NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
O e i e C o h r a ti t v e r s c Si ij si t
Vrijdag 13 Januari 1888, N°. 11.
dagelijks, behalve op Kun- eti Feestdagen.
ADVERTENTIE N:
Bureel: ScSseepmafeerssteeg 6.
Uitgevers: Gebroeders Muré.
BINNENLANDSCHE BERICHTEN.
Stads-Berichte1!!
ABOifJE^IEüST:
Voor Leiden, per 3 maanden{.35.
Franco door het geheele rijk, per 3 maanden 1.(14).
Prijs |»er Nummer 10 tent.
20{e Janrgung.
Van 16 regels0.90.
Elke regel meerj 0.15.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingena contantzonder rabatper regel 0.10.
d. dat hij het terug ontvangen van de ter ijhing
aangeboden voorwerpen, zij zich dienen te over
tuigen of die van het goed- of afkeuringsnierk
zijn voorzien.
Vervolgens wordt ter kennis van de belanghebben
den gebracht, dal volgens besluit van den Minister
van Waterstaat, llandei en Nijverheidvan den 3den
December 1887, de letter in den gewonen druk
vorm, schuin gesteld, bestemd is tot gocdkeurings-
merk zoowel bij den ijk als bij den herijk der maten
cn gewichten, en bij den ijk van gasmeters de
Koninklijke kroon, terwijl liet kanloormerk voor de
gemeente I-eiden is bet cijfer 7
Kil gesrhiedt hiervan opcnbaie kennisgeving door
aanplakking en door plaat-ing in de Leidaclie Courant.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
DK KANTER, Burgemeester.
Leiden, 23 December 1887. E. KIST, Secretaris.
LEIDEN, 12 Januari.
De Commissie voor de Volksbijeen
komsten hield gisteravond in de Stadsge
hoorzaal hare vijfde bijeenkomst. Als sprekers
traden voor de volle zaal op de heeren J.
J. Oudegeest en J, A. Van Hamel. De heer
Oudegeest, oud-predikant in Nederlandsch-
Indië, schetste ons «Een bezoek aan Atjeh",
vooral ook met het oog op de operatiën
van onze troepen aldaar. De Kraton, Kotta-
Radja, geheel Atjeh, voor zoover wij 't uit
de geschiedenis kennen, werd bezocht, de
gevreesde berri-berri werd geschetst en ten
laatste er op gewezen hoe Nederland het
recht heeft te vragen dat velen zijner zonen
dienst nemen om de eer van het moeder
land déér te gaan ophouden.
Na de pauze hield de heer Van Hamel
verschillende voordrachten die bizonder in
den smaak vielen.
Hedenmorgen is de heer Van Veuetie
gereed gekomen met het plaatsen van den
gedenksteen, ter herinnering aan de ramp
van 1807, in den walmuur van het Steen-
schuur tegenover het Ruïnepark alhier. Op
een kloeken, zwarten omlijsten steen is met
gulden letters gebijteld„Ligplaats van het
kruitschip gesprongen den t2den Januari
1807. Van nu aan is dus ook op deze
wijze vereeuwigd de onvoorzichtigheid van
onze vroede vaderen, die, heden juist 81
jaren geleden, zulk eene gevaarlijke lading
eene ligplaats in eene zóó bebouwde omge
ving toestonden.
Een jongendie van het plaatsen van
den gedenksteen in den walmuur van het
Steenschuur gehoord had en nog niet ge
heel op de hoogte was hoe hij dat ding
eigenlijk moest bekijken, ging hedenmiddag
tegen halftwee op den waterkant, boven de
plaats waar de steen is ingemetseld, op
zijno knieën liggen. Hij boog zich toen
ver genoeg voorover om te kunnen zien en
juist toen hij zoo bij zich zeiven dacht dat
't t jcii op die manier nog zoo heel gemak
kelijk niet was, verloor hij 't evenwicht en
viel hij te water. Van daar uit kon hij
den steen beter zien. Toch vonden eenige
voorbijgangers het beter den vochtigen nieuws
gierige naar boven te halen.
Op het gros voor de verkiezing der
kamer van honderd, in Maart, is o. a. door
de liberale kiesvereeniging Hennaarderadeel
gebracht de heer J. Rinkes Borger, direc
teur der melkinrichting, alhier.
LETTEKEjY EN HfJYST.
Geboortedag (1853) van Melati van Java-
(mej. Marie Sloot.)
Het eeuwfeest van Byrons geboorte
zal te Weenen worden herdacht door een
opvoering van zijn „Manfred", met de mu
ziek van Schumann.
Te Parjs is een vereeniging opgericht,
om het „drama musical" in Frankrijk te
helpen ontwikkelen. Lamoureux is president
en het plan is een schouwburg op te rich-
teD, waarin de componisten, „pénétrés des
idéés nouvelles", hun werken kunnen doen
uitvoeren en vóér alles de meesterwerken,
die de nieuwe richting bepaalden, zullen
worden ten gehoore gebracht.
Naar het D. v. Z.-3. en 'e Gr. meldt
is eerstdaags ie verwachten de oproeping
van jonge schilders, die mede willen dingen
naar subsidiën namens Z. M. den koning te
verleenen aan vijf jonge schilders tot een
bedrag van f 1000 en hoogstens van f1500
voor hen die zich in het buitenland op
figuurschilderen wenschen toe te leggen.
Men meldt aan het D. v. N.: Behalve
de vermoedelijke Jan Steen, waarvan wij
onlangs de ontdekking vermeldden, bezat de
heer v. E. te Hintham nog een paneel, een
fruitstuk, dat kenners als van eene meester
hand afkomstig, erkenden. De tijd en eene
later „kunstenaar" hadden het oorspronke
lijke echter min of meer voor het oog on
zichtbaar gemaakt. Nu heeft de eigenaar
het paneel door een deskundige laten schoon
maken en is het oorspronkelijke geheel on
geschonden te voorschijn gekomen. Het
bevat een 12tal blauwe en gele eierpruimen,
perziken en een paar trossen druiven in de
heerlijkste kleuren, liggende op een grooteu
fiuweelen kleed. Links aan de onderzijde
staat voluit de naam van den schilder A.
Cuyp.
In de ontwerp-wet regelende de pen
sioenen van de landmacht welke eerlang aan
de tweede kamer zal worden aangeboden,
moet de bepaling zijn opgenomen, dat de
officieren, die in Indië zijn gedetacheerd
geweest, eene verhooging van pensioen zul
len genieten van f75 voor elk. jaar, dat zij
aan boord of in Ned.-Indië hebben door
gebracht.
Hiermede zou gelijkheid in de toelagen
worden verkregen en tevens eene groote
onbillijkheid worden weggenomen, daar,
zooals men weet, er officieren in het leger
zijn, die later f75, en anderen die niet
meer dan f25 toelage zullen genieten voor
elk jaar door hen in Indië doorgebracht.
Men schrijft aan de Standaard: Dat
het uitzenden naar Indië van Nederlandsche
troepenafdeelingen in hun geheelnu en
dan wel eens voorgesteld, op ernstige be
zwaren zou stuiten, kan men afleiden uit
het feit, dat zeer vele in dienst zijnde jonge
militairen door de geneeskundige autoritei
ten voor een overgaan bij de koloniale
troepen ongeschikt worden bevonden. Meer
malen komt het voor, dat plaatsvervangers
der lichting 1887, die toch vóór hunne
indeeling aan eene strenge keuring zijn
onderworpen geweest, voor Indië werden
afgekeurd. Wij meenen niet te overdrijven
als wij beweren, dat 50 pCt. van hen, die
zich aanbieden voor eene Indische verbin
tenis, daartoe ongeschikt blijken.
Omtrent 's konings gezondheidstoestand
werd aan den residentiebriefschrijver van het
Z. D. medegedeeld, dat die, over 't alge
meen genomen, gunstig kan genoemd wor
den. Aan zijn uiterlijk zou men niet zeggen,
II E ft - IJ li.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS VAN LEIDEN,
Gezien liet beslnit van de Gedeputeerde vSlalcn der
provincie Zuid-Hollandvan den 12den December 1887,
n°. 10/1 (Provinciaalblad n°. 64), houdende bepaling
van de tijdstippen van den herijk der maten en ge
wichten in de verschillende gemeenten in deze pro
vincie, voor het jaar 1888;
Herinneren den ingezetenen dezer gemeente hunne
verplichting, overeenkomstig art. 15, lett. o, der
Wet van den 7en April 1869 (Staatsblad n°. 57),
tot. het doen herijken van alle reeds in gebruik
lijnde maten en gewichtenonder mededeeling dat
daartoe door den ijker zitting wordt gehouden in bet
lokaal van den ijk, op de Aalmarktnaast de Ge
meente-apotheek, en wel:
voor de gewone gewichtenbenevens de maten en
strijkers,
voor wijk II, op den 12 en 13 Januari,
voor wijk 111, op den 17, 18, 19 en 20 Januari,
voor wijk IV, op den 24, 25, 26, 27 en 31 Ja
nuari
voor wijk V, op den 1, 2, 3, 7 en 8, Februari,
voor wijk VI, op den 9, 10, 14, 15, 16, 17,
21, 22 en 23 Februari,
voor wijk VII, op den 24, 28, en 29 Februari, 1,
2, 6 en 7 Maart,
voor wijk VIII en de buitenwijk, op den 8, 9,
13, 14, 15 cn 16 Maart;
voor de gewichten voor fijne weging, in gebruik
bij medicijnbereiders, gond- en zilversmeden, specie
handelaars en verdere in goud en zilver handelende
personen
voor wijk I, II, 111, IV en V, op den 20, 21 en
22 Maart,
voor wijk VI, VII, VIII en de buitenwijk, op
den 23, 27 en 28 Maart, telken dage van des
morgens 9 tot des namiddags 3 uren
dat voorts gedurende den herijk in de gemeenten
van den ijkkring huiten de standplaats, zitting bin
nen deze gemeente zal worden gehouden, op den 21
en 23 April, 11 en 12 Mei, 1, 2, 22, en 23 Juni,
13 en 14 Juli en 3 en 4 Augustus tan des morgens
9 tot des namiddags 3 uren, en wijders na den 16cn
Augustus, iederen Woensdag en Zaterdag van 9 tot
1 uur.
Tevens worden de belanghebbenden er op gewezen
a. dat zij verplicht zijn hunne maten en gewichten,
behoorlijk droog en schoon, bij den ijker, op
voorschreven dagen, tot het ondergaan van den
herijk te bezorgen
b. dat zijdie zulks verzuimen of daarin verhin
derd worden, voormelde malen en gewichten
vóór den lsten October nog aan den ijker, op
de daarvoor aangegeven dagen, ter herijking
moeten aanbieden
o. dat, na het eindigen van den termijn van den
herijk, het gebruiken of voorhanden hebben van
maten en gewichten, niet t oorzien van de vcr-
eischte stempelmerkenvolgens art. 29 der bo
venaangehaalde wet, verbodenen strafbaar is; en
FEUILLETON.
MAJNUELA,
OF DE WRAAK EENER EDELE VROUW.
132).
„Hoe lang duurde het, voor men haar
begroef?"
„O, maar twee dagen. Zij zag er zoo
schoon uit. Ik herinner me alles nog,
of 't gisteren gebeurd was. Ook was ik
er bijtoen men de kist sloot en liep vlak
achter het lijk, totdat men het in het graf
neerliet I"
Roderich stond in nadenken verzonken.
„Hoeveel tijd na de begrafenis was het,"
vroeg hij opnieuw, „dat dokter Wilson
naar de stad verhuisde?"
„Zoowat een Diaand," antwoordde het
meisje, die gedurende den loop van het
gesprek een weinig mededeelzamer geworden
was. „Hij zou hier het dorp wel eerder
verlaten hebben, als zijn nichtje, de zieke
jonge dame niet gekomen ware."
Roderich keek verbaasd op. 't Was
alsof een electrische slag hem door de
leden ging. Was dit niet een nieuwe
vingerwijzing?
«Dokter Wilson's nichtje?" herhaalde bij.
„Herinnert gij u nog, wanneer die jonge
dame hier kwam?"
„Op den avond na de begrafenis. Haar
komst was wel erg onverwacht. Ik sliep
's morgens nog toen mijn meesteres mij
wekte en beval een bed gereed te maken
voor haar nicht, die hier in den nacht was
aangekomenen eenige dagen zou blijven
logeeren. Zij was niet wel bij 't hoofden
zou onder speciaal toezicht van den dokter
in hare kamer blijven."
„Hoe lang bleef dat nichtje hier?"
„Een volle veertien dagen
„En hoe zag zij er uit?"
„Dat kan ik u niet zeggen. Ik mocht
niet in haar kamer komen en zag haar maar
een enkele maal bij schemerlicht. Na veer
tien dagen verdween zij weer plotselingals
ze gekomen was en mijn meesteres en de
jonge dokter waren daarover bijna radeloos."
„Verder knnt ge me daaromtrent dus
niets zeggen?"
„Neen, mijnheer. De dokter en mrs.
Wilson vertrokken kort daarop. Ik bleef
hier en hoorde ternauwernood van mijn
vroegere meesters."
Roderich O'.Donell, inziende dat hij van
dit meisje toch niets meer te weten kon
komendrukte haar een gcldstnk in de
hand, en ging heen, haar het stilzwijgen
opleggende over den inhoud van het
gesprek.
Nog hetzelfde uur had Roderich een
ernstig onderhond met zijn trouwen dienaar
Landry, 'twelk, daar het achter gesloten
deur en op een voorzichtig zachten toon
gevoerd werd, bijzonder gewichtig moest
wezen.
De volgende avond, dezelfde, waarop
lady Geneviève het bal masqué bezocht,
was woest en stormachtig. Dit belette
echter niet, dat kapitein O'Doneil en zijn
bediende even voor middernacht nog het
logement verlieten tot niet geringe verbazing
van den hotelhouder. De beide mannen
letten hier echter niet op en stapten moedig
naar buiten in den ruwen nacht, die hen
weldra in zijn donkeren schoot opnam.
Niet lang of het dorp lag achter den rug
der nachtelijke wandelaars en hun weg voerde
hen naar het stille kerkhof van Wilchester,
over 'twelk de storm heenbruiste, als wilde
hij de graven openrukken en de dooden tot
een nieuw leven wakker schudden.
Eén uur verkondigde de klok van den
kerktoren van Wilchester, toen de voor
weinige minuten te voorschijn tredende
maan de gestalten van twee mannen ver
lichtte, die juist door de poort van het
kerkhof den straatweg optraden.
Met haastige schreden sloegen zij den weg
in naar het dorp, waar alles reeds in de
diepste rust lag.
Akelig loeiend, als waren alle duivelen
der hel losgebrokenging de storm voort
zijn angstwekkend lied te zingen, zijn lied
van teleurgeetelde hoop en van de vergan
kelijkheid van al het aardsche.
In hare gezellig verwarmde huiskamer van
hare woning te Londenachterover liggende
in den hoogen leuningstoel bij den haard,
waarin een helder vuur brandde, zat mrs.
Wilson, met de handen werkeloos in den
schoot gevouwen en met de goedige, oprechte
oogen peinzend in den gloed starende. Sinds
zij en haar zoon Wilchester hadden verlaten,
was er veel veranderd, maar ten goede? Wie
aan de oude dame deze vraag hadde voor
gelegd, zoude ongetwijfeld een twijfelachtig,
weemoedig glimlachje ten aDtwoord gekregen
hebben.
Wordt vervolgd.)