Ka "BR- H -mi «"3 n «33
Men schrijft uit Rio de Janeiro aan
de Amst.Het behaagde Z. M. den keizer
van Brazilië heden (19 December 1886 (het
ctat-raajor van het Nederlandsche oorlog
schip „Het zilveren Kruis" audiëntie te
verleenen. Zijue Majesteit, een achtenswaar
dig grijsaard van ongeveer 65 jaren, verge
zeld van een kamerheer van dienst, trad in
admiraalsuniform de audiëntiezaal binnen.
Daar hij geene Nederlandsche orde droeg,
veronderstellen wijdat hij niet in het bezit
daarvan is. Z. M. onderhield zich langen
tijd met den commandant en informeerde
met belangstelling naar den toestand van
de vloot in het algemeen en van de Zilveren
Kruis in het bijzonder. Ook vroeg hij met
belangstelling naar de droogmaking der Zui
derzee en sprak met geestdrift over het
Noordzeekanaal; ten slotte bracht hij in her
innering de belangstelling, waarmede hij
tijdeus zijn bezoek aan ons land de model
kamer van het departement van marine had
bezocht en hoezeer de daar uitgestalde voor
werpen van de Barendtshut zijne belangstel
ling hadden gaande gemaakt. Daarna richtte
de koning eenige woorden tot den oudst
aaUwezenden officier van gezondheid, infor
meerde met belangstelling naar de gezond
heid der bemanning, en trachtte te weten
te komen of deze geneesheer ook ondervin
ding had op het gebied van tropische ziek
ten. Toen daarbij Java genoemd werdzeide
Z. M. zich te herinneren hoe een Indisch
hoofdofficier hem uitvoerige inlichtingen had
verstrekt over de wijze, waarop de inlanders
tot de cultuur van stapelproducten worden
genoopt. Wij dachten dat daarbij ook het
bezoek van den heer Van Delden zou wor
den ter sprake gebracht, doch dit bleek niet
het geval te zijn. Den officier van gezond
heid gaf de koning nog den raad, vooral
toe te ziendat zijne matrozen zich niet aan
onrijp ooft te buiten gingen, en ten slotte
wenschte hij den commandant en officieren
eene voorspoedige reis. De heer Palmcon
sul-generaal der Nederlandendie den état
major aan Z. M. voorstelde, ontving een
handdruk en is blijkbaar aan dit hof zeer
gezien. Het bezoek in het algemeen maakte
op al de aanwezigen een uiterst aangenainen
indruk.
Naar aanleiding der manie om te vas
ten, die zich tegenwoordig openbaart, als
middel om beroemd te worden, brengt ds.
Van Koetsveld in de Kerkbode een oude
geschiedenis in herinnering, die alweer toont,
dat er niets nieuws is onder de zon. Onge
veer 60 jaren geleden verspreidde zich het
gerucht, dat te Pijnacker een vrouw woonde,
die zich geheel van eten en drinken ont
hield. Zij heette Engeltje Van der Vlies,
was dienstmaagd bij den predikant Hoek
geweest, en woonde nu met diens dochter.
Zij was altijd zeer matig geweest en had
eindelijk het eten geheel opgegeven, dronk
ten slotte ook niet meer, doch nam alleen
nu en dat wat water om den mond te spoe
len, waarvan zij echter niets doorslikte. Toen
dit ruchtbaar werd, is het geval onderzocht,
en is de vrouw 4 of 6 weken dag en nacht
bewaakt. De bewakers hielden van alle ver
schijnselen nauwkeurig aanteekeningmaten
zelfs elke mondspoeling voor en na 't ge
bruik, en legden ten slotte een beëedigde
verklaring af, dat zij niets had gebruikt,
en wet zonder merkbaar verzwakt te zijn.
Toen werd zij als het wonder van Pijnacker
beschouwd; men kwam haar van heinde en
ver bezoeken, en de beide vrouwen voeren
er niet slecht bij. Het heette, dat Engeltje
steeds bleef vasten; zij verzwakte zeer, werd
eindelijk ziek, maar kwam er weer bovenop,
altijd zonder etenzij bleef toen weer vasten
en er wordt zelfs beweerd, dat zij het eenige
jaren volhield. Het onderzoek van haar lijk
deed niets abnormaals ontdekken. In den
laatsten tijd echter waren honger en dorst
teruggekomen en van de in haar laatste da
gen gebruikte karnemelk met grutjes, vond
men nog iets onverteerd in de maag terug.
Het is nu maar de vraag, wanneer honger
en dorst terugkwamen, en hoe lang en met
hoeveel tusschenpoozen zij het een en ander
gebruikt heeft. Ds. Van Koetsveld helt wel
over tot de meening, dat er eenig bedrog
is gepleegd.
De gisteren te Dresden bijeengekomen
internationale eonferentie tot vaststelling van
den zomerdienst voor 1887 op de spoor
wegen werd bijgewoond door 80 gedelegeer
den voor 72 spoorwegbesturen en 2 stoom
vaartmaatschappijen, en gepresideerd door
den voorzitter van de Saksische staatsspoor
wegen. Besloten werd dat de zomerdienst
algemeen den Isten Juni zal ingaan.
(D. v. Z. en 's Gr.)
De inspecteur van politie Van Dorssen
bespeurde in den afgeloopeu nacht op zijn
ronde dat rook te voorschijn kwam uit het
winkelhuis in de Hoogstraat n°. 6 te 's Hage
alwaar nog kort geleden een binnenbrand
gebluscht was.
Er bevond zich niemand in het huis daar
er alleen bij dag winkel wordt gehouden en
het overige gedeelte onbewoond is.
Nadat de voordeur was opengebrokenbe
vond men dat een achtervertrek reeds flink
aan het branden was. De vlammen werden
gedoofd met behulp van de haspelwagen van
het nabij gelegen politiebureau op de i roen-
markt.
Uit Den Haag wordt ons gemeld
Wij vernemen, dat tegen F. Domela Nieu-
wenhuis proces-verbaal is opgemaakt, omdat
hij verdacht wordt art 131 van het Wet
boek van Strafrecht te hebben overtreden,
docr Zondagavond alhier, toen hem door
de socialisten voor zijne woning eene sere
nade weid gebracht, hun te hebben aange
zocht in optocht te gaan naar de gevange
nis, en daar eene serenade te brengen aan
den gevangen vriend Croll. Optochten nu
mogen zonder vergunning niet gehouden wor
den. Tevens kan worden medegedeeld, dat,
toen bij het oploopje in de Assendelltstraat
de politie-agenten met de stok op de menigte
lostrokken de commissaris van politie Dietz
hun toegeroepen heeft: „Niet slaan!"
De reeders te Scbeveningeu zullen op
's konings verjaardag het strand een feestelijk
aanzien geven door in de masten van de
geheele visschersvloot de verschillende vlag
gen hunner kantoren te hijschen.
Door de politie te Dordrecht is in
beslag genomen een cent, overtrokken met
dun zilverpapier; door een vrouw werd dit
„valsche kwartje" in een manufactuurwinkel
ter betaling aangeboden.
Te Haarlem is in den afgeloopeu nacht
ten 1 ure een felle brand uitgebroken in
een woning, gelegen in een poort in de
Gravinnesteeg n°. 7c, bewoond door de wed.
Romiju, waarvan de oorzaak onbekend is.
De woning is geheel uitgebrand, alsook ge
deeltelijk een huisje daarnaast n°. 75, dat
werd bewoond door den werkman De B.
met vrouw en zes kinderendie met moeite
zijn gered. De B. wiens goederen niet wa
ren verzekerd, heeft bijna al zijn huisraad
verloren.
In den nacht van 20 op 21 Novem
ber, omstreeks 1 uur, passeerde J. G. Eck-
hardt den Dam te Amsterdam en koos bij
voorkeur zijn weg over de kleine steenen
voor 's konings paleis.
De schildwacht B verzocht hem zich te
verwijderen, welk verzoek aanleiding gaf
tot een woordenstrijd, waaraan ook deel
werd genomen door den korporaal M., die
Eckhardt krachtig beduidde, dat hij zijn
weg moest vervolgen. Al spoedig ontwikkelde
E. eenige stellingen als: „de koning betaalt
die steentjes toch niet, maar ik wel" en
zette zijne beweringen verder kracht bij door
het uiten van scheldwoorden en beieedigin-
gen, zoodat hij ten slotte op last van den
korporaal in de wacht in bewaring werd
gebracht en later door de politie afgehaald
om van het voorgevallene proces-verbaal op
te maken. Dinsdag stond hij deswege voor
de rechtbank terecht. Hij beweerde in den
bewusten nacht sufferig geweest te zijndaar
hij van Zaterdag 12 uren aan een stuk had
doorgewerkt en onderweg iets had gebruikt,
zoodat hij eenigszins opgewonden was en
zich niet juist meer kon herinneren, wat
hij gezegd heeft. Wel wist hij, dat de
schildwacht met geveld geweer voor hem
gestaan had en toen kan hij wel gezegd
hebbenAls ik het geweer hadzou je wat
anders zien". Nadat de beide militairen als
getuige.i gehoord waren, requireerde het
O. M. wegens beleediging van een ambte
naar gedurende de rechtmatige uitoefening
zijner bediening (bet nieuwe wetboek be
schouwt militairen ook als ambtenaren) tegen
den beklaagde acht dagen gevangenisstraf.
Gisterennacht, omstreeks vier uur,
strandde op de Kazende Bol de Belgische
vischsloep Fernandus, schipper Alleré, thuis
behoorende te Ostende. Het vaartuig was
bestemd naar Nieuwediep, om aldaar een
op zee bekomen lek te voorzien. Met het
aanbreken van den dag vertrok van daar de
sleepboot Hercules, met de reddingboot op
sleeptouw, naar de straudingsplaats, om te
trachten de in nood verkeerende schipbreu
kelingen te redden. Eerst had men ge
meend dit met een haringvlet te kunnen
doen, doch de onmogelijkheid hiervan werd
later ingezien. Toen men bij het vaartuig
aankwam, was dit reeds door de opvarenden
verlaten, die, zooals men toen ontdekte, in
eene kleine boot gezetenop eenigeu afstand
tegen de hevige branding kampten. Daar
heen werd toen koers gezet, en met niet
geringe moeite gelukte het, allen in de red
dingboot over te nemen. Eenige seconden
later sloeg het bootje door eene stortzee om.
De geredden zeven in getal werden
doornat te Nieuwediep aangebracht, waar
zij door den vice-consul van België spoedig
van het noodige werden voorzien.
De sloep zit vol water en zal wel ver
loren zijn.
Uit Enkhuizen schrijft met van 18
Jauuari: Gisterenmorgen werd wederom door
de op het Enkhuizer Zand in het ijs vast
geraakte visschers de noodvlag gelïeschen.
Door de goederenboot van Enkhuizen op
Stavoren werd beproefd zich een weg door
het ijs te banen, maar dit bleek weldra on
mogelijk. Daarna staken tien mannen in
twee booten van wal, van levensmiddelen
voorzien, daar zij geen zekerheid hadden
voor het vallen van den nacht de vaartuigen
te zullen bereiken. Nu eens de booten over
het ijs voorttrekkende dan weder in open
water roeiende, zetten de kloeke mannen
hun gevaarvollen tocht voort. Na ongeveer
vier uur worstelens mocht het hun gelukken
de in nood verkeerenden te bereiken.
Onderwijl zag men inet behulp van verre
kijkers twee menscheu zich van de gestraude
vaartuigen verwijderen, blijkbaar met het
doel den vasten wal te bereiken. Na on-
geloofelijk veel moeite, nu eens over het
broze ijs voortkruipende, dan weder loopende,
kwamen zij te Oosterleek aan wal. De vis-
scher is van plan eene boot te koopen, en
zich daarmede weder naar zijn vaartuig te
begeven, ten einde, mocht het blijken, dat
zijn bodem, als het ijs begint te schuiven,
niet te behouden is, een middel te hebben
om zijn leven en dat zijner knechts te redden.
Door de rijkspolitie te Nijmegen is
tegen een herbergier aldaar, die in eene tent
op het ijs op de Oude Waal, onder Ub-
bergen, eene flesch cognac in eene mand
had verbolgen, wegens overtreding der drank
wet proces-verbaal opgemaakt. Ten vorigeu
jare werd dezelfde persoon voor een derge
lijk feit door de rechtbank te Arnhem tot
8 dagen gevangenisstraf veroordeeld. Dit
tot waarschuwing voor anderen.
Als eene bijzonderheid meldt men
Het vijftigjarig bestaan eener Whistpartij
van 4 vrienden, te Deventer, werd door
hen dezer dagen feestelijk herdacht.
Zaterdag is bij eene hardrijderij te
Wolvega een meisje van 15 jaar bij het
tegenrijden gevallen, en tengevolge daarvan
gisteren overleden.
Eenigen tijd geleden is uit het huis
van arrest en bewaring te Middelburg een
in voorloopig arrest genomen zeeman ont
vlucht. Nu de daarvoor gestelde termijn
van vier maanden voorbij is, zonder dat de
ontvluchte is gevat, zal eene strafvervol
ging worden ingesteld tegen M., gevangen
bewaarder, die middelerwijl naar Arnhem is
overgeplaatst. Deze zaak zal nu Vrijdag
voor de rechtbank aldaar worden behandeld.
Te Koudekerke heeft zich een jonge
ling voor de nationale militie laten inschrij
ven, welke den 4en October a. s 19 jaren
wordt en nog ter school gaat. Hij is zon
der gebreken en heeft eene lengte van 1.05
meter. (M. C.)
Men schrijft aan de Maaebode uit
Limburg: Nadat we gedurende de geheele
maand December een ploertig weer hebben
gehad, dat op den anderen dag iets nieuws
uitkraamde, zooals regen na zonneschijn,
warmte na kou, hagel na regen, sneeuw na
wind of in een andere orde, waarbij echter
altijd de strijd der winternatuur tegen de
warmte te voorschijn kwamen welke laatste
eindelijk maar geheel bedaard den aftocht
moest blazen, zijn we nu in 't midden van
Jauuari gekomen, die aan het spreekwoord
onzer vaderen: „als de dagen lengen, gaat
de koude strengenvolle eer en hulde
brengt.
Bij eene vorst van pl. m. 5 graden
Rëaumur gedurende eenige dagen, zijn de
stilstaande waters in een sterken ijsspiegel
veranderd, waarop de jeugd een vreugd ge
niet, die, zou ge van kinderen houdt, u
zal verrukken. Uit alle woningen verzamelt
zich een aardig troepje van boertjens en
boerinnetjens zooals Hildebrand in zijn
„Camera Obscura" zegt met roode bouf-
fantjes en even roode wangen en gaan met
groot rumoer aan den stoet der op het ijs
spelenden jeugd zich mengen.
Daar op den bevrozen waterspiegel stijgt
de vroolijkheid ten top, en het kleine volkje
glijd en scharrelt, en zwiert en draaft door
elkander, en valt op een hoop en poeiert
elkander met sneeuw, en kaapt de een den
anderen den hoed of p t van het hoofd
zonder dat daarom nog iemand verkouden
wordt, rijden er in triomf mee rond op de
punt van hunne ijshaken, en de slee, door
flinke bengels vooruitgestuwd, rolt heen en
weêr met een heele vracht kleintjes, die nog
niet genoeg vastheid hebben om op hunne
beenen joelend vooruit te glijden op de
gladde ijsbaan, en zwiert bij het omdraaien
zoo verschrikkelijk dat zij het allemaal uit
gillen.
Is er vreugde en leven op het ijs, in de
woning der armen is echter bittere droef
heid; de akelige ijsbloemen op de glasven
sters schilderen aan den voorbijganger, dat
daar binnen eene treurende familie woont,
welke niet alleen door honger, maar ook
nog bitter gekweld wordt door een nijpende
koude..
Rijken der aardehebt medelijden met uwe
behoeftige medebroeders, die van gebrek en
koude weenen, terwijl gij, in alle mogelijke
genoegens, u bet leven tracht te verzoeten.
De commissaris van politie te Roer
mond maakte op de laatste markt proces
verbaal op tegen een boerin, die boter ver
kocht hadwelke in hoofdzaak niets anders
bevatte dan wagensmeer.
's «HAVEYHAGE.
Z. M. heeft pensioen verleend aan G.
J. Meijerink, gewezen brievenbesteller te
Apeldoorn, f150 'sjaars; J.Boks, gewezen
brievengaarder te Beekbergenf 404 's jaars;
H. Van Vorst, gewezen brievengaarder te
Beugen, f160 'sjaars; H. W. JG. Stroot-
inan, gewezen brievengaarder-directeur van
het rijkstelegraafkantoor te Egmond aan Zee,
f214 'sjaars; J. Visser, zich schrijvende J.
D. Visser, gewezen brievengaarder te Hol-
lum (Ameland) f56 'sjaars; J. Geurtsen,
gewezen brievengaarder te Westervoort f 124
'sjaars; H. J. Woelders, gewezen postbode
te Uithoorn f267 'sjaars; H. J. Reinik
gewezen brieven- en telegrambesteller te
Assen, f127 'sjaars; H. Dieperink, gewe
zen brieven- en telegrambesteller te Lochem,
f51 'sjaars; J. G. Nagel, gewezen brieven
besteller te Zutfen, f195 'sjaars; L. M.
H. Gudde, gewezen commies der posterijen
van de 2e kl. te Venloo, f601 'sjaars, en
P. Elve, gewezen onderdirecteur bij de rijks
telegraaf te Amsterdam, f991 'sjaars.
De heer E. Albrecht, benoemd tot
vice-consul der Nederlanden te Aracaju, is
als zoodanig door de Braziliaansche regeering
erkend.
PER TELEGRAAF.
LONDEN, 18 Jan. De heer Goschen
heeft heden zijne kiezers te Liverpool toe
gesproken. Hij zeide o. a.„Zoo prins Von
Bismarck werkzaam is voor het behoud van
den vrede, dan zijn wij dit insgelijks. En
geland heeft er nooit aan gedacht, om be
roering in Europa te verwekken ten gunste
eener dynastie, of ten behoeve van eenig
persoonwien ook. De Engelsche regeering
kwam nimmer rechtstreeks of zijdelings tus-
schen beiden, om prins Alexander van Bat-
tenberg in Bulgarije te herstellen.
Wat de keuze van een nieuwen vorst be
treft, grondvest de regeering hare politiek
op het Berlijnsche tractaat. Zij zal niets doen
wat strekken kan om zich af te scheiden
van de mogendheden, die tegenwoordig in
het belang van den vrede werkzaam zijn.
Ofschoon het der Britsche regeering niet
past het initiatief te nemenis de oplossing
van het Bulgaarsche vraagstuk haar niet on
verschillig".
LAATSTE BERICHTEN.
In de heden gehouden zitting van de
eerste kamer zijn achtereenvolgens aangeno
men de hoofdstukken justitie, binnenl. zaken,
credietwet, marine, financien, oorlog, na
een kort debat. De minister van financien
kon het tijdstip van de indiening der nieuwe
regeling van het pensioenfonds voor ambte
naren nog niet bepalen. Ook de spoorweg-
begrooting werd aangenomen na de verkla
ring van den minister dat de exploitatie
van de lijn AmersfoortNijmegen niet zal
geregeld worden dan behoudens wettelijke
goedkeuring. Morgen komen de overige
hoofdstukken in behandeling.
Een vrouw uit IJselmonde stond heden
als appellante voor het gerechtshof te 's Gra-
venhage terecht daar zij zich bezwaard ge
voelde door eene veroordeeling tot 1 jaar
gevangenisstraf, haar opgelegd door de recht
bank te Dordrecht, omdat zij op zekeren dag
in de woning van haar buurman door een
geopend raam was binnengeklommen en
aldaar uit eene secretaire een kartonnen
doosje met f78.75 ontvreemd had. De
bekl. bekende den diefstal te hebben gepleegd
omdat haar man een pachtsom te betalen
had waarvoor hij het geld niet bezat. Zij was
in hooger beroep gekomen om den hoogeren
rechter te verzoeken haar straf, die zij te
zwaar vond, te verminderen.
Adv. gen. mr. Telders die van oordeel was
dat de eerste rechter wel degelijk met de
omstandigheden waaronder het misdrijf was
gepleegd, zal hebben rekening gehouden,
meende dat de straf niet te zwaar kon wor
den geacht. Z. i. moest het vonnis echter
wat de motieven betreft worden vernietigd
maar overigens worden bevestigd. Zijn re
quisitoir strekte mitsdien tot handhaving van
de uitgesproken veroordeeling.
Nog werd behandeld het appel van een
vonnis derzelfde rechtbank waarbij eene
weduwe uit Rotterdam tot 1 maand gevan
genisstraf werd veroordeeld omdat zij te
Dordrecht eene andere vrouw had op den