fm NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN. eze Courant verschijnt dadelijks, behalve op Zon en F eest dage n. AB0PJNEI9ENT: Prijs per Nummer 10 Cent. Woensdag 7 December 1887. M°. 287. ADVERTENTIES: Bureel: Kcheepmakerssteeg 6. Uitgevers: Gebroeders Muré. Stads-Berichten. MANUELA, idsche Courant Voor Leiden, per 3 maanden1.25. Franco door het geheele rijk, per 3 maanden 1.60. 201e Jaargang. Van 16 regels0.90. Elke regel meer0.15. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingena contant, zonder rabat, per regel 0.10. Vergadering van den gemeenteraad van Leiden, op Donderdag 8 December 1887, des namiddags te twee uren. Onderwerpen 1. Benoeming van eene derde onderwijzeres aan de Meisjesschool 2de klasse. (249) 2. Voorstel betrekkelijk de klecding der agenten van politie. (237 en 250) 3. Idem betrekkelijk de voorwaarden van de verhuring van grond in den Bosclt- huizer- en den Stadspolder. (247) 4. Staat van af- en overschrijving op de begrooting, dienst 1887, (Plaatsing muur op de gedempte Koolgrachl). 248 en 259) 5. Verzoek van P. W. Van de Velde, om tei ugbetaling van schoolgeld, Gymnasium en Hoogere Burgerschool voor Meisjes. (255) 6. Idem van Dr. H. B. Van Rhijn, om vrij stelling van de betaling van schoolgeld, Gymnasium en Hoogere Burgerschool voor Jongens. (256) 7. Idem als voren van Jhr. J. Rammelman Elsevier, voor de Hoogere Burgerschool voor Meisjes. (258) 8. Idem als voren van Dr. E. F. Van Dissel. (258) 9. Idem van Mej. S. F. Spengler, om ont slag als leerares in de Fransche taai en letterkunde aan de Hoogere Burger school voor Meisjes. (257) 10. Idem van D. Van Leeuwen, om conti nuatie van de levering van grint en zand. (252) 11. Idem van W. Van Eeden, om verminde ring van pacht van grasgewas langs de Haarlemmerlrckvaart. (253) 12. Voorstel van Dr. VV. N. Du Rieu, betrek kelijk het verhinden van voorwaarden aan te verleenen vergunningen. (251) 13. Verzoek van P. A. Feltzer, om een brug te leggen over de Zoelerwoudsche Sin- gelsloot. (242) 14. Idem van Dr. A. W. Kroon Jr. c. s. om gebruik te mogen maken van het Gym nastieklokaal der Hoogere Burgerschool voor Meisjes. (236 en 260) »T AOSNIEU IV S. Gedurende het jaar 1887 tot en met uit. November is het stedelijk museum in de Lakenhal bezocht door 15567 personen, waarvan op de Zondagen 10485, op 3 Oc tober 1625 (kosteloos) en 3457 betalenden. Men schrijft uit Leiden aan de Ilaarl. Cour.: Gisterenvooimiddag is in het phy- sisch kabinet aan liet Rapenburg tijdens een college in de physica, dat door ongeveer 60 studenten, zoowel in de medicijnen als in de philosopbie, werd bijgewoond, een zak met zuurstof, dienende bij het projec teeren van eenige proeven door middel van kalklicbt, door eene onbekende oorzaak ont ploft. De glazen zoldering, waardoor het daglicht het vertrek binnendrong, is daarbij ingestort en aan scherven op de hoofden en handen der aanwezigen neergekomenwaarbij de meeste hunner eenige lichte verwondin gen bekwamen. Overigens kwam men ge lukkig met den schrik vrij. De knal was nochtans vrij beduidend. In het Tijdschrift voor Geneeskunde deelt de Leidsche hoogleeraar Mac. Qillavry, door de regeering naar Washington afge vaardigd om haar op het geneeskundig congres te vertegenwoordigen, zijn reisver haal mede. Daaruit blijkt o. a. dat hij te gelijk met een Duitschen, een Zweedschen en twee Pool- sche collega's den 20en Augustus met het stoomschip Leerdam vertrok en reeds twee dagen daarna de „onspoed" begon. Eerst storm, daarna ontreddering van het stoomschip, dat reeds den 22e „vleugellam" met beschadigde machine op den oceaan lag. De machine werd echter hersteld maar nu was het weer de mist welke de reis belemmerde. Het uur der opening van het congres sloeg en steeds dobberden de geleerde heeren op de baren. Eerst den 7den September, twee dagen vóór de sluiting van het congres, werd land gezien en verschenen de heeren te Jersey-City voor den quarantaine-dokter. Deze liet hen door, om in New-York nadere inlichtingen te gaan inwinnen in het Hoffman-House, waar informatiën aan de congresleden verstrekt zouden worden. Daar was echter niemand meer te vinden en on verrichter zake keerde men naar Jersey- City terug. Des Donderdags echter kwamen de heeren te Washington aan, waar sinds Maandag de leden vergaderd waren. Op Vrijdagochtend bleken vele secties reeds gesloten te zijn en de officieele slui ting van liet congres had des Zaterdagsoch tends te half tien uren plaats. Eindelijk volgde, waarschijnlijk tengevolge van de gewoonte der Amerikanen om alle dranken ijskoud voor te zetten en voor al les ijswater toe te dieuen, een aanval van cholerine en daarna een darmcattarrhdie duurde tot de hoogleeraar uit Amerika teruggekeerd was. Aan de Niagara aangekomen, kon hij niet meer ouder dak komen en moest den nacht in een spoorwagen doorbrengen. Het Indisch Genootschap zal Dinsdag 13 December, des avonds ten 7J ure, een algemeene vergadering houden ter behande ling van beschouwingen over de mogelijk heid eener kolonisatie van Nederlanders in Nederlandsch Oost-Indië. Als spreker zal optreden dr. C. L. Van der Burg te Leiden. In de kinderbewaarplaats alhier wer den gedurende de afgeloopen maand opge nomen 822 kinderen. De Leidsche studenten-roeivereeniging „Njord" heeft op de wedstrijden tegen andere vereenigingen tot heden behaald: in 1876: 3 prijzen en 2 premiën, in 1878: 3 prijzen en 1 premie, in 1879: 2 prijzen, in 1880: 2 premiën, in 1882: 9 prijzen en 1 premie, in 1883: 3 prijzen, in 1884: 8 prijzen en 4 premiën, in 1885: 10 prijzen, in 18S6: 15 prijzen en 4 premiën, in 1887: 14 prij zen en 1 premie, totaal: 67 prijzen en 15 premiën. In het gereformeerde minne- of arme oude mannen- eu vrouwenhuis op de Hee rengracht alhier wordt heden een zeldzaam feest gevierd. Twee paartjes herdenken hun huwelijksdag. Het eeue paar Johannes Gulay en Sara Lauwrier, zullen den 13 December a. s. den dag herdenken waarop zij vóór 60 jaren in bet bootje traden, ter wijl den 30en November vóór 50 jaren in het huwelijk traden Johan Philip Favier en Jannetje De Mei. Alle vier ziju nog in leven en in boven genoemd gesticht verpleegd. Al de verpleeg den in het gesticht vieren lieden dat feest mede. Met schilden en vlaggen zijn de wan den der zaal versierd en bier en versnape ringen smaakten den oudjes uitstekend, vooral waar 't een feest gold voor vier be minde medeverpleegden. IIIIIVERSITEIT. Heden werd bevorderd tot doctor in de rechtswetenschap aan de rijks-universiteit alhier, de heer E. Löhnis, geb. te Kra lingen, na verdediging van zijn academisch proefschrift, getiteld: „Desertie van schepe lingen, artt. 890393 S. W. B." MUZIEK, LETTEREN EN KUNST. In het laatste nommer van het Volks blad vindt men een lezenswaardigen brief van prof. dr. De Vries, waarin hij eene taalkundige vraag van den secretaris-generaal bij het ministerie van B. Z., mr.Hubrecht beantwoordt. De Leidsche geleerde betoogt, dat U het laatste overblijfsel is van eeue beleefdheidsformule: „Uwe Edelheid", dat men dus behoort te zeggen„U is", niet „U zijt". Hij hoopt, dat de vorm „u is", welke in de spreektaal telkens voorkomt, ook meer en meer in de schrijftaal zal wor den opgenomen; op die wijs kan men dan eene vergoeding hebben voor het helaas verloren „dij". „U" is losser dan „gij" en niet ruw gelijk „jij". (N. JR. Ct.) In Februari 1885 verkocht een kunst- kooper Courty te Parijs aan den heer Levy eeue oude zilveren vaas uit het tijdvak der Renaissance, voor fr. 15,000. Eenigen tijd daarna bemerkte de heer Lóvy dat de vaas een hedendaagsch namaaksel was, vroeg tenietdoening van den koop en teruggaaf van de betaalde som. De zaak kwam voor de rechtbanken deze verklaarde den koop nietig, veroordeelde Courty tot terugbeta ling van de fr. 15,000 met den interest van den dag van den verkoop af, en in alle kosten, ook die van het deskundig on derzoek. Naar de Amsterdammer mededeelt, beeft de zoo gunstig bekende beeldhouwer, de heer Leenhoff, een fraaie groep gemaakt, voorstellende de gebroeders De Witt. Zij wordt op dit oogenblik gegoten en is door den kunstenaar ontworpen als versiering van een openbaar plein. OFFICIEELE BERICHTEN. Z. M. heeft goedgevonden, met iDgang van 1 Jan. 1888 1°. aan dr. W. P. Ruysch, referendaris bij bet dep. van binnenl. zaken, FEUILLETON. 0F DE WRAAK EENER EDELE VROUW. 103). Nog meer trok datgeen, wat hij haar verhaalde, hem tot haar aan. Zooverliepen er zeven weken, zonder dat graaf Ainsleigh bemerkt had, wat er om hem heen voorviel, totdat hij op zekeren dag vrij onzacht werd wakker geschud. Roderich O'Donell was tot een klaar besef van zijn gevoelens gekomen eu het edele karakter van den jongen man duldde geen geheimzinnigheid. Hij nam dus een kloek besluit, liet zich bij den graaf aan dienen en verklaarde hem iu ongekunstelde woorden zijn liefde voor Cecilia. Hij zag in, voegde hij er vrijmoedig bij, dat hij het jonge meisje voorloopig nog niets kon aanbiedenzijn smettelooze stam boom echter deed niet onder voor den haren; hij verzocht dus den graaf hem hoop te geven, hij zou werken en zwoegen, totdat hij Cecilia roem en rijkdom aan de voeten kon leggen. Met allen ernst hoorde de graaf hem aan; toen hij uitgesproken had, verzekerde hij hemdat hij zijn huwelijksaanzoek als een eer voor Cecilia beschouwde, dat hij er volstrekt niet aan twijfelde, of de jonge man zou in zijne voornemens slagen, maar dat hij zich niet kon begrijpen, waarom Cecilia hem niet had medegedeeld, dat zij reeds verloofd was? „Verloofd?" riep Roderich verschrikt uit. „Ja, sinds hare kindsheid is zij de ver loofde van graaf Arthur Frenk, en het huwelijk zal op den achttienden geboortedag mijner dochter plaats hebben. Hebt ge reeds met mijne dochter gesproken?" „Neen," antwoordde Roderich, wiens trekken met een vaal bleek bedekt waren. 'Ik achtte het mijn plicht, om eerst de toestemming des vaders te erlangen De graaf schudde den jongen mail met groote hartelijkheid de hand. „Gij zijt een edelman van top tot teen. Ik ben trotsch op u. Gelooft ge, dat mijne dochter uwe neiging beantwoordt?" „Ik hoop het, mylordl" „Nu, luister dan, wat ik u te zeggen hebt. Gij hebt zóó lang gezwegen, welnu, zwijg dan ook verder tegenover Cecilia. Morgen vroeg zal ik haar alles mededeelen, en wanneer zij aan den onbemiddeldeu man de voorkeur geeft boven den rijken bruidegom, welnudan zal ik hare neiging geen dwang opleggen. Kom dus morgen op dit uur terug en ge zult antwoord hebbenof Ce cilia aaa liefde alleen de voorkeur geeft boven rijkdom." Een half uur later riep de graaf zijn kamerdienaar bij zich. „Wij vertrekken morgen in de vroegte. Jij blijft hier achter, om in te pakken en volgt ons met de kamenier van mijn dochter in den loop van den dag. Maar vooreerst mag hiervan nog niets bekend worden. Zelfs lady Cecilia mag vandaag nog geen woord van mijn reisplan vernemen!" Dien avond kwam Roderich O'Donell en Cecilia was beminnenswaardiger dan ooit. Zij zong voor den jongen man al zijne lievelingsliederen. Spreken konden beiden echter niet veel met elkaar, daar de vader voortdurend bij hen bleef. Toen de graaf den jongen man de hand tot afscheid reikte, sprak hij glim lachend „Tot weerziens, beste Roderich, tot mor gen. Adieu!" De herfstwind hnilde akelig door het eenzame slot. Roderich sloeg er geen acht op. Hij was jong, vol hoop, hij wist dat Cecilia hem beminde. Wat kon zijn geluk dus in den weg staan. Geen oogenblik twijfelde hij; zij zou hem trouw blijveu, en op hem wachten. Toen hij tegen den namiddag van den volgenden dag op het slot aankwam; deed de vertrouwde kamerdienaar des graven bem open. Verwonderd keek hij om zich heen, want hij ontwaarde een massa gepakte kof fers, en daarenboven een wanorde, die duidelijk een onverwacht vertrek verried. Een vaal bleek overtoog zijn gelaat. Wild klopte zijn hart. „Waar is mijnheer graaf Ainsleigh?" zeide hij op norschen toon tot den bediende en keek hem daarbij zoo woest aan, dat deze onwillekeurig begon te beven. „Vertrokken, genadige heer, tengevolge van een plotselinge tijding, wanneer ik mij niet vergis. De graaf is van morgen om negen uur weggereden, en lady Cecilia heeft hem vergezeld." Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1887 | | pagina 1