HASTA.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
IS e i e o ii r a ii t verse Si ij 111
AB0FJMEB3ËIBT:
Dinsdag 19 April 1887.
91.
ADVERTÊMTIEM:
Uitgevers: Gebroeders Muré.
«1 a»eIijksbehalve op Zon- en
Feestdagen.
Voor Leiden, per 3 maanden f 1.25,
Franco door het geheele rijk, per 3 maanden 1.60.
Prijs per Summer 10 ('ent.
Van 16 regels0.90.
Elke regel meer0.15.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingena contantzonder rabatper regel 0.10.
Bureel: Scheepinakerssteeg 6.
200° Jaargang.
Aan de geabonneerden op de Han
delingen en Ingekomen Stukken van
den Gemeenteraad is verzonden het
Zittingversiag van Donderdag 1
April.
Aan de geabonneerden op de Han
delingen en Ingekomen Stukken van
den Gemeenteraad zijn de nos. 7075
der Ingekomen Stukken met dit
nummer verzonden.
SÏABSNIEIIWS.
Ten vervolge op hun rapport van 8 Fe
bruari jl. betrekkelijk de verbouwing van het
schoollokaal voor de meisjesschool 2e klasse
op de Breestraat en de oprichting van een
gymnastieklokaal hebben burg. en weth. de
zer gemeente een nader advies van de plaat
selijke schoolcommissie overgelegd, waarbij,
ingevolge hun verzoek, verdere inlichtingen
worden verstrekt omtrent het gebrek aan
plaatsruimte op die school en de behoefte
aan verbouwing.
Uit dat advies blijkt dat, al worden de
leerlingen, die uit de buitengemeenten naar
hier komen om de school te bezoeken, ge
weerd, de invloed daarvan reeds nu niet
groot genoeg zal zijn om het verbouwen ou-
noodig te maken. Te minder nog daar liet
zich laat aanzien dat de inschrijving van
nieuwe leerlingen in de eerste vijf jaren zal
toenemen. Het advies luidt dus om ter plaatse
van het ontworpen gymnastieklokaal twee
leerzalen te bouwen en tevens een gymnas
tieklokaal te stichten. De uren toch die nog
onbezet zijn gebleven in de gymnastiekge-
bouwen van den heer Wuyster en van de
hoogere burgerschool voor meisjes, kunnen
wat aantal en geschiktheid betreft lang niet
voor de behoefte toereikend geacht worden.
Te meer dringt voorziening in het gym
nastiekonderwijs nu het dezer dagen is ge
bleken, dat de groote inschrijving van nieuwe
leerlingen (tegen 1 April e. k.) voor de
scholen van minvermogenden het noodig zal
maken om de gymnastiekzaal van de school
3e klasse n°. 1 (hoofd A. Van der Harst)
opnieuw als leerzaal te gebruiken.
Dit nader advies heeft burg. en weth. in
niet geringe mate versterkt in hunne over
tuiging dat de voorgestelde verbouwing en
de oprichting van een gymnastieklokaal drin
gend noodig zijn, zoodat zij met nadruk de
aanneming van hun bedoeld voorstel aan
den gemeenteraad in overweging geven.
Burg. en weth. hebben het gevoelen van
den rechtskundigen adviseur ingewonnen om
trent de vraag of de gemeente verplicht is
de schade te vergoeden, die door of bij ge
legenheid van ongeregeldhedenals bedoeld
bij de adressen van A. J. Tegelaar en J. J.
P. Slegtenhorst, wordt geleden. Die vraag
is door den adviseur bepaald ontkennend
beantwoord. Ook is vroeger reeds op der
gelijke verzoeken afwijzend beschikt terwijl
op de gemeente geene redelijke verplichting
tot schadevergoeding rust. Bovendien zou
het verleenen van financieele hulp door de
gemeente, in deze, met het oog op de daar
aan verbonden ver strekkende gevolgen, een
belangrijken financieelen last op de gemeente
kunnen doen rusten.
De overige beweringen van adressanten
omtrent de handelingen in deze van de po
litie meenen burg. en weth., als zijnde ge
heel uit de lucht gegrepen, buiten bespre
king te kunnen laten. Zij geven derhalve
den gemeenteraad in overweging om adres
santen te kennen te geven dat er geen ter
men bestaan om aan hun verzoek om scha
devergoeding uit de gemeentekas, te voldoen.
Door de commissie van financiën is rap
port uitgebracht omtrent de voorstellen der
vier heeren die zich hebben willen belasten
met het onderzoek naar de mogelijkheid van
het aanbrengen van verbetering in de ver
houding tu9schen inwoners dezer gemeente
en die der omliggende gemeenten ten op
zichte van belooning van diensten van de
gemeente genoten. De uitgesproken bedoe
ling der voorstellers is, door de verhoogde
heffingen hendie in de onmiddellijke nabij
heid van Leiden wonen, gunstig te stemmen
vódr de uitbreiding van de grenzen dezer
gemeente. Of deze uitbreiding wenschelijk
is uit een financieel oogpunt want alleen
hierop heeft, zegt het advies, de commissie
der vier heeren in deze te letten is voor
alsnog bij gebreke van de noodige gegevens,
niet te bepalen.
In het uitvoerig rapport dat in zijD
geheel aan de geabonneerden op de Hande
lingen van den Gemeenteraad en de Inge
komen Stukken reeds verzonden is be
handelt de commissie van financien elk voor
stel, afgescheiden van het motief, uit een
financieel oogpunt, en daaruit blijkt, dat
naar de meening dezer commissie al de voor
steken op een gezonden grondslag rusten.
Wordt van alle kindereu van niet-inge-
zetenen op de H. B. S. voor meisjes een
schoolgeld van f80 geheven, dan zal dit
voor de gemeente een jaarlijksch voordeel
opleveren van f 280.
Het kouit dei commissie billijk en wen
schelijk voor het schoolgeld voor de scholen
der 2de klasse met f 15 in plaats van f20
te verhoogen. Wordt dit denkbeeld gevolgd,
dan zal .ie gemeente bij gelijke schoolbevol
king een voordeel genieten van f 2050 jaar
lijks.
Blijft het gasverbruik gelijk aan dat van
1886 dan zal het brengen van den gasprijs
buiten de gemeente van 6 op 8 ct. een jaar
lijksch voordeel opleveren van f 1784,84',.
Het komt der commissie voor dat de
voorgestelde verhooging van den prijs van
het duinwater voor de buitengemeenten,
niemand of bijna niemand zal terughouden
en dat het voor de gemeente stellig financieel
voordeel zal opleveren.
Het komt der commissie ook voor dat
het oorstel, om slechts hulp bij brand te
verleenen in de buitengemeenten tegen ver
goeding van het dubbele der werkelijke uit
gaven aanbeveling verdient, doch dat daarbij
de voorgestelde rayon buiten bespreking moet
blijven. Wat betreft het korten op tracte-
menten en pensioenen van in de buitenge
meenten wonende gemeenteambtenaren of
oud-ambtenaren (dit zijn er 31 waarvan
slechts 6 een tractement boven de duizend
gulden genieten), op het voorstel daarom
trent kan de commissie niet gunstig advi-
seeren omdat tegen het voordeel daarvan
vermoedelijk weldra een nadeel over zou
staan.
Omtrent de aanneming der voorstellen
luidt dus het advies der commissie van finan
cien gunstig, behoudens enkele amendemen
ten en behalve die van het voorstel omtrent
de korting op de tractementen en pensioenen
voornoemd.
Burg. en weth. geven alsnog den gemeen
teraad in overweging te besluiten tot den
aankoop van drie huisjes gelegen aan de
noordzijde der Langegracht n°. 104, 106
en 108, waarvoor met inbegrip van de on
kosten eene uitgave wordt vereischt van
ongeveer f4000, terwijl die gelden kunnen
worden gevonden uit het Uitbreidings- en
Vernieuwingsfond der stedelijke gasfabriek.
Door dien aankoop komt aan de oostzijde
een even groot cokesterrein beschikbaar als
aan de westzijde, waardoor in dringende
behoefte wordt voorzien.
Met het oog op vroeger genomen beslis
singen in geval van het verlaten van de
school wegens ziekte, geven burg. en weth.
eindelijk nog den gemeenteraad in overwe
ging, ook ten opzichte van Marie Sprenger,
dochter van mevrouw H. C. Sprenger-Kake-
beeke te Katwijkleerlinge der H. B. S.
voor meisjes, dienovereenkomstig te beschik
ken en alzoo aan adressante vrijstelling te
verleenen van de betaling van het verschul
digd schoolgeld over het derde en vierde
kwartaal van den cursus 1886/87.
Wij ontvingen heden het verslag van
den toestand en de werking der stedelijke
gasfabriek alhier, gedurende het jaar 1886.
Dat exploitatiejaar leverde geen omvangrijke
bezwaren, terwijl de inrichting van de fabriek
dezelfde bleef. De plaats van den beer
dr. E. F. Van Dissel in de commissie uit
den gemeenteraad werd ingenomen door den
heer dr. P. J. Kaiser. Ter bediening van
het magazijn in de Pieterskerkkoorsteeg
werd aangesteld de heer W. Van Bakel.
Aan den fabrieksarbeider J. Jasperse werd
na 38-jarige trouwe dienstvervulling, op
zijn verzoek, pensioen verleend. De lan
taarnopstekers B. Stijger en A. Smit wer
den wegens hoogen leeftijd en langdurige
dienstvervalling eervol ontslagen.
De bruikbare inhoud der gashouders ii
17200 M8. De prijs bleef 6 cents per M8
zonder restitutie. Het aantal geplaatste gas
meters bedroeg op het einde van het jaar
2645vertegenwoordigende eene capaciteit
van 17461 lichten. Op 31 December waren
hiervan 83,6 pCt. natte en 16,4 pCt. droge
gasmeters. De opbrengst aan koolteer be
droeg 469.199 liters. Aan ammoniawater
werd verkocht voor f 13036.64. Aan het
einde van het jaar waren 690 lantaarnvlam-
men in dienst. In 1887 zullen nog meer
lantaarns worden bijgeplaatst en de inrich
ting van alle lantaarns zoodanig worden ge
wijzigd dat het aansteken met behulp van
de ladder geheel kan vervallen. Het batig
FEUILLETON.
7).
„Welk een geduld" merkte mevrouw Van
Breeateghe op.
„En dan komen er nog rosetten van blauw
lint in" zei de geprezeneterwijl ze met
zekeren trots het handwerk in de hoogte
hield.
Van blauw zeg je Pauline? Dat zal het
erg opfleuren; dat wil ik toch eens aan Ada
laten zien. Aaltje roep de kinderen hier"
gebood mevrouw de tweede meid die juist
tot het optrekken der jalonsiën meer tijd
gebruikte dan juist wel noodig was.
De beide kinderen verschenen; Ada schoor
voetend, Marcel eenige passen vooruit met
zijn nienw pak aan en een dikken horloge
ketting op zijn vest.
,-Zoo zoo, dit is uw zoon; wel, wat een
flinke jongen, spiekend zijne moeder". Van
Ada werd niet veel notitie genomeD; daar
over w&a ze trouwens niets treurig gestemd.
Toch nam in zijn hart Henri 't voor haar
op en trok haar naar zich toe.
„Hoe laat is 't toch wel, Marcel" vroeg
mevrouw De Rosse, wier zoontje van den
zelfden leeftijd ongeveer eerst onlangs in het
kostelijk bezit van een horloge was gesteld.
De knaap haalde met veel vertooning, maar
met nog meer onhandigheid het uurwerk
voor den dag en kondigdena het met sa
mengetrokken wenkbrauwen geraadpleegd te
hebben, aan dat het kwartier over acht was.
Hij zette voor mevrouw De Rosse het voet
bankje wat rechter, reikte haar een kop thee
aan en overlaadde haar en de jonge dame
die gezegd had „dat hij reeds het air van
een student kreeg", met opmerkzaamheden.
„Wat een allerliefste jongen", betuigden
de dames toen Marcel weg was.
„Ga nu eens naar jufvrouw Pauline Ada,
en zie eens die fijne sterretjes. Als je nu
zoo iets eens voor je mama maakte." Juf
vrouw Van Vlierde gaf Ada zeer bereidwil
lig eene verklaring hoe ze het aanlegde om
die blauwe strikken zoo te krijgen.
„Hoe netjes toch. En hoe Lng werkt u
nu wel over zoo'n ster?" vroeg mevrouw
De Rosse.
„Hoelang? O, in twee dagen heb ik zoo'n
ster af; als ik vlug werk heb ik in drie
weken een geheele antimacasser."
„Hoe jammer van al dien tijd" liet Ada
zich argeloos ontvallen. Maar ze ging stil
weg, om verderen uitleg te ontloopen.
„Zoo is ze nu altijd" zei haar moeder
hoofdschuddend; „is dat nu niet treurig?"
„Als ze wat ouder is zal de lust wel ko
men" troostte mijnheer De Rosse, die toch
ook eens iets zeggen moest.
„Ze is ook nog een kind; ze speelt zeker
nog met de pop?" bracht mejufvrouw Van
Vlierde in het midden.
„Eene pop? Die heeft ze nog nooit in
de handen gehad."
„Kinderen die niet van poppen houden"
treurde mevrouw De Rosse, met eene stem
die in toonhoogte toenam en met een veel-
beteekenend hoofdschudden.
„Onze Ada zal geloof ik meer lust in de
studie krijgen," verdedigde haar Henri.
„Studie voor een meisje? Allemaal larie,"
betuigde mijnheer De Rosse, zich in pos
tuur zettende om eens goed zijne meening
te zeggen in eene zaak die dan ten minste
nog iel» beteekende.
„Allemaal larie, zeg ik. Als de vrouwen
maar hun huishouden kunnen nagaan, maar
kunnen uitrekenen hoeveel de boter en het
vleeseh kostenzich maar niet laten beet
nemen door hunne meiden en een beetje
gezag over de kinderen hebben, dan zijn ze
al slim genoeg. Je behoeft er mij ook nooit
meê aan boord te komenik laat de meis
jes niets bizonders leeren. Als ze zestien
jaar zijn een, twee, drie van de school
en naar de keuken."
„Ach, last van de studie heeft Ada an
ders ook al niet" zei mevrouw Van Bree-
steghe verdrietig. „Verbeeld u; ze is weg
gekropen uit de school."
„Weggeloopen? Maar mevrouw!"
„Ja, en ik wilde haar daarvoor nu eens
flink straffen, maar zooals dat dan gaat;
Breesteghe wil geen kwaad van 't kind
hooren."
„Ze is te mooi om er kwaad van te kan
nen zien tante," vond de student; „u moet
haar maar niet zoo beknorren, ze is zoo
gevoelig, en ach, dat komt immers alles
later terecht; u moet er n maar geen grijze
haren over laten groeien."
„Maar" bracht jufvrouw Pauline in het
midden, die 't 't veiligst achtte hare mee
ning naar die van mevrouw te regelen; „maar
als ze nu later eene slechte huishoudster
wordt, die alles verwaarloost, welk man zal
haar dan tot vrouw willen hebben?"
(Wordt vervolgd.)