H A S T A.
NIEUWS- EN ADVERTKNTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
Ê>eze Courant verschijnt dadelijks, behalve op Kon- en Feestdagen.
ABONNEMENT:
Prijs per Nummer 10 Cent.
Dinsdag 5 Juli 1887. N\ 155.
ADVERTENTIES:
Bureel: Scheepmakerssteeg 6.
Uitgevers: Gebroeders Muré.
Stads-Berichten.
HONDSDOLHEID.
Koloniale Werving.
Voor Leiden, per 3 maanden1.25.
Franco door het geheele rijk, per 3 maanden 1.60.
Van 16 regels0.90.
Elke regel meer0.15.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingencontantzonder rabatper regel 0.10.
201e Jaargang.
Kostelooze Inenting.
BURGEMHESTER en WETHOUDERS der
gemeente LEIDEN brengen ter algemeene ken
nis dat de kostelooze inentingen en berinen
tingen voorlaan niet meer zullen plaats hebben
in hel lokaal der Stadswaag maar in hel
Ellsabethshof aan de Oude Vest en wel
rechtstreeks van hel Kalf.
De eerste zitting zal daarvoor worden ge
houden op Dinsdag den 38en Juni a. s.
tusschen twee en drie uren des namiddags,
terwijl de volgende zittingen zullen plaats
hebben op eiken Dinsdag der maand Juli,
alzoo op den 5en, 12en, 19en en 26en dier
maand, mede tusschen twee en drie uren
des namiddags.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
DE KANTERBurgemeester,
E. KISTSecretaris.
Leiden den 22 Juni 1887.
Inenting rechtstreeks van het kalf.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente LEIDEN brengen ter algemeene
kennis dat op Donderdag 7 Juli a. s,
des namiddags tusschen 2 en 3 uren in het
Ellsabethshof aan de Oude Vest gelegen
heid wordt gegeven om te worden ingeënt
met stof rechtstreeks van hel kalf, tegen be
taling van fl per persoon.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
DE KANTER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
Leiden, 4 Juli 1887.
DE BURGEMEESTER der gemeente LEIÜEN.
Gelet od het bij hem ontvangen bericht
dal in deze gemeente een geval van honds
dolheid is voorgekomen;
Gezien art. 3 der Wet van den 5 Juni
1875, lol vaststelling van bepalingen bij het
voorkomen vau hondsdolheid Staatsblad n°.
110);
Beveelt dat gedurende vier maanden, te re
kenen van den dag der afkondiging van dit
bevelschrift, ALLE HONDEN die zich buiten
woningen of vaartuigen (geene openbare mid
delen van vervoer zijnde) in de gemeente be
vinden en niet binnen een afgesloten erf aan
een ketting liggen, moeten voorzien zijn van
een MUILKORF, volgens het door 7„ E. den
Minister van Binnenlandsche Zaken, bij be
schikking van 27 Juli 1875 voorgeschreven
modelter gemeente secretarie voor ieder ter
bezichtiging gesteld; met dien verstande
nochtans dat ingevolge Minislerieele beschik
king van 7 September 1875, de stalen band
van den muilkorf, die den hals van den hond
omgeeftdoor een koperen mag worden ver
vangen.
En geschiedt hiervan op heden openbare
afkondiging door aanplakking en door plaat
sing in de Leidsche Courant.
De Burgemeester voornoemd
DE KANTER.
Leiden, den 4den Juli 1887.
Wie zich als soldaat bij het Oost-Indische
leger verbindt ontvangt bij het aangaan van
eene zes-jarige verbintenis een handgeld van
drie honderd gulden.
Wie zich verbinden wil, heeft zich aan te
melden bij een der plaatselijke of garnizoens
commandanten of bij den commandant van het
Koloniaal Werfdepot te Harderwijk.
Miliciens met groot verlof of in werkelijken
dienst kunnen tot eene verbintenis bij het In
dische leger worden toegelaten. Zij kunnen
ook voor twee jaren bij hel Indisch leger
gedetacheerd worden onder genot van
f aOO handgeld.
Het bedrag van hel gagement isna
twaalf-jarigen dienst (al dan niet afgebroken
door een verblijf van hoogstens een jaar buiten
de gelederen): voor den Soldaat faOO's jaars;
voor den Korporaal -j- f aao '«jaars; voor
den Sergeant -j- f 3liO 's jaars; voor den
Sergeant-Majoor f f a90 's jaars; voor den
Adjudant-OnderoIBcier-j- f320 'sjaars.
Na twintia-jarigen dienst: voor den Sol
daat f 330 's jaarsvoor den Korporaal -j-
f 38© 's jaars; voor den Sergeant f f 121)
's jaars; voor den Sergeant-Majoor f f 450
's jaars; voor den Adjudant-Onderofficier f
f 48D 's jaars.
f (Mits twee jaren in dien rang gediend
hebbende. Bij gebreke daarvan wordt het ga
gement van den naast volgenden lageren graad
genoten.)
Werkelijke diensttijd, als milicien of als
vrijwilliger bij het Nederlandsche leger door
gebracht, komt voor de helft in aanmerking
bij de berekening van den twaalf of twintig-
jarigen diensttijd boven bedoeldmits men
niet later bij hel Indische leger dienst neemt
dan een jaar nadat men uit den dienst bij het
leger in Nederland is gelreden.
Aanbrengpremie in den regel TIEN
gulden.
Opgaven van de voor indiensttreding benoo-
digde stukken en van verdere bijzonderheden
zijn kosteloos te bekomen bij alle Burge
meesters.
8TAD8NIEUW8.
We vestigen de aandacht onzer lezers
op de publicatie van den edel-achtbaren
heer burgemeester onzer gemeente, voor
komende in dit nummer, ten aanzien van
het muilkorven der honden gedurende vier
maanden.
Zaterdagavond werden de feestelijk
heden met betrekking tot het jubilé van
den heer J. D. Van Wijk alhier besloten
met een huishoudelijk feest aan het War
monderhek. In bizonderheden zullen we dit
maal niet treden om het officieus karakter
van het feest. Alleen kunnen wij melden
dat er een 80 gasten aanwezig warendat
er aardig voorgedragen en comedie gespeeld
en allerprettigst gesoupeerd werd. Gesproken
werd er veel en goed en de gezelligste geest
heerschte onder de d .mes en heeren genoo-
digdeu. Welgemeend en verdiend was 't
woord door een spreker aan „Rnth" ontleend
„Dat het u welga".
Nadat reeds Vrijdag en Zaterdag tal
van bewijzen van belangstelling in allerlei
vorm mej. M. Jesse waren aangeboden bij
gelegenheid van haar 25-jarig jubilé als
hoofd der meisjesschool op de Boommarkt,
had gister de officieele receptie van de ouders
der leerlingen en van de oud-leerlingen plaats.
Eene commissie, bestaande uit de heeren
prof. A. Kuenen, prof. H. Oort, luit. t./z.
C. H. De Goeje, J. A. Van Dijk en F.
De Stoppelaar, vervoegde zich namens die
allen ten huize van mej. Jesse om haar als
blijk van aller achting en tevens van aller
deelneming in dit feest een huldeblijk aan
te bieden, bestaande in een prachtig, volle
dig zilveren servies op theetafel met 12
koppen en schotels.
Die aanbieding had plaats bij monde van
den hooggel. heer prof. A. Kuenen die bij
die gelegenheid in eene uitstekende rede
voering de verdiensten van mej. Jesse schet
ste en op de verplichtingen wees die zoo-
velen hier ter stede aan haar als onderwij
zeres hebben.
Ook de hooggel. heer prof. J. M. Van
Bemmelen, die met den heer J. A. Van
Hamel de plaatselijke schoolcommissie ver
tegenwoordigden, sprak menig woord van
warme hulde evenals de heer dr. J. F. Hou
wing, arrond.-schoolopziener, die tevens door
het zenden van een prachtigen bloemruiker
zijne ingenomenheid met het feest had ken
baar gemaakt.
Onder de velen die blijken van sympathie
gaven, noemen we nog mej. A. H. Lange,
institutrice alhier en de directrice, leerares-
sen en leeraren der hoogere burgerschool
voor meisjes.
Vanwege het gemeentebestuur was reeda
op den laten Juli een blijk van belangstel
ling ontvangen.
Vrijdag 1 Juli had de jubilaris reeds vau
de dames onderwijzeressen van hare school
en van drie dames die in den loop van dit
jaar de school hadden verlaten een geschenk
ontvangen bestaande in een sierlijk fantaisie-
stoeltje en een prachtwerk, Goethe's Faust,
van Ten Kate.
Hoe de leerlingen Zaterdagmorgen in de
gelegenheid gesteld waren de gastjes te zijn
van de beminde dame en hoe ze daar wer
den onthaald en hoe ze daar mochten spelen
naar hartelust, dat alles hebben we reeds
gemeld; niet echter dat het ook toen aan
bloemen in de meeste verscheidenheid niet
ontbrak door de leerlingen zoo van harte
meegebracht en geschonken. Aan de vele
weuschen voor hel toekomstig welzijn van
de jubilaris voegen we gaarne de onzen.
Heden vond ten raadhuize alhier de
openbare aanbesteding plaats van de ver
bouwing der meisjesschool 2e klasse aan de
Breestraat met levering van bijbehoorende
meubelenin twee perceelen. Als minste
inschrijver is het werk gegund aan den
heer J. Van der Kamp alhier, voor de som
van f 20122.wat het eerste perceel be
treft en voor de som van f781.wat het
tweede aangaat. Bovendien had de open
bare herbesteding plaats van het verrichten
van eenige herstellingen en verfwerken aan
het gebouw op de stadstimmerwerf. Ala
minste inschrijver is daarvan aannemer ge-
FEUILLETON.
63).
Zij had nauwlijks den tijd zich een oogen-
blik te herstellen en uit te rusten, toen de
onde Greta met een knorrig gezicht op haar
toetrad.
„Maar mijn hemel, wat is er dan nu
wéér, waar zit je dan toch; de oude freule
heeft wel driemaal geroepen en gescheld."
„Ik kan haast niet meer" zuchtte Paula,
terwijl ze de hand aan de pijnlijk en ver
sneld ademende borst legde en de tranen
haar langs de bleekeingevallen wangen
rolden. Wankelend en voorzichtig om een
nieuwen aanval te voorkomen, sleepte zij
zich verder.
f Je laat me toch ook maar roepen en
schellen; waar zat je dan nu toch weêr;
waarom kwam je niet?"
„Ik voelde mij niet wel tante."
„Ach wat, niet wel, altijd niet wel. Hoe
moet ik me dan toch wel gevoelen, hoor
je mij dan klagen en zuchten P"
„Ik heb u niet hooren roepen, anders
was ik gekomen" bracht Paula met bijna
klanklooze stem uit.
„Kom, help mij maar vlug aan mijn voet
en haal de zalf maar."
Duizelig en wonderlijk gevoelde zich de
jeugdige lijderes; ze moest zich aan alle
meubelen vasthouden terwijl zij liep, met
angst zag zij naar de klok, er moesten nog
vijf lange uren verloopen eer ze het moede
hoofd en het lijdende lichaam ter ruste zou
mogeu leggen.
„Maar waar denk je in 's hemels naam
toch aan Paula? Je loopt rond en je ver
geet hetgeen ik je vraag. Ik geloof dat je
eigenlijk nooit veel denkt."
„Ik niet denken?" kwam in schorren toon
over hare lippen, terwijl ze in diep naden
ken treurig voor zich heen zag.
»Nu, maar in geen geval denkt je aan
de dingen waaraan je eigenlijk denken moest,
waaraan het je plicht is te denken."
Het jonge meisje antwoordde niet; zij
wijdde al hare aandacht aan Greta die met
een uitgestreken, stroef gezicht en een on
heilspeilenden blik uit haar nijdig grijs oog,
twee brieven op tafel wierp.
Met ingehouden adem en schrik las Paula
de adressen.
„Is er niet een voor mij bij, dat geloof
ik haast wel" zei de oude frenle.
„Neen tante, beide zijn aan mij geadres
seerd" voegde Paula hare tante toe. Een
brief was van Marcelde andere was door
Karei geschreven.
„Hier Paula, help mij eerst; die brieven
kunnen wel wachten geloof ik."
Hoe brandde dat geliefde schrift van Mar
cel haar in de handenhoe gaarne had ze
weg willen snellen om in de eenzaamheid te
lezen en herlezen hetgeen er in dat, nog
steeds in hare hand rustend couvert, door
zijne hand geschreven was. Dien man, dien
ze wellicht nooit meer zien of spreken zou,
had ze zoo lief. Was 't haar slechts gegund
in stilte over hem te waken, voor hem te
mogen zorgen, dat niets hem ontbrak waarin
voorzien kon worden en wat dikwijls door
onvolledige hulp verzuimd werd. Kon zij
elk rimpeltje van dat vriendelijke gelaat
wegstrijken door eene onzichtbare hand.
Reeds was het avond geworden en bevond
Paula zich alleen op haar kamertje toen zij
gelegenheid vond de beide brieven te lezen.
Het eerst verbrak zij het couvert van Mar
cel's brief, een lang schrijven waarin hij
haar om vergiffenis smeekte en aandrong
om zijne woorden van dien avond toch niet
zoo streng op te vatten. Zijn brief wemelde
van de liefste en zoetste namen die hij Paula
gaf, smeekingen om wéér goed op hem te
worden, betuigingen van zijne onverdeelde
liefde voor zijn reine engel. Ach als Mar
cel haar zoo had kunnen gadeslaan met haar
bleek gelaat, hare blauwe lippen en bol
liggende oogen boven de vooruitstekende
jukbeenderen, dan had hij niet de moeite
gedaan al die liefkooziugen op het papier te
zetten; hij zon zijne kennissen op de socië
teit verteld hebben dat het blonde cheru
bijnenkopje al heel leelijk afgetakeld was en
niet veel meer dan een skelet geworden was.
In 't kort had hij in zijn schrijven aan
gestipt dat hij voor veertien dagen met
verlof naar zijne moeder ging en verzocht
daar veel brieven van haar te mogen ont
vangen.
Een nieuwe strijd voor het half vermoorde
schepsel, wier lichamelijk lijden haren geest
langzamerhand deed verstompen. Met hare
laatste krachten klampte zij zich vast aan
haar nog domineerend gevoel van plicht.
Wordt vervolfi)