NIEUWS- EN ADVERT KNTIEBLAÜ VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN. 1> Courant verschijnt dagelijks* behalve op Kon- en Feestdagen. A 8 0 3 N 1 E H T Prijs per Nummer 10 Pent. Vrijdag 1 April 1887. - N#. 77. ADVERT ETIE N Bureel: Scheepmakerssteeg Uitgevers: Gebroeders Muré. Statls-Bericliten. BiNNENLMDSCHK BERICHTEN. DE B1UJID EENS EERLOOZEN. Voor Leiden, per 3 maanden1.25, Franco door het geheele rijk, per 3 maanden l.OO. 200. Jaargang. Van 1ti regels0.90. Elke regel meer 0.15. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen, A contant, zonder rabat, per regel 0.10. BURGEMEESTER til WETHOUDERS van LEIDEN, herinneren bij deze den belangheb benden dal ingevolge de Verordening van den 9en Januari 1868 Gemeenteblad n°. 1), de Beestenmarkt en de Kaasmarkt, in plaats van op Vrijdag, den 8en April a. s, zal worden gehouden op Woensdagden 6en te voren. Burgemeester en Wethouders voornoemd DE KANTER, Burgemeester, E. KIST, Secretaris. Leiden, den 31 Maart 1887. STADSNIEUWS. Zooals met een enkel woord in ons nummer van gisteravond nog werd gemeld ontstond tijdens het ter perse gaan van dat nummer brand in de pianomakerswerkplaats van den heer Beuder, op de lleerengracht bij den Nieuwen Rijn. Te 8 uur was het alarm in vollen gang en spoedig waren dan ook reeds de verschillende brandbluschmid- delen, politie, schutterij en infanterie op de plaats aanwezig. Behalve een zestal ge wone brandspuiten, was die van de firma De Heyder en de stoomspuit aanwezig. Het eerst werd water gegeven door de spuiten n°. 5 en 7 en te 10 uur was men eerst den brand meester waarna menonder af en toe spuitener toe overging de smeu lende binten en planken te verwijderen. Langzamerhand trokken ook de spuiten af en eerst te 5 uur in den ochtend vertrok de laatste spuit, n°. 5. De oorzaak van den brand is onbekend; de plaats waar de brand is aangekomen eveneens. Men vermoedt echter dat hij is ontstaan in eene kast waar spiritus en poli toer geborgen was. De leden der eerste kamer van de staten-generaal zijn bijeengeroepen tegen 12 April des avonds. De luitenant-kolonel Goudriaanvan den generalen staf, wordt genoemd als aan staand kolonel commandant van het regi ment grenadiers en jagers, die pensioen heeft aangevraagd. Hedennacht ongeveer 3 uur verliet een melkboer uit de Morschstraat zijne woning. Dezen morgen vond men zijne kleederen op den wal aan het Galgewater liggen en men haalde daarna zijn ontkleed lijk uit dat water op. Met den nieuwen leergang zijn er 20 leerlingen voor de Practische Ambachtsschool ingeschrevenniettegenstaande er voor het schilderen geen plaatsen beschikbaar waren en dus geene oproeping daarvoor gedaan was. Slechts 14 leerlingen konden, door gebrek aan plaatsruimte, worden aangenomen. Dr. W. C. Van Manen, hoogleeraar alhier, zal Zondag aanst. in de Loge" te 's Gravenhage als spreker voor de leden van den Nederl. Protestantenbond optreden. Op de voordracht voor hoofd der school aan de Gedenknaald te Scheveningen komt in de tweede plaats voor de heer W. H. Hasselbachalhier. Op de door burg. cn weth. van Schie dam opgemaakte aanbevelingslijst ter benoe ming van een leeraar in de wis- en werk tuigkunde aan de hoogere burgerschool al hier is in de eerste plaats gesteld de heer J. E. Couvee alhier. Door den heer Fred. H. Olland te Baarn zijn aan 's Rijks Ethnographisch Mu seum te Xènleu ten geschenke aangeboden verschillende voorwerpen, waaronder: Hals sieraad door Zoeloemeisjes en beenringen door Kaffermeisjes gedragen. Aan den schen ker is de dank der regeering betuigd. De tentoonstelling van tuinbouw-voort- brengselen, te houden door de Ned. Maat schappij voor Tuinbouw en Plantkunde te Amsterdam van 2 tot en met 7 April, be looft, naar de groote deelneming te oor- deelen, uiterst belangwekkend te zijn. Uit onze gemeente en hare omstreken zullen in zendingen voorkomen van de volgende Iteeren en firma's. Von Siebold en P. S. Van de Pavord Smits alhier; G. C. Van der Hoef te Oegstgeest, F. Van Waveren Iz. C°. en gebrs. Philippo te Iliilegom, firma C. De Vos te Hazerswoude, Jacob Van Hoff en P. O. Van Nes beiden te Boskoop. MUZIEK, LETTEREN BW KUNST. Sterfdag (1859) van Amalia Sieveking. Uit Den Haag wordt gemeld: Na de uitvoering van het Requiem van Berlioz door de llaagsche afdeeling van Toonuust, werd den directeur, den heer S. De Lange, een groote krans met gouden bladeren aan geboden, terwijl het orkest fanfares speelde. Het publiek was zeer talrijk. De uitvoering is over het geheel als goed geslaagd te be schouwen. Mej. Bettaque zal 1 April van Am sterdam afscheid nemen als Qretchcn in Gounods „Faust". Bij zijn benefiet te Amsterdam („Les Hngenots" (kreeg Leslillier, behalve ver scheidene lauwerkransen, een zilveren krans van abounds en habitués der Fransche Opera. Gouverneur'» „Oude Huisvriend," ge mengde lectuur voor stad- en landwordt met medewerking van vele letterkundigen thans uitgegeven bij den heer H. C. A. Thietne te Nijmegen. In het thans verschenen nommer komen o. a. stukken voor van H. Th. ChappiusBoele van HensbroekPol De Moot euz enz. Een nieuw looneelspel van Henrik Ibsen is te Berliju uitgegeven; het draagt den titel: „Die Wildente." Het tot stand komen van de Naam- looze Vennootschap De llaagsche plateelbak kerij Rozenburg" is thans verzekerd. Benoemd tot eerelid van de Belgische Soc. des Aquarellistes de heer Jac. Van Looy, Nederlander. - De aquarellen-tentoonstelling in Arti" te Amsterdam, zal volgens de ff. R. Ct. den eersten Paaschdag worden geopend. Zij zal ongeveer een 60-tal teekeningen omvatten van Israels, J. en W. Maris, Mauve, Rochus- sen, van buitenlandsche meesters als Millet, Jacques, Danbigny en Alma Tademaen te meer van belang zijn voor de Amster- damsche kunstliefhebbers, wijl de inzendingen uitsluitend door verzamelaars uit andere steden gedaan worden. Zr. Ms. schroefstoomschip der 4de kl. Suriname, onder bevel van den kapitein- luitenant ter zee L. M. L. De Haanis iu den namiddag van 30 Maart te IJmuiden binnengevallen. De eerste kievietseieren zijn door den heer v. Lith, fruithandelaar Noordeinde 13 te 's IIage den koning aangeboden. -II. K. H. de groothertogin van Saksen Weimar heeft f500 geschonken voor een orgel in de zesde kerk der Ned. Herv. ge meente te 's Hage. Den 6en April wordt in Den Haag eene vergadering gehouden van voorzitters van Katholieke Kiesvereenigingen iu Noord en Zuid Holland ter bespreking der oprich ting van een provincialen bond. Deze ver gadering is de voortzetting van die van Augustus 1886 en staat in verband met de vergadering die in Mei te 's-Bosch wordt gehouden. Binnenkort zal door baron Michiels van Verduynen, teHage eene schitterende soirée worden gegevenwaarop tableaux- vivants zullen worden vertoond. Wie, die in de laatste 20 jaren bij het regiment grenadiers en jager» dienen of gediend hebben, hebben niet gekend de cantiniere „Antje B..., huisvrouw van den tamboer B...?" steeds gereed om den sol daat, hetzij grenadier of jager, die kleine diensten te bewijzen, om hem uit moeielijk- heden te houdenen die uit den aard der zaak door eene vrouwenhand moesten ge schieden deed zij dit niet om daaruit voor deel te trekkenmaar alleen om den soldaat van dienst te zijn. Altijd vioolijk en opgeruimd wm zij den jongen soldaat, die moeders huis niet ver geten kon, tot troost en trachtte zij hem door hulpvaardigheid en scherts den dienst zoo dragelijk mogelijk te maken. „Ant" nu is gisteren in het R. C. gast huis in het West-einde op 56 jarigen leef tijd overleden. Wanneer de gewoonte was militaire vrou wen met militaire eer te begraven, dan voor zeker volgde het gansche regiment grenadiers en jagers die goeie Ant naar den dooden- akker. In den afgeloopen nacht zijn te Sche veningen een honderdtal ongemerkte grenen, deelen aangespoeld en door de strandvonderij FEUILLETON. 154.) «Als gij gekomen zijt, om met mij het zelfde laaghartige spel te beginnen," riep hij verschrikt uit „dat mijnheer uw broeder met zooveel succes met mijn vriend Lilburne speelt, zoo zult gij spoedig bemerken dat al uwe moeite vergeefsch zal zijn." „Ik hen niet hier gekomen om u geld af te persen, als gij dat ten minste met uwe woorden bedoelt; en wat het overige betreft zou ik mij toch niet lang meer tusschen u en uwe bruid kunnen plaatsenzelfs al was ik uwe echtgenoote. Zie mij aan en oor deel zelf." Nita wierp haren sluier naar achter en vertoonde zulke spookachtige trekken, dat Lilburne en Fuller verschrikt terugweken. De doodstrekken stonden op haar gelaat en terwijl zij sprak moest zij tegen een boom leunen, om niet ineen te zakken. „Ik heb mij hierheen gesleept, om voor mijn dood nog een onrechtvaardigheid goed te maken. Geef mij een glas wijnom kracht te bekomen, mijue bekentenis af te leggen, voor ik sterf." Fuller sprong toe, en al de smart verge tende die Nita hem hart veroorzaakt, geleidde hij haar naar huis, terwijl Lilburne vooruit snelde, om zijne vrouw en mevrouw Lliner het vreemde nieuws mede te deelen, dat Nita in de nabijheid was. Vervolgens ging hij naar de eetzaal om den gevraagder! drank te halen. Toen de halfbewustelooze vrouw op eene sofa in de woonkamer lag, gaf Lilburne haar het glas, dat Nita haastig leegdronk. De gtoep, die zich om haar gevormd had, koesterde de meest uiteenloopende gevoelens. Medelijden, bezorgdheid, bevreemding be hielden de overhand de verwachting ver dween toen men zag, dat de doodsengel haar binnen eenige uren misschien reeds zou afroepen. Nita had het voorkomeu, alsof zij door eene lange, uitputtende ziekte was aangetast. Zij was nog slechts eene schaduw; het vroe ger zoo betooverende gelaat was nauwlijks herkenbaar tengevolge van de doorgestane smart. De vroeger zoo schitterende oogen lagen diep iu hunne kassen en brandden van een koortsachtigen invloed. Nita richtte zich met moeite op en Dora aanziendezeide zij Reeds eenmaal heb ik u een gewichti ger! dienst bewezen, Dora, en nog eenmaal wil ik dit doen. Gij zult dus, naar ik hoop, niet voor mij terugdeinzen, en niet weige ren, mij uwe hand te reiken. Ik breng u een heerlijk bericht, dat u van de kwellin gen van twee ellendelingen zal verlossen." „Wat is het Nita?" vroeg Dora met be vende stem, terwijl zij de vermagerde hand der zieke in de hare sloot. „Wat hebt gij mij te zeggen? Spreek toch, want rniju hart dreigt te barsten, als gij het niet spoe dig zegt." „En toch hebt gij zoolang die onzekerheid verdragen? Dora, de man dien gij door liet venster zaagt, was Carlos niet, maar zijn tweelingbroeder, die in alles veel op hem gelijkt, maar bovenal in zijne neiging „oor het kwade." Bijna bewusteloos zonk Dora in de armen van haar echtgenoot, en hoe gelukkig ook door de bekentenis, kon Lilburne niet na laten op strengen toon te vragen; „Waarom hebt gij dat voor mij verzwe gen, toen ik u in New-Orleans zoo drin gend verzocht de waarheid te zeggen. Waarom mocht gjj dien noodlottige» twijfel laten voortbestaan bij eene vrouw, tegen wie gij reeds zoo zwaar had gezondigd?" Nita's oude, zorgelooze lach klonk weder van hare lippenmaar deze klonk nu hol en afschuwelijk. „Ik bekende het u niet, omdat Pedro mij dan gedood zou hebben. Ik heb Dora nooit leed gedaan, zooals zij zelve moet bekennen, ik had haar nooit gezien, voor zij de echt genoote van Carlos Roy was, want dat is zijn ware naam, zooals gij wel zult weten. Ik beu hier gekomen om u omtrent hein en mij de zuivere waarheid mede te deelen, voor den dood mij afroepten als gij die hebt aangehoord, zal de dankbaarheid voor deze, zij het dan ook vertraagde bekente nis, u er miischièn toe brengen, mij niet te verstooteu, om buiten op hel veld mijn laatsten adem uit te blazen en ten prooi te worden aan raven en kraaien." „Kwel u niet met zulke schrikbeelden Nita," zeide Lilburne deelnemend en zacht. „Gij w»art eenmaal de vriendin van Dora cn hebt daarom recht op eiken liefdedienst iu mijn huis. Ga voort met uw verhaal en laat de zorg voor uwe verpleging aan ui" en mijne vrouw over." [Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1887 | | pagina 1