NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
S) e L e Courant vers e h ij u t <1 a e I ij k sbe li a 1 v e o p Z o 11- e u
F e e s t d a e 11.
ABONHEffiEN
Prijs per Nummer 10 tent.
Donderdag 6 September 1888.
ADVERTENTIE N:
Bureel: Scheepmakerssteeg 6.
Uitgevers: Gebroeders Muré.
S ta tls-B er i c li te j).
PATENTBLADEA.
Onschuldig Veroordeeld.
w. w. s.
I:
Voor Leiden, per 3 maanden1.25.
Franco door het geheele rijk, per 3 maanden 1.60.
Jaargang.
Van 16 regels0.90.
Elke regel meer0.15.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingena contantzonder rabatper regel 0.10.
De BURGEMEESTER, hoofd van het
Bestuur der gemeente Leiden, brengt ter
kennis van belanghebbenden, dat de patent
bladen voor de gepatenteerdën wonende in
de wijken I, II, III en IV, over het dienst
jaar 1888/9 bij het college van zetters, in
eeD der vertrekken van het raadhuis dezer
gemeente, op vertoon van het aanslagbiljet,
verkrijgbaar zijn, dagelijks des namiddags
van één tot drie uren en wel op Don
derdag 6, Vrijdag 7, Zaterdag 8,
Maandag 10, Dinsdag 11, Woensdag
en Donderdag 13 September e. k.
terwijl na het verstrijken van dien termijn
de onafgehaalde patentbladen ter uitreiking
moeten worden afgegeven aan de deurwaar
ders der directe belasting alhier, die voor
kunne moeite mogen eischen tien cents,
zonder meer.
De Burgemeester voornoemd,
DE KANTER.
Leiden, den 5 September 1888.
LEIDEN 5 September.
GEMEENTEUEGltOOTING.
Gister werd ons toegezonden de memorie
van toelichting tot de begrooting der inkom
sten en uitgaven van de gemeente Leiden,
voor den dienst van het jaar 1889. We
doelen daaruit eenige cijfers mede, die voor
onze lezers, naar we meenen, wetenswaardig
kunnen zijn.
INKOMSTEN.
Hoofdstuk I.
Ontvangsten wegens vroegere diensten.
Batig slot der laatst vastgestelde rekening
voor zooverre daaraan niet reeds eene be
paalde bestemming is gegeven f 30905.
Hoofdstuk II.
Opbrengst van belastingen en heffingen.
Op eenten op de hoofdsom der belasting
op de gebouwde eigendommen f 26200.
10 opcenten op de hoofdsom der belasting
op de ongebouwde eigendommen f 64.
50 opcenten op de boofdsom der belas
ting op het personeel f67651.
gedeelte van de opbrengst der rijks
belasting op het personeel in hoofdsom en
opcenten f118843.
Plaatselijke directe belasting f133000.
Idem, bij suppletoir kohier f 2500.
Opbrengst van tollen op de wegen f 3242.
Opbrengst van brug-, kaai-, haven-, kraan-,
sluis-, dok-, boom- en veergelden f 8300.
Opbrengst der wik-, weeg-, meet- en keur-
loonen f 1700.
Opbrengst voor banken of staanplaatsen
in hallen, op markten en dergelijke open
bare plaatsen f 10000.
Opbrengst voor het gebruik of genot van
openbare gemeentewerken, bezittingen of in
richtingen en dat van baar door of vanwege
het gemeentebestuur verstrekte diensten
f5000.—
Opbrengst wegens begraafplaatsen. Aan
gezien van de algemeene begraafplaats geen
gebruik wordt gemaakt wordt deze post uit
getrokken voor Memorie.
Leges en voordeelen der gemeente secre
tarie en van den Burgerlijken stand f 1200.
Opbrei gst van collegegeld van de inrichting
tot opleiding van Oost-Indische ambtenaren.
In af^^Jiling van den uitslag der inschrij
ving van leerlingen meenen burg. en wetb.
voorloopig een bedrag van f 1000.te moeten
ramen.
Opbrengst van schoolgeld van het gymna
sium (hoogeronderwijs) geraamd op f10500,
naar een schoolgeld vau f 100.per leerling.
Opbrengst van schoolgeld aan de hoogere
burgerscholen (middelbaar onderwijs) f 14000
(f 8200.van de jongens- f 5700.van
de meisjesschool).
Opbrengst van schoolgeld lager onderwijs
f 29600.—
Opbrengst van schoolgeld bewaarscholen
f 900.—
Ontvangsten wegens het bezichtigen van
het Museum van schilderijen en oudheden
in de Lakenhal f400.
Belasting op de honden f 1800.
IJkloon op de botervaten f 750.
Opbrengst van het gemeentelijk vergun
ningsrecht voor den kleinhandel in sterken
drank f 12000.
Totaal van Hoofdstuk II f 448650.
Hoofdstuk III.
Baten en inleomslen, spruitende uit ge
meente eigendommen en bezittingen.
Huur van buizen en andere gebouwen
f 10911.
Huur of pacht Atfn landen en landerijen
f 2029.— N.
Opbrengst van den -houthak f 50.
Renten van kapitalen f 21500.
Opbrengst van grasverpachtingen f 65.
Pacht van de jaebt en visscherij f 1440.
Ontvangsten, resultaten van afzonderlijk
beheer a van de gasfabriek f 54685.b van
de gemeente-apotheek f 400.—
Baggeren in water de gemeente toebe-
hoorende f2600.
Ontvangsten bij de commissie van fabricage
f500.—
Totaal van Hoofdstak III f94180.
Hoofdtuk IV.
Ontvangsten van verschillenden aaril en
toevallige baten.
Tienden, cijnsen en erfpachten f 1000.
Pacht of opbrengst der baDk van leening
nihil. (De interessen van bet gemeente-kapi
taal zijn gebracht onder „renten van kapi
talen.
Pacht of opbrengst van de haardascb, vuil
nis, bagger en dergelijke mestspeciën f 3068.
(haardascb, vuilnis en puin verpacht aan P.
Van Ulden voor f 1668.afval enz. van
de Beestenmarkt verpacht aan Corn. Diebeu
voor f 1400 's jaars.)
Boeten van politie, nationale militie, enz.
uitgetrokken op nihil.
Boeten wegens overtredingen in zake plaat
selijke belastingen f 50.
Terruggave van het rijk wegens bij voor
schot verstrekte reisgelden van militie-plich-
tigen f 50.
Teruggave van verplegings- en transport
kosten van krankzinnigen en kinderen van
gevangenen f 10,
(Wordt vervolgd.)
kennis is Macht.
De vereeniging Kennis is Macht vierde
gisteravond feest op Zomerzorg onder de
meest gunstige omstandigheden. Wat er
voor het welslagen van een feest noodig is
opgewektheid van de feestvierenden ontstaan
door het bewustzijn dat de feestviering
ten zeerste recht van bestaan heeft, een ka-
meraadscbappeiijken geest en vriendelijk we
der dal alles was er in rnime mate.
12 jaren had de vereeniging gebloeid
neen, gestreden om tot dien bloei te ge
raken met wederwaardigheden had ze te
kampen gehad, met zeer veel wederwaardig
heden en is 't dan wonder dat hare op
richters, dat hare leeraren en leerlingen haar
zoo lief hebben gekregen nu ze eenmaal ge
worden is eene vriendelijk noodende 12}
jarige, een kloeke frische jeugd die z<5<5 on
miskenbaar naar een heerlijken wasdom
heenwijst. Is 't wonder dat de vereeniging
steeds meer en meer de volle sympathie ge
niet van haren beschermheer den heer Mr.
H. L. A. Obreen, die tot hare oprichting
zoo veel bijdroeg en niet ophoudt haar
zijne toegenegenheid te toonen.
Toen in den tuin door het muziekcorps
van de d.d, schutterij onder directie van
den heer Van Leeuwen het eerste gedeelte
van het aardige programma met veel zorg
was ten gehoore gebracht volgde voor een
oogenblik ieder het bestuur uaar de zaal.
De president der vereeniging, de heer H.
A. C. M. Hueber heette daar allen welkom
en bracht in herinnering hoe nu 12J jaren
geleden eene opwekking van den heer J.
F. Keulemans, beantwoord door den heer
Obreen, aanleiding tot de oprichting der
vereeniging gaf. Behalve de heer Keule
mans was van de oprichters een tiental
heeren nog aanwezig de heer F. T.
Blote. Dank zij de werkzaamheid en de
volharding van het hoofdbestuur en de me
dewerking van den beschermheer is de ver
eeniging veie en groote bezwaren te boven
gekomen en kan ze op haar koperen feest,
een 70 tal leden sterk, als bloeiend worden
beschouwd. Vooral werd hulde gebracht aan
den heer H. Tillema die reeds van de op
richting af voor de vereeniging ijverde.
De vereeniging biedt aan kantoorbedien
den gelegenheid zich te bekwamen in de
nieuwe talen, in boekhouden en in handels
correspondentie in de vreemde talen. Voor
ieder vak zijn reeds 3 klassen noodig ge
worden. In 1883 is ook eene voorbereidende
klasse opgericht voor leerlingen van 1216
jaren en is ook het Hollandsch onder de
leervakken opgenomen. Spreker bracht hulde
aan de leeraren en aan het bestuur en aan
hunne onverstoorbare samenwerking en hij
trachtte alle aanwezigen op te wekken om
zonen of kennissen naar de vereeniging
heen te sturen en zoodoende meê te werkeD
tot haren zoo verdienden bloei.
FEUILLETON.
VRIJ VERTAALD UIT HET ENGELSCH,
75).
„En haar hebt ge dus tot juffrouw van
gezelschap gekozen?" vroeg Danton Moul
trie ten slotte met moeite zijn toorn be
dingend.
„Ja, ge kunt u niet voorstellen, hoe
lief ik haar nu reeds heb. Onder al mijne
Triendinnen is er niet een, die zoo mooi
en zoo lieftallig is."
„Kom, werkelijk!"
Het was hem of al zijne nienwe lucht-
kasteelen voor zijne oogen ineenzonken.
Waarschijnlijk zou bij haar dag aan dag bij
lijne verloofde ontmoeten. Wat zou zij
den? Aan Lilia vertellen hoe hij haar
geschaakt en daarna verlaten had? Eerst
hij daar bang voor, maar door eenig
nadenken kwam hij tot de overtuiging, dat
ook zij er belang bij moest hebben om te
lerzwijgenwat er gebeurd was. Drie
jaren lang had Ellen dus moeten werken
voor het dagelijksch brood! Goede hemel!
hadden dan Constance en de kolonel haar
wreedaardig van zich gestooten?
„Liefste," fluisterde Moultrie, Lilia's
kleine hand drukkend, als vreesde hij dat
zij hem ontsnappen zou, „liefste, ik ben
ongelukkig tot gij de mijne zijt, de mijne
voor altoos. Beloof me, dat gij uw vader
geen rust zult laten, voor hij den langen
tijd, die ons nog moet scheiden, zal inge
kort hebben."
„Dat beloof ik u, Danton," antwoordde
Lilia met een vluchtigen blos.
Intusschen schreef Ellen in het rood
gouden boudoir de invitatiekaarten voor
miss Fortes. Onwillekeurig verschrok ze,
toen zij op de lijst der uit te noodigen
personen ook den naam las van Robert
Leith. Zal zij dan ook dien mandie
naar hare hand gedongen had, onder dit
dak ontmoeten p Voor zij nog met haar
schrijfwerk gereed was, verliet mevrouw
Maitland de kamer om zich te gaau kleeden
voor het middagmaal.
Toen Ellen de uitDoodigingen had inge
vuld en de kaarten had opgeborgen in de
elegante schrijfmappe van elpenbeen, nam
zij plaats bij den haard, waar Bijou zich in
zijn met zijde gevoerd mandje als een
Sybariet koesterde. Het begon reeds te
schemeren en in gepeius verzonken staarde
Ellen, met het hoofd in de baud leunend,
in het haardvuur.
Daar zij Danton Moultrie toch in dit
huis zou moeten zien, was het maar goed
dat de eerste ontmoeting reeds achter den
rug was. Had zij dan de wraak vergeten,
die zij hem had toegezworen in de herberg
van Sagamore? Neen. Dat had Ellen
niet. Het was als zag zij in haar geest
weder alles voor zich van het verledene.
De deftige woning van den kolonel
Dufart, het zonnige strand, de schaduw
rijke laan naar Blackhaten. Het was haar
als hoorde zij weder het golfgeklots en het
ritselen der hoornen. Onwillekeurig gleed
een zucht over hare lippeu en zij bemerkte
het niet, dat de deur der kamer geopend
werddat een man binnentraddat hij
voorwaarts kwam; schier onhoorbaar op
het zachte tapijt loopend dat hij aan
hare zijde stond.
„Vermoedelijk miss Grey?" vroeg een
klankvolle mannenstem op rustigen toon.
Verbaasd zag zij op en staarde in een
paar oogen, die als een valkenblik op haar
gevestigd bleven.
„Zeker heb ik het genoegen miss Grey
te zien 1" ging diezelfde stem voorten
daar hier geen derde persoon tegenwoordig
is om mij voor te stellenvergun miju
zelf te zeggendat ik de rechter Fortes
bende vader van Lilia."
Ellen stond op. Ja, dit was dezelfde
man, dien zij in de vestibule gezien had,
groot, indrukwekkend, met iets vreemds in
den glimlach en met dien schoonen klank
in zijn stem.
Buigend antwoordde Ellen„Miss Fortes
is niet te huis."
„Dat zie ik. Blijf zitten, als ik u ver
zoeken mag. Ik vrees, dat ik u heb
doen schrikken, dat schijnt mijn noodlot te
wezen. Ik moet u nog wel om verschooning
vragen voor den schrik, dien ik u twee
dagen geleden onwillekeurig moet bezorgd
hebben."
„Hoe weet gij, dat ik geschrikt was?"
vroeg Ellen met het hoofdje in den nek
en den heer Fortes flink in het gelaat
ziende.
Wordt vervolgd.)