H A S T A.
wm
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
eze do 11 ra u t v e r sc It I) t d a e I ij k sbehalve op o »- e
AOVERTESSTlEi:
Donderdag 30 Juni 1887. - N°. 151
Uitgever Gebroeders Muré.
EÏNN ENLANDSCKE BERICHTEN.
Feestdagen.
ASOiSESSEfST:
Voor Leiden, per 3 maanden 1.25.
Franco door het geheele rijk, per o maanden 1.60.
Prijs per Summer 10 Pent-
Van 1ti regels0.90.
Elke regel meer 0.15.
Groote letters wor berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingena c .nt, zonder rabat, per regel 0.10.
Bureel: eepmakerssteeg 6,
201° Jaargang.
stadsnieuws.
Tot kapitein-adjudant bij bet 4de reg.
inf. is beuoemd de kapitein W. J.-. Arri-
ëns, van het corps, alhier in garnizoen.
De dertien leerlingen van het Gym
nasium alhier, die het eind-examen afleg
den, hebben allen het' gevraagde getuig
schrift verkregen.
Voor A (rechtsgeleerdheid enz.): J. H.
De Eoode, C. G. A. Drucker, A. C. H.
Graafland, B. Tormijne, P. H. Rosenstein,
H. J. Couvée, J. Acquoy, E. Van der
Oudermeulen en J. C. Van der Lip.
Voor B (geneeskunde eDZ.)H. J. Coert,
D. Mac Gillavry, J. C. M. Timmermans en
J. C. J. Bierens de Haan.
Volgens de wet van 22 April 1855
is o. a. erkend
De 3 October-Vereeniging alhier, zich ten
doel stellende de jaarlijksche viering van den
gedenkdag van Leidens ontzet te verzekeren.
In de gister gehouden jaarvergadering
van het Provinciaal Utrechtseh Genootschap
van Kunsten en Wetenschappen zijn o. m.
tot leden benoemd:
in de sectie van natuur- en geneeskun
dige wetenschappen, de heer dr. J. E. Van
Iterson J.Az., hoogleerasr alhier, en
in de sectie van letterkunde, wijsbegeerte
en geschiedenis, de heer dr. W. G. C. Bij-
vanck, leeraar aan het gymnasium alhier.
UNIVERSITEIT.
De senaat der rijks-universiteit te
Utrecht heeft zich onlangs tot den minister
van biunenlandsche zaken gewend, ten einde
opnieuw aan te dringen op de totstandkoming
van een nieuw academiegebouw.
muziek, letteren en kunst.
Programma van muziekuitvoering op
Musis Sacrum, op Donderdag 30 Juni, des
avonds te halfacht, door het stafmuziekcorps
van het 4de regiment infanterie, directeur
de heer J. G. H. Mann, 1ste afd.: N°. 1.
„Der Stabs-Trompeter", Marsch (1ste uitv.)
G. Steffens; 2. Ouverture: „Les Diamants
de la Couronne", D. F. E. Auber; 3. „La
Vague", Valse, Olivier Métra; 4. „Souve
nir du „Domino Noir", Opera d'Auber, F.
Dunkier. 2de afd.: N°. 5. Ouverture:
„Zampa" F. Hérold; 6. Vorspiel zum Bühnen-
Weifestspiel „Parsifal", R. Wagner; 7. a.
Mdditation sur le e Prélude de S. Bach
Cli. Gounod; b. Coucert-Polka ponr Piston-
Solo (1ste uitv.) F. W. Timmner; 8. „Un
jour d'Eté en Norvège", Fantaisie sur dif
férents Motifs", A. J. Buyssens.
Mej. E. Seiffert, heeft zich te Londen
op verschil '>(ie concerten met veel bijval
doen .hoorei.. ~!i is voor de geheele maand
Juli voor uitvot. -o te Londen geëngageerd.
Het Grieksch wordt mode onder de
jonge dames te Londen. Thans hebben de
leerlingen van Queen's college, Harleystreet
de „Alcestis" van Euripides vertoond. Henry
Gadsby had voor de muziek gezorgd die door
het koor werd gezongeD. De vertooning had
zooveel succes, dat zij driemaleu zal worden
herhaald.
Men heeft een belangrijke letterkun"
dige vondst gedaannamelijk een groot
aantal brieven van Ferdinand Lasalle. Op
dit oogenblik moeten die brieven zich be
vinden in handen van een hooggeplaatst per
soon, doch niettemin zullen zij publiek wor
den gemaakt.
De eerste kamer is gisterenavond bij
eengekomen, tot hervatting harer werkzaam
heden. De verschillende laatstelijk door de
Tweede kamer aangenomen wetsontwerpen,
waaronder die tot herziening der grondwet,
werden naar de nieuw saamgestelde afdee-
liugen verzonden.
De vergadering werd daarna gesloten.
Door 167 ingezetenen van de ge
meente Het Bildt is aan de tweede kamer
verzonden een adres, tot betuiging van in
stemming met dat van prof. Pekelharing c. s.
betoogeude de wenschelijkheid dat er eene
wet tot stand kome, die aan politieke ge
vangenen eene mildere behandeling waar
borgt.
Door den socialist Croll is eene klacht
jediend bij de tweede kamer, wegens het
vtrnietigen zijner brieven aan Domela Nie-
wenhuis, waardoor het hem aangezien be
zoeken hem ook zijn verboden onmogelijk
wordt gemaakt te voldoen aan de verplich-
ting;n, die op hem rusten als gemachtigde
voor Domela Nieuwenbuis zeiven en voor
hem in kwaliteit van vader en voogd over
zijne minderjarige kinderen.
-- Tot directeur van het post- en tele
graafkantoor te Gulpen is benoemd de heer
J. D. Vissering, commies 3e kl. aan het
post .antoor te 's Hage.
In verband met, de jongste bevordering
krijft de luitenant-kolonel J. A. K. H. W.
Vog 1 het commando over het 3de bataljon
van het 4e regiment infanterie te Haarlem,
terwijl de majoor B. H. Hilvers het 5de
bataljon van het 8ste regiment te Arnhem
van den majoor Vogel zal overnemen.
In de plaats viü^fcapitein J. J Logger
die op pensioen is gesteld, wordt de kapitein
J. Renier, van het 4e regiment, belasi met
de functien van kapitein voor speciale dien
sten bij het 3de bataljon te Haarlem.
De kapitein van het 3e regimeDt in
fanterie L. M. J. Wennigen is door den
inspecteur van het wapen op zijn verzoek
overgeplaatst bij het 4e regiment.
Over het ongelukmet den oppasser
van luitenant Metelerkamp gebeurd, ver
neemt de Ned. Sport het volgende: Na het
o.g.vük, onzen sportsman, luit. Meteler
kamp overkomen, was zijn oppasser Markus
belast met het afstappen van zijn br. hengst
The Cardinal, onlangs uit Engeland aange
kocht. Het paard, door den overtocht een
weinig verreisd, moest wat beweging nemen.
Daar het een weinig loom was, liet genoemde
oppasser het met losse teugels stappen. Op
een smal zandwegje't zoogenaamde Appel
wegje, tusschen den straatweg naar de
Bildt en den grintweg naar Leusden, schrikte
The Cardinal om eeu onbekende reden, en
geraakte uit de hand. Een weinig verder,
véér dat de oppasser de teugels in handen
had kunnen uemen, was een draaiic-:n den
weg, en daar stortte het paar: is zijn
berijder gevallen. In de snelle vaart is de
oppasser waarschijnlijk zeer hard neerge
komen, bekwam kneuzingen aan het hoofd
en bleef bewusteloos liggen. The Cardinal
brak bij den val het elleboogbeen. Het is
niet aan te nemen, dat de oppasser in den
stijgbeugel is blijven hangen en daardoor
medegesleept werd, daar 't paard bijkans
niet kon loopen. De oppasser werd per
brancard naar 't hospitaal vervoerd, is naar
omstandigheden zeer wel en hoopt spoedig
weer hersteld te zijn; doch minder vlug zal
dit met The Cardinal het geval wezen.
Mocht het paard nog terecht komendan
zal het toch altijd kreupel blijveu, dus
hoogstens als dekhengst kunnen dienst doen.
Onze city-correspondent schrijft ons
uit Londen: De heer Kiderlen heeft Zater
dag een prachtige overwinning behaald met
de Two Miles International Tricycle Handicap.
Wederom moet hij voorgeven en won de
eerste en tweede heats. In de final heat
waren bniten lam twee mededingers Gat
ehouse en Moom beiden geduchte rijders.
De twee Engelschen reden voor over den ge-
heelen afstand tot aan de laatste rondte en alge
meen dacht men, dat er geen quaestie van
was of een dezer beiden zou het winnen.
Kiderlen zag geen ruimte hen voorbij te
komen, totdat op den laatsten rechten af
stand hij een opening tusschen beiden zag
en zijn vaart nog versnellende, stoof hij
tusschen beiden door en won prachtig een
halve yard voor numero 2.
Het enthusiasme van het thans talrijke
publiek was zeer groot.
Een der ochtendbladen vergeleek zijn
„spurt" hij die van Aacher, deu beroemden
Jockey, die ook soms in het laatste oogenblik
zijn paard als het waren dwong om de eindpaal
voor al de anderen te bereiken.
In de final heat van de tandems, kwam
Kiderlen ook weder met English uit en won
dezen wedstrijd gemakkelijk. (Hdhbl.)
Vermoedelijk is de inbraak in de Ba-
listraat te 's Gravenhage gepleegd door een
jongen. Bij de nasporingen ter plaatse door
de politie vond zij in den tuin van het
perceel bij een muur een paar jongensschoe
nen. In huis vond zij een lederen jongens
pet en een jongenshemd. Eene dame die
naast generaal K. woont, heeft verklaard
Zaterdagmiddag een jongen, ongeveer 15ja
ren oud, het huis te hebben zien verlaten.
Hij trok de deur niet geheel dicht. Voorts
vernemen wij dat het zilvergoed door de be
woners bij het verlaten van de stadin be
waring was gegeven bij eeue andere familie.
Uit Oud-Beierland wordt gemeld: Nog
eenige dagen droogte, en de krieken zijn
totaal mislukt; de vrucht vermindert bij
FEUILLETON.
60).
„Maar Felix heeft zoolang hij hier is nog
geen enkele attentie voor haar gehad. Wel
moet ik zeggen dat ik kort nadat zij hier
kwam wel een oogenblik aan de mogelijkheid
heb gedacht, hare buitengewone schoonheid
in aanmerking genomen, maar ik vond hen
steeds koel tegenover elkaar zoodat ik die
eerste gedachte spoedig liet varen. Maar
waarom spreekt ge mij daar eerst nu over
Adèle, waarom niet vroeger?"
„Felix is mijn stiefzoon, en even oud als
ik; ik beu soms angstig dat ik den schijn
zou aannemen van te aanmatigend en be
moeiziek te zijn en daarbij komt dat ik
waarlijk in de verbeelding was dat ge het
zelf reeds zeer goed opgemerkt zoudt heb
ben, evengoed als Craning, die er naar ik
meen Felix reeds over gesproken heeft."
„Heeft Craning met Felix daarover ge
sproken? Nu dat kan in geen geval kwaad.
We zullen den tijd niet vooruitloopen, maar
ik hoop dat hij nog maar geen huwelijks
plannen koestert, Die Ada is zulk een vreemd
meisje; zou 't niet beter geweest zijn als
zij maar nooit hier in huis gekomen was?"
„Neen Holmsteyn, neen, ik geef dat nog
zoo spoedig maar niet toe, volstrekt niet.
Heeft zij van die ondeugende, weerspannige
Irène niet een engelachtig kind gemaakt?
Iets waartoe wij toch geen van beiden in
staat waren, niet waar? Dat zij nu zoo
schoon is en Felix zich zoo tot haar aan
getrokken gevoelt kan zij immers niet helpen,
dat is toch niet hare schuld."
„Ja, voor Irene is zij altijd alles, dat
moet ik zeggen, maar voor Felix."
„Om de waarheid en tevens mijne eigene
meening te zeggeD, vind ik dat Ada Van
Breesteghe veel beter vrouw voor Felix is
dan Zélie."
„Adèle wat is dat?"
„Ja, dat ben ik van oordeel en ik houd
het vol. Geloof me dat Zélie er zich de
tering niet van zal zetten."
„Dat arme goede kind. Had zij dat ge
weten dat zij zoo spoedig opzij gezet zou
worden. Ik kan het niet helpen, maar eene
loyale handelwijze zou ik dat van Felix nu
juist niet vinden."
„We weten immers volstrekt nog niet
hoe Felix handelen zaldus kannen we
daarover nog weinig oordeelen, niet waar?"
„Ik ben het nog niet met mezelve eens"
sprak de oude heer gemelijk, „of ik hem er
over zal onderhouden of niet", en hij streek
zich met de hand over het hoofd en zuchtte.
„Dat raad ik u bepaald af; het dient tot
n;*ts oin u beiden daarover driftig te ma-
kei.laat 't aan hem over."
„Het zou mij geweldig spijten wanneer
Felix Ada Van Breesteghe tot vrouw nam."
„Maar waarom dan tochomdat ze geen
fortuin heeft?"
„Neen Adèle, dat weet je wel beter dat
dat nu juist bij mij aan zulk eene zaak
niets afdoet, maar ik weet het niet, ik zeg
u, ik begrijp Ada niet; ze is of een engel
of eene duivelin, en die karakters die zich
zoo weinig bloot geven, daar heb ik het
volstrekt niet op begrepen. Ik ben altijd in
de verbeelding dat zij den spot met ons
drijft. Dat mooie gezicht-', met die koele,
wreedaardige oogen en /diens fijnen mond
die altijd tot een spottend lachje vertrok
ken wordt
„Dat is nu voor het grootste gedeelte
maar verbeelding Holmsteyn, en om u de
waarheid te zeggen, mij bevalt haar karak
ter honderdmaal beter dan dat van dat wis
pelturige grillige kind, die Zélie, die zich
vandaag lachend, morgen pruilend en dan
weêr vervelend eu eigenzinnig voordoet.
Zulke karakters die lief zijn jegens iemand
waarvoor ze eenmaal een voorkeur opvatten
en onaardig, ja zelfs onhebbelijk en onbil
lijk tegenover hen die haar nu juist niet
vleien. Toen Felix haar hier kwam voor
stellen als zijne aanstaande, heb ik terstond
begrepen dat dat meisje niet kon beantwoor
den aan het ideaal dat Felix zich van zijne
toekomstige vrouw had voorgesteld. Wan
neer ik ouder en zijne eigene in plaats van
zijne stiefmoeder was, zou ik hem dat on
getwijfeld onder het oog gebracht hebben.
Holmsteyn" ging de jonge vrouw met een
vroolijk lachje voort, „waarlijk, zoo treurig
zou ik er nu maar niet om zijn; Ada Van
Breesteghe is eene jonge dame met een flink,
degelijk karakter, zij heeft talent, is van
eene der eerste Hollandsche familiën
„Mijnheer Van Walden wacht reeds eeni-
gen tijd in de spreekkamer" kwam de huis
knecht aankondigen.
„Laat mijnheer Van Walden maar hier
komen" zei mijnheer Van Holmsteyn.
„Zal ik een oogenblik gaan" vroeg de
jonge vrouw, die reeds was opgestaan.
Wordt vervolgd.)