MANUELA,
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
lleze Courant verschijnt dagelijks* behalve op Zon- en Feestdagen.
AüVERTEKTIEH:
Dinsdag 20 December 1887. N°. 298.
Uitgevers: Gebroeders Muré.
ABOÜSEdEiT:
Voor Leiden, per 3 maanden1.25.
Franco door het geheele rijk, per 3 maanden 1.60.
Prijs per Mummer 10 lent.
Van 16 regels0.90.
Elke regel meer0.15.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingenst contantzonder rabatper regel 0.10.
Bureel: gcheepiuakerssteeg 6,
201° Jaargang.
Aan de geabonnecrdeii op de Han
delingen en Ingekomen Stukken van
den Gemeenteraad zijn de nos. 262
210 der Ingekomen Stukken ver
zonden.
Stads- Berichte
Kiezerslijsten.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente LEIDEN herinneren bij deze belang
hebbenden aan de publicatie van 5 December jl.
geplaatst in de Leiilsche Couranten van den
fiden en 12den December d. a. v. waarbij o. m.
is medegedeeld dat lot 21 December a. s. ge
legenheid bestaal tot bet doen van aangiften
voor plaatsing op de Kiezerslijsten en dat
daarvoor blanco formulieren ter Secretarie ver
krijgbaar zijn.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
DE KANTER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
Leiden, den 15 December 1S87.
Kiezerslijsten.
BUBGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente LEIDEN, brengen ter kennis van
belanghebbenden dal op Winsda;; 30 Uc-
cember a. s. de Secretarie ook des avonds
van zes lot lien uren zal geopend zijn voor
de ontvangst van aangiften voor de plaatsing
op de Kiezerslijsten en bet bekomen van de
ter zake vereisclite inlichtingen.
Burgemees'er en Wethouders voornoemd,
DE KANTER Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
Leiden 19 December 1887.
Vergadering van den gemeenteraad van
Leiden, op Donderdag 22 December 1887,
des namiddags te twee uren.
Onderwerpen
1. Onderzoek van de geloofsbrieven der be
noemde leden van den Gemeenteraad.
2. Benoeming van vier leden der Plaatselijke
Schoolcommissie. (203)
3. Idem van een lid der Commissie voor de
Bewaarscholen. (268)
4. Verzoek van mej S. M. Van Iperen, om
continuatie als stads-vroedvrouw. (260)
5. Idem als voren van mej. J. F. Peyster
Berk als adjunct-stads-vroed vrouw. (266)
6. Suppleloire staat der gemeente-begrooting,
dienst 1887. (262 en 269)
7. Slaat van af- en overschrijving op de
gemeente-bcgrooting, dienst 1887. Kosten
herstelling gobelinbehangsel. (265)
8. Verzoek van den Directeur der Leidsche
Broodfabriek, om een riool te leggen naar
de Singelgracht. (207)
9. Bezwaarschriften legen het kohier der
Plaatselijke Directe Belasting, dienst 1887.
243 en 264)
STA» 8 IV IE VWS.
Aangezien het gebleken is dat enkele ar
tikelen der begrooting voor het loopend
dienstjaar niet voldoende zullen zijn voor de
behoeften, bieden burg. en weth. den ge
meenteraad een suppleloiren staat ier vast
stelling aan en wel tot verhooging van
volgn. 69, Jaarwedden van de sluiswachters,
brugwachters en dergelijke, met f 95. Van
volgn. 105, Grondlasten en personeele lasten
wegens huizen en landerijen alsmede patent
rechten van schuiten, met f3. Volgn. 127 I,
Kosten voor de Latijnsche school, met f173.
Volgn. 147, Korten van de inrichting voor
de opleiding van Oost-Indische ambtenaren,
met f 834. Volgn. 154, Onderstand, ver
voer- en verplegingskosten, mitsgaders die
van geneeskundige hulp aan arme en door
trekkende personen, met f 450 en volgn.
186, Uitgaven voortvloeiende uit het beheer
der voormalige administratie der vereenigde
gast- en leprooshuizen, met f 600.
Het totaal dezer tekorten bedraagt alzoo
f2155, waarin kan worden voorzien door
verhooging van volgn. 30, Ontvangsten van
de gasfabriek, vermits de winst dier inrich
ting meer zal bedragen dan bij bet opmaken
der begrooting is geraamd. Burg. en weth.
geven dus den raad in overweging den sup-
pleloiren staat tot verhooging der begroo
ting, dienst 1887, met genoemd bedrag van
f2155 vast te stellen.
Ter vervulling van de vacaturen, die op
den 31sten December e. k. in de plaatse
lijke schoolcommissie zullen ontstaan door
de periodieke aftreding der heeren dr. D.
Bierens de Haan, dr. J. M. VanBemmelen,
dr. M. J. De Goeje en J. A. Van Ilamel,
heeft genoemde schoolcommissie de volgende
aanbevelingen van twee personen voor elke
vacature, aan den gemeenteraad doen toeko
men 1°. dr. D. Bierens de Haan en dr. J.
E. Van Iterson; 2°. dr. J. M. Van Bem-
melen en dr. A. Kluyver; 3°. dr. M. J.
De Goeje en dr. E. 1'. Van Dissel en 4°.
de heer J. A. Van Hamel en dr. H. Treub.
Bij raadsbesluit van 18 November 1886
werd overeenkomstig de voordracht van burg.
en weth. machtiging verleend het gobelin-
behangsel in de vergaderkamer van burg. en
weth. te doen herstellenterwijl in de over
gelegde stukken werd medegedeeld dat het
werk zou worden opgedragen aan de dames
Knol en Van der Kaaij te Amsterdam en
dat de kosten werden geraamd op ongeveer
f400.
Deze som was gegrond op de onderstelling
dat slechts aan enkele gedeelten o. a. waar
het belang voor de plaatsing van eene deur
was doorgesneden belangrijke reparatiën zou
den noodig ziju. Intusschen bleek' het dat
het werk een veel grooter omvang had ver
kregen nadat het behangsel op de werkplaats
was uitgelegd daar op verschillende plaatsen
de achtergrond was verteerd hetgeen, zoolang
het doek hing, noch gezien noch vermoed
kon worden; zoodat de kosten welke voor
werkloon, voor het zoeken van gelijkmatige
kleuren, voor schoonmaken en bijteekenen
moesten gemaakt worden de raming hebben
overtroffen.
Het behangsel is thans geheel hersteld
opgeleverd en wederom ter vergaderkamer
aan den wand bevestigd. Algemeen wordt
erkend dat het werk uitmuntend is volbracht,
terwijl ook de commissie voor het stedelijk
museum daaromtrent door burg. en weth.
gehoord, hare volkomen tevredenheid heeft
te kennen gegeven. Uit een door haar in
gesteld onderzoek is mede gebleken dat,
nadat het doek van den wand wa9 genomen
en toen het onder handen was, er bezwaren
zich voordeden, die niet door de dames
hadden kunnen worden voorzien; dat er
grootere stukken moesteu hersteld worden
dan aanvankelijk scheen; en dat de door
haar gewoonlijk gebezigde wol onvoldoende
bleek en uit Frankrijk moest worden ver
worven dat met deze bezwaren door de be
werksters niet de hand is gelicht maar dat
zij met kunstzin de op bijna alle plaatsen
onzichtbare herstellingen hebben aangebracht.
Een fchetsteekening waarop de aange
brachte vernieuwingen en herstellingen zijn
aangeteekendia bij de stukken gevoegd.
Eene som van f 650 wordt eene zeer matige
belooning geacht, waarom burg. en weth.
den gemeenteraad voorstellen die som toe te
staanen met andere onkosten verhoogd tot
f 722 te vinden op den post onvoorziene
uitgaven.
Onder overlegging van desbetreffende stuk-
ken geven burg. en weth. den gemeenteraad
in overweging mej. S. M. Van [peren en
mej. J. F. Berk, huisvrouw van D. H.
Peyster, wederom voor den tijd van drie
jaren te continueeren in hare betrekking,
respectievelijk van stadsvroedvrcuw en van
adjunct-sladsvroedvrouw.
Naar aanleiding van een verzoek van den
directeur der Leidsche Broodfabriek om een
riool te leggen in het terrein der broodfa
briek naar de siugelgracht berichten burg.
en weth. den gemeenteraad, na overleg met
den voorzitter der commissie van fabricage
dat tegen de inwilliging van dat verzoek
geen bezwaar bestaat, weshalve zij deD raad
in overweging geven de gevraagde vergun-
ging tot wederopzeggens te verleenen, mits
het riool worde gelegd onder toezicht van
den gemeente-architect.
Ten gevolge van de periodieke aftreding
van dr. D. Bierens de Haan, als lid der com
missie der bewaarscholen, zal met 1 Jan. a. s.
eene vacature ontstaan. Ter verhulling daar
van stellen burg. en weth. den raad voor
eene keuze te doen uit het door die com
missie aangeboden dubbeltal, bestaande uit
de heeren dr. D. Bierens de Haan en dr.
M. J. De Goeje.
De commissie van financiën deelt mede
dat ze geen bezwaar heeft tegen het voor
stel van burg. en weth. tot verhooging der
begrooting, dienst 1887, in ontvangst en
uitgaaf ad f 2155, en zulks tot bestrijding
van meerdere uitgaven op enkele artikelen
der begrooting waarvan het uitgetrokken be
drag gebleken is niet voldoende te zullen zijn.
Bij de heden ten Raadhuize gehouden
openbare verpachting van het grasgewas op
de stadswallen, buitensingels en wegen, in
zes perceeleii zijn de navolgende personen
pachters geworden.
Van het le en 4e perceel L. Bol, te
Leiderdorp voor de som van f 11 'sjaars;
van het 2e perceel J. Belt voor f 17'sjaars;
van het 3e perceel J. Van Rijn voor de som
van f 14 's jaars; van het 6e perceel de
FEUILLETON.
OF DE WRAAK EENER EDELE VROUW.
114).
„Mijn uur zal weldra geslagen hebben;
houd tot zoolang alles bedaard en breng
den slaapdrank in toepassing, wanneer
tulks vereischt wordt. Ik zal zoo spoe
dig mogelijk terugkeer-n. Goeden nacht
thans, Tony!"
En met haastigen tred verwijderde zich
nu de spreekster, terwijl de oude vrouw
weer in huis terugkeerde. De nachtelijke
wandelaarster had reeds een gedeelte van
den weg door het bosch afgelegd, toen zij
plotseling bleef stilstaan, haar horloge te
voorschijn haalde en er bij het heldere
schijnsel der maan op keek.
„Half twee," fluisterde zij, „het zal laat
worden, eer ik Rosegg bereik."
„Lsat, zeker, een veel te laat uur, dan
dat mejuffrouw Latour er aan zou moge
denken, om zich alleen op den landweg op
te houden."
Aan een ingeving gehoor gevende, die
hij niet laDger bij machte was weerstand
te bieden, was Roderich O'Donell plotseling
uit de schaduw te voorschijn en aan hare
zijde getreden.
„Gij vergunt mij toch zeker, dat ik u
naar Rosegg teruggeleide?" liet hij er met
een buiging op volgen.
HOOFDSTUK XXX.
HERKEND.
Zij gaf geen schreeuw, ja, zij ontroerde
zelfs niet eens merkbaar; onbeweeglijk stond
zij daar en staarde hem aan, terwijl een
vaal bleek hare wangen bedekte. Een
seconde lang zagen zij elkaar, zonder een
woord te spreken, in de oogen, doch ein
delijk zeide mejuffrouw Latour met de vol
maaktste kalmte:
„Ha, zijt gij het, kapitein O'Donell!
Nu heradem ik. Voor een oogenblik hield
ik u voor een geest. Gij hebt mij zelfs
doen schrikken."
„En ik geloof, dat uwe zenuwen nog al
vrij sterk zijn. Er zijn zeker weinig dames,
die den moed bezitten zouden, om op het
geestenuur alleen den weg af te leggen
dien gij heden gegaan zijt. Doch voor uw
terugkeer naar het slot zult ge u mijn be
geleiding laten welgevallen. Ik beschouw
zulks in het onderhavige geval als een
staaltje van mijn plicht."
„Uwe plicht?" vroeg zij glimlachend.
„Plicht is voor vele menschen een veel
omvattend begrip. Gij beschouwdet het
zeker als uw plicht, om mij naar het een
zame huis in het bosch te volgen, mij te
bespioneeren
„Bespioneeren?" herhaalde hij. „Het
woord is hier dunkt mij minder juist ge
kozen. Onder gewone omstandigheden, al
mocht het mij dan wellicht ook verbazen
kunnen, dat de gouvernante van lady Ro
segg een middernachtelijke wandeling onder
neemt, zou het mij toch nooit ingevallen
zijn, om haar na te gaan. In dit geval
echter heeft ee.i bijzondere beweegreden er
mij toe aangespoord, om u te volgen en
te blijven wachten, totdat ge u weer ver-
toonen zoudt, nadat gij in het sombere huis
verdwenen waart."
„Ha, een zonderlinge beweegreden! Zou
men ook mogen wetenwaarom een onder
geschikt wezen, zooals ik ben, zich ver
heugen mag in de aandacht van O'Donell?"
„Een ondergeschikt wezen, zooals gij
voorgeeft te zijn, mejuffrouw Latour," ant
woordde hij op scherpen toon. „Eenvoudig
om reden ik u reeds gisterenavond her
kend heb."
„Ei, werkelijk?" vroeg zij zonder eenig
spoor van verschrikken. „Gij meent dus,
mij reeds vroeger eenmaal ODtmoet te hebben.
Ik zie daarin echter nog volstrekt geen aan
leiding, om mijne schreden te bespieden.
W aar gelooft gij dan mij al gezien te
hebben
„Het was op den avond, dat de charades
opgevoerd werden, toen ik voor de eerste
maal op Rosegg kwam en juist de zaal
binnentredend, u als Charlotte Corday op
het tooneel zag. Ik herinnerde mij bij den
eersten blik, dat ik u reeds eens ontmoet
had. Op mijn vraag, wie ge waart, kreeg
ik ten antwoord, dat gij de gouvernante
van de kinderen van lady Geneviève waart.
Dit antwoord bracht mij in verwarring. Ik
wist met zekerheid, dat ik u niet in die
hoedanigheid gekend had, maar waar ik u
reeds eenmaal gezien had, ik vroeg het
mijzelven te vergeefs af."
Wordt vervolgd.