NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
IS e l e O o ii r a ii t verschijnt <1 a g e 1 ij k sbehalve o p 'L n- e u Feest <1 a e n.
ASOBWEWIEfiT:
Vrijdag 15 October 1886, N'. 243.
ADVERTENTIEN:
Uitgevers: Gebroeders Muré.
DE BRUID EENS EERLOOZEN.
Voor Leiden, per 3 maandenf 1.25.
Kranco door het geheele rijk, per 3 maanden I.OO.
Prijs per simmer 10 4'ent.
200e Jaargang.
Van 1 6 regels0.90.
Elke regel meer0.15.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingenk contantzonder rabatper regel 0.10.
Hureel: Schcepmakersstee®; 6.
STADSNIEUWS.
Bij beschikking van den minister van
staat, minister van binnenlandsche zaken,
is, voor het tijdvak van 15 October 1886
tot en met 31 December 18S6, benoemd
tot adsistent in het ziekenhuis aan de rijks
universiteit te Leiden, Th Lange, docto
randus in de geneeskunde aldaar.
Door de politie alhier is aangehouden
zekere G. K.een oude bekende der justi
tie, wiens opsporing en aanhouding door
de politie te Delft was gevraagdop grond
hij daar onder een valschen naam een wagen
had gehuurd doch niet teruggebracht, ter
wijl tevens bleek, dat de aangehoudene ook
de persoon is, die eenige maanden geleden
te dezer stede een wagen onder valsch voor
geven heeft gehuurd en daarna verkocht.
In verband hiermede is hij dan ook opnieuw
ter beschikking der justitie gesteld.
Dinsdag werd^en adjudant-onderofficier
Van Reijen, van het 3de reg. huzaren al
hier, de zilveren medaille voor 24-jarigen
dienst door den majoor Couvée, met een
hartelijke toespraak, uitgereikt. De jubilaris
ontving van de officieren een blijk van be
langstelling en van de onderofficieren een
prachtigen fauteuil.
Eerst laat was gisteravond bekend
welken weg de optocht der studenten en pas
geïnaugureerden zou nemen. Er bleef echter
niets anders over dan den korten weg te
nemen, aangezien de regen met stroomen
neêrviel. Iets over negen vertrok de stoet
van de gehoorzaalhet collegium in rijtui
gen maar overigens allen te voet. De aan
blik van den stoet overigens toch reeds
fantastisch door fakkellicht en hier en daar
afgestoken bengaalsch vuur had nu nog
iets eigenaardigs daarenboven door al die
glimmende en druipende hoeden en jassen.
En hoewel de regen als met bakken van
den hemel kwam, lieten die onzer geachte
stadgenooten, die nooit kunnen nalaten zulk
een stoet te escorteeren, 't niet aan be
wijzen van belangstelling ontbreken.
Zoo spoedig maar eenigszins doenlijk was
zocht men in de sociëteit Minerva onderdak
te komen om daar in den bekenden gezel-
ligen trant te jolen en al spoedig de vochtige
indrukken van buiten in ander vocht te ver
drinken.
De traditioneele optocht is gehouden;
een groot aantal nieuwe leden is daardoor
tot het Leidsch studentencorps toegetreden,
en dat s voldoende.
Men meldt ons: Enkele dagen van
winderig weer hebben bewoners van buiten
plaatsen nog niet naar de stad gejaagd. In
tegendeel er kan spoedig met stormregen
en koude verandering komen, maar het zon
netje schijnt bij wijlen nog zóó aangenaam
dat men van geen verkassen weet. Het zou
dan ook alleen in de kranke verbeelding van
een stadsman kunnen opkomen te vertellen
dat de bloemen hebben opgehouden te bloeien
en de hoornen gedeeltelijk van hun bladerentooi
ontdaan zijn. Dat is primo gejokt en nie
mand die buiten woont zou bij zijn nog
bloeiende bloemen en krachtig, maar géiend
groen, zulke beschouwingen onderschrijven.
MUZIEK, LETTEREN EN KU\ST.
Geboortedag (70 v. Chr.) van Virgilius.
1805) v. VV. Kaulbach, schilder.
Met genoegen verneemt men, dat het
Philharmonisch orkest van Berlijn, onder prof.
Mannstadt, het volgend jaar weder in hel
nieuwe Kurhaus te Scheveningen concerten
zal geven.
De geschiedschrijver en aardrijkskun
dige, P. H. Witkamp, viert 30 dezer zijn
zeventigsten verjaardag. Er heeft zich een
comité gevormd, met prof. M. DeVrie9tot
eerevoorzitter, om hem bij die gelegenheid
een blijk van hulde aan te biedeno. a. be
staande in een vriendenrol. Opdat geen
handteekening, door onwillekeurig verzuim,
daarin ontbreke, worden belangstellenden,
die nog geen mededeeling ontvingen, uil-
genoodigd zich schriltelijk te wenden tot een
der leden van de commissie de heeren A.
C. VVertneim, C. Dyserinck en Martin Kalff.
De commissie heeft gemeend aan deze open
baarmaking de voorkeur te moeten geven
boven geheimhouding, met het daaraan ver
bonden gevaar, dat aan menigeen de gelegen
heid zou worden onlhouden, van zijn in
stemming met deze hulde te doen blijken.
De Meiningers zullen Ibsens „Gespen-
sler" in een „Separatvorstellung" voor een
uitgenoodigd publiek spelen. liet stuk moet
zoo kras realistisch zijn dat de opvoering J
in andere Duitsche schouwburgen niet waar
schijnlijk wordt geacht.
Blumenthals nieuw stuk „Der schwarze
Schleier" is met groot succes te Erankfurt
opgevoerd.
Barnay begint deze maand een kunst
reis van 132 voorstellingen, te beginnen
met Koningsbergen en te eindigen met
Brunswijk.
Een Amerikaansch blad verhaalt de
volgende anecdote van Munkaczy, welke,
waar of verdicht, ons met den eigenlijken
naam des beroemden schilders hekend maakt.
De kunstenaar ontving te Parijs een bezoek
van een Amerikaanschen kunstkooper, die
hein openhartig verklaarde, wel eenige doe
ken te willen koopen, doch van schilders
eerstelingen zijn tegenwoordige stukken zou
den voor een Amerikaansch kunstkooper te
kostbaar zijn. Het antwoord luidde„Gij
behoeft u, om mijn eerstelingen te kooppn,
slechts te begeven naar het vlek mijner ge
boorte, dat Munkacz heet. U zult daar
verscheiden huizen vinden die ik indertijd
geschilderd heb, toen ik nog Michael Leib,
meester verwer en glazenmaker was."
1)v. Z.'ll. en 's Gr.)
BLN N EN LAN USCI1E BKKICHTEN
Door den minister van binnenlandsche
zaken is aan de geneeskundige inspecteurs
en adj. inspecteurs eene opgave verzocht,
van alle zich op 1 October j.L in hunne
provincie bevindende geneeskundigen. Men
brengt die aanvrage in verband met het
voornemen der regeering om. daar waar
noodig, door het toekennen van subsidie in
het gebrek aan geneeskundige hulp te voor
zien.
De minister van financiën brengt ter
kennis van ambtenaren der directe belastingen,
invoerrechten en accijnzen, dat wegens het
ontbreken van sollicitanten voor de openge
vallen kantoren Workum en Hasselt, ont
vangers en andere ambtenaren, die volgens
de bestaande bepalingen voor de vervulling
van ontvangkantoren in aanmerking kunnen
komen, onverschillig of zij overigens be
voegd zijn tot mededinging, zich daarvoor
nog tot 25 October e. k. bij liet departe
ment van finauciëu kunnen aanmelden.
Ten einde, op rijkskosten, den cursus
in de bacteriologie aan de universiteit te
Berlijn bij te wonen, zal de officier van ge
zondheid le kl. W. Meiboom, behoorende
in de rol van Zr. Ms. instructieschip Nautilus
aanst. Vrijdag daarheen vertrekken en aldaar
voorloopig tot 15 Januari van het volgend
jaar vertoeven.
De heer Hogerwaard heeft nog geen
besluit genomen of hij al dan niet aan de
aanbieding van Japan gevolg zal geven.
(Jl'idd CL)
De heer J. H. Krelage vestigt reeds
thans in liet Nederl. Tuinbouwblad de aan
dacht op de wereldtentoonstelling te Parijs
in 1889. Ilij deelt een en ander mede om
trent de 9e groep van het programma, ge
heel aan den tuinbouw gewijd en wijst op de
groote belangen, die er voor onze tuinbouwers
bij betrokken zijn om flink op te treden.
Doch dan zij men ook vroeg gereed en
goed voorbereid.
In een circulaire, onderteekend door
een 30-tal ingezetenen, zijn met het oog op
het toenemend aantal bedelaarsalle inwoners
van Bodegrave met nadruk uitgenoodigd,
om voortaan in geen geval anders dan op
Woensdag giften aan bedelaars uit te reiken.
Door zulk een „gereglementeerde liefdadig
heid" zal de publieke bedelarij zeker beperkt
worden tot éen dag in de week. Maar als
er dringende nood is op een anderen dan
den overeengekomen „geefdag", zullen den
weldadige» hun hart toch niet onmeedoogend
tot zwijgen brengen. Dergelijke wering van
bedelarij is gewoonlijk een wassen neus
of een welkom excuus voor hendie liefst
niet geven. Vad
Dinsdag werd door de te Bodegrave
gevestigde landbouwafdeeling eene tentoon
stelling en keuring van jong vee gehouden,
uitsluitend toebehoorende aan ingezetenen
dezer gemeente en leden dezer afleeling.
Ofschoon de inzendingen de verwachtingen
niet overtroffen was de taak der keurmeesters,
de heeren Domburg, van Zwammeidam en
Prins, van Rietveld, niet gemakkelijk, daar
er waarlijk zeer schoon jong vee was aan
gevoerd. De prijzen werden ten slotte toe
gekend aan W. P. Brant en L. Boer voor
pink vaarzen geb. in 1885, aan J. Roose
boom en 11De Graaf voor stierkalveren
FEUILLETON.
36.)
„Deel aan den heer Brandon mede, dat
ik Zaterdag op de villa „Hoogland" denk
te komen."
Zij sprak nog eenige oogenblikkeu met
Berlon, en keerde zich toen om om Dora
te roepen. Het jonge meisje was nergens
te zien en nadat zij vergeefs op het perron
en in de wachtkamer naar haar gezocht had,
riep zij wanhopig uit:
„Zij is met dien ellendeling ontvlucht!
0, wat zal Brandon zeggen!"
Een beambte, die deze woorden hoorde,
zeide
„Indien gij mejuffrouw Brandon zoekt, die
is in een open rijtuig weggereden met een
jongmenschdie bij mijnheer Brandon op
„Hoogland" woonde. Ik zag ze instappen
maar vermoedde niets kwaads."
TIENDE HOOFDSTUK.
BRANDON VERNEEMT HET NIEUWS.
Mevrouw Bell keerde denzelfden avond
niet naar „Hoogland" terug. Zij bleef in
de stad om geen middel onbeproefd te laten,
om Dora op het spoor te komen en haar
uit de handen van den gewetenloozen avon
turier te bevrijden.
Berton nam haar mede naar huis, en,
terwijl hij haar aan de zorg van zijne vrouw
overliet, begaf hij zich naar de politie, waar
alle maatregelen werden getroffen, die tot
de ontdekking der vluchtelingen konden lei
den. Toen telegrafeerde hij naar Luschingburg
aan Brandon, dat zijne dochter door Men-
doza geschaakt was. Het antwoord luidde:
„Brandon is hedenmorgen reeds van hier
naar New-York vertrokken, en zal zich waar
schijnlijk te State-Mand bevinden."
Het was reeds laat in den nacht, toen hij
naar huis terugkeerde, om mevrouw Bell
mede te deelen, welke stappen hij gedaan
had. Zijne vrouw deelde him mede, dat
mevrouw Bell een hevigen zenuwtoeval had
gehad en nu, door de werking van een slaap
drank eindelijk was ingeslapen.
Er bevond zich op het perron van het
station juist een verslaggever eener courant,
toen het bericht van het verdwijnen van
Dora Brandon verspreid werd en het ver-
geefsche zoeken begon. Hij verzamelde
zooveel bijzonderheden over deze pikante
gebeurtenis, als hij kon, zoodat men den
volgenden ochtend in zijne courant het vol
gende bericht Jas:
„Uit de voorname wereld. Eene schaking.
Gisterenavond had aan het station van den
Huilson-spoorweg het volgende opzienbarende
voorval plaa's. Een lief meisje, nauwelijks
de kinderschoenen ontwassen, was plotseling
op eene geheimzinnige wijze verdwenen, en,
zooals spoedig bleek, ontvlucht met een
jongen vreemdeling die gedurei.de eenigen
tijd particulier secretaris bij den vader van
mejuffrouw B. was. De onderwijzeres, wier
pl.cht het geweest was, op hare jonge ge
zellin acht te slaanhad slechts gedurende
enkele oogenblikken hare aandacht aan iets
andeis gewijd; die korte tijd was echter
voldoende, om het schoone meisje weg te
voeren. De heer B. is tegenwoordig niet
op zijne prachtige villa aan den Hudson,
en zal bij zijn terugkeer, een zcon rijker,
of eene dochter armer zijn, naarmate hij de
zaak opvat Daar het jonge meisje zijn eenig
kind is, is het wel te begrijpen, wat hij
zal doen."
Op dezen zelfden morgen wandelden twee
mannen aan het strand te State-Mand. De
oudste had witte haren en zag er zeer som
ber uit; de jongste was in den bloei des
levens; op zijn gebruind gelaat stonden
geestkracht en goedheid te lezen, en zijne
gestalte was welgemaakt, krachtig en toch
bewegelijk en sierlijk. Haar en ooqen waren
donker. Hij bevond zich blijkbaar in eene
opgeruimde stemming, want zijn gulle lach
weerklonk verscheidene malen, en scheen
zelfs den terneergeslagen grijsaard tot vroo-
lijkheid te stemmen.
Met een smartelijk lachen zeide de oudste:
Uw opgeruimd gelaat en vroolijke stem
zouden mij weer jong maken. Ik kan u
niet zeggen, mijn jongen, hoe blij ik ben,
dat ik u weer iu mijne woning welkom mag
heeten."
„En ik zal ook blij wezen, oom, als de
quarantaine gedaan is, en ik dit droefgees
tige oord kan verlaten. Gij zult mij toe
stemmen, dat het eene tantaluskwelling is
als men het paradijs voor zich open ziet
en het niet mag betreden Gelooft gij wer
kelijk dat gij heden nog de toestemming voor
uiijn vertrek kunt verkrijgen
„Ik ben er zeker van, want men heeft
mij reeds beloofddat gij hedenmiddag met
mij naar mijne villa kunt vertrekken"
„Eu daar zal ik mijn lief bruidje, dat nu
eene schoone jonge dame geworden is, te
rugvinden. (IZordt vervolgd.)