NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN. Donderdag 31 Maart 1887. N". 76. BINNENLANDSCHË BERICHTEN? I)E BRUID EENS ËEKLOIU. eLe Aoii rmi t verseli ij u t tiaeIijksbehalve op Zon- en Feestdagen. ASOAIEMEHT: Voor Leiden, per 3 maanden1.25. Franco door het geheele rijk, per 3 maanden 1.60. 5*rijs per Nummer 10 t'ent. D V E R T E N TIE N Van 16 regels0.90. Elke regel meer0.15. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen, ik contant, zonder rabat, per regel 0.10. Bureel: Sclieepnsakerssteeg 6. 200° Jaargang. Uitgevers: Gebroeders Muré. STADSNIEUWS. Het stoffelijk overschot van dr. J. Baert zal Vrijdagmorgen te 10 uur van hier naar Katwijk worden gevoerd ten einde daar in het famieljegraf te worden bijgezet. Ter zake van bedelarij is tegen een niet alhier te huis behoorend persoon, W. B. genaamd, proces-verbaal opgemaakt. Zoo mede tegen B. H., die den meesterknecht van de firma De H. C°. moedwillig aan het hoofd verwond heeft na met hem in woordenwisseling te zijn geweest. Ten laat ste ter zake van moedwillige mishandeling op J. S. gepleegd door J. M., diens zoon, schoonzoon en zekeren S. Tot commissaris van de te Zorgvlied, gem. Diever, opgerichte .Noordelijke Hy potheekbank" is o. a. benoemd de heer L. M. De Laat de Kanter alhier. Het maatschappelijk kapitaal is f 1.000.000, waarvan door de oprichters f 229.000 is genomen. De schietoefeningen te Katwijk, welke hedenochtend zouden plaats hebbenzijn tot nader order uitgesteld. Prof. P. A. Van der Lith, te Leiden, heeft het den Rotterdamschen criticasters, die van den Atjeh-oorlog en zijn nasleep geen kwaad kunnen hooren, gemakkelijk gemaakt. Hij was 't, die te Leiden het initiatief nam tot een adres van adhaesie op het bekende adres der honderdin dien zin dat alleen het nemen van maatregelen ter versterking van leger en vloot in overwe ging wordt gegeven, zonder zich voor den verderen inhoud van het oorspronkelijk adres aansprakelijk te stellen. En dit ook niet om daartegen te protesteeren, maar eenvou dig om te zeggen: wil de regeering, zooals wij dit noodig oordeelen, maatregelen nemen ter versterking van leger en vloot in Ned.- Indië, dan kan zij op onzen steun rekenen. Verdient nu ook dit verzoek de naam van partij-adres, of van streven naar een agres sieve politiek, waar men te Rotterdam zoo bevreesd voor is? (D. v. Z.-H. en's Or.) In de N. R. Ct. komt de heer dr. J. C. Schagen van Soelen, O.-I. predikant, met verlof alhier in een ingezonden stuk op tegen de beschouwing in de N. Rotterdam mer Courantwaarin wordt geprotesteerd tegen de adressen van instemming met het adres tot den koning gericht om aan te dringen op versterking onzer weermiddelen in Indië. De heer S. v. S. acht die adressen van insiemming een hoogst gelukkig teeken van leven in Nederland. MUZIEK, LETTEREN EN KUNST. Geboortedag (1731) van Haydn. (1825) Franz Abt. De heer J. J. Rogmans, de bekende tenorzanger, zal met April e. k. zijne maat schappelijke betrekking vaarwel zeggen, om zich uitsluitend aan de kunst te kunnen wijden. Hij zal dus nu meer tijd ter zijner beschikking krijgen voor zelfoefening en voor 't optreden in verderafgelegen plaatsen, waarbij zeer zeker de kunst niet weinig zal gebaat zijn. De heer Rogmans heeft, zooals men weet een krachtig en helder tenorgeluid, in alle registers gelijkmatig ontwikkeld en van een omvang van meer dan twee octaven. Met de grootste gemakkelijkheid zingt hij in het hooge register a, b en c, met borst stem. En bij dat alles hebben voor zoover zijn beschikbare tijd dat toeliet, degelijke studiën zijne stem steeds doen winnen in kracht en schoonheid. Ofschoon de heer Rog mans partijen van de meest uiteenloopende richting met succes vervullen kan, is voor hem de heldenpartij hoofdzaak. Eervolle aan biedingen om zich in het buitenland tevestigeD werden steeds door hem afgeslagen; 't is voor de toekomst te hopen dat deze Nederlandsche tenor die aanbiedingen steeds van de hand zal blijven wijzen. De leden der afd. Leeuwarden van de .'Ned. Toonkunstenaars-Vereenigiug" zijn door den heer P. Wichers Wierdsma, lid dier afdeeling, uitgenoodigd om allen voor hun lidmaatschap te bedanken en een nieuwe, plaatselijke Concert-vereenigiug op te richten, waardoor de gelden, nu door Leeuwarders geofferd grootendeels ten behoeve der groote steden in Holland, dan geheel ter opwekking van het muzikale leven in hun eigen stad kunnen worden gebruikt. Door eenige abonnés der Fransche Opera te 's Hage zijn lijsten ter teekening gelegdom aan Mile. Clary, bij het einde van haar tweede seizoen, een souvenir aan te bieden. Met reden wordt verwachtdat ook vele niet- geabonneerden zich hierbij zullen aansluiten. Bij Gebr. Binger verschijnt in den loop der volgende week een officieele Aprilfeest- gids met illustratien van eerepoorten, ver sieringen, enz. door Berlage, Wenckebach en Gerard Muller. In 1888 zal' te Bologna een muziek - tentoonstelling worden gehouden. Te Riva in Italië is een Hebreeuwsch opschrift gevondenvan het jaar 4380 der wereld, of 620 vddr Christus. Het is het oudste gedeukteeken der Hebreeuwsche taal, hetwelk wij bezittenen wedijvert in ouder dom met de vroegste Grieksche opschrif ten, die tot ons zijn gekomen. Het stuk is in handen van professor H. Muller, te Weenen. Men deelt nu weer mede dat de heer De Lesseps, wegens redenen van particulieren aardheeft besloten de uitgave zijner Mémoires eenige maanden uit te stellen. Bij J. Vuylsteke te Gent verscheen de jaarlijksche Vlaamsche Bibliographie, uitgave van het Willems-Fonds, bevattende de lijst van Nederlandsche boeken, tijdschriften en muziekwerken in Belgie in 1886 verschenen. Aan deze nuttige bibliographie is ook een Methodisch Overzicht toegevoegd. Gedurende de maand Febr. is bij de rijkspostspaarbank ingelegd f 616,721.91 en terugbetaald f 414,615.44', alzoo meer ingelegd dan terugbetaald f 202,106.46'. Aan het einde der maand Jan. was ten name der verschillende inleggers ingeschre ven een bedrag van f 9,167,954.06, zoo dat het gezamenlijk tegoed der inleggers aan het einde der maand Jan. 1887 bedroeg f 9,370,060.52'. In den loop der maand Febr. werden 3488 nieuwe spaarbank boekjes uitgegeven; 819 werden geheel af betaald, zoodat er aan het einde der maand 146.776 in omloop waren. Onder de ansjovis-inleggers gaat een adres aan de tweede kamer rondwaarin zij wijzen op den druk, die op dien tak van nijverheid zal worden gelegd, bijaldien het nieuwe ontwerp van wet op den accijns van zout zou worden aangenomen. Het Tad, meldt, dat als secretaris van de commissie voor het in overeenstem ming brengen van "het strafrecht van Indië met het Nederlandsche, waarschijnlijk zal optreden mr. J. N. A. Lion, oud lid van den raad van justitie te Samarang, thans met verlof hier te lande, die zich doorzijn werk over de strafvordering in Ned.-Indië een gunstigen naam heeft verworven. Bij het leger wordt ingevoerd eene polsbrug, onlangs voorgesteld door den ka pitein F. H. A. Sabron van den generaleu staf. Dit loopbruggetje wordt op zeer prac- tische wijze vervaardigd van 2 polsen en een paar planken. Het is zeer dienstig bij het passeeren van slooten in onze polderterreinen. In 2 minuten kan het, zelfs door weinig ge oefende manschappen, worden geslagen. De Staatsanzeiger meldt, dat jhr. De Sturler werkzaam aan het ministerie van bui- tenlandsche zaken te 's Gravenhage, door den keizer van Duitschlandkoning van Pruisen, is benoemd tot ridder der orde van den Rooden Adelaar vierde klasse. Aan den heer J. J. Hardenberg, adjunct-commies voor den huishoudelijken dienst bij de tweede kamer, is de Koninklijke Kroonorde vierde klasse verle?nd. De vorige week vertrok de landbouwer N. uit de gemeente Boskoop naar Amerika, zijne vrouw en 5 kinderen zonder middelen van bestaan achterlatende. De stoomboot-maatschappij Boskoop- Waddingsveen-Gouda zal binnenkort eene tweede boot in de vaart brengen, en daar mede varen tweemaal per week naar Leiden en eens naar Rotterdam. Z. M. de koning heeft gisterennamid dag te half zes uur een officieel bezoek ont vangen van prins Komatsu, uit Japan, neef des keizers van dat rijk. De prins en zijn gevolg werden in gala hofkoetsen van het Hotel de Bellevue naar het paleis gebracht en van daar teruggeleid, zoowel voor de plechtige audiëntie als voor het daarop gevolgde diner ten hove ter eere van Z. H. Behalve de vreemde gasten namen aan den hofmaaltijd deel, de grootofficieren van het huis des koningsde gezBnt van het keizer rijk Japan aan ons hof met het personeel zijner legatie, de minister van buitenland- FEUILLETON. 153.) Het heeft mij veel strijd gekost, om de herinnering aan haar uit te wisschenmaar het is mij gelukt, en ik geef u mijn woord, dat ik het niet gewaagd zou hebben, eene reine, vlekkelooze vrouw te vragen, wanneer ik haar geene betere liefde kon aanbieden, dan de wilde hartstocht, die mij tot Nita's slaaf maakte. Ik word rood van schaamte, als ik er aan denk, hoe ik mij door die listige vrouw liet betooveren, die mij slechts om mijn geld huwde." „Gij moet dankbaar wezen, dat die wolk aan uw horizon verdwenen is," gaf Dora zacht ten antwoord. „Zelfs als Nita nog leeft, heeft zij geen recht op u, en dat moet u verheugentelkens als haar beeld nog voor uw geest oprijst." „Dat is ook zoo," gaf hij haastig ten antwoord. Het speet hem, Nita's naam ge noemd te hebben, terwijl hij Dora's bleek gelaat aanschouwde. „Zij teert langzaam weg," dacht hij. „Haar hart breekt, daar zij Lilburne aanbidt en zich voor God niet als de rechtmatige vrouw beschouwt. Als ik het niet om Anna liet, geloof ik, dat ik heden nog ging vertrekken en niet zou rusten, voor ik dien duivel ge vonden en n^ar behooren getuchtigd had." Lilburne nam George ter zijde en fluis terde: „Weet gij, dat mijn vervolger weder te New- Orleans en Nita waarschijnlijk bij hem is?" „Wat! Mendoza durft het wagen, naar dit land terug te keerenen zich in uwe nabijheid te vestigen? En wat zijt gij van plan te doen?" „Wat kan ik doen? Ik heb gewacht, ge wacht, zoo angstig, zoo onrustig dat alleen God en ik het weten, op ceuig bericht van dr. Seatou, waardoor alles in orde gebracht kan worden. Maar de tijd verloopt, en er komt geen brief uit Europa. Die onzeker heid brengt Dora in het graf en berooft mij nog van alle hoop, van alle vreugde." Ja ik zie en begrijp alles. Maar Mendoza heeft zijn woord gebroken en nu moest gij hem behandelen, zooals hij verdient." „Opdat hij die treurige geschiedenis be kend maakt 1 Dat zou mijne arme vrouw den doodsteek geven. Neen, Fuller, ik moet mijn kruis dragen, hoe moeielijk het ook valt. O vriend, eiken dag heb ik met mij zeiven strijd te voeren, om niet naar New-Orleans te gaan, en Roy op te zoeken om hein te tuchtigen voor al hetgene hij jegens Dora misdrijft." „Ja, het zou een goed werk zijn, den ellendeling neer te schieten als een dollen hond maar met het oog op Dora moogt gij het niet doen." „Roy weet evengoed, dat mij, ter wille van mijne vrouw de handen gebonden zijn. Als de tijd echter komt, dat ik vrij ben te handelen dan zal een tijger die een maal bloed geproefd heeft nog meer er barmen hebbendan ik voor den verwoester van mijn geluk." „Het duurt nog drie weken, voor ik mijne bruiloft vier. Laat mij naar New-Orleans gaan en trachten, of ik hem niet tot be kentenis van zijn bedrog kan brengen. Als Nita daar is, zal zij misschien ter wille van onze vroegere verhouding, mij behulp zaam zijn." „Ik mag u niet toestaan, voor mij zulk eene zending op u te nemen," zeide Lilburne hoofdschuddend. Het zou niets goeds uit werken en u misschien in ernstige moeielijk- heden met uwe bruid brengen, als zij ver neemt, dat gij in New-Orleans geweest zijt, om Nita te spreken." Lilburne en Fuller hadden de veranda verlaten en bevonden zich in de nabijheid van een dicht struikgewas. Daar zij meenden dat er zich niemand in den tuin bevond, hadden zij tamelijk luid gesproken. Zij ver schrikten, toen zij plotseling de takken zich zagen bewegen en de gedaante eener vrouw voor hen stond. Zij droeg een donker, vuil kleed, en haar gelaat was zóó dicht gesluierd, dat men hare gelaatstrekken niet kon herkennen, of schoon de gestalte beiden een weinig bekend voorkwam. „Wie zijt gij en waarom verbergt gij u in mijn tuin?" vroeg Lilburne barsch. „Ik kwam hier zon ïer kwade bedoelingen, kapitein Lilburne, zooals gij zult zien, en Fuller behoeft niet naar New-Orleans te gaan om mij op te zoeken, want ik ben reeds hier." Fuller beefde, toen hij zijn vermoeden be vestigd vond. (ITordl vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1887 | | pagina 1