MANUELA, NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN. Ihcae Courant v er sc (i ij u t dadelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. ABOtTJMEfSIEiT: Zaterdag 5 November 1887. N°. 2 60 AQVERTEITIEII: Uitgevers: Gebroeders Muré. Leidsche Courant Voor Leiden, per 3 maanden1.25. Franco door het geheele rijk, per 3 maanden I.OO. Prijs per Nummer 10 lent. Van 16 regels 0.90. Elke regel meer j 0.15. (Jroote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingena contantzonder rabatper regel 0.10. Bureel: Sclieepmakerssteeg fc 201e Jaargang. Stads-Berichten. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN brengen ter algemeene kennis dal, ingevolge art. 11 van het Koninklijk besluil van 9 November 1851 Staatsblad n°. 142), in verband met Zijner Majesteils besluit van II Augustus 1859 Staatsblad n°. 80), op den 3den December a. s. des middags le twaalf uren, op liet Raadhuis eene vergadering van kiesgerechtigden zal worden gehouden Ier ver kiezing van twee leden van de Kamer van Koophandel en Fabrieken, in de plaats van de Heeren PETRUS ISAACUS DE FREMERY die in 1888 had moeten aftreden, doch ontslag heeft genomen en HERMAN CORNËLIS HAIt- TEVELT, die in 18D0 had moeten aftreden, doch overleden is en dat de inlevering der stembriefjes op bovengenoemden dag geschiedt van 12 tot 2 uren, waarna de bus onmiddel lijk geledigd wordt en de stemopneming plaats heeft. En wordt deze door plaatsing in de Leid sche Courant afgekondigd. Burgemeester en Wethouders voornoemd, DE KANTÈR, Burgemeester. E. KIST, Secretaris. Leiden, den 4 November 1887, STAD8NIGCW». Met den trein van 11 uur kwam hedenochtend uit Den Haag alhier aan Z.Ex. de commissaris des konings in deze provincie de heer mr, C. Fock. Nadat hij door het college van dagelijksch bestuur was verwel komd, bezocht Z.Ex. het raadhuis en de verschillende bureaux aldaar, waarna hij, na eenige even nuttige verpoozing, verschil lende stedelijke autoriteiten ontviug om daarna, in gezelschap van borg. en weth. de kweekschool voor zeevaart en de fabrie ken van de Leidsche katoenmaatschappij, directeuren de heeren Driessente bezoeken. Vooral het bezoek aan laatstgenoemde in richting was van zeer langen duur en ge tuigde van veel belangstelling in die fabriek. Na nog onze singels te hebben rondgereden werd Z.Ex. uitgeleide gedaan door het col lege van dagelijksch bestuur aan den te 4.19 naar de residentie vertrekkenden trein. Den 3den December e. k. zal alhier de verkiezing plaats hebben van twee leden voor de kamer van koophandel en fabrieken, ter voorziening in de vacaturen ontstaan door het bedanken van den heer P. J. De Fre- mery en het overlijden van den heer H. C. Hartevelt. - Bij beschikking vau den minister van binnenlandsche zaken is bepaald, dat de commissie tot het examineeren vau heu, die eene akte van bekwaamheid wenschen te verkrijgen tot bet geven van middelbaar onderwijs in de Nederlandsche taal- en let terkunde, geschiedenis, aardrijkskunde, staathuishoudkunde en statistiek, staatsin richting eu schoonschrijven, voor het jaar 1887 zitting zal houden te 's Graveuhage; en is o. a. tot lid benoemddr. P. L, Muller, hoogleeraar aan de rijks-universiteit te Leiden. Den 27sten dezer zal het 25 jaren geleden zijn dat in de gemeenteraadszitting alhier werd benoemd tot hoofdonderwijzer aan de openbare school voor meer uitgebreid lager onderwijs der le klasse voor jongens, de heer Q. Japikse, toen hoofdonderwijzer eener openbare school te Rotterdam. Ten bewijze hoe iemand, niettegen staande alle wederwaardigheden aan dien tak van landsverdediging verbonden, nog de lust tot dienen bijblijft mag wel worden vermeld hoe aau den korporaal bij de dd. schutterij alhier W. Lau, reeds vóói 25 jaren, eD wel den 6en November 1862, werd toegekend het eereteeken tot belooning van eervollen langdurigen, werkelijken dienstingesteld bij besluit van 5 December 1851. De Leidsche Zangvereeniging hoopt hare eerste uitvoering in dit seizoen te ge ven in Januari a. s., Maria Madeleine van Massenet zal daar worden uitgevoerd. Den 17en dezer zal door het studen- tentooneel alhier eene voorstelling met in troductie worden gegeven. Een der op te voeren stukken is van de hand van een lid der vereeniging. Tot schouwburg-commissaris uit de studenten is gekozen de heer P. A. Franc- ken, alhier, De Vox Studiosorum wijdt in zijn jongste nummer eene zeer waardeerende korte levens- en karakterbeschrijving van den onlangs eervol ontslagen agent van po litie Pieter Schreuder alhier, bij de jougelui meer bekend ouder den naam van Bismarck. Op de vergadering van de Leidsche Debating- Society" van Woeosdag a. s. in de eetzaal der sociëteit Minerva zal als ver dediger van stellingen optreden de heer D. Jacobson. Onderwerp: De bestemmingen werkkring der vrouw. In de vergadering van den Neder- landschen Protestantenbond, te Utrecht ge houden, werd tot lid van het hoofdbestuur benoemd professor W. Van der Vlugt, alhier. Op het drietalvoor de vacante be trekking van directrice der bewaarschool te Uitgeest komt voor mej. M. E. Van Hartrop, alhier. De openbare uitvoering ter herdenking van de 300ste verjaring van Vondel's ge boorte door de rederijkerskamer „Joost Van den Vondel" zal op 11 Nov. a. s. in den stadsschouwburg te Amsterdam plaats heb ben. De eere-commi88ie voor het avondfeest is samengesteld onder voorzitterschap van den burgemeester mr. G. Van Tienhoven terwijl o. a. van hier leden zijn de heeren professoren dr. Jan Ten Brink en dr. M De Vries. Door onbekende oorzaken is hedenmid dag een begin van brand ontstaan in de smederij van den heer Van D. in de Van der Werfstraat alhier. Hoewel nog eenige spuitenwaaronder die van de weesburgers aanrukteD, behoefden die bluschmiddelen geen dienst te doen. Bij den uitgever W. Cremer te 's Gra veuhage verscheen het tweede uummer van de „Haagsche Visioenen", physiologische en critische beschouwingen over personen en toestanden, door Hagensus. Het nummer handelt over „Een geesel der menschheid." Flink papier en prettige letter doen verlan gend naar het boekske grijpen. De Leidsche Ct. deelde onlangs een recept mede om hutspot te bereiden zonder aardappelen (die tijdens het beleg van Lei den in Europa nog niet bekend waren). In een anno 1677 verschenen hoek: „De ver standige Koek of Sorghvuldige Huyshoud- ster, komen verschillende recepten voor om hutspot te maken, van vleesch van schapen of kalveren met peterselie, van schapen- vleesch met „artisokeu" van schapenvleesch met spersies". Voorts wordt een recept ge geven „om een ossen-hutspot te stoven op de Brabantsche manier" (ossenvleeschge schilde gember en foelie, en later er peter selie bijgevoegd), en een „hutspot van alles" bestaande uit: een capoen, schapen-vlees, ossen-vlees en verkens-vleeseen entvogel of smient en sausyzen" met wat gember en peper en „savoykool", eerst opgekookt en dan gestoofd. Onder de visschen komt later zelfs het recept voor „om een hntspot van een steur te maken". Een en ander dus heel ander hutspot (huts- of, volgens sommigen, huispot) dan wat wij daaronder thans verstaan. (.0.v. Z.-H. en Or.) UNI V ER8ITGIT, Aan de rijks-universiteit alhier werden nog de volgende examina met gunstige» uitslag afgelegd. Doctoraal-examen Nederlandsche letteren door den heer J. De Hullu. (cum laude.) Doctoraal examen rechtswetenschap door de heeren H. Lenshoek en J. W. J. Pompe vaD Meerdervoort. Promotie rechtswetenschap door den heer P. Buys. Artsexamen door den heer Ch. P. Van Dillen. (le ged.) door den heer C. L. Bense. MUZIEK, LETTEItEV EIK KUNST. In de Arnhemsche Crt. verklaart thans de heer Meyroos, dat hij wèl een officieele mededeeling heeft ontvangen dat hij tot feestdirecteur van het achttiende Nederl. zangersfeest is benoemddoch dat hij we gens zijne vele andere bezigheden voor die benoeming heeft bedankt. Omtrent Jenny Lindt wordt nog ge meld, dat zij reeds, toen zij 3 jaren oud was, alles wat zij eens gehoord had kon nazingen; dat zij van haar 9de tot haar 12de jaar kinderrollen zong op het tooneel; dat haar stem toen in het hooge register verzwakt was, dat zij na 4 jaren echter weer optrad in het volle bezit van haar stemmicldelen. Jenny Lindt was misschien de laatste zangeresdie in het dramatische genre én in den coloratuurzang evenzeer uitmuntte; haar repertoire omvatte uiteen- FEU1LLETON. OF DE WRAAK EENER EDELE VROUW. 77). „Zij was in haar geheele leven nog nooit een enkelen dag ziek. Het is onmogelijk, ten eenenmale onmogelijk. Laten wij ons naar de woning van dokter Wilson spoeden en zien, wat er te doen valt." „Mylordsprak de oude geneesheer met onverstoorbare kalmte, „ik ben zes-en-zestig jaar oud en heb bijna veertig jaar deu dood in iedere gestalte gezien. Ik zeg u, dat Manuela dood is. Gij kunt geloof sla3n aan mijne woorden. Doch gij zult o zeiven kannen overtuigen, dat ik de waarheid spreek." De baron wilde zich echter niet laten overtuigenhij kon niet aan den dood zijner doodvijandin gelooven. Onmiddellijk beval hij, dat men zijn rijpaard zou opzadelen en nauwelijks een kwartier uur later reed hij met dokter Grey in galop naar Wilchester. Het was ongeveer elf uur en diepe stilte heerschte er in het stadjetoen beide mannen dit bereikten en weldra voor de helder ver lichte woning van den jongen dokter stil hielden, achter wier van gordijnen voorziene vensters zich gestalten haastig heen en weer bewogen. Lord Emil's hart klopte zoo hevig, dat het scheen alsof het zou barstenen nadat bij uit den zadel gesprongen was, duurde het nog enkele minuten, eer hij voldoende zijn bedaardheid had terugverkregen om het huis binnen te kunnen treden. Manuela lag nog steeds op de sofa in de kleine huiskamer, waarop men haar eerst neergelegd had. Op hare strakke gelaats trekken troonde de kalmte van den eeuwigen slaap. Hare handen waren op de borst saamgevouwenterwijl in bare gelaatstrek ken eene wonderbaarlijke uitdrukking van vrede lag. Zoo zag lord Emil haar weder I Behalve dokter Wilson en zijne moeder, bevond zich ook nog Manuela's oudste voedster in het vertrek. Klagend en jammerend zat zij voor het bed van hare doode lieveling, en toen zij bij het opengaan der deur langzaam het hoofd ophief, richtten zich haren blikken met eene uitdrukking van den onverzoenlijksten haat op den binnentredenden lord. „Ha, zijt gij het! Gij, die gedurende den nacht een groot lieer geworden zijt, gij, die tot voor korten tijd nog niets waart. En nu komt gij om uw werk te aanschouwen. Welnu, zie hier dan. Gij zijt haar moor denaar. Gij en die eerlooze, valsche be drieger, die daar in de zijkamer met den dood worstelt, gij beiden zijt even zeker de moordenaars van dit arme schepselalsof gij haar het doodaanbreugeude wapen in het hart gestooten badt. Niet de wet zal het doodvonnis over u uitspreken, maar zeker is het, dat reeds tallooze menschen ter dood gebracht zijn geworden, die het vrij wat minder verdienden dan gij. En gij vreest zelfs niet eens haar aan te zien. Gij vreest niet, dat zij van haar doodbed zou kuDnen opstaan, om n van moord te beschuldigen. Dokter," wendde zich de oude vrouw tot den jongen arts, „dit is uw huis en de doode heeft u als haren vriend beschouwd. Bewijs thans dat ge dit zijt, door haren moordenaar de deur te wijzen „Stil! sttl!" viel mrs. Wilson de veront waardigde spreekster in de rede. Lord Emil mocht hoe dan ook tegenover Manuela gehandeld hebben, in de oogen der weduwe bleef hij toch steeds de heer van Rosegg, het grootste landgoed uit den ganschen omtrek. Henry Wilson deelde echter in geenen deele de zienswijze zijner moedermet koelekalme waardigheid trad hij naar voren. „Tony heeft gelijk," zeide hij, „dit hnis is geen verblijfplaats voor u, mylord. Gij hebt u thans overtuigddat Manuela dood is. Gij kunt u aan geen iilusiën overgevengij moet weten, dat gij en Alexander De St. Claire het geweest zijn, die het arme kind in den dood gedreven hebben. Hem kan men niet ter verantwoording roepenzoolang hij zwaar ziek is. Maar gij, gij zult zoo waarachtig als er een God leeft, thans dit huis verlaten I" Met fonkelende oogen opende hij de deur en wees met de hand naar buiten. „Ga, mylord en overschrijd nimmermeer dezen drempel. Tot mij heeft zij zich ge wend in haar leed, tot mij is zij gekomen in de droevigste ore haars levens, onder mijn hoede blijft zijtotdat de schoot der aarde haar opneemt. En u, mylord, die het waagdet om den naam van dit meisje te bezoedelenu verzoek ik heen te gaan en mij nimmermeer onder de oogeD te komen." [Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1887 | | pagina 1