NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
I leze Courant ver schijnt dadelijks, behalve op Kon- en
F e e s t d a s e n.
Vrijdag 24 December 1886. M°. 303.
ADVERTENTIE N:
Uitgevers: Gebroeders Muré.
DE BRUID EENS EERLOGZEN.
- ABOiilHEfflENT:
Voor Leiden, per 3 maanden1.25.
Franco door het geheele rijk, per 3 maanden l.OO.
Prijs per Nummer 10 ('ent.
200e Jaargang.
Van 16 regelsf 0.90.
Elke regel meer0.15.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingenik contantzonder rabat, per regel 0.10.
Bureel: Scheepuiakerssteeg 6.
STADSNIEUWS.
BURGER-ZANGSCHOOL.
D© Burgerzangschool van het departement
Leiden der Maatschappij tot Nut van 't Al
gemeen hield gisteravond in de Stadgehoorzaal
alhier hare zes-en-twintigste openbare les.
Voor een overvolle zaal werden, door de
le klasse A, oefeningen in solfèges van den
heer C. B. Duyster Jr., en twee liederen
„Naar 't ijs" van den heer B. H. Taylor en
„Vooruit" van bovengenoemden heer Duyster
ten gehoore gebracht.
De le klasse B zangoefeningen in solfèges.
„Zomermorgen", „De knaap en de vogel"
en yin den stoomtram" alles van den heer
Taylor, terwijl de 2e klasse behalve oefe
ningen in solfèges van Worp, 5 tweestem
mige liederen zong van Richard Hol, nl.
Lentelied", „De luchtballon", „Zonneschijn",
„Verstoppertjen spelen" en „Jongenslied".
Het laatst vdér de pauze werden drie
stemmige liederen van Hol gezongen door
de 8e klasse, voorafgegaan door oefeningen in
solfèges van Bertalotti. Van Hol werden
door deze klasse gezongen „Zomer", „Floris
I (1061)", „Goede nacht" en „Eendracht
maakt maakt".
De keuze van de liederen mag gelukkig
genoemd worden, vooral ook met 't oog op
den gezonden degelijken teksten wat de
uitvoering betreft, ze weerden zich dapper
die kleinen.
Na de pauze hoorden we door de hoogste
klasse van Max Bruch flink uitvoeren „Der
Wald", „Glückwunsch", „Nachtlied" en
„Friihlingsmuth", en van R. Thoma „Die
schönsten meiner Lieder".
Nu traden de gelukkigen die voor „Naar
stigheid, enz." een prijs verworven hadden
naar voren om dienbestaande in een min
der of meer kostbaar leesboek of muziekstuk,
in ontvangst te nemen, waarna door de 1ste
klasse B, de 2de, 3de en 4de klasse en
eenige oudleerlingen, „De Hemel" van Joh.
J. Verhulst met eenige begeleiding uitmun
tend werd uitgevoerd.
Tot slot werd door die allen het lste cou
plet van het Nederlandsche volkslied gezon
gen, waarvan het 5de couplet door het koor
en alle aanwezigen te zamen met den ge-
pasten eerbied werd gezongen.
Intusschen hadden we nog de namen van
de bevorderden hooren voorlezen, welke op
somming we hier herhalen.
De volgende leerlingen werden bevorderd
Van de le klasse A naar de le klasse B,
(meisjes) M. Taverne, D. Taverne, L. Zand-
voort, A. Van Wijngaarden, G. F. Japikse,
L. Borger, R. Borger, Joh. Fles, M. Fles,
E. Hamersma, S. Splinter, L. YYillemsom,
D. Van Rooijen, G. Van der Kloot, G. Boer,
Th. Couturier, M. Couturier, J. Franchimon,
A. Peltenburg, J. Heykoop, R. Rodbard, G.
Van der Grift, J. Sleyser, M. Walle, J.
Spaargaren, H. Koen, M. Raar, (jongens)
W. Brouwer, J. Van der Waals, B. Linde
man, A. Van Leeuwen, A. Koolhaalder, A.
J. J. Oppelaar, M. Boekwijt, J. Coebergh,
H. Kokxhoorn, J. Walle, J. Gubbi, Jacs.
De Koning, P. Knaap, H. La Bree, P. La-
dage, F. Steenhauer, R. De Wilde, W. J.
Oudegeest, D. Sala, N. Fles, J. Koen, B.
De Koning, B. Duyser, A. Visser.
Van de le klasse B naar de 2e klasse,
(meisjes) W. Dee, J. Van der Harst, M.
Efraim, A. Lulofs, C. Lulofs, C. De Stoppe
laar, A. A. H. Visser, G. Bakker, H. De
Roode, M. De Roode, D. Burgersdijk, J.
Burgersdijk, J. Wijtenburg, K. Oudegeest,
P. Roelofs Heyrmans, J. Roelofs Heymans,
J. Harmsen, J. Walle, T. Borgerding, W.
Caron, B. Van Driesten, J. Engels, J. Hey
koop, C. Heykoop, L' Van Gulden, H. De
Wilde, J. Filippo, A. Van't Hooft, J. Oleff,
J. De Wilde, M. Poelman, E. Koolhaalder,
L. Den Houter, (jongens) H. De Roode,
M. Bos, W. Ridderhof, M. Splinter, J. A.
Eigeman, W. Ittmann, P. De Haas. J. K.
S. Oppelaar, N. J. Brouwer, Th. Bentz, J.
Van Rooyen, J. Duyster.
Van de 2de naar de 3de klasse, (meisjes)
M. C. Duyverman, M. Van der Jagt, C. J.
J. Sijtsma, Th. Brüning, M. E. De Tombe,
C. Van Reenen, N. Oostveen, G. C. J. Caron,
D. M. Coebergh, M. A. Ridderhof, A. C.
A. Ridderhof, P. C. Harmsen, (jongens) M.
P. Meerburg, H. Brouwer, C. V. Bos, J. J.
Van Amerom, J. De Haas, J. D. Blanken
berg, J. W. De Tombe, C. B. Duyster, C.
A. Bik.
Van de 3e naar de 4e klasse, (meisjes)
H. Van der Heyde, J. Japikse, H. F. De
Haas, J. A. Rodbard, M. Spruyt, D. Van
Thiel, C. M. De Haas, C. M. Brouwer, C.
M. Van der Heyde, C. J. C. Bos, G. C. S.
Dikshoom, C. Rating, J. D. G. Frank.
Aan de volgende leerlingen werden prijzen
uitgereikt
le klasse A, (meisjes) G. Japikse, H.
Meysing, B. Van 't Hooft, J. Sleyser, L.
Borger, R. Borger, J. Spaargaren, J. Fles,
M. Fles, N. Koolhaalder, G. J. Meerburg,
A. Peltenburg, G. Boer, H.Koeu, E. Labree,
A. Van Wijngaarden, A. Hoek, J. Heykoop,
L. Hamersma, A. C. Gelpke, G. Van der
Kloot, G. Van der Grift, S. Roetering.
le klasse A, (jongens) D. Meysing, R.
De Wilde, N. Fles, U. Labree, J. Koen,
M. Boekwijt, F. Steenhauer, J. Coebergh,
A. Ridderhof, W. Brouwer, C. Bots, B. De
Bruin, Jac. De Koning.
le klasse B, (meisjes) J. Herfst, J. Brem-
mer, W. Dee, J. Van der Harst, M. Efraïm,
C. Lulofs, O. De Stoppelaar, A. A. H.
Visser, E. Sciarone, G. Bader, M. De Roode,
J. Burgersdijk, J. Wijtenburg, K. Oudegeest,
J. Roelofs Heyrmans, J. Harmsen, J. Walle,
C. Borgerding, J. H. Heymans, B. Van
Driesten, J. Engels, J. Heykoop, E. Heykoop,
L. Van Gulden, H. De Wilde, J. Filippo,
A. Van 't Hooft, J. Oleff, E. Oleff, J. De
Wilde, M. Poelman, H. Den Mouter.
le klasse B, (jongens) A. Kroon, M. Bos,
J. Boekwijt, A. Verhoog, M. Splinter, W.
Eigeman, W. Ittmann, P. De Haas, N.
Brouwer, J. Van Rooijen, J. Duyster, B. J.
Hermans.
2e klasse (meisjes) M. Van der Jagt, Th.
Brüniug, M. E. De Tombe, C. Van Reenen,
N. Oosiveen, D. M. Coebergh, M. B. Knaap,
M. P. Filippo, J. A. Hermans, J. C. Blöte,
J. L. Dee, C. C. Van Nouhuys, H. Harm
sen, M. J. C. Sciarone, E. J. Kroon, M.
De Haas, M. Engels, M. W. Engels, C. C.
Van den Berge, M. A. Ridderhof, L. Blan
kenberg, M. C. Duyverman.
2e klasse (jongens) C. F. L. Heymans,
C. V. Bos, J. J. Van Ameron, J. De Haas,
J. D. Blankenberg, C. B. Duyster, C. A.
Bik, A. G. Boekwijt, W. J. Gubbi, B.
Taverne.
3e klasse (meisjes) H. Van der Heyde,
J. Japikse, H. F. De Haas, J. A. Rodbard,
D. Van Thiel, C. M. De Haas, C. M. Brou
wer, C. M. Van der Heyde, G. C. S. Diks
hoom, J. B. Drechsler, G. P. Van Es, C.
Ruigrok, C. M. Eigeman, J. D. G. Frank,
H. Wijtenburg, J. F. Mispelblom Beijer,
C. Japikse, M. Spruit, M. Steenhauer, C.
M. Bik.
3e klasse (jongens) J. W. Florijn, S.
K. Oppelaar, H. II. Poelman, J. Jongmans.
Ontegenzeggelijk heeft de Burgerzang
school aan de bevordering van den nationa-
len zang een groot aandeel. Een overgroot
aantal mannen en vrouwen hebben op deze
school hun eerste opleiding in den zang ge
noten en ze zullen er ongetwijfeld met ge
noegen aan terugdenken. Moge de burger-
zangschool nog lang voortgaan de klei
nen een frisch Hollandsch lied in te prenten,
dan zal ze zeker op de opvoeding van onze
kinderen van zeer veel invloed ten goede zijn.
Men meldt ons het volgendeGezou
ten en geperst gras in plaats van hooiook
een vinding van dezen tijdwordt door het
vee met lange tanden gegeten en de daarbij
verkregen melk is dun en onsmakelijk. Zulke
kost, die naar zuurkool riekt, heeft afge
daan. Beetwortels zijn goed om er suiker
uit te bereiden, maar als veevoeder, ook
gemalen en pulp genoemd, toegediend, niet
minder achterop. Veel beweging en weinig
wol, zegt men. De hebzucht gaat echter
boven de leer: men verkrijgt toch met ge
malen suikerbiet een emmer vol melk, maar
zoo schraal als putwater. Een rechtgeaarde
boer houdt zich bij den ouden tijd: hooi
en lijnkoek, liefst van den windmolenwant
de koeienkoek van den molen is heel wat
„zjeuriger" dan die door stoom verkregen
en zoo doodgeslagen wordt. Dan volgen er
koekendie uit aardnoten geslagen worden en
wat minder in prijs zijn dan de lijnkoeken,
maar toch voldoende bestanddeelen bevatten
om er het melkvee van te bedienen. De
bast van de aardnoot zelfs bezit nog zooveel
vette en voedende eigenschappen dat hij
met hooi het verkrijgen van degelijke melk
niet beschaamt.
Wat aardnoten zijn? De aardnoot Ara-
chis Hypogaea is een éénjarige plant en
oorspronkelijk uit Brazilië in de Oost-Iudiën
ingevoerd. De Franschen noemen haar pis
taches de terre en zij gelijken dan ook veel
op de chocolaadjes die als pistaches ver
kocht worden. Zij bezitten fijne bestanddeelen
FEUILLETON.
87.)
Zonder tegenstreven dronk zij de heete
punsch, die de hotelhouder haar gezonden
had om de gevolgen van de nachtlucht weg
te nemen, en zonk toen in een diepen en
verkwikkenden slaap.
Nita liet haar aan de zorg van eene oude
negerin over en begaf zich toen naar haar
broeder.
„Wat ben ik toch een ezel," riep hij
haar tegemoet. „Als ik mijn ongeduld nog
slechts eenige minuten had gebreideld, had
de vloed mij voor altijd van dat lastige
schepsel bevrijd. De zee had haar verzwol
gen en er had geen haan naar gekraaid."
Nita zag hem verbaasd aan.
„Ik hoop, dat gij niet in ernst spreekt,
Caïlos. Wij hebben tegenover het arme kind
genoeg gezondigd, zoodat wij de schuld aan
haar dood niet op onze schouders mogen
nemen."
„Gekheid I Wat scheelt u toch dat gij
nu medelijden met haar hebt! Dora zal een
verschrikkelijke last voor ons beiden zijn;
als wij van haar bevrijd hadden kunnen
worden, zonder ons zelf bloot te stellen,
zou dat veel beter voor ons geweest zijn."
Nita zweeg eenige oogenblikken en Mcn-
doza scheen in toornige gedachten verzonken.
Eindelijk zeide zij langzaam en vastberaden:
„Ik weet té goed, hoe weinig een men-
schen leven u waard is; hoe gemakkelijk
gij diegenen uit den weg ruimt die u hin
derlijk zijn zonder eene wroeging; maar ik
beken, dat ik u niet voor zoo slecht hield,
dat gij Dora met geweld uit den weg wildet
ruimen. Ik verzeker u, dat gij op mijne
hulp niet behoeft te rekenen, als gij daaraan
denkt. Breek haar moed, hare geestkracht,
tracht haar tot gehoorzaamheid te dwingen,
als gij kunt, maar sla uwe hand niet aan
haar leven!"
//Waarom verbeeldt gij u, dat juist dat
mijne bedoeling is? Als zij hedenavond ver
ongelukt was, zou ik om haar verlies niet
erg getreurd hebben, dat was alles, wat ik
wilde zeggen. Ik zal er mijn hoofd niet aan
wagen om mij van dit kind te bevrijden,
maar wenschte toch wel, dat ik het nooit
gezien had."
„Het is treurig genoeg voor dit kind,
dat dit ooit geschied is," antwoordde Nita
zuchtende. „Maar ik vertrouw, dat Dora,
na hetgeen zij hedenavond ondervonden heeft,
volgzamer zal wezen. Zij heeft eene zware
proef doorstaan. Wij moeten haai omzichtig
behandelen, en als het zonder gevaar kan
geschieden, haar naar haar land laten te-
rugkeeren."
„Slechts wanneer zij in het graf ligt, heb
ik niets meer van haar te vreezen; als zij
mij verlaatmompelde hij.
Nita verstond zijne woorden niet, maar
was te goed vertrouwd met dat sombere
gelaat, om niet te weten, dat er iets kwaads
in zijn binnenste omging, en zij huiverde
bij de gedachte wat het lot van zijne vrouw
zou wezen, als zij bleef weigeren zijne plan
nen te ondersteunen.
Nita had veel op haar kerfstok, maar zij
was nog te veel vrouw, om niet met af
schuw te denken aan de misdaad, waarop
haar broeder doelde.
Toen Mendoza plotseling opstond en
zeide dat hij vermoeid was en naar bed
wilde gaan, legde zij hare hand op zijn arm
en fluisterde:
„Doe niets zonder mijn raad Carlos.
Als als een laatste middel noodig, abso
luut noodig is, zal ik mij niet verzetten.
Wij zullen dan wellicht iets bedenken, dat
alle verdenking van ons afkeert."
Hij zag haar doordringend aan; toen ant
woordde hij met een helschen lach:
„Nu wordt gij weer verstandig. Wel te
rusten, Nita."
Toen hij weggegaan was, wierp zij zich
wanhopig in een stoel.
„Als hij mij blijft vertrouwen," zuchtte
zij, „kan ik
De woorden bleven op hare lippen ste
ken. Hoewel het reeds laat was, bleef zij
nog vele uren in pijnlijk nadenken verzonken.
VIER EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK.
doka's standvastigheid.
Toen Dora uit den diepen slaap ontwaakte,
waarin zij was verzonken, scheen de zon
reeds helder in hare kamer. Als een blik
semstraal schoot haar alles, wat den vorigen
avond geschied was, te binnen. Hoe vreemd
het ook moge schijnen, het gebeurde deed
haar niet wankelen, deed haar den moed
niet opgeven. Zij weende niet, zij trok zich
niet de haren uit over het mislukken harer
poging om te vluchten, want de moed, die
in waarlijk edele zielen door tegenspoeden
wordt versterkt, keerde op dit oogenblik,
toen alles tegen haar scheen samen te span
nen, tot haar terug.
Wordt vervolgd.)