MANUELA,
NIEUWS- EN ADVERTi.NTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
B>eze Courant verschijnt dadelijks, behalve op Zon- en
i1 e e s t <1 a g e n.
ABONNEMENT:
Dinsdag 27 December 1887. N°. 303.
ADVERTENTIE PI:
Uitgevers: Gebroeders Muré.
BINNENLANDSCHE BERICHTEN.
Voor Leiden, per 3 maandenf Ü.25.
Franco door het geheele rijk, per 3 maanden 1.60.
Prijs per Summer 10 Pent.
201e Jaar:: Mig.
Van 16 regeis0.90.
Elke regel meer0.15.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen, a contant, zonder rabat, per regel 0.10.
Bureel: Scheepmakerssteeg 6,
Bij dit Nummer behoort een
BIJVOEGSEL.
Op Maandag, den Tweeden Kerst
dag, zal de Leidsclie Courant
niet verschijnen.
Tot het plaatsen van Nieuwjaars-
wenschen in de LE1DSCHE COU
RANT zal gelegenheid zijn in het op
Oudejaarsavond verschijnend num
mer, tegen betaling van 50 cents en
mits aan ons bureau bezorgd vóór
Zaterdag 31 December a. s. des na
middags 4 uur.
Stads-Berichten.
Vergadering van den Gemeenteraad van
Leiden, op Donderdag den 29 December a. s.
waarin o. m. behandeld zal worden het voor
stel tot wijziging van het Reglement op het
beheer der Stedelijke Gasfabriek.
IIIDSSIEVWI.
De tot adjudant benoemde 1ste luit.,
F. H. Gerritsen, zal die functie vervullen
bij het 2de bat. éde reg. inf. alhier.
De Koninklijke Muziekschool te 's Gra-
venhage hield eergisteravond hare openbare
les. Met lof wordt gewaagd van wat o. a.
de heeren P. H. Herzberg, J. H. Coster en
G. P. Doesburg, van hier, ten gehoore
brachten; „het was in weinig opzicht méér
dan men van leerlingen verwachten mag",
schrijft men. De eindgetuigschriften werden
o. a. uitgereikt aan de heeren P. H. Herz
berg en J. H. Costei, voor viool, alt-viool,
orkestspel en kamermuziek.
Van hier schrijft men aan het D. v.
Z.-H. en Gr.
Dezer dagen vermeldden de dagbladen,
dat de strafgevangenis alhier zou bevolkt
worden door de vrouwen, thans verpleegd
in de Rijkswerkinrichting te Veenhuizen I.
Dat zou kunnen beschouwd worden als een
gevolg van het gesprokene door den minister
van justitie in de zitting der tweede kamer
van 9 dezer. De gevolgtrekking is zeer voor
barig. De militaire strafgevangenis is niet
te ontruimen; er zijn nog ongeveer 280 man
in, welk hoog cijfer zijn oorzaak vindt iu
het voortdurend zenden uit Indië van ver
oordeelde militairen, waaronder er zijn, die
reeds een groot deel van hun straf iu Indië
hebben ondergaan. Van Januari 1887 zijn
er ruim 100 Indische gevangenen aange
komen; men wacht er dezer dagen nog een
tiental.
De vraag rijstwat is de reden, dat er
zooveel van die veroordeelden thans naar
hier worden gezonden?
In de afgeloopeu week werden alhier
alhier aangegeven 2 gevallen van diphthe-
ritis, waarvan 1 met doodelijken afloop.
In de Stedelijke Werkinrichting zijn
opgenomen
Z. 18 Dec. 35 volw. en 5 k., totaal 40.
M. 19
69
u
u
9
Ui
u
78.
D. 20
U
72
U
u
15
Ut
u
87.
W. 21
U
77
u
u
16
Ui
u
93.
D. 22
U
77
u
U
16
Ut
u
93.
V. 23
U
75
u
u
16
Ui
u
91.
Z. 24
U
69
U
u
13
Ut
u
82.
UITZIEK, I.KTTKKK* K\ KIL\ST.
De muziekschool van de Maatschappij
voor Toonkunst alhier zette gisterenavond
in de Stadsgehoorzaal hare openbare les
voort, 't Was er als gewoonlijk, zeer vol met
onders, vrienden en belangstellenden die ge
komen waren om getuigen te zijn van de
vorderingen door de leerlingen der school
gemaakt. En die vorderingen zijn niet ge
ring. We willen niet in bizonderheden treden
omtrent de proeven door iederen leerling
afgelegd, omdat we allicht iemand zouden
achterstellen; immers alien deden hun best,
en 't zijn leerlingen.
Eeue uitzondering maken we gaarne b. v.
daar waar die ook door 't publiek werd ge
maakt toen het trio-Van Geer een kraus
werd toegeworpen, en daar waar mej. Gripek
oven met eene werkelijk verdienstelijke
leerlinge de drie bekende duetten van Ja
dassohn zong. Er was van het goede bijna
te veel en toen het programma was afge
speeld was 't waarlijk kiuder-bedtijd.
Op gevaar af van ieder jaar hetzelfde te
moeten zeggen, merken we op dat mej. Van
Baatcn naar onze meening in haar onderwijs
eene uitmuntende richting volgt.
Ze erkent daardoor volkomen dat het
„hinderlijk maatvast" spelen niet het ideaal
van het pianospel mag worden genoemd, en
dat in de voordracht meer kleur moet worden
gebracht dan over het algemeen de leer
lingen van den heer Enderló er in breugeD
onwillekeurig komt ons daar vaak de hak-
polka in de gedachten de goeden niet te
nagesproken. Vooral met het oog op mej.
Van Baaten, bleek uit de gisteravond afge
legde proeven dat aan deze muziekschool
uitmuntend piano-onderwijs te genieten is.
Toen mej. Gripekoven met hare ensemble
klasse op het orkest kwam dachten we on
willekeurig aan de schilderij „na den slag."
Deze onderwijzeres, die spoedig de school
gaat verlaten, schijnt onderscheidene leerlingen
mët zich te nemen. Die de school getrouw
zijn gebleven gaven echter gisterenavond
blijken voor de aanstaande ensemble-klasse
van deze school een flinke kern te zullen
zijn die wel spoedig door nieuwe krachten
zal zijn aangegroeid. We wenschen de school
voor het volgend jaar een in alb opzichten
voorspoedigen cursus toe.
De tooneelspeler Veltmau viert op 29
December a, s. zijn 70en verjaardag. Hij is
sedert 41 jaren aan het tooneel verbonden.
UFFICIËKLE BERICHTEN.
Door Z. M. is de heer V. H. O. Madsen,
kapt. der art. van het Deensche leger, be
noemd tot ridder der orde van den Neder-
landschen Leeuw
Door Z. M. is, met ingang van 1 Jan.
1888benoemd tot bode bij de algemeene
rekenkamer H. Van Bekkum, thans adsistent-
bode.
Door Z. M. is de heer J. C. Blonk,
artsbenoemd en aangesteld tot off. v. gez.
2de kl. bij het personeel van den geneesk.
dienst van het leger in Ned.-Indië.
Door Z. M. is de commissie van on
derzoek in zake den aanleg van eene haven
voor visschersschepen te Scbcveningen, in
gesteld bij kon. besluit van 21 Mei 1886
n°. 12, ontbonden, met dankbetuiging aan
den voorzitter, de leden en den secretaris
voor de wijze, waarop zij zich van hunne
taak hebben gekweten.
Door Z. M. is aan den burgemeester
van Hemelumer Oldephaert en Noordwolde,
P. Van Nijmegen Schonegevel, toestemming
verleend om tot 1 Mei 1888 te Workum
te blijven wonen.
Er bestaat thans, gegrond uitzicht op
eene belangrijke verlaging van het briefport
in de correspondentie met Oost- en West-
Indië.
Het bestuur der Liberale Unie heeft
een adres gericht aan de besturen der kies-
vereenigingen en leden der Liberale Unie,
waarin het als streven der liberale partij de
vijf volgende belangen stelt: regeling van
fabrieksarbeid, leerplicht, persoonlijken
dienstplicht, invoering eener inkomstenbe
lasting en betere regeling van het kiesrecht
bij de definitieve wet.
Het hoofdbestuur der Vereen, voor
Chr. Nat. schoolonderwijs heeft aan de be
langhebbenden eene circulaire gezonden,
waarin het mededeelt, genoodzaakt te zijn
op de eerstvolgende vergadering het voorstel
te doen om de subsidie aan normaallessen
te doen ophouden of aanmerkelijk te ver
minderen, en om de subsidiën van de Chr.
scholen van f 2000 te brengen op f 125.
Het tekort van 1887—'88 bedraagt f 20000.
(N. E. Cl.)
Naar aanleiding van de herhaalde ge
vallen dat ouders of betrekkingen van in
Atjeh gesneuvelde of aan ziekten gestorven
braven toevallig het overlijden uit de courant
of ter loops aan het departement van kolo
niën mogen vernemen, en van het andere
geval, dat een verdienstelijk militair arts
wegens eene administratieve tekortkoming
zijn ontslag uit 's lands dienst erlangt, wor
den in de Koln. Ztg. aan de Nederlandsche
bureaucratie weder eens een paar niet on
verdiende douceurs toegekend.
{IJ. v. Z.-H. en 'e Gr.)
Het jaarboekje van het Kon. Instituut
der Neder!, marine is uitgekomen. Het be
vat een portret van den schout bij nacht
De Josselin de Jong.
FEUILLETON.
OF DE WRAAK EENER EDELE VROUW.
119).
Roderich O'Donell luisterde nauwelijks
naar de woorden van den baron. Hij
volgde zijn eigen gedachten, die zich alleen
slechts om mejuffrouw Latonr concentreer
den, en die hem nog geheel en al beheersch-
ten, toen hij zich na eenigen tijd weder op
den terugweg bevond.
Deze leidde langs de poort van het kerk
hof en een onwederstaanbaren aandrang vol
gende, trad bij den godsakker op en zocht
Manuela's graf.
De klimop terzijde schuivende, die over
het graf heen woekerde, las hij het opschrift
op den steen: „Manuela. Uit den doode
herrezen
„Uit den doode herrezen 1" fluisterde de
jonge man.
Klonken deze woorden niet als een roep
stem van gene zijde des grafs. Nadat hij
geruimen tijd peinzend bij het graf gestaan
had, richtte hij zich eindelijk op, om den
terugweg naar Wilchester te aanvaarden.
Hij stond juist op het punt om den gods
akker weder te verlaten, toen hij onder een
groep elzen zijwaarts van den weg de ge
stalten van een man en van een vrouw
ontwaarde.
Deze laatste herkende hij bij den eersten
blik, het was mejuffrouw Latour. Had het
toeval er hem toe uitverkoren om steeds den
weg der gouvernante te kruisen? Hij bleef
staan. Nog onttrok het dichte struikgewas
hem aan de blikken der naderbijkomenden.
Hij mocht echter geen schrede verder doen,
wilde hij niet ontdekt worden. En moest
hij zulks niet trachten te voorkomen?
Moest niet, wanneer hij heden wederom
eene ontmoeting met de gouvernante had,
deze en met alle recht aannemen, dat het
zijn bedoeling was om elk harer schreden
na te gaan. Maar wie was dan de man,
die met de gouvernante sprak. Kon het
graaf Arthur Frenk soms wezen?
„Neen, want juist keerde hij zich ofi
en O'Donell bespeurde nu, dat er tnsschen
den onbekende en den graaf niet het minste
spoor van gelijkenis bestond.
Beiden waren in een levendig discours
gewikkeld, en terwijl zij de struiken, achter
welke hij stond, steeds nader kwamen,
hoorde hij elk woord, 't welk zij met elkan
der spraken.
«Gij moet weer terng en dat nog wel
heden. Ik moest u mededeelen, dat Marie
De Lausac hier was, maar ik verwachtte
niet, dat gij op mijn brief persoonlijk ver
schijnen zoudt. Laat ons thans afscheid
nemen. Het zon onze verdere plannen in
duigen kunnen doen vallen, wanneer men
mij met u te zamen zag!"
Zij reikten elkander de hand; de vreem
deling fluisterde haar eenige woorden toe,
die Iioderic'n niet in staat was te verstaan,
doch eindelijk sprak juffrouw Latour weder
duidelijk en goed verstaanbaar:
„Opgeven? Thans, na alles wat ik ge
leden, na alles wat ik gedaan heb, zou ik
aan opgeven denken? Dat nimmer. Ge
moest me beter kennen! Het eerste deel
mijner wraak is vervuld geworden en ik zal
volbrengen, wat ik bij mij zelve gezworen
heb, er moge dan ook van komen, wat er
wil! Vaarwel, trouwe vriend. Verlaat nog
heden deze streek!"
Zij trok den sluier dicht voor het gezicht en
verwijderde zich methaastige schreden. De man
bleef nog eenige minuten bewegingloos staan,
doch eindelijk verliet ook hij den godsakker.
„Kapitein O'Donell stond als aan den
grond genageld. Marie De Laasac, de naam
dien zijne zuster in den vreemde gevoerd
had, hoe kwam deze over de lippen van
mejuffrouw Latour? Hoe kende zij dien
naam en waarom noemde zij hem den
vreemdeling? Wie was deze man? In
welke betrekking stond de gouvernante tot
hem? En wat had die eed te beduiden,
dien zij zich zelve gezworen had?
Wie was dan toch die juffrouw Latour?
Onwillekeurig dwaalden zijne blikken
terug naar het zooeven door hem verlaten
graf van Manuela. Wanneer lady Manuela
werkelijk dood was, wanneer,...
Maar welk recht bezat hij om daaraan
te twijfelen?
„Ik weet wezenlijk niet wat ik er van
denken moet, maar ik zal en moet dit
geheim doorgronden!" prevelde hij bij zicli-
zelve. „Ik wil en moet te weten komen,
wie die mejuffrouw Latour isl Den eersten
draad houd ik reeds in handen. De naam
van Marie De Lausac in den mond van
dit meisje, wat kan dit te beduiden
hebben?"
{Wordt vervolgd.)