H A S T A. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN. eiCourant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en F e e s t d a g e n. A B 0 PI E m E rj T AQVSBTEMTIEM: Woensdag 15 Juni 1887. N°. 138 Uitgevers: Gebroeders Muré. BINNENLANDSOHE BERICHTEN. o u r 3 n f Voor Leiden, per 3 maanden f 1.25, Franco door het geheele rijk, per 3 maanden 1.60. Prijs per Muiiner 10 Cent. Van 16 regels0.90. Elke regel meer0.15. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingena contantzonder rabatper regel 0.10. Bureel: Scheepniakersstee» 6. 201° Jaargang. iTiDHIHWI. In Memoriam. Vele onzer gewezen Leidsche medestudenten zullen met zekere emotie vernemendat „Lammert van Leijen" overleden is. Hij was de meest bekende en beruchte van het viertal, dat indertijd door mr. Lorch, thans lid van den raad van justitie te Padang, in een photograpi- sche lijst vereenigd werd: Lammert van Leien, Job Veldbrief, Sotte Koen, en Bart de spoorlooper. De overlevering zegt dat Lammertmet Job Veldbrief eens naar een kwartje in het Galgewater moetende duiken, zijn mededin ger zoolang met den kop onder water drukte tot hij bewusteloos was, om daarna zelf het muntstukje op zijn gemak te kunnen zoeken. Dit teekent den man. Voor een kwartje zou hij een besten vriend aan de galg heb ben gebracht. Was echter zulk een ruil middel tegen jenever niet in het spel, dan was hij de beste Leinaar uit Leiden. De studenten hadden dikwijls goeden diensten van hem. Een weinig studeerend student werd eens door Lammert, daartoe in ge- strekten draf van het station naar het cen trum der stad geloopen, gewaarschuwddat „pipa" uit den trein was gestegen, hetgeen ten gevolge had dat pipa zoonlief niet met lodderige oogen in bed maar te midden van de meest ontzagwekkende folianten aan de schrijftafel vond, en dat Lammert, een uur na dato, zaliger was dan ooit. Leidsche kermis was voor den braven man steeds een periode van gemengd genot en beproeving. Van een genot wijl hij, door de vele buitenkansjes, de eerste 3 dagen on afgebroken dronken kon zijn. Van beproe ving, wijl hij den 4n, hoogstens 5n dag werd opgepakt en tot het einde van de pret achter de tralies geplakt, waar hij, bij het geluid van de zingende drinkebroers op straat een ware tantaluskwelling moest doorstaan. De nieuwe drankwet was de zwaarste slag die een virtuoos als Lammert kon treffen. Nadat hij in den laatsten tijd eenige malen een gedwongen reisje naar Ommerschans had gemaakt, kwam hij in Leiden terug als commensaal in het Minnehuis. Voor zoo ver dat bij een man van zijn talent moge lijk was, werd hij hier „drankvrij," paste goed op, genoot, in één woord, een wel verdiende rust na een wèlbesteed leven. Den 18n Maart jl. blies de beroemde Leienaar onder dat nederig dak den laatsten adem uit, diep betreurd door allen, die hem in zijne, meest zeer goedaardige, dronkenschap hebben gekend. Zijne asche ruste in vrede 1 (Locomotief.) MUZIEK, LETTEREN EN KUNST. Geboortedag (1607) van Rembrandt. Er hebben zich voor de betrekking van kapelmeester bij het 7e regiment infan terie te Amsterdam 21 sollicitanten aange meld waaronder twee buitenlanders, een Eranschman en een Bus. Luidens mededeeling van den heer Bolléis voor de Rotterdamsche Opera als jeugdige dramatische zangeres geëngageerd mejufïr. Auguste Meyer, van het hoftheater te Mannheimen als heldentenor de heer Carl Zobel, laatstelijk bij de Dnitsche Opera te New-York werkzaam, vroeger geruimen tijd aan het hoftheater te Wiesbaden ver bonden. Evenals telken jare, beeft de directie min of meer achter het net moeten visschen. De meeste directors kunnen reeds veel vroeger engagementen sluiten voor het volgende sei zoen. Komt ten leste ook de Rotterdamsche Opera ter markt, dan blijft haar slechts uit het nog niet aan den man gebrachte eene keus te doen. Ter verversching van het répertoire denkt de heer Bollé „Die Götterdammerung, Haideschacht" en „Iphigenie auf Tauris" op te voeren. (N. B. Ct.) De directie van het Mozarteum te Salzburg is van plan het eeuwfeest van „Don Juan" te vieren door twee opvoeringen van Mozarts meesterwerk. Reichmann uit Weenen is uitgenoodigd de titelrol te zingen. Tri Bianchi zal als Zerlini optreden. Vogl, Siehr en Fuchs uit Munchen hebben hun medewerking toegezegd. Richter zal diri- geeren. Het Aardrijkskundig Genootschap heeft de mededeeling ontvangen, dat Nordenskjöld op het oogenblik eene expeditie uitrust, aan het hoofd waarvan hij de streken van de Zuidpool zal bezoeken. De minister van financiën maakt be kend dat het saldo van 's rijks schatkist op 11 Juni bedroeg: bij de Nederlandsche Bank ƒ23,036,184,856, en bij de betaalmeesters ƒ1,487,077,67. Tezamen ƒ24,523,262,526. Blijkens bij het dep. van marine ont vangen telegram heeft Zr. Ms. schroefstoom- schip 1ste kl. Yan Speyk, onder bevel van Zr. Ms. adjudant, den kapt. ter zee jhr. J. A. Roëll, in den morgen van den 12den Juni Rio Janeiro verlaten ter voortzetting van de reis naar Oost-Indie. Aan boord was alles wel. (St.-Ct.) In de opgaaf van den uitslag der examens van de cadets van het 4de studie jaar staan als geslaagd abusief opgegeven de cadets der cavalerie J. Yertholen de Salve de Bruneton, D. H. Brondgeest, J. M. H. Yan Lelyveld, jhr. K. H. Meijer en H. C. Taunay, welke tot het 3de studiejaar be- hoorenterwijl de cadets G. J. Blom en E. Den Dooren de Jongh reeds tot officieren zijn benoemd en de cadet Mathal de Jongh is overleden. Naar men verneemt is door den gouv.- generaal aan den minister van koloniën voor gesteld, aan de nagelaten kinderen van wijlen den civielen en militairen gouverneur van Atjeh, generaal üemmeni, eene geldelijke ondersteuning te verleenen van f 5600 's jaars. Tot voogd over de ouderlooze kinderen van wijlen den generaal Demmeni is be noemd de heer T. Bruins militair ambtenaar. De aangestelde voogd was een oud wapen broeder en een beproefd vriend van den overledene. Met groot genoegen vermeldt de Inge nieur de tijding, dat de oprichting eener Nederl. maatschappij voor den aanleg en de exploitatie van spoorwegen in de Zuid- Afrikaansche republiek verzekerd is te achten. Men meldt zelfs, dat eerlang enkele tech nici derwaarts zullen vertrekken, om onder leiding van den ingenieur R. A. I. Snethlage (thans te Pretoria) eenen aanvang te maken met de noodige terreinopname ter voorbe reiding van den bouw der lijn, welke Pre toria moet verbinden met den spoorweg op Portugeesch gebied. De Londensche correspondent van het Ból. meldt, dat de Nederlandsche vereeni- ging te Londen flinke lokalen heeft gehuurd in de Regentstreet, dus in het midden van het West-End. De Nederlanders te Londen zullen nu voortaan een waardige plaats heb ben voor hunne gezellige bijeenkomsten. Bij het uitgaan der R. K. bewaar school te Noordwijk geraakte Zaterdag een drie-jarig dochtertje van T. De G. onder de naar Rijnsburg vertrekkende stoomtram. Het ongelukkige kind werd levenloos opge nomen. Door HH. MM. den koning en de koningin is voor een aanzienlijk bedrag deel genomen in de loterij van kunstwerken, verbonden aan de tentoonstelling van schil derijen te 's Gravenhage. Vervolg van den wedstrijd »Pro-Patria" te '8 Gravenhage op gisteren: Wedstrijd met individueele vuur op 150 M. door dezelfde detachementendie in den hoofdwedstrijd hebben medegedongen. Ie prijs zilv. medaille, het 4e bat. der dd. schutterij van Rotter dam, met 149 punten j 2e prijs bronzen med., het le bat. van genoemde schutterij met 147 punten. Wedstrijd tusschen corpsen of vereenigin- gen, welke als eerste prijzen hebben behaald op de wedstrijdengehouden te 's Hage (1879-1880-1884 en 1885), Vucht (1880), De Bilt (1881), Bussum (1883) en Hoorn (1885). le prijs, gouden med., de Amster- damsche studenten-schietvereeniging met 173 punten2e prijs, zilv. med., de schietver- eeniging „Oranje Nassau" te 's Hage, met 168 punten; Se prijs, bronz. med., „Een dracht" te Amsterdam, met 165 punten. Wedstrijd tusschen de overige uitgenoo- digde corpsen en vereenigingen. 1ste prijs gouden med., de vereeniging van onderoffi cieren en korporaals der scherpschutters-ver- eeniging te Rotterdam, met 173 punten; 2e prijs, zilv. med., Utrechtsch-Weerbaarheid, met 171 punten; 3e prijs, bronz. med., Clau- dius-Civilis, te Amsterdam, met 161 punten. Salvovuur op 150 meter door dezelfde detachementen van alle vereenigingen die in den hoofdwedstrijd hebben medegedongen, le prijs, zilveren medaille, Neêrlandsch Bur gerwacht, te Amsterdam; 2e prijs, bronzen medaille, het Olficieren-Schietgezelschap der FEUILLETON. 49). Het paar was nu nabij een lantaarn ge komen, hij had de kleine hand in de zijne. Paula sloeg nu hare oogen tot hem op. Ze was zoo gelukkig; zou er een betere tijd voor haar aanbreken? Mijn arm lief, goed kind" fluisterde hij, terwijl hij de teere gestalte op eens in zijne armen knelde; „ge zijt mijn lieveling, ge behoort mij niet waar, mijn kind, mijne Paula?" 0, wat ruischten die klanken haar won derzoet in de ooren. Liefde straalde uit den reinen blik harer zachte oogen; zij klemde eijne hand vast in de hare als om die nooit wéér los te laten. „Zeg mij mijn kind; wanneer zien wij elkaér weêr; ik krijg toch immers dagelijks bericht? Belooft ge mij dat, waarlijk?" vroeg Yan Breesteghe als er aan zijne af scheidskussen geen eind scheen te komen en Paula de schel deed overgaan. „Ik kom morgen, voor ik naar tafel ga; slaap wel lieveI goeden nacht!" Met een boos en slaperig gezicht opende Greta haar de deur en als een koud bad vielen haar de woorden der zestigjarige op 't lijf: „De oude freule zal morgen wel boos zijn." Ze pruttelde voort terwijl zij de de deur op het nachtslot deed en de gren dels er voor schoof en de zware ketting er voor hing. „Het is me wat moois om daar in het holle van den nacht thuis te komen; dat is hier geen gewoonte juffieI" Zacht sloop Paula de gang door naar haar vochtig kamertje. Het was haar zoo heerlijk te moede al sliep zij bijna niet; thans wa ren hare gedachten en mijmeringen zoete herinneringen aan die zoo pas doorleefde uren; ieder woord dat Marcel tot haar ge sproken had weêrklonk nog duizendmaal in hare ziel, zijn beeld stond haar zoo duidelijk voor den geest zooals bij het licht dier lantaarn zijne blauwe oogen schitterden, ter wijl hij haar onstuimig aan zijn borst drukte. Yroeg was Paula weêr opgestaanzij telde de uren die nog zouden moeten verloopen eer het vijf zou slaan en zij hem weêr zou zien. In spanning en met zekeren angst zag Paula naar de groote suitedeur die om klokslag halfacht geopend werd als hare tante uit hare slaapkamer aan het ontbijt verscheen. Met een ontevreden gezicht slofte de oude freule naar binnen, zonder Paula's morgen groet te beantwoorden, terwijl haar oog on derzoekend over de kleinste voorwerpen op de ontbijttafel ging om te zien of daar alles wel in orde en op de bestemde plaats was. „De horretjes staan weêr niet recht voor het raam" begon ze toen ze op de ontbijt tafel niets had kunnen aanmerken„hoe slordig moet dat van buiten staan of is 't gedaan omdat men u van buiten af zou kunnen zien?" Paula verhielp het door de horretjes recht te zetten. „Heeft u wel gerust van nacht tante?" vroeg bet jonge meisje. Zonder het te bedenken had Paula ongelukkigerwijze daar juist de gevoelige snaar aangeroerd. „Wel gerust?" vroeg de oude; „hoe durft men zoo iets nog vragen't is er wel naar gemaakt om een oud mensch wel te laten rusten. Klokke halftwaalf thuis te komen voor zoo'n jong meisje; ik herinner mij den tijd niet dat de deur van mijn huis nog zoo laat geopend moest worden. Mijn huis is geen logement waar ieder maar in- en uit loopt naar goedvinden; foei, ik heb geen oog toegedaan. Ik dacht nog dat ge thuis gebleven zoudt zijn, en dat je wel begrepen zoudt hebben hoezeer ik er tegen was, tegen dat uitgaan. Maar ach," vervolgde zij hoofd schuddend als tot zichzelve, „wat zal ik er langer over praten; ze mist zoo dat fijne, dat délicate." Yerder mompelde ze nog iets waarvan Paula alleen nog kon verstaan „dat heeft men van mindere standen." Zonder een woord tegen te spreken zat Paula aan het ontbijt en hoorde gelaten de harde verwijten en „délicate" onkiesch- heden van hare grommige tante aan. „Haal mij dat doosje met brillen Paula; ik kan deze woorden niet meer met het bloote oog lezen. Komaan vlug." Paula voldeed aan het verlangen harer tante; de eene bril na den andere werd op gezet maar geen enkele scheen aan de ver- eischten te voldoen. Eindelijk brachten de gekromde vingers er een uit een groot be stoven étui te voorschijn; het was eene ouderwetsche met ronde gaten die de oude vrouw een katuilachtig voorkomen gaven. „Ah", zei ze, „hier kan ik goed door zien, ja, zeer duidelijk; waarom lacht ge?" zei ze driftig zich tot Paula wendend. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1887 | | pagina 1