HAST A. NIEUWS- EN ADVERTKNTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN. Uitgevers: Gebroeders Muré. Stads-Bericliten. e e o ii r a 111 vers c hij t <1 a e I ij k sbehalve op Zo n- e si Feestdagen. A B 0 S S3 E 3! E B T Voor Leiden, per 3 maanden1.25. Franco door het geheele rijk, per 3 maanden 1.60. Prijs per Xuuiuier io ent. Zaterdag 16 April 1887. - N". 89. AOVEBTEüTIE N Van 1regels0.90. Elke regel meer0.15. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingenik contantzonder rabatper regel 0.10. itureel: Scheepniaherssteeg 6. 200e Jaargang. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN; Gezien arl. 8, Ie alinea der Wel van 2 Juni 1875 Staatsblad no. 95), lol regeling van Lel toezicht bij liet oprichten van inrichtingen welke gevaar, schade of hinder kunnen ver oorzaken; Brengen bij deze ter algemeene kennis dat door hen op heden vergunning is verleend aan J. VAN DEN HERGH en rechtverkrijgenden tót het oprichten van eene smederij in het perceel Kruisstraat no. 45. En geschiedt hiervan openbare kennisgeving door plaatsing in de Leidsche Courant. Burgemeester en Wethouders voornoemd DE KANTERBurgemeester. E. KIST, Secrelaris. Leiden, den 14 April 1887. STADSNIEUWS. Men schrijft ons: Het is ruim half April en nu begint de bloesem van den Cy- donia Japonica eindelijk te ontluiken; dat verschilt eene maand. Nog sterker bewijs van achterlijkheid in de natuur valt op te merken dst hier en daar het sneeuwklokje nog niet heeft uitgebloeid. Met eeu feilen zonneschijn en scherpen Oostenwind klom gedurende de Paaschdagen de thermometer bo ven de 60° F. Dezer dagen staat hij weder 20" lager met sneeuw, hagelbuien en nacht vorst. Kunt ge mij ook zeggen, vragen onderling de tuinlieden en landbouwers elkan der af, wanneer de koude uit de lucht komt? Als de weerkundigen zoo vriendelijk wilden zijn dit eens uit te maken. Men deelt ons het volgende mede Iemand, die met den burgerlijken stand van ooievaars vertrouwd is, geeft zijne ingeno menheid te kennen met de verbetering van eene schrijffout in het levensregister van de op de Haagsche zeevischmarkt verblijf hou dende ooievaars. Voornamenlijk geldt het den nu onlangs ontslapen ooievaar, waarbij op het getal 70 voor zijn leeftijd de O is afgedongen. Om de waarheid te zeggen, zoover bekend is bereikt dan ook zelfs de grootste vogel van dit benedenrond en nik het anti-diluviaanscli tijdvak, zulk een leef tijd nooit. Olifanten om eens een sprong te doen brengen het echter verder dan de 7 O jaren, soms tot het dubbele getal (als men eerlijkheidshalve er een kwart eeuw aftrekt dat zij opgezet werden), maar anders behoort men onderscheid te maken tusschen vier- beenige, tweebeenige en langbeenige. Ook bedenke men dat het sterke beenen zijn die de weelde dragen. MUZIEK, KETTEREN EN KUNST. Uit 's Gravenhage wordt ons gemeld Een voormalig stadgenootde heer Poons, die als barytonzanger deel uitmaakte van verschillende Fransche tooneelgezelschappen en vroeger werkend lid was van de zangver- eeniging IJaagsch Mannenkoor", directeur de heer J. D. M. H. De la Fuente, zal in de volgende week bier ter stede eene gastrol in de Fransche Opera vervullen. Hij zal op treden in les Noces de Jeannette. Vóór den afloop van het speelseizoen zal zich ook waar schijnlijk alhier doen hooren eene hier ter stede geboren artiste, die te Luik als chan teuse légere een goeden naam verwierf, namelijk mejuffrouw Stella Bolle. Op verzoek vestigt het Vagbl. v. Z.-H. en 's Gr. nogmaals de aandacht op de beuefice-voorstelling van mile. Clary a. s. Zaterdag-avond. Van harte gunt het blad aan de talentvolle artiste druk bezoek. Dinsdag- en Woensdagavond werden de aangekondigde soirees lyriques ten huize van mr. L. P. M. H. baron Michiels van Verduijnen te 's Hage gegeven. Een zevental uitgezochte tableaux-vivants, naar bekende teekeningen of opera's werden voorgesteld door genoodigden van aanzienlijke huize. Elke serie van genoodigden, tot de high life van de residentie behoorende, bedroeg een tachtigtal. De heer Stortenbeker, hofpianist, begeleidde de tableaux met pianospel. De opvoering vaD opérettes in het Seinpost te Scheveningen onder directie van den heer Desuitenwelke als zeer aanstaande gemeld is, zal eerst in de maand Juli plaats hebben. De heeren PerronDonval en Mordet zijn daarvoor reeds geëngageerddoch welke dames daarbij zullen optredenis nog onbekend. Mayeurs „Bleutte" zal eerst 28 April worden gegeven zegt de Temps. In deze opera zullen medewerken Tricot, Vignet, Donval, Perron en Mordet, de dames Clary, Duvals en Duquenne. Met eenen extra-trein is den 11 den dezer het geheele personeeldat in het Scala-theater tot de opvoering van Othello meewerkte (het zijn 168 personen), met het benoodigde materiaal, van Milaan naar Rome overgebracht, waar den 16den Verdi's nieuwe opera in het Costanzi-theater gespeeld zal worden. De zuivere winst, welke de directeur der Scala met Othello gemaakt heeft, bedraagt 187,000 lire; en de tenor Tamagno, die de rol van den Moor vervult, heeft thans reeds 75.000 lire verdiend. De opvoering in Parijs ondervindt moeie- lijkheid, daar de heeren Ritt en Gailhard bezwaar maken het contract met de zange res Rosa Caron te vernieuwen. Verdi schreef daarover aan zijn vertegenwoordiger te ParijB: „Daar ik in het personeel der opera geene kunstenares vind, die mij voor de rol van Desdemona geschikt voorkomt, draag ik n op, in mijnen naam aan heeren directeuren der opera te melden, dat van dit oogenblik de onderhandelingen omtrent de opvoering van Othello afgebroken zijn. BINNLNLAN'ÖSCHE BERI03TEN De minister van ffnancien maakt be kend, dat bij hem ontvangen is een aan het postkantoor te Eindhoven ingeschreven post wissel, groot f25, door N. N. ingezonden wegens te weinig betaald successierecht. De minister van oorlog heeft goedge vonden te bepalen dat, met het oog op de wenschelijkheid eener meer geregelde ver sterking van het Europeesch element bij het Indische leger, de miliciens en plaatsver vangers der lichting van dit jaar, bij hunne opkomst al dadelijk met de gunstige bepa ling, aan dien overgang verbonden, in ken nis gesteld zullen worden. Zij, die voor een overgang in aanmerking wenschen te worden gebracht, na geneeskundig voor dien dienst geschikt te zijn bevonden, en na overlegging van de vereischtc toestemming, kunnen onverwijld op Harderwijk worden gedirigeerd in afwachting van nadere be schikking van het departement van oorlog. Naar de N. H. Ct. verneemt, zijn de directeuren en commandanten der marine door den minister van marine uitgenoodigd de noodige maatregelen te doen nemenom te beletten, dat in de nieuwsbladen steeds berichten voorkomen omtrent beschikkingen, uitgaande van zijn departement ten aanzien van 's rijks werven. In eene Lloyds-dépêche uit Suez wordt het volgende gemeld: Uit een onderzoek is de noodzakelijkheid gebleken, tot het lossen der lading van het stoomschip Prinses Amalia over te gaan, daar het schip door den brand ernstige schade heeft geleden. Wolffs bureau", de Duitsche corres pondentie-instelling voor dagbladen, noemt in een telegram uit Amsterdam over den feestelijken intocht der koninklijke familie, onze kroonprinses „prinzessin Charlotte." Het tegenwoordige wetboek van straf recht bedreigt met straf dengeen, die, we derrechtelijk in de woning van een ander vertoevendezich niet aanstonds op de vor dering van of vanwege den rechthebbende verwijdert. Een ingezetene van Den Haag ontving den 17den Maart jl een bezoek van een sjouwermandie hem een quitantie vertoonde en de betaling daarvan eischte namens een bleeker, met wien de heer des huizes reeds geruimen tijd een geschil had, juist om de zelfde quitantie. Thans verklaarde de heer aan den sjou wer die quitantie wederom niet te zullen betalen. De man bleef echter brutaalweg op voldoening aandringen en weigerde te ver trekken, ook na herhaalde aanmaning. Hij maakte het den bewoner zelfs zdo lastig, dat deze een geladen revolver uit zijn schrijf bureau haalde en dreigde hem te zullen neerschieten. Gelukkig echter wist de echt- genoote van den heer dezen het wapen af handig te maken. Gisteren stond de sjou werman terecht, wijl hij niet na de somma tie van den heer des huizes de woning had verlaten. De vordering van het Openb. Min. was 21 dagen gevangenisstraf. Uitspraak de volgende week. Ook de Rotterdamsche politie treedt dezer dagen gestreng op tegen de vernielers van plantsoen. Gisteren werden o. a. vier jongens in het Park betraptdie bezig waren het jonge gewas te beschadigen. Tegen hen is proces-verbaal opgemaakt. Bravo 1 FEUILLETON. 6). Ze nam toen het veronachtzaamde tapisse riewerk op en duwde het Ada op den schoot. Daar ging het weer aan het werk, met trage hand en afgetrokken gedachten. Na het diner moest Marcel zijn beste pak aan trekken en Ada haar eenvoudig kleedje ver wisselen voor een schoon donkerrood. Die kleur stond goed bij hare donkere oogen en zwarte lokken, en toch was die fleurige, vroolijke kleur niet in harmonie met dat peinzende, sombere gezichtje. Want al waren die lippen gloeiend incar- naat en al was de tint harer wangen gezond en krachtig, het was geen kindergelaat bla kend van dartelheid, geen weelderige tinte ling in een schalksch oog. Plotseling zag ze om; ze voelde een zachten ruk aan hare haarvlecht. „Wat een beleedigd gezichtje kan mijn kleine Venus al opzetten" zei Henri, want die stond achter haar. „Wie is Venus Henri?" „Ja kind, daar kan ik je zoo in eens maar geen uitleg van geven." „Zoo, later dan wel? Nu dan zal ik 't zelf al wel te weten gekomen zijn," zei ze schalks. „Ik had 't niet moeten zeggen, geloof ik" mompelde Henri. „Is 't dan een scheldnaam?" „Vraag dat maar eens aan de wanhopige jufvrouw Van Baste" hernam Henri luid lachend, „die meent nog al veel aanspraak op dien scheldnaam te hebben." Ada keek weer voor zich en de student bleef haar oplettend aanstaren. „Ada, kind, kijk toch niet zoo boos." „Ik ik kijk immers gewoon" zet het kind naïef. „Lachen moet je zoo, zoo ben je dui zendmaal mooier. Waar zijn oom en tante?" „Ouder de veranda; daar zijn nog meer menschen en daarom moest ik in het rood zijn," betuigde zij, terwijl haar gezichtje weer de gewone plooi aannam. „Kom, ga mêe," zei Henri vroolijk, ter wijl hij hare hand op zijn arm legde en haar met gemaakte stapjes over een dwarspad leidde naar de veranda. „Mijnheer en mevrouw De Rosse" zoo werd een tamelijk gezet echtpaar aan den jongen Van Sisteren voorgesteld. Die mevrouw zag er tamelijk verhit uit. Ze zat dau ook met een groot glas limonade voor zich waar van ze zoo juist de verklaring had afgelegd „dat dat zoo verkoelend was". „Zoo zoo, studeert u in de medicijnen" zei mijnheer De Rosse, die den student mon sterde en uit zijne kleeding scheen te willen opmaken tot welke club hij behoorde. Dan was er nog de hoog blonde mejuf vrouw Pauline Van Vlierde, die reeds drie kruisjes telde, evenals de sterren van de onafscheidelijke antimacasser waarover zij zich heen boog. „Ga zitten Henri, daar naast jufvrouw Van Vlierde, je oom komt straks, die moest nog naar een patiente," zei tante na hem met hare sobere hartelijkheid verwelkomd te hebben. „Wat een leven toch, zoo'n dokter," merkte mevrouw Van Rosse aan, „geen oogen blik rust en altijd de onzekerheid dat men weggeroepen kan worden. Ziet u er niet tegen op mijnheer Van Sisteren?" „O, volstrekt niet mevrouw. Dat zou een treurig vooruitzicht zijn. Inspannen, blokken, soms '«nachts nog, om eene positie mach tig te worden waartegen men opziet, of waarin men geen lust heeft. Dan zou ik nog meer te beklagen zijn." Dus is er toch iets aan u te beklagen vroeg zijne buurvrouw, terwijl ze hare zee groene oogen tot hem opsloeg. „O jufvrouw Van Vlierde, als u dat eens wist; wij studenten missen zooveel zorg en zijn zoo aan ons zelve overgelaten." „Ik dacht dat dat de keerzijde van het studentenleven nu niet was," klonk de stem van dokter Van Breesteghe die in de veranda verscheen en de hand van zijn neef harte lijk schudde. „Papa, wie of wat is Venus" fluisterde Ada haren vader in 't oor. „Ada," zei mevrouw „wat heb ik je eenige dagen geleden verboden, wat je nu tot mijn spijt weer schijnt vergeten te hebben?" Het was waar, zij mocht niet fluisteren. Het kind ging stil weg en zette zich elders neer, waar zij voor de uitvallen van hare moeder veilig dacht te zijn. „Ach wat lieve sterretjes jufvrouw Van Vlierde; doet u dat zoo op 't gezicht." „Dat zou al heel leelijk uitkomen immers? Wel neen, ik tel." „Hoe alleraardigst" vond mevrouw De Rosse. Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1887 | | pagina 1