m
t
HASTA.
6
MKUW8- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
V ii r a !i I vers c ik ij n t dagelijks, behalve op Zon- e«i Feestdagen.
A A 0 i F. ffl E M f
Prijs per Summer to I'em.
Zaterdag 9 Juli 1887, 1°. 159.
ADVERTENTIE»:
Bureel: Scheepiuakerssleeg 6.
Uitgevers: Gebroeders Muré.
Stads-llericliten.
VERSLAG
P
Voot Leidenper 3 maanden 1.25:
Franco door het geheeie rijkper 3 maanden 1.60.
Van 16 regels0.90.
Elke regel meer0.15.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen, a contant, zonder rabat, per regel 0.10.
201. Jaargang.
De Voorziller van den Itaad der gemeente
Leiden brengt bij deze Ier kennis van de
kiesgerechtigden, dat de verkiezing van twee
leden van den Gemeenteraad Ier vervulling
van de vacatures, ontslaan door hel verlrek
uit de gemeente van den lieer Mr. J. B VOS en
hel door den lieer P. J. DE Fit EMERY genomen
ontslag, die beiden in 1889 moesten aftreden,
zal plaats hebben op Dinsdag, den 19 Juli
1887, van des voormiddags negen tot des
namiddags vijf uren.
De Voorziller voornoemd
DE KANTER.
Leiden, den 17 Juni 1887.
«TAD8NIEII1Y».
van den toestand der gemeente Leiden over het
jaar 1886 door burgeoiecster en wethouders
aan den gemeenteraad in 1887 aangeboden.
(vervolg).
Of gave van de voomaamete in den gemeente
raad behandelde onderwerpen in 1886.
21 Januari. Behandeling van het voor
stel van burg. en weth. om geene verande
ring te brengen in de tot dusverre gevolgde
wijze van gaslevering buiten de gemeente
en aanneming van eene motie van den heer
Was, strekkende om eene beslissing uit te
lokken van ged. staten omtrent hun voor
nemen ten aanzien van de uitbreiding der
geraeeute en inmiddels alle aanvragen tot
aansluiting aan de gasleiding van panden
buiten de gemeente aan te houden.
Continuatie vau de opdracht aan de uit
gevers der Leidtche Courant tot plaatsing
van de publicatiën.
11 Februari. Mededeeling dat dr. E. F.
Van Diesel ontslag neemt als lid van den
gemeenteraad.
Aanvulling vau het reglement voor de
O. I. Instelling, met de bepaling dat aan
het hoofd der inrichting staat een onbezol
digd directeur, door deu gemeenteraad te
benoemen en tevens benoeming tot directeur
van den hoogleeraar oir. P. A. Van der
Lith.
Besluit tot het behouden van de Morsch-
poort en het vereischt crediet verleend om
tot de herstelling over te gaanwaarvan de
kosten zijn geraamd op f 2001).
Aan de firma Ribbink, Van Bork en Co.
te Amsterdam consessie verleend voor den
aanleg en exploitatie van een telefoon in
deze gemeente.
4 Maart. Goedkeuring van de geloofs
brieven van de benoemde raadsleden inr. S.
J. Fockema Andreae, L. G. Le Poole, mr.
J. B. Vos en J. J. Van Mazijk Huyservau
Reenen.
Aanneming van het voorstel van burg. en
weth. om aan de commissarissen der gasfa
briek te kennen te geven dal de gemeente
raad het wenschelijk acht voorloopig geene
verandering te brengen in de tot dusverre
gevolgde wijze van gaslevering buiten de
gemeente.
Wijziging van het reglement op de plan-
tenbeurs.
18 Maart. Indiening van het voorstel
der raadsleden dr. M. J. De Goeje, mr.
H. Van der Hoeven, A. J. Krantz en mr.
F. Was, in zake de meerdere betaling door
niet ingezetenen van de voor leelen die de
gemeente aanbiedt dan door de ingezetenen.
Aanhouding van een verzoek van de
Leidscbe Duinwatermaatschappij om water
te leveren aan ingezetenen van Leiderdorp
aan de Haarlemmertrekvaart tot dat beslist
zal zijn over het voorstel van de vier raads
leden.
29 April. Benoeming van mr. Ch. M.
Dozy tot archivaris der gemeente.
Besluit tot overdracht van het Delftsche
jaagpad aan de provincie Zuid-Holland.
Overdracht van de paardentram-concessie
aan de Rotterdamsche Tramwegmaatschappij.
20 Mei. Besluit tot brengen vau veran
deringen aan de Nieuwe Beestenmarkt,
waarvan de kosten zijn geraamd op onge
veer f 1300.
10 Juni. Mededeeling van liet kon. be
sluit van 18 Mei 1886 n°. 6, houdende
herbenoeming van deu heer L. M. De Laat
de Kanter tot burgemeester van Leiden.
Besluit tot het doen van herstellingen aan
de bovenzaal van de Gehoorzaal, waarvan
do kosten zijn geraamd op f 1330.
Behandeling van het voorstel der vier
raadsleden de heeren De Goeje c. s. en aan
neming van de motie vau den heer Fockema
Andreao, strekkende om de heeren voorstel
lers uit te noodigen het beginsel waarvan
hun voorstel uitgaat, uit te werken met be
trekking tot de onderscheidene onderwerpen
waarop het naar hun oordeel moet worden
toegepast.
Wordt Vervolgd
In de maand Juni 1887 zijn binnen de
gemeente Leiden geboren 104 kinderen,
al9: 47 zoons en 57 dochters, waaronder
begrepen 1 tweelinggeboorte; overleden
74 personen (van welke 11 elders woonachtig),
als: 16 mannen, 18 vrouwen, 22 zoons en
18 dochters; daarenboven als levenloos aan
gegeven 6. Gehuwd 38 paren.
Na afgelegd examen der leerlingen van
de Muziekschool der Maatschappij voor Toon
kunst alhier hebben plaats gehad de vol
gende bevorderingen:
PiaDO. Van de 1ste tot de 2de klasse
P. A. Van der Burg, J. A. Van der Burg,
E. Gerlings, C. Verboom Soumain, C. Bien-
tjes, A. Van Lith, A. Sleyser, S. J. Teunis,
N. P. Jentink en A. Van Rossum du Chattel.
Van de 2de tot de 3de klasse: F. C.
Zillesen, G. Kooyker, C. Parmentier, F. 8.
W. Parmentier, H. Blankenberg, P. W. Van
der Burg, J. W. Van Greuniugen, C. A.
Van der Burg, M. C. Kist, R Pape, E.
Meeter S. A. De Graaif, J. J. W. Matthes.
F. Salberg, P. Mulder, W. H. P. Brügge-
man, H. M. A. Juta, A. Schagen van Soelen,
A. A. H. Visser en J. Fonteyn.
Van de 3de tot de 4de kla-se: C. M. W.
Zdlesen, H. Spandan, Joha. De Graaff, E.
J. De Ridder, G. A. E. Oort, J. A. De
Vleeshouwer, J. C. L. Oudegeest, A. M.
Jentink, C. G. Maingay, A. D. H. Fockema
Andreae, G. Fockema Andreae, J. M. Hooi
berg, W. C. De Voogt eu S. H. Obreen.
Voorwaardelijk: S. J. Le Poole.
Van de 3de tot de 5de klasse: A. C.
Vreede.
Van de 4de tot de 5de klasse: E. C. A.
Toutenhoofd, H. E. W. Van Dissel, J. J.
A. De Ridder, H. Jeltes, J. 1). De Stoppe-
iaar, E. De Carpentier Wildervauck, E.
Levedag, J. Van der HoeveD, E. Van Dam,
E. M. Koppeschaar, M. Ridderhof, C. Brügge-
man, B. Schoemaker, G. E. Stickel Schoe-
maker, N. Vieweg, J. J. Van Amerom, C.
V. Bos en A. Van Leeuwen.
Van de 5de tot de 6dn klasse: A. M.
Zaayer, C. Sijtsma, M. Van Romburgh, H.
Schagen van Soelen, H. C. Ten Brink, H.
G. Van Doesburgh, A. M. M. Caron, W.
E. Van der Burgh, J. E. Maingay, A. De
Stoppelaar, F. B. A. C. Roelants, Joh. W.
Dee, C. S. M. Kroesen, I. S. Matthes eu
J. E. Zirkzee.
Van de 6de tot de 7de klasse: J. M.
Proot, C. Meerburg, C. C. E. A. Jaeger,
P. D. Vermaas, B. Levedng, J. Schouten,
H. M. Sillevis, II. E. Matthes, L. Darlang,
L. E. Ter Meer, B. A. J. Koopinans van
Boekeren en A C. Van Hartrop.
Van de 6de tot de 8ste klasse: C. M.
De Haas.
Van de 7de tot de 8ste klasse: C. Cos-
ter, 8. J. F. Oudshoorn, D. Van Thiel, W.
De Graaff, P. C. F. Van der Hoeven, H.
J. Coert en S. M. Rijke.
Viool. Van de 1ste tot de 2de klasse:
J. P. L. Hagen, J. Ten Brink, F. Meeter,
C. Schagen van Soelen, J. Van Mannekus,
A. Tieleman, R. Kern, C. Van Iterson, F.
G. De Graaff, G. E. Dücker en C. H. Felix.
Van de 1ste tot de 3de klasse: C. V.
Bos.
Van de 2de tot de 3de klasse: H. C.
Meerburg, W. F. Rappard, N. Brouwer, W.
Overgaauw, W. v. Rossum du Chattel, I.
Vos, M. J. E. Bos, F. De Wilde en J. H.
Wagoner.
Van de 3de tot de 4de klasse: J. D.
Blankenberg, H. J. Wagener, A. Kflbne-
man, J. Jongmans, H. G. Martin, D. A.
Ileijnsius, A. Q. Boekwijt, H. W. Brouwer
en J. J. Van Amerom.
Van de 4de tot de 5de klasse: D. A.
Kelder, O. Cahen, H. E. W, Koopmans
Van Boekeren, J. De Graaff en J. P. C.
Van Dissel. Voorwaardelijk: E. Von
Bülow.
Vau 5de tot de 6de klasse: J. W. De
Goeje, N. A. L. Laud, J. A. Van Dijk, C.
Ch. De Loos, W. A. Vermaas, G. G. Van
der Hoeven en W. A. Kuenen.
Van de 6de tot de 7de klasse: C. J. W.
Heintz, W. Van Geer, M. W. Jaeger en J.
Fonteyn.
Van de 7de tot de 8ste klasse: E. Hom.
berg, J. Prinsenberg en F. W. J. Haanstra.
Violoncel. Van de 2de tot de 3de klasse:
D. Jaeger.
Van de 3de tot de 4de klasseE. B.
Couvée.
FEUILLETON.
67).
Met een bleek en ingevallen gezichtje,
groote diepliggende oogen die van allen glans
beroofd waren, zat daar Irène met het kleine
hoofd in de kussens gezonken. Twee maan
den was het kind aan het ziekbed gekluis
terd geweest en dagen lang had de dood
om dat kinderbedje rond gewaard, als be
sluiteloos zijne knokkelige hand naar dat
nauw ontloken leven uitstrekkende.
„Het is nu tijd lieve, laat u nu weêr
naar bed brengen" zei Ada tot het kind dat
bezig was met de kleine vermagerde vin
gertjes een ruikertje te maken van bij haar
liggende bloemen.
„Laat mij hier nog maar wat zitten, tus-
schen die bloemen en planten, zoo heerlijk."
„Neen kind, 't is nu tijd om te gaan
slapen; anders krijgt ge weêr opnieuw
keelpijn."
Zacht nam Ada het teere kind uit de
opeengestapelde kussens en droeg haar weg
naar het iedikantje dat nog steeds in Ada's
slaapkamer stond. Lang bleven daar de kin
derarmpjes nog om den hals der gouvernante
geslagen.
„Lieveling, ge wordt moe, ga nu slapen;
ik zal hier bij u blijven; doe uu je avond
gebedje."
„Mag ik dan nog even wachten met te
gaan slapen tot papa en mama en Felix er
geweest zijn Mag ik die viooltjes van
straks, dan leg ik ze hier bij mij?"
Ada voldeed aan Irene's verzoek.
„Wilt u nu dicht bij mij komen zitten,
hier heel dicht bij mijdan maak ik voor
u een bouquetje; ze rieken zoo heerlijk."
„Maar zult ge dan ook stil gaan liggen"
vroeg Ada, die het kind in hare ziekte
meer dan anders toegaf.
„Zoo, is dit niet mooi? Deze bloempjes
zijn voor u" snapte Irène voort, terwijl ze
de bloemen in de kant van Ada's kleed
strooide.
Ik slaap nog in het geheel niet papa, ik
ben nog wakker". Dit gezegde was tot haren
vader gericht die behoedzaam, om zijn kind
niet te doen ontwaken, binnenkwam.
„Hoe is 't mademoiselle?"
„Veel, veel beter hedenzij heeft nog maar
wat rust en wat slaap noodig en dan zult u
zien dat het weêr onze oude lustige Irène is."
„Papa, heeft Aleida geen medelijden met
mij gehad omdat ik zoo erg ziek ben ge
weest?"
„Zeker lieve, heeft ze dat, ze was er erg
bedroefd om."
„Nu behoeft de dokter zeker uiet meer
bij mij te komen niet waar, want ik ben
weêr geheel beter; mag ik morgen gaan
wandelen papa?"
„Neen besie, dat nog niet. Zoodra de
dokter zegt dat ge uit moogt gaan, dan gaan
we rijdeD, dan koop ik je een klein paardje
en een rijtuigje."
„O ja, dat is heerlijk; dat heeft mama me
ook al beloofd en dan neem ik Aleida meê."
„Zeker, dat moet je doen, en je zult nog
veel meer van me hebben als je nu stil
gaat slapen."
„Ja papa, ik ga al slapen" en ze kuste
haren vader en de gouvernante, ze vouwde
opnieuw hare handjes zamen en het hoofdje
zonk allengs dieper in de kussens.
„Ik zal mijne vrouw zeggen dat ze bij
haar komt zitten, anders begint ze weêr
opnieuw te praten zoodra ze wakker wordt."
„Ja, dat is ook veel beter, want Irène
moet rust hebben; ik blijf toch maar bij
haar zitten, het lieve kind is aan mij zoo
gewoon."
„Moet zij dien drank nog innemen?"
„Ja, daarvoor zal ik straks nog zorgen
wanneer ik 't haar geef wil ze alles innemen."
Na nog een oogenblik het slapende kind
beschouwd te hebben, verwijderde de oude
heer Van Holmsteyn zich uit Ada's vertrek.
Gelukkig glimlachend zag Ada op het nu
rustig sluimerende kind neêr; ze had er
zooveel nachten aan opgeofferd, maar wat
plukte ze ook niet de heerlijkste vruchten
er van nu ze het kind daar, bijna hersteld,
voor zich zag.
Een zijden kleed ruischtebehoedzaam
sloop Adèle naar het ledikant vau haar lie
veling met een bezorgden blik zag zij naar
het slapende kind. „Welk een kalme slaap
nu" fluisterde zij bijna onhoorbaar. ,0, ik
dacht wel dat zij beter zou worden" ver
volgde zij vertrouwend. „Verbeeld u Ada,
dat ik mijn lief kind had moeten veriiezeu.
En het behoorde toch tot de mogelijkheden
niet waartoch kon ik 't mij niet voor
stellen."
Adèle had haren mantel losgeknoopt; ze
scheen eenige oogenblikken bij Irène te wil
len vertoeven, doch het was alsof de stil
zwijgendheid van de gouvernante haar hin
derde.
Wordt vervolgd.)