NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
Uitgevers: Gebroeders Muré.
S3»
D u i, e Fosimnt verse Ei ij lit B u ueij k s, behalve o/,<>»- eei Feestdagen.
ABOSBEBIEHT:
Voor Leiden, per 3 maanden1.25.
Franco door het gelieele rijk, per 3 maanden
Prijs per .^taatuser 10 ('ent.
Vrijdag 2 Maart 1888, IV53.
201e Jaargang.
ADVERTENTIE H:
Van Iti regels0.90.
Elke regel meer0.15.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingenit contant, zonder rabat, per regel 0.10.
iliireei: Kclieepniakersstepg 6
Stads-Ifericliten.
L E E M I L I T I E.
BURGEMEESTER on WETHOUDERS van LEIDEN,
Gelet op artikel 150 .Ier Wet op de Nationale Mi
litie, van den 19^cn Augustus 1861, Staatsblad
72);
Noodigen de lotelmgen dezer gemeente, die verlan
gen bij dc ZEEMILITIE te dienen, uit zich daartoe
aan te melden vóór den lslen April aanstaande, opeen
der werkdagen, tusschcu des voormiddags negen en des
namiddags drie uren, ter Secretarie dezer gemeente.
Zij herinneren voorts den belanghebbenden dat hel
overbodig is voor het vervolg, verzoeken oin inlijving
bij de ZEEMILITIE tot het Departement van Marine
te richten en dat zoodanige verzoeken voortaan bui
ten beschikking zullen worden gehouden; dat der
halve belanghebbendenvan hel verlangen orn hij de
ZEEMILITIE te worden geplaatst, uitsluitend op de
boven aangegeven wijze behooren te doen blijken.
En geschiedt hiervan openbare kennisgeving door
aanplakking en door plaatsing in de Leidsohe
Courant.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
DE KANTER, Burgemeester.
Leiden 1 Maart 1888. E. KIST, Secretaris.
dra¥IÏ\VET.
BURGEMEESTER cn WETHOUDERS van
LEI DES;
lirengen ter algemeene kennis dal door
MARIA ANNA DE WIJS, weduwe van G. I'.
VAN CLE EE, alhier woonachtig, enn v T/.ueli-
schrifl is ingediend om vergunning voor den
verkoop van sterken drank in hel klein in
hel perceel liakkerssleeg (wijk fi) n°. 4.
En geschiedt hiervan openbare afkondiging
door plaalsing in de Leidsche Courant.
Burgemeester eu Weihouders voornoemd,
DE KANTER, burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
Leiden, den 1 Maart 1888.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
dezer gemeente;
Brengen bij deze ter algemeene kennis dat
op heden door lien is ontvangen een bedrag
van vijf en twintig; gulden, ten behoeve
van de algemeene armen van Leiden.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
DE KANTER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
Leiden, 1 Maart 1888.
gegeven. Op het Galgewnter n. 1.
vanwege de Leidsclie studenleuijsclui: een
wedstrijd op schaatsen worden ge ouden
vour jongens van 12—16 jaar, op V rijdag
2 Maart, des namiddags ten 1 ure.
De loting voor de deelnemers zal plaats
hebben op denzelfden dag des morgeus ten
10 ure bij den heer Van Ingen Scheuau op
Rijnzicht.
te pas kwam zeer veel kracht, zoo bijv. in't
|Uu haslgerufen, wir kommen, wir kommen"
„Wie du den Schltier hier zerrissen".
MUZIKH, LETTKKEN KM liliKMT.
LEIDEN, 1 Maart
Weer zal morgen (Vrijdag) aan het
ijsvermaak eeue aardige toepassing worden
Leidsche Zangvereeiiigiiig.
Kou 't, dan was gisteravond de gehoor
zaal nog voller dan bij de uitvoering van
„Eve" in het vorige jaar; een bewijs dat
door die eerste uitvoering reeds de jonge
vereeuiging een goeden klank verkreeg.
Onder directie van den heer Willem Van
Iperen had gisteravond de tweede uitvoering
plaats van de Leidsohe Zangvereeuiging,
ditmaal nog eens met een werk van den
man wiens naam in do laatste jaren van
mond tot mond gaat en wiens werken en
liederen meer en meer de harten van het zin
gend en van het luisterend publiek veroveren.
De Marie Magdeleiue" van Massenet
was de hoofdschotel, de „Finale des ersten
Actes der uuvullcndeteu Oper Loreley" het
voorgerecht. Dere compositie van Mendels
sohn werd door het vrouwenkoor met het:
„Woher, woher, am dunkeln Rhein?"
friscb en flink ingezet; het daaropvolgend
mannenkoor bad, vooral in de lagere ionen
nog niet die kracht die 'tin Massenets werk
vermocht te ontwikkelen. Mej. M. G. ver
vulde de sopraan-solo. Deze dame, die in
dit concert voor 't eerst in eene publieke
uilvoering optrad, heeft een breed en krachtig
geluid en zet haar dilettanteuloopbaan uit
muntend in. Vooral waar ze uiet het koor
zong kwam de kracht van hare stem zeer
goed uit; waar ze alléén zong wel wat té
veel. We zagen ook héér gaarne afstand
doen van de schok methode waardoo. haar
zang eu voordracht zeer veel zouden w .nnen.
Waar echter de stemmid eieu /6ó ruimschoots
aanwezig zijn zak eene wijziging in de ont
wikkeling wel uiet heel moeilijk vallen. We
hopen haar hier nog vaak Ce mogen be
spreken.
De vrouwenkoren waren uitmuntend bezet
en het gemengd koor ontwikkelde waar 't
Allerliefst klonk het slotkoor
„Heil iler machtigen Sterblichen
Het strijkorkest steunde liet koor zeer
goed en was bij de sopraansolo slechts op
een enkele plaats een klein weinigje te sterk,
een opmerking die, uit den aard der zaak,
telkens te maken is, maar dezen avond al
j in bizonder getiuge mate. Door de niet
zware beze tting van het orkest kon eene
dergelijke uitkomst verkregen worden, terwijl
in eene zaal als onze gehoorzaal door het
weglaten van blaasinstrumenten misschien
aan de juistheid onrecht wordt gedaan, maar
aan het gehoor wordt gegeven wat incn
vraagt, iets bevalligs, iets wat men onder
scheiden kan.
Marie Magdeleine", drame sacré en 8
actes et 4 parties, van Jules Massenet,
waarvan de uilvoering op die van „L.reley"
volgde, had de verwachting ongetwijfeld
hoog gespannen. Is Massenet's muziek daar
van voor een groot deel de oorzaak ge
weest de namen der solisten deden niet
minder. Immers de beste krachten van de
Eransche opera in Den Haag zouden hunne
undrw erking verleenen. Mile Clary (sopraan)
en -Je heeren iiestelitcr (tenor) eu Tricot
(bas), de eerste en laatslc hier oude beken
den de heer Lestellier hier bij name zeer
'gunstig bekend. Bovendien was ook eene
der solopaitijen iu handen van een onzer
beste Leidsche krachten, eene dame die in
de Leidsclte concertzaal reeds ingeburgerd
is, nl. van mcj. A. S. (sopraan).
Het orebest strijkorkest van de kapel
van het 4e regiment infanterie, met ver
sterking van eenige heeren dilettanten
zette de schooue introductie iu de juiste
kleur in. Voor 't vrouwenkoor vonden we
nu juist het
„Le soleil eftteure la plaine"
als aauvangsuummer niet heel gunstig; waar
dat echter overgaat iu
„C'est l'heure du repos, i'heure délicieusc"
kwam de geoefendheid van dat koor ten
volle uit.
De heerenkoren waren vol moeilijke trek
jes, vooral moeilijk omdat die hier cn daar
zonder orkest begeleiding geschreven zijn.
De heer Henri Berkeljon had het piauo-
accompagnement op zich genomen en had
daardoor zeer zeel voor zijne rekening. De
wijze waarop hij zich van die taak kweet
was alleszins loffelijk.
Mej. Clary had reeds terstond een bizon
der dankbaar optreden als Meryem h la
fontaine. Heerlijk zong ze
„O mes soeurs, je veux fuir loin des bruits
[de la terre"
en vooral het innig lieve
„Avez-vous enlendu sa parole bénie?"
Het vrouwenkoor dat haar bespotte, deed
dat met
„La belle pécheresse oublie"
zeer verdienstelijk en met gloed.
De heer Tricot kon ons als Judas dezen
avond niet zoo bevallen. In het moeilijke
duo iu de tweede acte beviel hij ons nog
't best.
Heerlijk zette de heer Lestellier, als
Jésus, het
„Vous qui flétrissez les erreurs des autres"
in, terwijl het daarop volgend trio verdien
stelijk gezongen werd.
Schoon klonk ook van den heer Lestellier
„Femme, relève toi"
en van het koor het melodieuse
„Cet homme a t'il done la puissance"
Met een frisch en breed gezongen vrou
wenkoor werd de 2e acte ingezet, waarna
mej. S., als Marthe, intrad met het be
vallige
„Plus pnissant qu'un roi de la terre".
Zeer goed gezongen kan cok 't duo van
Marthe en Judas genoemd worden. Heer
lijk klonk daarop het duet van Meryem
en Marthe, en vooral het Alléluïa en dat
van Meryem en Jésus.
Het daarop volgend gebed van Jésus et
disciples werd terecht zeer toegejuicht. Het
betrekkelijk klein mannenkoor ontwikkelde
er zeer veel kracht, terwijl vooral ook de
piano's uitstekend waren iu het
„Notre Père, loué soit ton nom radieux".
Het vergevorderd uur belette eene herha
ling hiervan, blijkens het aanhoudend applaus
gewenscht.
De derde acte is vol moeilijke koren, te
beginnen reeds met het
„Celui-lh c'est Jésus"
voor het geheele koor; het
„Roi des juifsl"
voor de bassenen
FEUILLETON.
Het Geheim van het Oude Kasteel.
F V >111.1 II - H O M A N.
16).
Daarna sloeg zij hare armen om den
geliefden man heen en weende aan zijn
borst.
„Mijn lieveling," sprak Alexis, terwijl
hij haar de tranen uit de oogen kuste, stel
u gerust en geloof mij, er kan ons zulk
een onheil niet boven het hoofd hangen.
Het is niets dan een spel uwer overkropte
zenuwen en dat zult ge ook wel inzien,
zoodra ge wal lot rust gekomen zijt. Zie
de toekomst uu maar wat lichter iuwij
zullen elkaar dikwijls, zeer dikwijls weder
zien. Nu roept mijn plicht mij naar Lon
den, maar voor ik van hier ga, inoet ik u
als mijn verloofde kunnen beschouwen, en
daarom moet ik zoo spoedig mogelijk met
uw moeder spreken. Droog na uw tranen,
Gisela en zie mij nog eens aan met die
lieve zachte oogen, want weet dat één blik
van hen mij moed geeft om de grootste
moeielijkbeden te overwinnen en ik hoop
dat de toestemming van lady Jersey niet
onder die moeilijkheden zal behooren,
vooral nu ik die van mijn lieve Gisela reeds
heb. En uu ga ik uasr uiv moeder eu
hoop
Terwijl hij nog sprak werd de portière
langzaam uiteengischovencn de hooge,
(rotsche gestalte van lady Jersey vertoonde
zich in de opening. Met koude, snijdende
stem viel zij hem in de rede:
„Ounoodig mr. Nesley, die moeite kunt
ge u besparen 1"
Zij trad nu de kamer binnen eu plaatste
zich recht tegenover liet minnende paar,
dat haar een weinig verschrikt aanzag. Op
denzelfden toon herhaalde zij
„Die moeite kunt ge u bespareu, mr.
Nesley, ik ben reeds hier."
Alexis wilde haar aanspreken, maar zij
liet er hem den tijd niet toe en ging
voort
„Ge behoeft mij geen opheldering meer
te geven, wat ik gezien heb is genoeg,
om mij alles te doen begrijncn en ik zal u
onbewimpeld mijn antwoord zeggen op de
vraag, die gij mij wildet doen. Mijn
dochter kan nooit uw vrouw worden, mr.
Nesley, ik wijs elk huwelijksaanzoek van
dien kant uiet alle bestemdheid af. Gisela,
volg mij."
Als door den donder getroffen hoorden
de minnenden die woorden aan. Gisela
wierp op haar moeder een smeekenden blik
en e n bong rood kleurde bet aangezicht
van Alexis.
„U weigert uw toestemming te geven tot
het geluk van uw kindP" vroeg hij. „Maar
dan toch slechts voor het oogenblik, immers
niet voor altijd?"
„Zeker, voor altijd"
„Voor altijd!" herhaalde hij treurig en
boog het hoofd, „voor altijd, maar mijn
God, dat is onmogelijk."
„O, mama!" snikte Gisela nu, „ik smeek
u, neem dat woord terug, met dat woord
vernietigt gc al mijn hoop op de toekomst,
ik heb Alexis zoo lief eu kan mij geen
geluk voorstellen, als aan zijn zijde. Neen,
neen, ge kunt a! mijn hoop niet in rook
doen vervliegen, zoo wreed kunt ge niet
zijn, ik zou het besterven."
Haar handen grepen de leuning van
een stoel en zij barstte in krampachtig
snikken los.
„Men sterft zoo gemakkelijk niet," gaf
lady Jersey koel ten antwoord, „en er zal
nog eens een tijd komendat ge mij zult
danken voor hetzelfde, dat ge nu als het
grootste oDgeluk beschouwt."
„Nooit, nooit," riep Gisela hartstochte
lijk uit.
Thans richtte Alexis weder, maar nu met
kalme waardigheid cn geknakte trots, het
woord tot de oude dame:
„U zeide daar, mylady, dat er een tijd
zou komen, dat Gisela u danken zou voor
hetzelfde, dat zij nu als het grootste ongeluk
beschouwt
„Dat zeide ik, en ik herhaal het."
„Dus zij zou u dan nog eenmaal dank
verschuldigd kunnen zijn, dat ge haar hoop
vernietigt en haar geluk vertrapt," ging hij
voort, hoe langer hoe vuriger, „maar be
grijpt ge dan niet, dat die woorden voor
mij een grievende beleediging bevatten,
waarvan ik het rzcht heb ophelderingen te
eischen? Noch op mijn afkomst, noch op
mijn eer kleeft een enkele smet, mylady,
en er is niemand die mij van iets kan be
tichten, waarover ik mij ouit zou behoeven
te schamen. Lady Jersey, men beleedigt
niet ougestraft een man van eer, geef dus
opheldering, wat meendet ge met die
woorden
Wordt vervolgd