NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN. A E O ?J E BS E K T Donderdag 3 Maart 1887. 52. ADVERTENTIES: Uitgevers: Gebroeders Muré. DE NU» UNS EEKLOOZEN. <'oii ra ut v e is cis ij 111 dagelijks, behalve op 'L o ii- en F eest dagen. Voor Leiden, per 3 maanden1.25. Kranco door het geheele rijk, per 3 maanden 1.00. Prijs per timmer 10 lent. 200» Jaargang. Van 1regels0.00. Elke regel meer0.15. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingenit contantzonder rabatper regel 0.10. flureel: Scheepmakersstee;; 6. Stads-Berichten. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der geineenle LEIDEN; Gezien arl. 8, Ie alinea der Wel van 2 Juni 1875 Staatsblad no. 95), lot regeling van hel loeziclu bij bel oprichten van inrichtingen welke gevaar, schade ol' hinder kunnen ver oorzaken Brengen bij deze Ier algemeene kennis dat door hen op heden vergunning is verleend aan J. Z.ANDVOORT eri rechtverkrijgendenlol hel oprichten van een slachtplaats van vee in hel perceel in de Koddesleeg no. 4. En geschiedt hiervan openbare kennisgeving door plaatsing in de Leidsc/ie Courant. Burgemeester en Wethouders voornoemd, DE KANTER, Burgemeester, E. KIST, Secretaris, Ui dein, 28 Februari 1887. BUKGEMEESTrR en WETHOUDERS der gtineenle LEIDEN Brengen Ier algemeene kennis dal door hen is benoemd lol heer der Gehuurle r»°. 15 of n°. 2 van wijk V de heer L. A. HEYKOOP in de plaats van den heer J. J. Hasselbach, aan wien op verzoek eervol onlslag is verleend en lol Raad dier Gebuurte de heer 11. POTTUM in de plaats van den heer C. A. Heikoop boven vermeld. Burgemeester en Wethouders voornoemd DE KANTER, Burgemeester. E. KIST, Secretaris. Leiden, 2 Maart 1887. DRAiVÜU K T. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN; Brengen Ier algemeene kennis dal door JOZEF JOHANNES FKANC1SCUS ANIONICS VAN DER EERDEN, alhier woonachtig, een adres is ingediend 0111 vergunning tol verkoop van sterken drank in hel klein in hel perceel Breeslraal n°. 50. En geschiedt hiervan openbare afkondiging door plaalsing in de Leiilsche Courant. Burgemeester en Wethouders voornoemd DE KANTERBurgemeester. E. KIST, Secretaris. Leiden, 2 Maart 1887. VNIVEKSITEIT. Het aantal studenten aan de vierNe- derlaudsche Universiteiten bedraagt thans 2504,; hiervan zijn te Leiden 864, te Utrecht 515, te Groningen 428 en te Amsterdam 697. Gedurende het academiejaar 1885 1886 hadden te Leiden 13, te Utrecht 5, te Groningen 5 en te Amsterdam 9 promo ties in de geneeskunde plaats. MUZIEK, LETTEKEN EN KUNST. Geboortedag (1822) van Alexander VerHuëll. Leiden's Mannenkoor. Leiden's Mannenkoor gaf gisteravond in de groote zaal der stadsgehoorzaal zijne veer tiende huishoudelijke uitvoering, met wel willende medewerking van mej. J. M. H. S. (sopraan,) van Rotterdam, en de heeren W. v. U.tenor en F. D., bas, beiden uit Leiden. Jammer dat de huishoudelijke uit voering in eene onhuiselijk koude zaal werd gegeven. Wat de uitvoering van Velleda betreft moet gezegd worden dat het priesterkoor hier en daar werkelijk goed zong en we vergeten daarbij niet dat aan een mannen koor niet dezelfde eischen van bevalligheid mogeu worden gesteld als aan een gemengd koor dat reeds op zich zelf veel vóór heeft. Velleda, die in de piano's een wel wat klein geluid heeft zong over 't algemeen met goede opvatting. Ook de heer Van U. als Cerealis zong toen hij op streek was niet onverdien stelijkvooral zong hij, met zijn zich daar toe uitmuntend leenend geluid, het duet met Claudia zeer goed. Dit duet was in 't eerste nummer wel 't glanspunt. Ook de heer D. als fiihrer der Deutschen had zijne partij goed ingestudeerd, doch kon in zijne stem meer gloed hebben gelegd. Omtrent het al of niet opstaan van de zangers bij de verschillende afdeelingen van een zelfde nummer moeten we opmerken dat het aan den loop van zulk een nummer afbreuk doet, wanneer de zangers al te on regelmatig van hunne stoelen opstaan, zoo dat nog enkelen daarmee bezig zijn als an dereu reeds zingenook neemt het veel van het effect weg wanneer na eene solo van Velleda het priesterkoor plotseling met ge- druisch opstaat en daardoor in de opvolging van den zang stoornis brengt. Zoo zingt in afdeeling III van Velleda, Cerealis „Haltet ein" enz. en eindelijk „Ich, Cerealis, thu's eueh kuud", en na dat gezegd te hebben zinkt Cerealis bij 't laatste woord in een fauteuil neder. Waarom staat het ge heele koor niet bij den aanvang van elke afdeeling, die toch zoo lang niet zijn, op, om bij 't eind daarvan desnoods te gaan zitten. We hadden de Frithjof-Sage van Bruch liever in 't oorspronkelijke gehoord, zooals dal bij de vorige uitvoering is geschied. De vertaling van dr. Aghiua is hier en daar wel wat nuchter en doet daardoor afbreuk aan 't muzikale gedeelte. Zoo voeren ons de regels die de gezellen van Frithjof zingen Tot puinen is Gods huis vergaan Ziet daar droevig Frithjof staan in gedachte terug naar onze kinderjaren toen we lazen van de rat die at van 't graan Dat lag in 't huis vau Adriaan. Evenzoo wil ons de vertaler wijs maken dat de regels Verwoesten koud't gij mijn geluk 't Gestolen goed neem ik terug op elkaar rijmen; dat deden ze eenmaal, zeker, toen 't nog Dnitsch was. Niet voor U vervaardigd zijn die ringen Waaraan eens Ingeborg's tranen hingen. Doch daaraan konden de zangers natuurlijk niets veranderen. Ze weerden zich in de Frithjof-Sage dapper; soms wat dl te dapper en werden daardoor wel eens wat ruw. De solisten deden in dit nummer weer hun best. liet solo kwartet in Scène IV was echter niet altijd even zuiver. Het meest trok wel de aandacht en terecht In geborg's klaaglied in Scèue Vvooral het Yalkckom meê het laatste couplet van dat klaaglied was uitmuntend en bezorgde de zangeres heel wat toejuichingen. Ten slotte den ijverigen directeur en den handigen ac- coinpagnateur een woord van lof. De Oprechte llaarl. Courant, de oudste onzer zustereu, is heden overgegaan tot de zg. nieuwe spelling, van De Vries en Te Winkel. Een groot aantal geabonneerden op het weekblad Lelie- en Rozeknoppen, met mej. Bertha Sibmacher Zijnen uit Middelburg aan het hoofd, boden gisteren der hoofdredac trice, mej. C. Alberdingk T'hyrn, een fraai bureau ministre aan, tot herinnering aan de vijf jaren, dat zij genoemd weekblad voor jonge meisjes heeft geleid. Max Bruchs heeft voor keizer Wilhelms 90n verjaardag een mannenkoor met orkest gecomponeerd, tekst van Lüders. Rubinstein zal een oratorium corapo- ueeren op een tekst, ontleend aan het Oude Testament. Bij een proces te LoDden tusschen een impresario en de directie van een concert gebouw, bleek het <Lt Adelina Patti's vaste prijs voor Óen concert is 6000 gld. BINNENLANDSCHE BERICHTEN. Is het D. v. Z. H. en Gr. wel in gelicht, dan is door den minister van marine bepaald, dat voor plaatsing bij de zeemili tie, lichting 1887, vóór allen in aanmer king zullen komen de dienstplichtige werk lieden van 's rijks werven. Aan den lsle luit. der jagers C. L. Vinkhuijzen en aan den grenadier J. Brou wer is het eereteeken voor belangrijke krijgs verrichtingen (Atjeh) toegekend. Het zal hun den 3den dezer worden uitgereikt. In het J). v. Z.-h. en 't Gr. heeft jhr. mr. C. De Jonge, raadsheer in het gerechts- bof te 's Hage, een schrijven gericht aan den heer Keuchenius, naar aanleiding van diens uitlating ten gunste van den veroor deelden Domela Nieuwenhuis, De beer De Jonge acht het bedenkelijk, dat een volks vertegenwoordiger dus medewerkt om het gezag der rechterlijke uitspraken in de oogen van het publiek te verzwakken. Vond de heer Keuchenius het noodig ter gelegenheid der Grondwetsherziening gehoor te geven aan de inspraak van zijn medelijdend hart ten behoeve vau een veroordeelde, dan mag gevraagd wordenof hij niet beter gedaan had zich tot den minister van justitie en zijn kabinet te wenden. Maar bovenal wraakt de heer De Jonge zijn oordeel over de zwaarte der straf, waaruit hij niet auders kan af leiden, dan dat de heer Keuchenius de wet niet kent. Immers eenmaal aangenomen dat het feit, door D. N. bedreven, viel binnen de termen van de wet van 1830, dan kon geen lichtere straf worden opgelegd dan óén jaar celstraf, daar die wet op het FEUILLETON. 183.) »Ea wordt mij geen stem in de beschik king over mijn lot toegestaan?" vroeg zij trotsch maar toch weemoedig. „Dat is eene vreemdsoortige wijze van iemands hand te vragen en gij meet u Hare stem bleef plotseling steken en hij zeide snel: „Het is goed Dora, dat gij ophoudt, want lk zou uiet willen, dat uwe reine lippen door eene onwaarheid besmet werden. Gij bemint mij, en nu ik dat weet, zal ik u een tijdlang met mijn sterken arm beheer- scheii, want het geschiedt tot uw bestwil, lieve, en ik zal altijd even streng zijn als no, en u bewijzen, welk een goed echtge noot gij hebt gekozen, toen gij mij uwe hand reiktet." „Maar ik heb ze u niet gereikt. Ik zal u nooit mededeeleu, wat er in mijne jeugd geschied is, eu ik wil geen eerlijk man den smaad aandoen, zich met mij te verbinden, zonder dat hij alles weet. Tracht niet de bijzonderheden daarvan te weten te komen, want ik zal ze u nooit mededeelen en „Enp En als ik eens reeds alles wist, wat gij mij hadt mede te deelen en er toch nog op stond, u mijne echtgenoote te noemen?" „Alles!" herhaalde Dora. „Wie zijt gij dan en hoe zijt gij achter mijn treurig ge heim gekomen? Of heeft Fuller mij, in weer wil van mijn dichten sluier, toch herkend, en mij verraden?" Daar gij niet wilt begrijpen, wie ik ben, Dora Brandon, moet ik u het zelf zeggen. Ik ben dezelfde Frederik Graham, die sedert zijne jongensjaren de zoete hoop voedde, dat gij eenmaal de zijne zoudt worden. Toen ik de goederen van mijn oom erfde, nam ik ook zijn naam aan, maar gij hebt dien mis schien nooit hooren noemen, en wist niet, toen gij uw intrek in mijn huis naaint, dat gij in de nabijheid van hem kwaamt, wiens hulp gij zoo hardnekkig geweigerd hebt. Fuller heeft u niet duidelijk genoeg gezieu oui u te herkennen, maar ecnige dingen die hij mij mededeelde, brachten mij tot zeker heid, dat het vermoeden, hetwelk ik koes terde, dat gij Dora Brandon waart, niet verkeerd was." Lilburne had nog lang kunnen doorspre ken, zonder in de rede gevallen te worden, want Dora was, overweldigd door de aan doening, bewusteloos in haar stoel neerge zonken toen zij haar meisjesnaam hoorde uitspreken. Toen Dora de oogen weder opende, smeekte zij met zwakke stem „Wee8 zoo goed, mij stil op mijn stoel te laten zitten. Ik moet mij eerst goed voor stellen wat gij mij zoo even gezegd hebt. Het schijnt mij onmogelijk toe, dat ik zoo lang dagelijks met u heb omgegaan, zonder u te herkennen. O, Frits, hoe kunt gij, nu gij alles weet, mij ooit weer de uwe willeD noemen? Ik mag het geluk, dat gij mij aanbiedt, niet aannemen. Heeft het niet mijn vader den dood gekost, dat ik u vroe ger van mij sliet." „Dus gij beschouwt het toch als een geluk, dat ik u 'boven alles bemin? Dat stemt gij toe en al het andere is mij onverschillig. Jaren lang heb ik naar u gezocht, maar gij hebt u zorgvuldig voor mij verborgen. Denk nu maar niet nu gij eenmaal hier zijt, dat ik nog van bezwaren tegen eene spoe dige verbintenis wil hooren. Ik heb lang genoeg op mijne bruid gewacht; krachtens mijn oud recht verlang ikdat gij zonder eenig uitstel de mijne wordt." Dora was nog te zeer aangedaan, om den hartstochtelijken kus af te weeren, dien hij op hare lippen drukte, voor hij haar weer op haar stoel liet glijden. „Dat was slechts een broederlijke kus, Frits," zeide zij, „want gij weet, dat een verbintenis met mij voor u niet past, niet goed is. Ik zal niet ophouden, u als mijn besten vriend te beschouwen; maar gij moogt nooit de weduwe van een misdadiger als echtgenoote in uw huis brengen." „En welke andere betrekkingen zouden er tusschen 0119 kunnen bestaan Dora? Na alles, wat er is voorgevallen, moogt gij slechts als mijne vrouw hier blijven. Wat den schurk betreftop wien gij doeltik betreur het, dat gij ooit in zijne onbarm hartige handen gevallen zijt; maar uwe korte verbintenis met hem heeft geen vlek op uw karakter achtergelaten lk kan mij nauwlijks voorstellen, dat gij zulk een laaghartig man ooit van ganscher harte hebt bemind. Maar zelfs dat zou ik u vergeveudierbare, lk vraag om uw hart, uadat het in de storm achtige dagen tot rijpheid is gekomen, en de toegenegenheid, die gij nu voor mij ge voelt, is mij meer waard, dan die kinder achtige liefde, die gij voor hem gevoeldet." Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1887 | | pagina 1