MANUELA
NIEUWS- EN ADVERT KNTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
ABO$fi?E88E18T:
Donderdag 28 Juli 1887, ü'J. 175
Uitgevers: Gebroeders Muré.
Aeae Co ii ra ii( ver sell ij ut <!a»elijks, behalve op Zon- en
F e e s t (I a e 11.
Voor Leiden, per 3 maanden1.25.
Franco door het geheele rijk, per 3 maanden 1.60.
Prijs per Vu miner io i'ent.
ADVERTENTIE 18:
Van 1t> regels0.90.
Elke regel meer0.15.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingena contantzonder rabatper regel 0.10.
Bureel: Kcheepuiakerssteeg 6.
201» Jaargang.
Stads-Berichten.
Oproeping in werkelijken dienst van Mili
cien-Verlofgangers der lichtingen van
4884 en 1885.
De RURGEMEESTER deu GEMEENTE
LEIDEN,
Gezien de Circulaire van den lieer Commis
saris des Koningsin de provincie Zuid-Holland,
van den 8en April 11., A. No. 761 (2e afd).
Provinciaal blad no. 28;
Brengt ter kennis van de navolgende in deze
gemeente gevesligde milicien-verlofgangers der
lichtingen van 1884 en 1885,
dat zijkrachtens art. 125 der Mililiewet,
onder de wapenen worden geroepen en daartoe
respectievelijk op de hieronder vermelde dagen,
des namiddags vóór vier urenhij nunne korpsen
tegenwoordig moeten zijn, in uniform gekleed
en voorzien van al de voorwerpen van /deeding
en uitrusting door hen bij hun vertrek met
groot verlof medegenomen, alsmede van ver
lofpas en zakboekje, zullende de opgeroepen
manschappen op de mede hieronder aangewezen
tijdstippen in hel genot van onbepaald verlof
worden hersteld, als: die behoorende lot
het Regiment Grenadiers en Jagers, het Ie,
2e, 3e, 4e, 5e, 6e, 7e, en 8e Regiment
Infanterie, lichting 1884, van 10 Augustus
tot 13 September,
bet Ie, 2e en 3e Regiment Veldartillerie, Ie,
2e, 3e, 4e, 5e en 6e batterijen, lichting
1884, van 19 Augustus tol 22 September,
bet korps Rijdende Artillerie, lichting 1884,
van 19 Augustus tot 22 September,
het le Regiment Vestingartillerie, 10e com
pagnie, lichting 1885, van 16 Augustus
tol 20 September,
het le Regiment Vestingartillerie, 6e en 7e
compagnie, lichting 1885, van 17 Septem
ber tot 22 October,
het ïe Regiment Vestingartillerie, 7e en 10e
compagnie, lichting 1885, van 17 Septem
ber tot 22 October,
het 3e Regiment Vestingartillerie 5e compag
nie, lichting 1885, van 6 Augustus tot
10 September,
het 3e Regiment Vestingartillerie, 3e en
compagnie, iichting 1885, van 17 Septem-
tember tot 22 October,
het 4e Regiment Vestingartillerie, 4e en De
compagnie, lichting 1885, van 13 Augustus
tot 17 September,
het 4e Regiment Vestingartillerie, 6e en 7e
compagnie, lichting 1885, van 17 Septem
be tot 22 October,
het korps Genietroepen, lichting 1884, van
15 Augustus tol 17 September,
de le, 2e en 3e Compagniën Hospitaalsoldaten,
lichting 1884, van 10 Augustus tol 13 Sep
tember;
dal bedoelde miliciens mitsdien worden uit-
genoodigd, zich op Donderdag den ien Auqns
lus aanstaande, des voormiddags lusschen 10
en 12 uren, voorzien van bun zakboekje,
aan le melden ter plaatselijke Secretarie, tol
het ontvangen van aanwijzing van de plaats
waarbeen zij zich hebben te begeven en van
het hun eventueel toekomende daggeld ol
passage biljet
en dal, bijaldien ziekte of andere wettige
redenen hen mochten verhinderen aan deze
oproeping le voldoen, zij daarvan tijdig ter
plaatselijke Secretarie behooren kennis le ge
ven, in bel eerste geval onder overlegging
eener geneeskundige verklaring.
Ten einde niemand hieromtrent onwetend
heid zoude kunnen voorwenden geschiedt hier
van openbare kennisgeving door aanplakking
en door plaatsing in de Leidsche Courant.
De Burgemeester, voornoemd,
ÜE KANTER.
leiden, 27 Juli 1887.
P A T E N T B L A D E N.
I)e BURGEMEESTER, hoofd van het be
stuur der gemeente LEIDENbrengt ter ken
nis van belangheboenüeiidat de patentbladen
voor de gepatenleerden wonende in de wijken
IV, over het dienstjaar 1887/8 bij het Col
lege van Zetters, in een der vertrekken van
bet Raadhuis dezer gemeente op vertoon van
bet aanslagbiljet, verkrijgbaar zijn, dagelijks
des namiddags van een lol clile uren, en
wel op Wociisila; 27, Donderdag 28,
Vrijdag 'lil en Zaterdag 30 Juli e. k,
terwijl na het verstrijken van dien ter
mijn de onafgehaalde patentbladen ter uitrei-
king moeten worden afgegeven aan de deur
waarders der directe belasting alhierdie voor
hunne moeite mogen eischen tien cents
zonder meer.
De Burgemeester voornoemd,
DE KANTER.
Leiden, 26 Juli 1887.
«TAIISIVIEIIWI.
DE KERMIS.
De eerlijke makelaar.
Gisteravond ging bij de heeren Van Lier
„De eerlijke makelaar", nieuw blijspel met
zang in vier bedrijven, naar het Hoogduitsch
van Léon Treptow, door W. N. Peypers.
Een echt blijspel, niet al te dol en toch dol
genoeg om zich verbazend te vermaken. Dat
deed men dan ook, zooals bleek uit het
schuddend publiekhet aantal geestige zetten
is legio en de moraal gezond.
De heer Moor was in dit stuk de groote
mandie rol is voor hem als 't ware gescha
pen. De heer Moor nl. stelde voor den heer
Hugo Knorbeen, rentenier, vroeger slachter
te Zandpoort. Hoewel rentenier en bezitter
van een flink vermogen, blijft Knorbeen de
eenvoudige, ronde Hugo, even eenvoudig
als zijne gemoedelijke wederhelft met haren
hoed met blauwe linten en omslagdoek.
De dochter van dit gelukkig echtpaar is,
hoewel even eenvoudig van harte, meer be
schaafd opgevoed; we zagen echter met
genoegen dat 't de werkelijke en niet de
schijnbeschaving was. Het lieve verschij-
ninkje bleef, o wonder, onder al die bescha-
vingskuren naïef. Die dochter (Ernestiene)
was mej. E. Van Biene, eene allerliefste ver
schijning op 't tooueel, die nog aantrekke
lijker wordt door haar bevallig stemmetje
waar ze verschillende coupletten zingt o. a.
die van de revue der Aprilfeesten. De vrouw
van Knorbeen was ook niet kwaad. Hugo
Kno-bcin was dus eenvoudig gebleven. Niet
alzoo de beer Ferdinand Van Walberk, die
vroeger in dienst van den slachter diens
zuster huwde en na den dood van deze een
dame „van stand."
Van Walberk was speculant en als zooda
nig niet altijd even gelukkig. Toch werd
groot geleefd en een toon aangeslagenzelfs
tegen den eenvoudigeneerlijken Hugo, den
man die Walberk eertijds ziju maandloon
betaalde. Dat blijkt bij gelegenheid van een
bezoek waarmeê het gezin Knorbeen de fa-
mielje Walberk wil verrassen. Deze laatste
gevoelt zich gecompromitteerdKnorbeen is
daarover niet boos, hij is bedroefd. De
nobele man heeft bij zijn bloedig handwerk
eene bewonderenswaardige zachtmoedigheid
behouden en nu meD hem financieel noodig
heeft maakt hij in stilte die zaak in orde,
gelukkig als hij is dat hij anderen helpen
kan.
Ook voor verliefden is hij een zaakwaar
nemer, een makelaar, maar zonder zucht
voor belooning, zonder eigenbelang; hij is
een eerlijke makelaar. Mevrouw De la Mar,
als Valesca, de vrouw van den speculant
Walberk de lijdende vrouw is in dergelijke
rollen uitstekend. Mevrouw Holtrop- Van
Gelder vertolkte de rol van Clara, stiefkind
van Valesca met veel succes. Evenzoo deden
dat de heeren Ruygrok en Malherbe, als
Oscar Van Romberg en Bruno Felder, de
idealiseerende muziekmeester.
Het stuk is als voor de kermis geknipt
en het werd blijkbaar met voorliefde gespeeld.
De vertooners hebben er dan ook zeer veel
succes meê gehad.
Het gezelschap van de heeren Van
Lier zal Donderdag a. s. voor het eerst op
voeren de allernieuwste Opérette-Vaudeville
door den heer C. P. T. Bigot, „Amster
dam je bent eenig11" Zijn we goed inge
licht dan is dit stuk noch hier, noch elders
ooit vertoond.
Naar aanleiding van de discussien in
de zitting van 30 Juni jl. is door commis
sarissen der gasfabriek thans een gewijzigd
voorstel ingediend tot uitbreiding van het
cokesterrein. Burg. en weth. vereenigen
zich gaarne met dit nader voorstel en geven
daarom den gemeenteraad in overweging:
le te verklaren dat eene strook der
Oostvolmolenst.eeg lang ongeveer 21 meters
en breed 1.14 meter ter grootte van onge
veer 24 centiaren, grenzende aan het terrein
der stedelijke gasfabriek niet meer voor den
openbaren dienst bestemd is;
2e commissarissen der stedelijke gasfabriek
te machtigen tot afbraak van de in hun
rapport van 11 Juni jl. aangeduide percee-
len en tot inneming van het sub. le om
schreven gedeelte der Oostvolmolensteeg.
Op de voordracht voor een derden
onderwijzer aan de openbare lagere school
der 4e klasse voor jongens te Amsterdam,
genaamd Spieghelschool komt o. a. voor de
heer A. J. J. Verbrugge alhier.
MUZIEK, LETTEREN EN KUNST.
Sterfdag (1872) van professor Kaiser.
Reeds sedert geruimen tijd werden te
's Gravenhage door eenige kunstvrienden
pogingen gedaan, om de Haagscbe afdeeling
van „Toonkunst" in het bezit van een orgel
<e stellen. Het Vad. verneemt dat de daar-
EEU1LLETON.
OF DE WRAAK EENER EDELE VROUW.
6.) -'
„Ik weet wezenlijk niet, boe ik er u mijn
dank voor zal betuigen, dat gij mij zoo te
juister tijd hulp verleend hebt."
„Het leven gered hebt," bad zij willen
zeggendoch de opvatting van den toestand
was baar toch wat al te tragisch toegeschenen,
want zij was een veel te goed paardrijdster
om niet te weten, dat haar leven eigenlijk
gezegd geen oogenblik in gevaar had verkeerd.
Alexander de St. Claire had regelmatige,
fraaie trekkeneen donkere gelaatskleur,
zwarten baard en even donkere, vurige
oogen, waarmede hij trouwens meesterlijk
wist te manoeuvreeren.
„Gij doet mij veel eer aaD, mylady,"
antwoordde de jonge man, een hoffelijke
buiging makende. „Ik geloof wel niet, dat
uw leven in gevaar verkeerde, maar toch
beschouw ik bet als eeu gelukdat ik in de
gelegenheid ben geweest n eenzij het dan
ook onbeduidendendienst te hebben kunnen
bewijzeu. Het is voorzeker een zonderling
toeval, dat ik n hier ontmoet, daar ik juist
op het punt stond, om mij op Rosegg te
komen voorstellen."
„Zoo, vergezel mij dan!"
„Maar mylady, gij kant er toch niet aan
denken, om bij dit onweer uw rit voort te
zetten. Ge zoudt u werkelijk een doodelijke
ziekte op den hals halen
„Het onweder zoude nog uitgevonden
moeten wordendat in staat zal zijn om mij
te deeren. Laat ons eens zien, of gij in
staat zijt met mijn paard gelijken tred te
houden. Vergun mij dus, dat ik uw cicerone
bendie u opmerkzaam maak op al het
schoone in en om Rosegg. Het slot is voor
ik weet niet hoeveel eeuwen gebouwd ge
worden wij zijn een zeer oude familie en ik
ben de laatste van mijn geslacht, want mijn
neef, sir Emil Rosegg, behoort tot een zijtak
daarvan. Ik beken eerlijk, dat het mij zeer
veel genoegen doet, dat ik van zulk een
oude en hoogst voorname afkomst ben."
Het onweer was inmiddels afgetrokken.
Onder een vroolijk gesprek bereikten de jonge
lui het park van Rosegg.
„Welkom in mijne woning, mijnheer de
St. Claire," zeide Mannela, haren knappen
begeleider de hand ten groet reikende, nadat
hij haar uit het zadel geholpen had.
Hij bedankte baar met bijna al te grooten
ernst voor dezen woorden.
Zijne schoonheid, die reeds voor zoo
menige vrouw noodlottig geworden was, al
hoewel hij eerst zeven-en-twintig jaren telde,
had ook op Mauuela een diepen indruk ge
maakt. Zij zelve was het, die hem naar de
woning baars vaders voerde, zonder dat zij
vermoedde, welk een onheil zij daarmede
over haar eigen leven bracht zonder dat zij
het vermoedde, hoeveel reden zij zoude heb
ben om tot dan haar stervensuur Alexander
de St. Claire niet te vergeten.
Lord Rosegg zat inmiddels alleen in zijn
schrijfkamer; voor hem lag de brief, dien
hij zooeven uit Parijs ontvange.. had. Hij
luidde
Parijs, 23 September.
Waarde Baron 1
„Met genoegen heb ik vernomen, dat het
majoraat van uw geslacht, het oude slot
Rosegg, zoomede een jaarlijkscb inkomen van
eenige duizenden ponden u ten deel is ge
vallen. Wie had op zulk een geluk durven
hopen? Wat is er natuurlijker, dan dat gij
thans naar uw vaderland terugkeert? Die
lieve, kleine Manuela, hoe allerliefst was zij
toen ik haar voor vijftien jaar het laatst
gezien heb. Ja, voor vijftien lange, ver
moeiende, hopelooze jaren Ik kom u thans
een bezoek brengenwaarde baronen ik
weet, dat gij er door in de wolken zult
wezen. Den 3den October denk ik in de
vroegte met den sneltrein bij u te komen en
ik hoop, dat gij wel de vriendelijkheid zult
hebben, om uw rijtuig naar bet station te
zenden om mij af te halen. Het is mijn
planom onder den naam van mevrouw
Von Waldau onder uw gastvrij dak te ver
toeven. Gij weet het, ik neem namen aan
en leg ze weer af, al naar gelang van om
standigheden. Nu, tot ziens, mylord. Zeg
aan de lieve lady Manuela, hoe innig ik
verheugd ben haar weer te zien en vergun
mij, dat ik mij noem.
Uw oude vriendin,
Johanna Hekman."
Een uur lang had de baron roerloos voor
dezen brief gezeten, met een uitdrukking
van ontsteltenis er op neer starende. Hij
lette niet op den stormdie daarbuiten was
losgebarsten. Het was alsof hij onverwachts
eeu vreeselijkenverpletterenden slag had
ontvangen.
Wordt vervolgd.)