NIEUWS- EN ADVERT! NTIF'ILAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
Beze Co mant verschijnt da^eiijks* behalve op Zon- en Feestdagen.
Prijs per 31 munter 10 Cent.
Dinsdag 28 Februari 1888. If 50.
ADVERTENTIES:
Bureel: Schecpinakersstee!; fo.
Uitgevers: Gebroeders Muré.
Stads -Be rich ten
Het Geheim van het Oude Kasteel.
ABOHNEgSEHT:
Voor Leidenper 3 maandenf 1.25.
Franco door het geheele rijk, per 3 maanden I.OO.
201e Jaargang.
Van 16 regelsf 0.90.
Elke regel meer0.15,
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingena contantzonder rabatper regel 0.10.
Vergadering van den gemeenteraad van
Leiden, op Donderdag 1 Maart 1888des
namiddags te twee uren.
Onderwerpen:
t. Benoeming van een tijdelijk lecraar in
de Franschc taal aan liet Gymnasium. (27)
2. Voorstel betrekkelijk de oprichting van
eene vierde school van de derde klasse,
op het terrein van het Notarishuis. (O
en 28)
3. Verzoek van A. Van Den Dop Jr., om
eene stoep te leggen aan de Pieterskerk-
Koorsteeg. (26)
4. Idem als voren van Mej. VV. J. H. M.
Swemer, aan den Witten Singel. (31)
5. Idem als voren van J. Meijer, aan de
Nieuwsteeg. (31
6. Idem van Dr. J. G. Van Deventer, om
ontslag als leeraar aan het Gymna
sium. (32)
7. Idem als voren van Dr. P. P. C. Hoek,
als leeraar aan liet Gymnasium en de
Hoogere Burgerschool voor Jongens. (37)
8. Idem als voren van G. Looman, als Hoofd
opzichter bij de Gemeentewerken. (35)
9. Idem van A. II. Romer, om een brug
te leggen aan de Zoeterwoudsehe Sin-
gelsloot. (34)
10. Idem van Mej. W. J. II. M. Swentcr, om
eene walerloozing te leggen naar de
Witte Singclgraclil. (34)
11. Staat van af- en overschrijving op de
begrooting, dienst 1887. (36)
LGIDGIi, 27 Februari.
Dr. Goosseus op Nijverheid.
Zaterdagavond vergaderde het departe
ment Leiden van de Nederlandsche Maat
schappij ter bevordering van nijverheid in
het Nutsgebouw alhier. De heer A. L. De
Slurler, die reeds zoo langen tijd als ijverig
secretaris in het bestuur zitting had, han
teerde hedeuavoud voor het eerst den voor
zittershamer. Hij wees er op hoe moeilijk
't was de plaats te vervullen van den afge
treden voorzitter, den heer dr. D. De Loos,
eu gaf het woord aan den secretaris tot het
voorlezen van de notulen vau de vorige
vergadering.
Daarna werd overgegaan tot verkiezing
van een nieuw bestuurslid in de plaats van
den heer C. J. Leembruggen, die verhinderd
was langer als zoodanig aan bet departemeut
verbonden te blijven. Verkozen werd de
heer C. C. ïieleman.
Nu gaf de voorzitter het woord aan den
heer dr. B. J. Goosseus, leeraar aan gym
nasium en h. b. school alhier, die, naar
aanleiding van een onderzoek door hem naar
de deugdelijkheid der bliksemafleiders op de
stedelijke gebouwen, tot onderwerp had ge
kozen de bliksemafleiders. Spreker had de
bij zijne voordracht benoodigde apparaten
in het lokaal doen opstellen eu gaf in 't
kort eene schets van het wezen der electri-
sche verschijnselen. We zullen spreker bij
zijne beschouwing over het elementaire ge
deelte niet volgen, omdat elk degelijk stu
dieboek den lezer die er meer van weten wil,
daaromtrent kan voorlichten.
Komen we dus tot de toepassing vau de
middelen die kunnen worden aangewend om
den bliksem af te leiden en onschadelijk
te maken, nl. van de bliksemafleiders. Koper
en ijzer alleen zijn voor de vervaardiging
geschikte metalen; koper echter mag op den
voorrang aanspraak maken, omdat 't niet
zoo spoedig door de lucht wordt aangegre
pen, Wat den vorm betreft is de ketting-
vorm niet te verkiezen omdat de geleiding
daarin niet altijd volkomen is. De staaf-
vorrn verdient de voorkeur, terwijl de kabel
diarom is aan te bevelen omdat zulk eene
geleiding gemakkelijk te leggen is. Even
wel is 't dan noodzakelijk dat de draden
grooter dikte hebben dan 2 uiM. Wat de
dikte van deu kabei aangaat moet me» afgaan
op de ervaring.
De spits behoeft niet zoo puntig te zijn,
en kan van platina of koper zijn. Duoaten-
goad beveiligt niets beter tegen afsmelten.
De geleiding moet langs deu kortste» weg
naar de» grond worden gevoerd zonder te
strak gespannen te zijn. Ook is 't niet on
verschillig aan welke zijde van liet gebouw
de afleider gelegd wordt, 't Best is de
zijde waar 't meeste buien het gebouw voch
tig houden. Het te ver verwijderen van de
afleiding van liet gebouw, zooals hier op
den stadliuistoren is geschied, verdient geen
aanbeveling.
De geleiding dient met de aardgeleiding
te worden verbonden en boe grooter deze
laatste is, des le volkomener zal de onscha-
delijkmaking van den bliksem kunnen ge
schieden. Die aardgeleiding bestaat uit een
ijzeren plaat, waarvoor men vroeger een vork
in de plaats had, langs welks beenen men
meende dat de uitdooving in het water
plaats had.
WTaar in de nabijheid van de leiding eene
gas- of waterleiding aanwezig is, bestaat het
gevaar dat vonken daarop overspringen
zooals dat geschiedde in 1874 in de kazerne
op de Place de la république te Parijs. De
gasleiding begon te smelten en het gas ont
brandde. In de katoenfabriek van de hh.
Driessen alhier is eveneens de vonk gedeel
telijk op de gasleiding overgeslagen. Eene
volkomene afleiding is dus zeer moeilijk
wanneer een gebouw van gas- of waterleiding
is doorsnedenliet veiligst is 't dan echter
wanneer men de leiding met de gas- of
waterleiding verbindt.
Voor 'teerst werd dat toegepast in 1865
te Brussel. De directeur der waterleiding
maatschappij had er wel wat tegen, doch
bij de zorg voor een volkomen verband
beslaat niet liet minste bezwaar, ja is 't
zelfs voor het behoud der buizen aan te
bevelen. Het middel is dan ook door ver
schillende akademies van wetenschappen
aanbevolen.
Wat de grondplaat betreft is, bij slechte
grondgeleiding, een groote plaat verre te
vtnkiezeii boven een kleinere. Siemens beeft
dat tegenover eene bewering van het tegen
deel door IIolz aangetoond. De kring die
door een afleider beveiligd wordt is moeilijk
juist te berekenen. De eerste instructie
daaromtient is van Gay-Lussae, die als zijne
meening geeft dat de middellijn van den
beveiligden kring 2 malen de lengte van
den afleider heeft.
Hel veiligst is 't wel om op meerdere
hooge punten van eeri gebouw opvang-
stangen te plaatsen. Eene slechte aardgelei
ding evenwel moet in de meeste gevallen
als de oorzaak van het treffen worden be
schouwd. De beste afleider die men zou
kunnen maken zou wel zijn een metalen
kooi. Daartoe nadert het metalen dak eu
die afleiding mag volkomen worden genoemd
wanneer de geleiding daarmede goed ver
bonden is.
Op de vraagop welke gebouwen moeten
afleiders worden geplaatst hebben Helmholtz,
Kirchhoff en Siemens het antwoord gegeven
voor de Berlijnsche akademie. Het nalaten
van de plaatsing, op welk hoog gebouw dan
ook, mag onverantwoordelijk genoemd worden.
Het nut van de bliksemafleiders meende
spreker niet beter te kannen aanloonen dan
door er op te wijzen hoe jaarlijks aan de
Engelsche marine 10,000 ponden aterling
schade werd berokkend door het hemelvuur,
behalve nog de menscbeulevens die er door
te betreuren waren. Sedert de invoering
van de bliksemafleiders kwamen geen geval
len van schade of verliezen van menscbeu
levens meer voor.
De beer De Sturler bedankte den spreker
voor zijne interessante mededeelingen en gaf
de leden kennis dat de heer Goossens be
reid was, op aanvrage van aanwezigen, nog
inlichtingen te geven op vragen, die hij niet
had beantwoord in zijne verhandelingen.
De heer Van Ruyven vroeg den spreker
of hij 't vergulden van de spitsen der op-
vangstangen noodig oordeelde. De heer Goos
seus meende dat 't nutteloos was, aangezien
zeer spoedig het verguldsel is afgesmolten.
De heeren P. T. C., Carl en Eelix Dries
sen vroegen nog inlichtingen over kabelge-
leidingeu, en over het contact van de ge
leiding aan den fabrieksschoorsteen met de
dwarsijzera daaraan.
Daar daarna niemand meer liet woord
verlangde bedankte de voorzitter den heer
Gooisens nogmaals en sloot hij de verga
dering.
Eene lang verwachte verceniging is
opgerichtnl. eene korporaalsvereeuiging.
De vereeniging ontving deu naam „Kunst
door Vriendschap" en hield hare eerste
buitengewone vergadering met introductie
in het lokaal Ephraïm alhier.
Een bizonder goed orkest was samen
gesteld uit eenige leden van het muziekcorps
van het 4e regiment. Na de „Prins Rudolf-
marsch" trad de president der vereeniging,
korporaal Uuvèr, op met eene alleraardigste
voordracht. Daarna werd opgevoerd „De
korporaal en het dienstmeisje," blijspel in 1
bedrijf van A. A. Van der Stempel Jr.
We hebben dat stuk meer zien opvoeren
door vereenigingen en konden dus verge
lijking maken, waarbij deze vereeniging lang
niet door de andere in de schaduw wordt
gesteld. We willen bij de tooneelstukken
geen medewerkers uitzonderen. Allen werkten
flink mede en hadden flink gestudeerd.
FEUILLETON.
FAMILIE-ROMAN.
13).
ZEVENDE HOOFDSTUK.
ALEXIS S'ESLEY.
Zoolang Arthur tegenover haar had ge
staan, was Gisela meesteres over zichzelve
gebleven en had met alle krachtsinspanning
hare standvastigheid bewaard. Ook nog
toen hij de deur achter zich gesloten had,
stond zij nog eenige minuten met fiere
houding in het midden van de kamer, maar
toen was ook haar kracht gebroken en sid
derend viel zij op de sofa neer.
Hoeveel was er in dat ééne uur niet
gebeurd? Eerst had zij gemeend in lord
Arthur den moordenaar herkend te hebben
en daarna had diezelfde man, dien zij door
haar beschuldiging vreeselijk beleedigd moest
hebben, haar zijn hand aangeboden. Zij, de
vrouw van dien manaan wiens schuld zij
"el twijfelde, maar van wieus onschuld zij
op verre na niet overtuigd was. Maar wat
zou het gevolg daarvan zijn? Die man
was meester vau het kasteeldat haar en
haar moeder lot verblijfplaats strekte. Zou
hij niet, door woede gedreven, die beide
vrouwen het verder verblijf op Eden-
Castle kunnen ontzeggen? En waar moesten
zij dan heen, want Gisela wist zeer goed,
dat haar moeder geen shilling haar eigen
dom kon noemen.
Zoo lag Gisela in droef gepeins ver
zonken, toen de deur zacht open ging en
een jong man op den drempel verscheen.
Hij had een lenigen, slanken lichaamsbouw
en zijn donkerbruine oogen staarden met
innig welgevallen op het meisje.
Deze man was Alexis Nesley; een nauwe
bloedverwant van lord Hampton en ware de
oude lord kinderloos gestorvendan zou
Alexis het meeste recht op zijn nalatenschap
gehad hebben.
De naderende voetstappen van den jongen
ma» deden Gisela verschrikt uit haar mij
mering ontwaken.
„Alexis!" riep zij, terwijl zij eensklaps
opsprong.
„Gisela," antwoordde hij en haastig
naderde hij baar en greep haar beide han
den, „welk een geluk u hier le vinden.
Men zeide mij dat Arthur hier was," voegde
hij er als een opheldering bij.
Eene huivering voer bij het hooren van
dien naam door Gisela's leden.
„Hij was zooeven hier," antwoordde zij
met weifelende stem. „Wanneer ge hem
moet spreken, laat James u dan aau-
dienen."
Zij stond op om den bediende te bellen,
maar Alexis hield haar legen en sprak:
„Neen, bel niet, Gisela, bedenk hoe
weinig het mij gegund is u alleen te zien
en gun mij nu eenige oogenblikken dit on
waardeerbare geluk. Gisela," en diep neeg
hij het hoofd tot haar over, zoodat zijn
adem over haar wangen streek, „Gisela,
misschien is liet uur slecht gekozen, maar
ik kan niet langer zwijgen eu hetgeen ik u
nu met woorden wil zeggenmoet gij reeds
lang uit mijn. gedrag hebben kunnen raden.
Gisela, gij weet immers, dat ik u
lief heb?"
Hij had zacht zijn arm om haar heen
geslagen en zich naast de sofa op de knieën
neergelaten.
„Gisela, zie mij aan en spreek slechts
één woord," smeekte hij verder.
Wel sprak Gisela dit ééne woord
nog niet uit, maar de blik waarmee
zij hem aanzag, was welsprekend genoeg.
„O! Gisela, mag ik aan mijn geluk ge-
looven," fluisterde hij, is het mogelijk dat
ge mijn liefde beantwoordt?"
„Ja, Alexis ik bemin u, msar laat ons
voorloopig niet daaraan denken," gaf Gisela
fluisterend ten antwoord. „Laten wij wachten
tot de arme lord op zijn laatste rustplaats
zal zijn bijgezet. Ik kan de gedachten niet
verdragen, dat wij gelukkig zouden zijn,
terwijl mijn weldoener
Eensklaps hield zij op, want de dear
werd geopend en haastig week Alexis van
haar zijde naar een stoelmaar niet zoo
haastig, of de scherpe blik van lord Arthur,
I die juist binnenkwam, bad het vertrouwelijk
1 samenzijn der beide jongelieden reeds opge
merkt. Een hatelijke trek kwam op zijn
gelaat, maar slechts eeu oogenblik, want
toen was hij zichzelf weer meester. Op
koelen toon sprak hij
„Hoe komt gij hier, mr. Nesley?"
Hoewel hij door de onverwachte storing
een weinig verschrikt was, antwoordde Alexis
toch op kalmen toon
Wordt vervo/gd.)