MANUELA,
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
Deze Courant verschijnt dagelijks* behalve op Zon- en' Feestdagen.
ABONNEMENT:
Prijs per Nuuiuier 10 tent.
Woensdag 23 November 1887, If°. 275.
ADVERTENTIES:
Bureel: $cheepinaker$stee«: ft
Uitgevers: Gebroeders Muré.
Stads-Berichten.
Voor Leiden, per 3 maanden1.25.
Franco door het geheele rijk, per 3 maanden 1.60.
Van 16 regels0.#0.
Elke regel meer0.15.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen, a contant, zonder rabat, per regel 0.10.
201» Jaargang.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS iler
gemeente LEIDEN;
Gelei op arl. 201 der Algemeene Polilie-
verordening van den 6den November 1879,
waarbij wordt bepaalddat ten minste twee
maal In hel jaar, en wel eens in bel voor- en
eens in hel najaar, op kennisgeving van Bur
gemeester en Wethouders, schoorsteenen en
stookplaatsen gereinigd moeien worden.
Noodigen de ingezetenen uit aan de be
doelde reiniging van schoorsteenen en stook
plaatsen gevolg te geven.
En wordt deze door plaatsing in de Leid-
sche Courant afgekondigd.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
DE KANTER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
Leiden den 11 Oclober 1887.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
LEIDEN;
Gezien art. 8, le alinea der Wel van 2 Juni
1875 Staatsblad no. 95), tot regeling van
liet toezicht bij het oprichten van inrichtingen
welke gevaar, schade of hinder kunnen ver-
oorzaken
Brengen bij deze ter algemeene kennis dat
door hen op heden vergunning is verleend aan
D. kARSTENS en rechtverkrijgenden tot op
richting van eene smederij in het perceel Kal
vermarkt 14 en aan S. STERN en reclitver
krijgenden tot oprichting van eene slachterij
in hel perceel Haarlemmerstraat n°. 81.
En geschiedt hiervan openbare kennisgeving
door plaatsing in de Leidsche Courant.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
DE KANTER Burgemeester,
E. KIST, Secretaris.
Leiden, 21 November 1887.
1TADSNIEUW8.
Tot chef van het mil. hospitaal te
Breda is benoemd de off. van gez. 3e kl.
P. K. J. Pabst, thans alhier.
Bij de onderwijzers-examens in Den
Haag zijn gister van de 8 mannelijke can-
didaten 5 geslaagd, en onder hen de hh.
J. Plantfeber en D. Ch. Schnit alhier en
J. G. A. Rodenberg, van Woubrugge.
De Leidsche Dilettantenclub gaf gis
teravond in het lokaal Ephralm hare eerste
uitvoering in dit seizoen. Te ruim acht
uur opende de president de bijeenkomst.
Hij bracht in herinnering hoe hij bij 't
openen der vorige bijeenkomst het overlijden
van een der leden moest memoreeren. Ook
nu weêf was dit het geval; het lid Van
Wieringen ontviel de club door den dood,
als slachtoffer zijner hulpvaardigheid.
Met een hartelijken welkomstgroet bij het
intreden van het 7e vereenigingsjaar wenscbte
de voorzitter alle aanwezigen een aangenamen
avond en riep hij een welwillend oordeel
voor de vertooners der tooneelstukken in,
die immers slechts bij uitzondering en tot
onderling genoegen het tooneel betraden.
Hierna ging men over tot het opvoeren
van Suzanne, tooneelspel in drie bedrijven
van Jan C. De Vos. Het stak liep uitste
kend van stapel, 't bleek dan ook uitmun
tend ingestudeerd. Dat 't gewaardeerd werd
bleek uit de luide toejuichingen uit de
stampvolle zaal. Maar bovendien bleek bet
uit eene ovatie na het tweede bedrijf door
de Leidsche Dilettautenclub gebracht. De
vertolkster van Suzanne, de znster van
mevrouw Van Oppen ontving een prachtigen
bloemruiker, de vertolker van mr. Maurits
Van Oppen een schoonen lauwerkrans, beide
met breede witte linten en inscriptie. Waren
die huldebewijzen meer dan verdiend, de
naive Jeanne, de vrouw van Van Oppen en
de schalksche dienstmeid Aaltje hebben
mede aanspraak op een woord van lof.
In de pauze werd aan ieder der aan
wezige dames van de leden een aardig bou-
quetje uitgereikt en na de pauze, die, vaak
wat lang, hier niet aan dat envel mank
ging, werd overgegaaD tot het opvoeren van
het bekende blijspel in I bedrijf, „De 37
stuivers van den heer Middelburg."
Middelburg en zijne vrouw werden hier
uitmuntend ter zijde gestaan door Wijnwurnj
die zich bizondrr gemakkelijk op het tooneel
beweegt. ToosjeJaspers, Jeane en Lammer
gier hadden eveneens goed gestndeerd. Na
afloop van dit blijspel nam de heer L. de
gelegenheid te baat dat door het aanhoudend
applaudisseeren het gordijn nogmaals moest
worden opgehaald, om aan de dame die in
Snzanne de titelrol en in 't laatste stuk, die
van mevrouw Middelburg vervuld had,
namens de werkende leden een prachtigen
bloemruiker te vereeren uit erkentelijkheid
voor de hulp door haar reeds gedurende zes
jaren aan de „Leidsche dilettantenclub"
verleend.
De pauzen werden aangevuld door het
uitvoeren van muzieknummers, en naafloop
der tooneelvoorstelling werd de zaal gereed
gemaakt voor het bal dat nog lang en bizonder
geanimeerd voortduurde. Wij voor ons heb
ben den indruk meê naar buis genomen dat
in de vereeniging met ernst gestudeerd wordt
en tevens een aangename en gezellige toon
heerscht.
Het eerebestnnr van de vereeniging
„De Militaire Willemsorde" ontving van
iemand die geheel onbekend schijnt te willen
blijven, voor haar ondersteuningsfonds een
muntbiljet van 10 gulden, onder postmerk
„Leiden".
Een voorbeeld dat zeer zeker navolging
verdient en waarvoor de secretaris-penning
meester van het eerebestuur ons verzoekt
langs dezen weg den dank aan den onbeken
den milden gever over te brengen.
Voor wie met de vereeniging niet bekend
zijn vermelden we hier dat de vereeniging
bestaat uit ridders der Militaire Willems-
Orde, die niet den rang van officier be-
kleeden of hebben bekleed, hetzij zij nog in
werknlijken dienst, dan wel eervol ontslagen
zijn. De vereeniging is gevestigd te Am
sterdam, zij tracht in de andere steden des
rijks „onderafdeelingen" op te richten.
De vereeniging heeft o. a. ten doel,
le. onderlinge ondersteuning der leden en
hunne nagelalen betrekkingen; 2e. het nau
wer toehalen der banden die de leden aan
elkander verbinden, als oud-krijgsmakkers
en strijders voor koning en vaderland. Zij
tracht o. a. dat doel te bereiken door het
bijeenbrengen van een ondersteuningsfonds.
De inkomsten der vereenigiug bestaan uit
contributie, jaarlijksche bijdragen en schen
kingen.
De vereeniging doet een beroep op alle
Nederlandsche vrouwan en mannen die ge
neigd en in staat zijn de pogingen tot het
vormen van een fonds te steunen.
Beschermvrouwen en beschermers der ver
eeniging zijn zij die zich verbinden tot eene
schenking in eens van minstens f25, dan
wel tot eene jaarlijksche bijdrage van f 10.
Donatrices en Donateurs der vereeniging
zijn zij die eene jaarlijksche bijdrage geven
van minstens f 1dan wel eene schenking
in eens van flü.
Zooals gezegdde Leidsche onbekende ge
ver (of geefster) gaf een lofwaardig voorbeeld
dat navolging verdient. De secretaris-pen
ningmeester van het eerebestuur, de hoog-ed.-
gestr. heer A. D. J. De Man, oud-majoor
van het O. I. leger, Jan-Steen9traat n°. 82
te Amsterdam belast zich gaarne met het
ontvangen van inschrijvingen of giften.
MUZIEK, LETTEREN EN KUNiST.
Geboortedag (1829) van H. De Veer.
Een comité heeft zich gevormd om
onzen eersten Nederlandschen tooneelspeler,
den heer Lonis Bouwmeester, een huldeblijk
aan te bieden, als hij op Donderdag den
22 December den dag herdenkt, waarop hij
voor 25 jaren zijn loopbaau als kunstenaar
begon.
Voor het bouwen van een nieuw thea
ter te Munster, in Westfalen, heeft een wel
gesteld burger aldaar eeu som van 45,000
m. geschonken.
De groote schilder Louis Gallait is in
den nacht van Zaterdag op Zondag te
Schaerbeek overleden.
OFEICIEELE BERICHTEN!.
Door Z. M. is aan den heer L. J. A.
Hoyackconsul van het Duitsche rijkte
Amsterdam, vergunning verleend tot het
aannemen der versierselen van ridder 8de
kl. der orde van de Kroonhem door Z. M.
den koning van Pruisen geschonken.
Door Z. M. is, met ingang van 1
Dec. 1887, benoemd tot notaris binnen het
arrond. Arnhemter standplaats de gemeente
Arnhem, mr. S. Th. J. Roescandidaat-no-
taris, advocaat en procureur aldaar.
Door Z. M. is de heer dr. P. A. H.
Rijkebusch, arts, benoemd en aangesteld tot
off. v. gez. 2de kl. bij het pers. van den
geneesk. dienst van het leger in Ned.-Indië.
Door Z. M. is aan den heer W. A. Tra
vers, consul der Nederlanden, met den per
soonlijken titel van consul-generaal, teCon-
stantinopelop zijn verzoekeervol ontslag
verleend uit 's lands dienst.
FEUILLETON.
OF DE WRAAK EENER EDELE VROUW.
91).
Mejuffrouw Latour scheen met hare
groote oogen alles te zien, alles in zich op
te nemen, terwijl zij met onverstoorbare
kalmte antwoordde
„Het is een wonderschoon landgoed, maar
ik ken Rosegg reeds!"
„ZooIs dit dan niet uw eerste bezoek
iii deze streek? Alla, terug, kinderenI
Moet je soms onder de wielen raken? Hoe
dom toch van je, Emil, om die kinderen
zoo maar als dollemannen te laten rond-
loopen 1"
Dit was de eerste begroeting, die de
barones baren gemaal ten deel deed vallen
terwijl zij uitstapte. Toen eerst reikte zij
hem twee harer met een handschoen bedekte
vingers en liet zich door de kinderen even op
.de wangen kussen.
Cecilia bood hem de hand met een
glimlachwaaraan zelfs lord Emil niet vol
komen in staat was weerstand te bieden.
De hand van het jonge meisje vattende,
uitte hij een onbeduidende phrase over de
groote vreugde van het wederzien.
„Rosegg is waarlijk een verblijf, waar ge
trotsch op kunt wezen. Papa zal spoedig
volgen hij zal denkelijk wel tegen het diner
hier zijn. Mejuffrouw Latour, lord Rosegg!"
stelde zij voor, bemerkende, dat Geneviève
klaarblijkelijk de gouvernante volkomen
ignoreerde.
De baroD maakte eene buiging, haalde
vervolgens zijn lorgnet voor den dag en
richtte den blik op de vreemdelinge.
„Ik hoop toch dat je gezorgd hebt, dat
de eetzaal geheel naar mijn verlangen gere
noveerd werd en dat de schilderijen
Zij hield eensklaps op.
„Heer in den hemel, Queenie, wat man
keert Emil?"
Hij hoorde haar niet en de richting zijner
oogen volgende, ontdekte zij nu, dat hij
door de glazen van zijn lorgnet onafgewend
op de gouvernante staarde, terwijl een akelige
bleekheid zijn gelaat bedekte.
„Hij kijkt u aan, mejuffrouw Latour!
Wat beteekent dat!"
De jonge gouvernante wendde zich bedaard
af van de kinderen, waarmede zij zich had
bezig gehouden en beantwoordde ten tweeden
male den blik van den lord.
„Het uiterlijk van mijnheer nw gemaal is
inderdaad verontrustend; kan ik soms het
een of ander voor hem doen?"
„Hare stem!" fluisterde de vrijheer, over
het geheele lichaam bevend. „Hare oogen,
haar gelaat. O, mijn God, wat....
wat is dat?"
„Emil!" met dit woord schudde lady
Geneviève, eindelijk het geduld verliezende,
hem raw bij den arm.
„Ben je nu krankzinnig geworden? Wat
is er? Wat beduidt die ontsteltenis, die
wartaal
„Die vreemdelinge, dat meisje, wie is zijp"
„Wel, de nieuwe gouvernante der kinderen.
Maar wat kan in 's hemels naam de reden
zijn, dat je zoo van haar schrikt. Ze is
mejuffrouw Latonr, de gouvernante 1"
„Mejuffrouw Latour, de gouvernante der
kinderen!" herhaalde lord Emil. „En ik
had er wel een eed op durven doen, dat
zij was
„Nu, wie dan?"
„Een wezendat sinds zes jaren dood en
begraven is."
En zich haastig afwendende, trad hij het
slot weer binnen. Lady Rosegg stond ver
bluft. Wat beteekenden deze zonderlinge
woorden van haren gemaal?
„Mejuffrouw Latour," wendde zij zich
wrevelig tot de gouvernante, „hoe verklaart
gij mij dat raadsel? Graaf Ainsleigh ziet
u 's avonds bij maanlicht en houdt u voor
een geest. Lord Rosegg ziet u heden bij
het verblindende zonlicht, en ook in zijn
oogen schijnt ge weder de geest eeuer af
gestorvene I"
Zonder dat de barones het bemerkte,
gleed er een schaduw over het bleeke gelaat
der gouvernante; doch Cecilia, het pijnlijke
van den toestand gevoelende, riep uit: „Wat
ben je toch dwaas, GenevièveMejuffrouw
Latour gelijkt eenvoudig op een persoon,
die lord Rosegg eenmaal kende. Voor zes
jaar, zeide hij. Woonde hier deBtijds niet
een jonge bloedverwante, die eensklaps
stierf?"
„Zij was geen bloedverwante, maar een
bedriegster!" zeide lady Rosegg bits. „Maar
je hebt gelijk, dat zal zeker het wel geweest
zijn, en is het ongetwijfeld niet de schuld
van mademoiselle Latourdat zij herhaaldelijk
op doodeu gelijkt, maar pijnlijk blijft het
niettemin."
[Wordt vervolgd.)