen, dat de aangevalle
ne ter aarde gestort was en dagen acbter-1
een aan hevige hoofdpijnen geleden had.
Het bleek dat beklaagde in de strafgevan
genis toefde wegens insubordinatie, in Indië
gepleegd, en zeer wraakzuchtig was.
Beklaagde bekende hetgeen hem ten laste
werd gelegd.
Substituut-officier van justitie, mr. baron
De Vos van Steenwijk, eischte met het oog
op den ernst van het feit 1 jaar gevange
nisstraf.
Ook stond terecht een elfjarige knaap zich
te verantwoorden had over het lichten van
een lade bij een bakker te Leiden. Hij was,
terwijl hij over de toonbank gebogen het
geld uit de lade haalde, door den bakker
betrapt met een tieustuiverstukje in de eeue
hand en een paar kwartjes in de andere,
welke hij echter van schrik weer in de lade
had laten vallen.
Welk een deugniet deze beklaagde is bleek
uit de mededeelingen van het openbaar mi
nisterie. Wegens dieverij was hij reeds van
school gejaagd en binnenkort nog, nadat
deze vervolging tegen hem was ingesteld,
had hij verschillende paarden de staarten
afgesneden en die verkocht. Hij berokkende
zijn ouders, die goed voor hem zorgden,
door zijn veelvuldige dieverijen veel verdriet.
Het openbaar ministerie oordeelde dat be
klaagde zonder oordeel des ouderscheids had
gehandeld en requireerde op dien grond diena
opzending naar een rijksopvoedingsgesticht
voor den tijd van 7 jaren.
De rechtbank veroordeelde ten slotte den
gedetineerde tot 1 jaar gevangenisstraf.
FEUILLETON.
VRIJ VERTAALD UIT HET ENGELSCH,
van
YV. W. S.
8f).
Niemand kon hun daar hooren, en met
gejaagdefluisterende stem sprak hij
,Êen oogenblik, miss Grey, daar dit nn
hier uw naam isReeds lang genoeg
zijt ge mij ontweken, het wordt tijd, dat
wij onze wederzijdscbe verstandhouding
bepalen."
Hij stond haar juist in den weg. Hem
net onuitsprekelijke minachting van het
hoofd tot de voeten opmetend en haar kleed
dicht bijeen houdend, als vreesde zij zijne
aanraking zelfs voor dat kleedantwoordde
zij volkomen bedaard en met vaste stem
»Laat mij voorbijgij vergist u in den
persoonwant uu ken ik niet."
Moultrie ontzette bij dien aaublik en
een donkerrood overtoog zijn gelaat. Met
aandrang bad hij: „Ellen, Ellen, ik smeek
u, hoor mij een oogenblik aan."
„Ik heb u reeds gezegd, dat ik u niet
keu," antwoordde het meisje met onnatuur
lijke bedaardheid.
Moultrie week ter zijde, en hem verder
met geen enkelen blik verwaardigende,
vervolgde Ellen met opgeheven hoofd
haren weg.
Met de tanden opeengeslolen, zag de
schoone Zuid Amerikaan haar na, en een
wilde vloek klonk van zijne lippen.
TWAALFDE HOOFDSTUK.
Den dag na de groote soiree vinden we
Lilia Eortes en Ellen te zamen bij den
haard gezeten in het roodgouden boudoir.
Ofschoon de jonge dames juist het ontbijt
hadden gebruikt, was het toch reeds middag
en tante Maitland lag nog rustig te bed.
Buiten vielen dichte sneeuwvlokken van den
donkeren grauwen hemel. Lilia zag er
lijdend uit van de vermoeienissen van het
feest. De zwakke, kleiue erfgename kon
niet tegen het laat opblijvenen wel mocht
het een geluk heeten, dat zij niet met
armoede, zorgen en verdriet had te kampen,
want tegen zulk een strijd zouden hare
krachten te zwak zijn geweest.
„Voudt ge 't niet aardig, om Bella
Rijders te zien?" vroeg Lilia, terwijl zij
zich als een katje ineenrolde in den grooten
gemakkelijken fauteuil en bijna geheel weg
dook in haar gebloemd morgentoilet, waarop
hare donkere lokken nederhingen. „Het
was grappig om te zienhoe zij dien
jongen advocaat het hof maakte, dien
mijnheer Leith; hij heeft eene lastige zaak
van haar met goed gevolg bepleit en ieder
weet nu, dat zij sedert dien tijd tot over
de ooren toe op hem verliefd is. Zij is
zeer rijk en zou werkelijk eene schitterende
partij wezen voor een jongen man, die wil
vooruitkomen in de wereld.'
Ellen, die aan den anderen kant van den
schoorsteen zat te werken aan een borduur
raam toonde niet den minsten zweem van
ontroering. Haar borduurnaald een oogen
blik latende rustenvroeg zij niet zonder
twijfel: „Eu zou die mijnheer Leith iemand
om bet geld willen huwen?"
„Dat weet ik waarlijk niet," lachte
Lilia, „maar wel, dat de mannen dit vrij
dikwijls doen, en zoo ik hoor, is hij nog
al eerzuchtig. Papa loopt erg met hem weg
en verzekert, dat hij zeer knap is en stellig
een man van beteekenis zal worden. Ge
hebt hem zeker gezien bij mevrouw
Rijders een krachtig man met een bruin
gezicht."
„Ja, ik heb hem gezien," antwoordde
Ellen.
„Ik geloof niet, dat hij die avances van
het rijke weeuwtje zoo aangenaam vindt.
Maar weet ge wat gisteren nog veel meer
ieders aandacht trok? Het was de beleefd
heid van papa tegenover u. Ge kunt er
verzekerd van wezendat daarover allerlei
opmerk iogen werden gemaakt door onze vijf
honderd lieve vrienden en vriendinnen.
Maar stoor u daaraan nooit. Het is altemaal
nijd, het is zwarte afgunst, omdat gij
verreweg de schoonste van allen waart,
en ik verheug er mij van harte overdat
papa daarvoor niet blind is. Het was
niettemin allerdwaast, om het gefluister
daarover op te vangen."
Ellen's blos kwam weder voor den dag,
maar een antwoord bleef achterwege.
„Maar wacht," ging Lilia soort, „papa
is al lang op en de deur uit, en als ge
even met mij naar zijn slaapkamer wilt
gaanzal ik u iets laten zienwaar gij
bepaald verwonderd van zult staan." De
vraag, die in Ellen's blik lag, beantwoor
dende, vervolgde Lilia:
{Wordt vervolgd.)