MANUELA,
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
A 8 0 19 M E NI E N T
Dinsdag 26 Juli 1887. - N\ 173,
ADVERTENTIE N:
Uitgevers: Gebroeders Muré.
Leiden, den 22 Juni 1887.
3.)
Voor Leiden, per 3 maanden1.25.
Kranco door het geheele rijk, per 3 maanden 1.60.
Prijs per \iimiiier 10 ('ent.
Van i6 regels0.90.
Elke regel meer0.15.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingencontantzonder rabatper regel 0.10.
Bureel: Scheepuiakerssteeg 6.
201» Jaargang.
Stads-Berichten.
Kostelooze Inenting.
BURGEMKESTER en WETHOUDERS der
gemeente LEIDEN brengen Ier algemeene ken
nis dat de kostelooze inentingen en tierinen-
tingen voortaan niet meer zullen plaats hebben
in het lokaal der Stadswaag maar in liet
EDsabcthshof aan de Oude Vest en wel
rechtstreeks van het Kalf.
De eerste zitting zal daarvoor worden ge
houden op Dinsdag den 88en Junia. s.
lusschen twee en drie uren des namiddags,
terwijl de volgende zillingen zullen plaats
hebben op eiken Dinsdag der maand Juli,
alzoo op den 5en, 12en, 19en en 2Ben dier
maand, mede tusschen twee en drie uren
des namiddags.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
DE KANTER, Burgemeester,
E. KISTSecretaris.
2.
4.
Vergadering van den Gemeenteraad van
Leiden, op Donderdag 28 Juli 1887, des
namiddags te twee uur.
Onderwerpen:
1. Benoeming van een leeraar in de Fran-
scbe taal aan het Gymnasium. (145).
idem van een eersten onderwijzer aan de
school 4de klasse n*. 2. (148).
Idem van een derden onderwijzer aan
voormelde school. (149).
Voorstel tot vaststelling van den pensioen
grondslag voor den bode-concierge. (140).
5. Idem tot naamsverandering van de Vrou
wenkamp. (143).
6. Suppletoire staat van begroeting van het
Gereformeerd Minne- of Arme Oude Man
nen- en Vrouwenhuis, dienst 1887. (144).
7. Verzoek van A. Van Dijk, om een stoep
te leggen aan de Janvossensteeg. (146).
8. Voorstel tot regeling van het onderwijs
in de wiskunde aan de Hoogere Burger
school voor Meisjes. (147).
9. Voorstel betrekkelijk eene uitbreiding van
het cokesterrein der Stedelijke Gasfabriek.
(132 en 152).
1TAD8NIGD Wg.
KERMIS.
Ze ia er, de lang verwachte, de Leidsche
Kermis met al haren aanhang. Nadat de
verschillende buiteDlucht-artisten dezen mor
gen zich naar het politiebureau begeven
hadden om daar een bewijs te erlangen dat
hun instrument „voldoende zuiver" is om
voor zééveel harmonie eene geldelijke beloo
ning te mogen eisehen, verdeelden zich die
artistieke groep over Leidens straten.
Langzaamzonder dat ge 't vermoedt
ge zit aan de koffietafel nadert eene
groep muziekale nomaden uwe woning, en
verraderlijk schettert u op eens de maataan-
gevende trombone in de ooren. Dat kost
u een cent, zuinige huismoeder; ge had
achter in de kamer willen blijven; maar de
kinderen vliegen bij Da tegen 't raam op van
de pret en lokken den germaan op stoep,
den man met zijn platte pet met rooden
band en een beenen broeksknoop als om het
wapen aan te duiden waartoe hun corps be
hoort.
Onophoudelijk volgen ze elkander op, nu
eene groep mnziekanten dan wéér een orgel
draaier met zijne gewoonlijk talrijke nakome
lingen. Daar komt ons een geluid nsder,
een geluid als van een zwerm gonzende en
brommende paardenvliegen. 't Wordt al
duidelijker en klagender en ge begrijpt dat
er een doedelzak in aantocht is. Hém heeft
men zeker niet toegelaten omdat de lucht,
door hem uit zijne bolle wangen in het vieze
vel geblazen, de daaraan verbonden clarinet
in inelodienze tonen verlaat; maar beter dan
iets anders bijna, houden ze de herinnering
aan onze jeugd in ons levendig.
En de belleman? Waarom waren we toch
allen zoo bang voor dien man met zijn kope
ren hoofddeksel, die met opgeblazen wangen
op eens op ons afkwam, waarop we ons ver
scholen achter het voorschoot van onze kin
dermeid. We zien nu immers alles duidelijk,
we zien wat we toen niet zagen dat
zijn hoofddeksel gedeukt en gesoldeerd is,
zijn broek gelapt en zijn schoenen ongelapt.
Bij dat alles komen de Italianen met en
zonder marmotten en menschen van zeer
twijfelachligen landaard met apen en ander
vee.
Maar van veel edeler genoegens kannen
we ons bedienen binnenshuis of liever bin-
nenstents. Zoo trekken onze aandacht de
heeren Clowns bij den heer Spriet op de
Lammermarkt en bij den heer Schuitenvoer
der op de Beestenmarkt. Beide firma's kre
gen dezen middag al heel wat bezoek. Het
Cagliostro-theater van den heer Oscarini,
waarvan ge, zonder dat ge 't weet, op eens
een biljet in de hand hebt, is geheel nienw
opgebouwd op de Beestenmarkt en biedt aan
heel wat menschen zitplaatsen aan.
Eene vrouwelijke Hercules, panorama's,
draaimolens, schommels, schuitjes en andere
draaierijen. Beignets-, wafel-, koek-, eieren-,
poffertjes-, speelgoed-, byouterie-, paling-,
brillen-, zeep- en andere kramen, vallen een
gedeelte van Beestenmarkt, Aalmarkt, Visch-
markt en Nieuwen Rijn, terwijl de winkel
van den heer Sanders op de laatstgenoemde
straat voorzien is van eene extra bezending
nieuwe zeepen en reukwateren.
Is onze stad bekend om hare academie,
op het gebied van poffertjes en wafelen bak
ken heeft ze zich ongetwijfeld ook een zeer
goeden naam verworven. Noemen we slechts
als vertegenwoordigers van dat gilde de
wed. P. Van Tol en Zoon op de Bloem-
markt, 3e kraam van de Vrouwensteeg, de
erven wed. Epskamp, eveneens op de Bloem-
markt, de eerste kraam van de Vrouwensteeg
en Johanna Epskamp, firma Van der Plas
op de Bloemmarkt tegenover het hypotheek
kantoor, allen specialiteiten in poffertjes.
Op 't gebied van wafelen bakken heeft
de heer H. J. Van Dam, firma G. Wesse-
liug 't al wonder ver gebracht. Deze spe
cialiteit staat met zijne kraam ook al op de
Bloemmarkt. De kunstgewrochten aldaar
vervaardigd dragen het waarmerk G. W.
De heer Van Lier opent heden avond
met „Onder valsche vlag" en staat met
zijne schouwburgtent op de Gedempte Zijd
gracht, ingang Vest, bij de molen de Oran
jeboom.
De beer Dnyser heeft 't in de Gehoorzaal
zoo aantrekkelijk mogelijk gemaakt en het
gezelschap van den heer Frits Van Haarlem
is te goed bekend dan dat aanbeveling noo-
dig zou zijn.
Bij de op heden gehouden openbare
verkooping van cokes, bij partijen van 1000,
100, 10 en 5 hectoliters, waren de hoogste
prijzen f320.f35.f3.70 en f185;
laagste prijzen f310.f35.f8.70 en
f 1.85.
Heden ochtend te 7 uur vertrokken
de 3e en 4>e compagnie van het 4e bataljon
van het 4e regiment infanterie uit Leiden
onder bevel van kapitein J. H. Bachiene,
naar Katwijkten einde op het schietterrein
aldaar een kamp te betrekken. De bij deze
compagnien ingedeelde officieren zijn: kapi
tein C. J. Vaillant en de le luitenants J.
M. Henning, L. W. J. Romer, P. J. G.
Schott en D. Klinkenberg.
Zaterdag bekwam een ongeveer vier
jarig kind in de Vestestraat zulke hevige
brandwonden, dat men voor het behoud van
het leven vreest. Het kind heeft sedert het
ongeval nog slechts weinig teekenen van
leven gegeven.
Gisteravond vertelde een man op den
Rijnsburgerweg aan de omstanders dat hij
het leven moe was en zich door verdrinking
daarvan zon berooven. Tot de voorbereidende
werkzaamheden rekende bij het zich kleeden
in costume la Adam. Toen begaf hij zich,
langzaam genoeg om in zijne vochtige plan
nen te worden gedwarsboomd, naar den wa
terkant. Men slaagde er i.-i hem, met behulp
van de politie, wéér aan te kleeden.
In de buurt van de a. s. Caeciliastraat
kregen gister eenige dames en heeren eene
woordenwisseling, die uitliep op stukgeslagen
ruiten en bebloede polsen.
Dezen middag tegen één uur ongeveer
kregen twee werklieden op een steenkolen-
schip aan het Rapenburg twist, na eerst wat
onhandig met elkaar geschertst te hebben.
Een hunner gaf eindelijk den ander een slag
met een kolenachop waardoor deze voor een
oogenblik omvertuimelde.
Hedenmiddag gaven eenige kermis-
maandagvierders door hun ergelijk gedrag
op de Lammermarkt eenige politieagenten
een moeilijk oogenblik. Twee der lastigen
werden echter spoedig ingerekend.
Op den OudeD Rijn bij de Heerengracht
kregen twee personen 't met elkaar te kwaad.
Eenige vrouwen en brugwachters herstelden
met vereende krachten den vrede weder.
MUZIEK, LETTEREN EN KUNST.
Geboortedag (1846) v. H. Kaulbach, Schilder,
De achtste jaarlijksche examens der
Nederlandsche Tooukunstenaarsvereeniging
zijn Zaterdag te 's-Gravenhage voortgezet.
Alle 5 de candidaten voör piano (lager
onderwijs) zijn afgewezen.
FEUILLETON.
OF DE WRAAK EENER EDELE VROUW.
„Dat hielpI Wel is waar, trok hij nu, in
plaats van te spreken, allerlei onnoozele ge
zichten, maar daar maalde ik bitter weinig
om. Geloof me, pa, ik ben bang, wanneer
er tenminste niet iets gebeurt dat hem hierin
verhindert, dat deze gek, eer we er op be
dacht zijn, op het idéé zal komen, om mij
ten hnwelijk te vragen."
„Nn, en wat verder, Manuela?" vroeg de
baron, terwijl hij zich in zijn fauteuil achter
over liet vallen.
„Wat verder? Wilt ge me nu beleedi-
gen? Zie mij maar eens in de oogen en
vraag dan nogmaals: "wat verder? wanneer
gij den moed daarbij bezit."
„Nu, nn, Manuela," trachtte lord Rosegg
haar tot bedaren te brengen, met een zekere
zenuwachtige verwarring. „Emil is geen
•choon man, maar hij is verstandig en smoor
lijk op je verliefd. Geloof me, hij zoude
een veel betere echtgenoot voor je zijn, dan
menigeen, die een knapper voorkomen heeft.
Schoone mannen zijn in den regel ijdel en
ingebeeld als de pauwen en zoozeer met zich
zelven ingenomendat er in hunne harten
voor geen andere menschenziel ruimte over
is. Laat u niet in met romantische illusies,
mijn kind. Heldengestalten ontmoet men
slechts in romans, maar niet in het werke
lijke leven. Emil is een schrandere kop,
en zooals ik u reeds zeide, blindelings op
je verliefd."
„Een schrandere kop," herhaalde Manuela
op verachtelijken toon. „Voor een paar mi
nuten beviel de stof van mijn gesprek u
niet, doch thans behaagt mij die van het
uwe evenmin. Ik zou den schranderen kop
nimmer trouwen, al kon ik er mijn hoofd
mede van den bijl des beuls redden. Hoe
kunt gij het toch over uw hart verkrijgen
om uw eenig kind, uw erfgename, aan te
radendat zij niets beters kan doeDdan
zich weg te werpen aan dien kleinen man
ten platten lande, die ternauwernood vijf
voet groot is, en sprekend het gezicht van
een rat heeft. Wanneer het nog die aanbid-
denswaardige Alexander de St. Claire was.
Ha, daar komt de postbode, papal Geef mij
spoedig den sleutel van de tasch."
En alles vergetende, greep bet jonge meisje
met baast naar den sleutel, waarmede zij
□u de posttasch opende.
„Een, twee, drie, vier brieven," telde zij
verheugd. „Twee voor mij, een voor n uit
Indië en een hè, papa, welke vrouwe
lijke kennissen kunt u in Parijs hebben?
Welk een elegant schrift, en dan dat fijn
geparfumeerde papier, en welk een sentimen
teel motto op het couvertPensez-è-moi.
Van wie mag dat toch wel wezen, papa?"
En het meisje reikte haren vader den
brief over. Zij bespeurde niet dat zijne trek
ken, reeds terwijl hij den brief bekeek, een
merkwaardig ontstelde uitdrukking badden
aangenomen. Hij greep het papier met een
bijna krampachtige haast vast en werd doods
bleek.
„Papa!" riep Manuela, eensklaps de ver
andering in het voorkomen van haren vader
bemerkende. „Ge zijt niet wel. Wat scheelt
u? Drink eens!".
En met deze woorden hield zij een glas
water aan zijne lippen.
Werktuigelijk greep hij naar het glas en
ledigde het in een enkelen teug.
„Nu is 't wat beter, niet waar?" zeide
Manuela, gerustgesteld. „Maar zeg mij nu
eens, heeft die brief, die zooeven gekomen
is, dezen toestand veroorzaakt, of zijt ge
maar toevallig onder het lezen onwel ge
worden
„Het was een van mijn gewone hartkram-
penwaaraan ge al lang gewoon moest we
zen," antwoordde de baron. „Ontbijt nu
maar op uw gemak en staar mij niet zoo
verschrikt aan."
„Ik geloof, dat ge n al lang niet wel
gevoelt, ge moest eens een bekwamen ge
neesheer raadplegen," zeide Manuela op een
min of meer berispenden toon. „Het lange
verblijf in Indië heeft ongetwijfeld uw or
ganisme benadeeld. Doch als ge u thans
beter gevoelt, papa, wilt ge dan niet den
brief lezen en mij zeggen, wie de vrouw is,
die den moed bezit u te schrijvenzonder
dat ik ooit met haar bestaan in keDnis ben
gesteld geworden? Waar wilt ge nu heen
gaan?" voegde zij er verwonderd bij, toen
de baron haastig opstond.
„Naar mijn schrijfkamer, Manuela. Ga
maar stilletjes voort met ontbijten en be
kommer u niet verder om mij?"
En hij boog zich voorover en kuste zij„
dochter met eene hartstochtelij :e teederhejd,
welke aDders niet in zijne gewoonte lag.
Wordt vervolgd.)