NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
Ilexe Uoumiit verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Dinsdag 18 Januari 1887. N°. 14.
ADVERTENTIE»:
Uitgevers: Gebroeders Muré.
DE BREID EENS EERLOOZEN.
ABQÊÜPslEfüEiï:
Voor Leiden, per 3 maandenf 1.25.
Franco door het geheele rijk, per 3 riiaanden 1.60.
Prijs per Nummer 10 Cent.
Van 16 regels0.90.
Elke regel meer0.15.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingenk contant, zonder rabat, per regel 0.10.
Bureel: Scheepmakerssteeg 6.
200e Jaargang.
Stads-Berichten.
II EK- IJ K.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS tan LEIDEN
Gezien het besluit van de Gedeputeerde Staten der
provincie Zuid-Holland, van den 14den December 1886,
n«. 16/1 Provinciaalblad n°. 70), houdende bepaling
van de tijdstippen van den herijk der maten en ge
wichten in de verschillende gemeenten in deze pro
vincie, voor het jaar 1887;
Herinneren den ingezetenen dezer gemeente hunne
verplichting, overeenkomstig art. 15, lett. o, der
wet van den 7en April 1869 Staatsblad n°. 57),
tot het doen herijken van alle reeds in gebruik
zijnde maten en gewichtenonder mededeeling dat
daartoe door den ijker zitting wordt gehouden in het
lokaal van den ijk, op de Aalmarletnaast de Ge
meente-apotheek, en wel:
voor de ten verkoop bestemde nieuw geijkte maten
en gewichten op den 4, 5, 6, en 7 Januari, voor
de gewone gewichtenbenevens de maten en strijkers,
voor wijk III, op den 18, 19, 20en 21 Januari,
voor wijk IV, op den 25, 26, 27 en 28 Januari
en 1 Februari,
voor wijk V, op den 2, 3, 48 en 9 Februari,
voor wijk VI, op den 10, 11, 15, 16, 17, 18,
22, 23 en 24 Februari,
voor wijk VII, op den 25 Februari, 12, 3, 4,
8 en 9 Maart,
voor wijk VIII en de buitenwijk, op den 10, 11,
15, 16, 17 en 18 Maart;
voor de gewichten voor fijne weging, in gebruik
bij medicijnbereidersgoud- en zilversmeden, specie
handelaars en verdere in goud en zilver handelende
personen
voor wijk I, II, III, IV en V, op den 22, 23 en
24 Maart,
voor wijk VI, VII, VIII en de buitenwijk, op
den 25, 29 en 30 Maart, telken dage van des
morgens 9 tot des namiddags 3 uren;
dat voorts gedarende den herijk in de gemeenten
van den ijkkring buiten de standplaats, zitting bin
nen deze gemeente zal worden gehouden, op den 16
en 18 April, 7, 9, 28 en 31 Mei, 17, en 18 Juni en
8, 9, 29 en 30 Juli, van des morgens 9 tot des namid
dags 3 urenen wijders na den 6 Augustusiederen
Woensdag en Zaterdag van 9 tot 1 uur.
Tevens worden de belanghebbenden er op gewezen;
a. dat zij verplicht zijn hunne maten en gewichten,
behoorlijk droog en schoon, bij den ijker, op
voorschreven dagen, tot het ondergaan van den
herijk te bezorgen;
b. dat zijdie zulks verzuimen of daarin verhin
derd worden, voormelde malen en gewichten
vóór den l8ten October nog aan den ijker, op
de daarvoor aangegeven dagen, ter herijking
moeten aanbieden;
a. dat, na het eindigen van den termijn van den
herijk, het gebruiken of voorhanden hebben van
maten en gewichtenniet voorzien van de ver-
eischte stempel merkenvolgens art. 29 der bo
venaangehaalde wet, verboden en strafbaar is; en
J. dat bij het terug ontvangen van de ter ijking
aangeboden voorwerpen, zij zich dienen te over
tuigen of die van het goed- of afkeuringsmerk
zijn voorzien.
Vervolgens wordt ter kennis van de belanghebben
den gebracht, dat \olgens besluit van den Minister
van Waterstaat, Handel en Nijverheid, van den 9den
December 1886, de letter X, in den gewonen druk
vorm, schuin gesteld, bestemd is tot goedkeurings-
merk zoowel bij den ijk als bij den herijk der maten
en gewichten, en bij den ijk van gasmeters de
Koninklijke kroon, terwijl het kantoormerk voor de
gemeente Leiden is het cijfer 7.
En geschiedt hiervan openbare kennisgeving door
aanplakking en door plaatsing in de Leidsohe Courant.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
DE KANTER, Burgemeester.
Leiden, 29 December 1886. E. KIST, Secretaris.
D R A NITW BT.
RURGEMEESTER en WETHOUDERS van
LEIDEN;
Brengen ter algemeene kennis dat door
JOHANNA MEYER huisvrouw van M.ttbijs
Meijerehalhier woonachtig, een verzoek
schrift is ingediend om vergunning tot ver
koop van sterken drank in het klein in liet
perceel Oude Rijn No. 93.
En geschiedt hiervan openbare afkondiging
door plaatsing in de Leidsche Courant.
burgemeester en Wethouders voornoemd,
DE KANTER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
Leiden, 17 Januari 1887.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
LEIDEN;
Gezien hel adres van II. ISRUMMEEKAMP,
broodbakker, wonende alhier, houdende ver
zoek om vergunning lot oprichting van een
koek- en banketbakkerij in het perceel aan de
Haarlemmerstraat No. 183.
Gelet op de artt. 6. en 7 der wet van 2 Juni
1875 Staatsblad no. 95);
Geven bij deze kennis aan liet publiek dat ge
noemd verzoek, met de bijlagen, op de Secre
tarie dezer gemeente ter visie gelegd is; als
mede dal op Maandag den 31 Januari aansl.,
'svoormiddags te elf ure, op het Raadhuis,
gelegenheid zal worden gegeven om bezwaren
legen dat verzoek in Ie brengen.
Burgemeester en Wel houders voornoemd
DE KANTER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris,
Leiden, 17 Januari 1887.
ITAR8NIE11WI.
Bij de op heden gehouden openbare ver-
kooping van cokes, bij partijen van 100,
50, 10 en 5 hectoliters, waren de hoogste
prijzen ƒ35, ƒ18.—, ƒ3.90 en ƒ1.90,
laagste prijzen ƒ35, 18.3.70 en 1.85.
Hoogst opmerkelijk en van groote
beteekenis is de volgende vergelijking be
treffende Leiden's bevolking.
Aantal inwoners 1867 38605 1886 45528
geboorten 1457 1510
overledenen 972 980
huwelijken 899 356
In het verloopen tijdvak is het
aantal zielen vermeerd. met 6923 of 18 pCt.
geboorten 53 3.5
overl. ue 3 u 0-86 u
huwel. vermind. met 43 f 11.
Niettegenstaande de bevolking in dat 20-
jarig tijdvak 18 pCt. ia toegenomen, werd
de sterfte ruim 0.8 pCt. grooter en is het
aantal geborenen slechts 3} pCt. meer.
In dat tijdvak is de openbare volksgezond
heid door verbetering van het rioolstelsel,
den aanleg van de duinwaterleiding en het
toezicht op het bouwen van arbeiderswonin
gen binnen Leiden veel gunstiger dan uit
de maandelijks openbaar gemaakte statistiek
zou moeten blijken. Of bet vinden en
toepassen van „middelen ter voorkoming van
groote gezinnen" ook invloed begint uit te
aeLuen op bet aantal geboorten en huwelij
ken? is een mysterie.
Door den heer B. M. Duyser, pachter
der gehoorzaalwerd op Zaterdag jl. een bal
masqué aangeboden aan enkele, bier ter stede
gevestigde vereenigingen en wel aan de ver-
eenigingen „Cats", „Pugno pro patria",
„Sparta" en „Hercules".
In grooten getale hadden de genoodigden
van dat aanbod gebruik gemaakt. Te tien
uur kwamen de gemasqueerden achtereen
volgens de groote zaal binnen, nadat de noo-
dige formaliteiten waren in acht genomen.
Op de gaanderij was 't stampvol van onge-
masqueerde nieuwsgierigen en voor de offi
cieel genoodigden (leden van stedelijke
besturen, vertegenwoordigers van de pers,
enz.) waren tribunen achter in de zaal opge
slagen waardoor een uitmuntend kijkje over
het geheel verkregen werd. De burgemeester
en de wethouder Bool hadden schriftelijk
kennis gegeven dat ze het bal niet konden
bijwonen. Het bal was voor eene Zuid-Hol-
landschebetrekkelijk kleine stadzeer ge
animeerd en druk bezocht. Er was natuurlijk
van allerleiorgelman en -vrouwschaat
senrijders, scharenslijpers, enz. De orde liet
er niets te weuschen over en de ordecom
missarissen hadden dan ook in zooverre een
gemakkelijke taak. De zaal was zeer netjes
versierd en met gasilluminatie en bloemen
voorzien, terwijl twee buffetten in de zaal
zeer practisch aangebracht gelegenheid gaven
ook déér iets te gebruiken. Een nitmuntend
orkest ('t strijkorkest van het 4e regiment)
zorgde voor de noodige muziekterwijl de
foyer er gezellig uitzag en dan ook in de
panze, na hel démasqué, druk bezocht
werd. Het bal duurde zeer geanimeerd
voort tot ongeveer 7 uur in den morgen.
Door de orgelvrouw was intusschen eene
collecte gehouden voor de weduwe van den
onlangs overreden voerman Van H.; die in
zameling bracht slechts netto f 2.70 opwaar
schijnlijk omdat men eigenlijk niet goed
wist voor welk doel werd gecollecteerd.
Het moet gezegd worden dat de geheele
zaak flink was aangepakt en de liefhebbers
van dergelijke vermakelijkheden hebben on
getwijfeld dolle pret gehad.
Omtrent den diefstal met braak, ge
pleegd in den nacht van 28/29 December
11. in de woning van den winkelier De V.
aan de Oude Vest kan worden medegedeeld
dat de daad ii bedreven door zekeren
N. P.
De vrouw van slechte zeden die onlangs
brandwonden bekomen heeft door met een
test met vuur te dicht bij haar bed te komen
is overleden.
Gisterennamiddag te 2 unr is zekere
vrouw v. H. op de Steenstraat, doordat ze
zoogenaamd van haarzelve vieldoor de tram
overreden en vervolgens naar het academisch
ziekenhuis overgebracht, alwaar haar been
is geamputeerd.
Te ongeveer 2 uur daarna is uit het
water vaD de Zijl uit een bijt het lijk opge
haald van den 18 jarigen jongeling genaamd
A. M. die met schaatsenrijden daarin ge
raakt was.
Gisteravond is op de Hooigracht een
man van koude en men zegt tevens van
honger ineengezakt. Hij werd naar zijne
woning voortgeholpen.
FEUILLETON.
101.)
Hij heeft mij daarop voorbereid, maar gij,
Nita, gij zult toch zulk eene laaghartigheid
niet toelaten? Ik meende in den laatsten
tijd, dat gij medelijden met mij hadt, dat
uwe betere natuur zich verzette tegen de
slechte behandeling, die ik moest verdragen."
Zij sprak zéé onstuimig, dat Nita baar
niet in de rede kon vallenom haar te zeg
gen, dat zij niet als eene ongeluksbode kwam.
Dora was opgesprongen en had luider ge
sproken, dan zij gewoonlijk deed.
„Om 's Hemels wil, bedaar Doral Er
staat niet minder dan uw en mijn leven op
het spel, indien Carlos iets verneemt van
dit nachtelijk bezoek bij u. De vensters staan
open en hij heeft uw luid spreken misschien
reeds gehoord. Ga hier midden in de kamer
zitten, opdat wij niet beluisterd kunnen wor
den. Nooit zal zoo iets, als gij vreest, met
u gebeuren, dat bezweer ik u, als ik daar
mede uw vrees kan wegnemen."
Een weinig gerustgesteld en nieuwsgierig,
wat Nita tot een geheim bezoek had bewo
gen, voldeed Dora aan haar verzoek. Zij
beefde zeer en zag er nog bleeker uit dan
te voren.
„Gij arme, vermoeide, mishandelde duif!"
zeide Nita, terwijl zij haar teeder de wan
gen streelde. „Het verwondert mij niet, dat
gij iedereen wantrouwt, die bij u komt,
maar nu kom ik toch bij u als uwe op
rechte vriendin."
Dora brak in tranen los en toen zij eenige
oogenblikken bitterlijk geweend had sta
melde zij
„Ik ben zeer zwak, Nita, maar dat zijn
de eerste vriendelijke woorden, die ik sedert
maanden heb gehoord, en zij treffen mij
daarom zooveel te meer. Nita, als gij ze
slechts hebt besproken, om als inleiding te
dienen van een plan, dat mij nog in eene
diepere ellende zou storten, moge God het
u vergeven, maar ik geef niet toe."
„Neen, Dora, zoo slecht ben ik niet, in
tegendeel, ik wil mijn best doen om goed,
zeer goed te worden, ten einde een man
gelukkig te makendie mij bemint als zich
zeiven. Denk eens, hoe grootmoedig hij
moet zijn, om dat te kunnen doen. Ik heb
oprecht berouw van al het kwaad, dat ik be
dreven heb en het eerste bewijs van mijne
beterschap zal zijndat ik u help vluchten
uit deze verschrikkelijke kamer, en u bevrijd
uit de ruwe handen van uw cipier."
„Is u dat werkelijk ernst, Nita? Is het
geen valstrik, waarin gij mij wilt lokken,
wilt gij mij niet uit dezen kerker lokken,
om mij aan een nog verschrikkelijker lot
bloot te stellen?" vroeg Dora, terwijl zij het
antwoord in Nita's blikken trachtte te lezen.
„Niets zou gemakkelijker zijn, als ik dat
plan had, om u een slaapdrank te geven,
die u geheel bewasteloos maakt. Tot nu toe
heb ik u als veel verstandiger beschouwd
dan de meeste vrouwen van uw leeftijd;
oordeel zelf Dora, of ik op dit uur bij u
zou komen, als ik niet de bedoeling had,
u een gewichtige dienst te bewijzen?"
Hoewel Nita ongeduldig, ja bijna ver
toornd deze woorden had uitgesproken, ont
ging het Dora niet, dat hare schoonzuster
ditmaal waarheid sprak.
„Vergeef mij, Nita," zeide Dora zacht,
„ik had tot nu toe geen reden, om op uwe
hulp te rekenen, en ik meende dat gij het
geheel eens waart met Carlos en met zijne
plannen."
„Dat was tot voor eenige dagen waar,
maar wij hebben verschil over een belang
rijk punt, zoodat ik wil ontvluchten en u
mede wil nemen. Eerst zullen wij zorg dra
gen voor uwe veiligheid en dan reik ik
mijne hand aan dien man, die de beste
vriend blijkt te zijn, dien wij ooit hadden."
Dora bedekte het aangezicht met beide
handen, en zeide op hartstochtelijken toon:
„O, barmhartige Vader, ik dank u, dat Gij
mijn gebed verhoord hebt en mij hulp hebt
gezonden langs een weg, van waar ik dien
het minst verwachtte."
Vervolgens sloeg zij hare armen om Nita's
hals en weende en snikte als een kind, ter
wijl zij nu en dan woorden van dank sta
melde.
„O, Nita, vergeef mij dat ik twijfelde!
God heeft een eerlijk werk aan n verricht.
Gij zult u uit den afgrond der zonde, waarin
gij zoo lang geleefd hebt, weer verheffen en
den edelen man, die u zoo innig liefheeft,
waardig zijn. Hij moet zeer goed, zeer
grootmoedig zijn, anders had hij nooit toe
gestemd om zulk een arm, verloren schepsel
als ik hente helpen."
Wordt vervolgd.)