NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN. l)e/,e oiiraii( verschijnt dadelijks, hehsilve op Zon- en Feestdagen. ABONNEMENT: Dinsdag 5 October 1886. H\ 234. ABVERTENTIEN: Uitgevers: Gebroeders Muré. liostelooze Vaccinatie. DE BRUID EENS EERLOOZEN. 1 Voor Leiden, per 3 maanden1.25. Franco door het geheele rijk, per 3 maanden 1.60. Prijs per Summer 10 t'enl. 200c Jaargang. Van li regels0.90. Elke regel meer0.15. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingenst contantzonder rabatper regel 0.10. Iliireel: Scheepmukersstees: o. Stads-Berichlon. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der ge.- mrenie LEIDEN brengen ter kennis van belang hebbendendal gelegeulie d beslaat 101 koste- loozc vaccinatie en rcvacclnatle voor onvermogende» in liet lokaal der Stads-Waag op eiken Woensdag, des namiddags te een aur. Burgemeester en Wethouders voornoemd, DE K \NTER Burgemeester. E. KIST. Secretaris. Leiden, 14 Mei 1886. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN brengen bij deze Ier algemeene kennis: dal de briis over de Bioolgraclitin de Oostdwarsgrachtvan aansiDinsdag ft October af, gedurende ongeveer éenc maand, voor de passage met ry- en voertuigen zal gesloten zijn. Burgemeester en Wel houders voornoemd, DE K\NTER, Burgemeester. E. KIST, Secretaris. Leiden, 2 October 1886. 8TAD1NIEUWS. Bij de kweekschool voor zeevaart is de cursus van 1 October aangevangen met 93 jongens. Gistermiddag had op het Schutters veld een onderlinge cricketwedstrijd plaats tu8schen de Leidsche club „Sixteen" en de „Baamsche cricketclub". De Leidsche club won de match met een flinke meerderheid van punten. Te vier uur ongeveer deed „Sixteen" na een marsch met muziek en banieren over het Schutters veld de Baamsche broeders uitgeleide naar het station. Daar de lokalen der christelijke school te Leiderdorp geen voldoende ruimte aan bieden voor de predikaties van den ex-pre dikant Vlug, moet er door eenige personen ernstig gedacht worden over het plaatsen van eene noodkerk. (Standaard) MUZIEK, LETTEREN EN KUNST. Geboortedag (1718) van Diderot. Geboortedag (1834) van Paul Thumann. Joseph Hollman is met groot succes te Aken in een concert opgeireden. Hij speelde zijn 2e Concert, Schumann's „Trau- merei" en Popper's „Papilion" en gaf, toen aan het applaus geen einde kwam, een Fan- taisie op „Carmen" ten beste. Hij werd herhaaldelijk teruggeroepen. Ook over zijn concert zelf luidt het oordeel der pers zeer gunstig. Hollman, die dezen winter Rusland zal bezoeken, zal zich waarschijnlijk dezen win ter ook te'8 11 age in Diligentia" doen hooren. De heer Ed. Bamberg zal binnenkort zijn 70en verjaardag en zijn 60 jarige loop baan als tooneelspeler vierenhij zal bij die gelegenheid optreden in den Grooten Schouw burg te Amsterdam en wel in een nieuw stuk. De heer Schürmann is voornemens, van 2029 October in Nederland een tien tal voorstellingen te geven van Le Fiacre 117, van welk stuk het opvoeringsrecht voor geheel Europa zijn uitsluitend eigen dom is. De eerste voorstelling zal plaats hebben te 's-Gravenhage. Daarna komen Rotterdam, Amsterdam, Utrecht, Arnhem, Leiden, Groningen en Leeuwarden. Aan het Grieksche hof werden dezen zomer door de leden der koninklijke familie gedeelten van klassieke tooneelstukken op gevoerd. Onlangs nog speelde meu er liet laatste bedrijf van Hamlet, inaar ver beterd door een der hovelingen, zegt het N. v. d. D De oudste prinses nl.die voor Ophelia zou spelenvond 't naar, dat het stuk zoo treurig afliepzij zag niet in waarom Hamlet en Ophelia niet met elkan der konden trouwen, als toch de wederzijd- sche familie het eens was. Een kamerheer schreef daarom een ander slot, waarin Ham let bij het tweegevecht een lichte wond be komt, en Ophelia door boeren uit het water gered wordt. In Parijs schijnt het Volapük nog al werk te maken. Men vindt reeds voor de deuren van groote handelshuizen aangeduid niet alleen „Man spricht Deutsch" of //En glish Spoken" maar ook „Pükon Vola- püki". Te Munchen is overleden dc schilder Franz Adam, die zich vooral naam maakte als schilder van veldslagen en van paarden. Een zijner meest bekende doeken is de terugtocht der Oostenrijkers na den slag bij Solferino. BINNENLAKPSCHK BERICHTEN. Recht van Vereeiiissing en Vergadering. Tot herstel van de gebreken der wet van 22 April 1855 (Stbl n°. 32) heeft de re geering een wijzigings- fn aanvullingswet in gediend. De bedoeling dezer wijzigingswet is de vol gende De zonder vergunning niet toegelaten open bare vergaderingen in de open lucht zijn ver boden, onverschillig of zij strekken „tot gemeenschappelijke beraadslaging" gelijk de wet van 1855 voorschreef, dan wel of daarin door één enkel persoon voordrachten worden gehouden. Ook is het verbod thans uitgestrekt tot het houden van opcochten, zonder vergun ning van den burgemeester. De vergunning kan thans ook voorwaar delijk worden verleend, hetzij ten aanzien van de plaats of den tijd of den te volgen weg, hetzij ten opzichte van b. v. met op tochten mede te voeren vlaggen, schilden of emblemata enz. welker gebruik daarbij alzoo zal kunnen verboden worden. Vergunningen en wijzigingen er van wor den voortaan schriftelijk gegeven, opdat be langhebbenden geene onwetendheid voor wenden. Eene nieuwe alinea geeft den minister van binnenlandsche zaken de macht omals de tijdsomstandigheden zulks eischen, open bare vergaderingen en optochten in de open lucht, hetzij voorwaardelijkhetzij onvoor waardelijk gedurende een bepaalden tijd, welke des noods kan worden verlengd, te verbieden, heizij plaatselijk, provinciaal of algemeen. De door dien minister gestelde voorwaarden moeten, volgens dit artikel, telkens bij het verleenen van vergunning door burgemees ters of commissarissen des konings aan be langhebbenden worde.i bekend gemaakt, ten einde de inachtneming daarvan beter te waar borgen. Bovendien is bekendmaking in de Staatscourant van zulk een tijdelijk, hetzij voorwaardelijk, hetzij onvoorwaardelijk verbod voorgeschreven. Eindelijk wordt voorgesteld, in het eerste lid van art. 18 te bepalen, dat de vergun ning ten minste vijf dagen voordat de open bare vergadering of de optocht wordt gehou den wordt verleend. Eene wijziging in art. 19 strekt om allen twijfel weg te nemen, of de politie ook vrijen toegang heeft tot vergaderingen buiten gebouwen bijv in eene afgesloten ruimte ouder den bloofen hemel en tot optochten binnen besloten plaatsen. Een nieuw art. 19 bis bepaalt dat ver gaderingen, waartoe het publiek, hetzij met of zonder betaling van entree-gelden of op andere voorwaarden toegang heeftof waarbij verslaggevers voor de pers toegelaten zijn, worden begrepen onder de openbare verga deringen van artt. 18 en 19. Het kan toch niet de bedoeling zijn zegt 'e regeering om alle vergaderingen in afgesloten ruimten onder den blooten hemel geheel vrij te laten. Om te voorkomen dat langs een omweg zonder toelating van het publiek, en dus ware die loelating het eenige criterium voor openbaarheid zonder dat de vergadering onder de in art. 18 bedoelde zou vallen, toch het daar gesprokene of verhandelde in ruimen kring zou worden bekend gemaakt, namelijk door middel van de pers, wordt voorgesteld onder openbare vergaderingen, ook die te begrijpen, wairbij een of meer verslaggevers voor de pers zijn toegelaten. Een nieuw art. 19 ter bepaalt, dat in de vergaderingen, bedoeld in de artt. 18 en 19 aan hen aan wie door de politie of de justitie is opgedragen een stenographisch of ander verslag van het aldaar gesprokene te leveren, de gelegenheid tot liet opmaken daarvan wordt gegeven en gelaten. De regeering acht het in het belang van eene goede handhaving der wetten en even zeer in dat van sprekers op dergelijke ver gaderingen, dat het vaststa wat door hen is gezegd. Op die overweging steunt het voorstel van dit artikel. Natuurlijk wordt aan de justitie en de politie overgelaten hare verslaggevers des verlangd zóó te kiezen, dat het verslag van deze in rechten bewijs kan opleveren. In art. 20 wordt vrijstelling van het ver bod van het dragen van wapenen in optochten verleend voor de gevallen waarbij het dragen van wapenen noodzakelijk is om die op tochten aan het doel te doen beantwoorden en waarbij ojk de reden van het verbod niet bestaat. FEUILLETON. 28.) Mevrouw Bell had zich voorgenomen, om lief en bedaard tegen haar te zijn, om baar niet nog eigenzinniger en onhandelbaarder te maken. Zij antwoordde daarom op kal- men toon: „Ik heb over uwe toekomst niets te zeg gen: deel aan uwen vader alles mede, wat gij hierover te zeggen hebt. Gij weet, hoe veel hij van u houdt, hoe onmogelijk het zou zijn, dat hij iets deed, dat u ongeluk kig zou maken. Zoudt gij niet liever verder lezen „Neen, ik kan nu niet lezen. Welk belang zou ik stellen in menschendie al sedert eeuwen tot stof zou vergaanals mijn eigen kloppend hart wordt gekweld door de gedachte, dat er voor mij eene noodlottige crisis op handen i9, en dat men van mij lijdelijke gehoorzaamheid en volkomen onderwerping in datgene verwacht, wat anderen als het beste voor mij beschouwen." „Ik hoop, dat gij mij niet onder die „anderen" medetelt, omdat ik niets met de zaak heb uit te staan. liet is slechts mijne plicht, om u, tot uws vaders terugkomst, voor eiken onberaden stap te behoeden. Ik ben voor u verantwoordelijk, maar zoodra ik u aan hem heb overgegeven, zal ik het ook aan hem overlaten, om u zijne wen- schen bloot le leggen, en u zoo verstandig te maken, dat gij inziet, welk een slechte partij die vreemdeling voor een meisje, als gij, is." Mevrouw Bell had terstond berouw over hare verachtelijke toespeling op Mendoza, die Dora op nieuw moest kwetsen. Maar deze bleef zwijgen. „Men zal mij tot het uiterste drijven," mompelde zij, „met goedheid en met hard heid, met bedreigingen en lief koozingen zal men inij eindelijk zoover brengen, dat ik Carlos bidank en Frits aanneem. Als papa zoo hardvochtig is, het verzoek van mijn beminde af te wijzen, zal ik hem geene ge legenheid geven, om mij te vervolgen, maar met Carlos gaan en dit huis niet meer be treden, voor hij er als zoon in ontvangen wordt." Zij verzonk in diep gepeins. Na eene lange pauze zeide mevrouw Bell: „Wilt gij morgeu meegaau naar New-York, Dora?" „Gij zijt zeker bang, dat, als gij mij eenige uren alleen laat, gij mij bij uwe terugkomst niet meer zult vinden," antwoordde Dora op bitteren toon. „Zeker zal ik met u gaan, want ik wensch u niet hinderlijk te zijn in het gereedmaken van uw uitzet, dien gij misschien vroeger noodig zult hebben, dan tjij dacht, want het zal u zeker niet aan genaam zijnmet Carlos onder een dak te leven, als hij terug komt, om als zoon des huizes erkend te worden." „Alles, wat ik van u verlang, Dora, is, dat gij wacht tot gij uw vader gesproken, of ten minste iets van hem gehoord hebt, voor gij aan Mendoza op de eene of andere wijze verklaart," zeide mevrouw Bell „Kind, kindI Gij weet nog wiet, aan welk gevaar gij u blootstelt, als gij zulk een stap doet, die niet meer ongedaan te maken is." „Als het u misschien rust kan schenken, zal ik u belooven, te wachten, tot ik van papa bericht heb ontvangen. Mevrouw Bell was met deze belofte te vreden. Zij rekende er op, dat Brandon, onmiddellijk na ontvangst van haar brief, naar huis zou komen. Den geheelen dag werd er over Mendoza niet meer gesproken. Uren lang zat Dora in droefgeestig gepeins „erzouken. Biuneu kort kon vau haar gr eischt worden, dat zij met dezen vreemdeling hare woning moest verlateninet dezen vreemdeling, dien zij meer beminde dan haar vader, voor wien zij toch van af hare vroeg ste kindsheid het voorwerp der innigste liefde, der voortdurende zorg, der onver moeide toewijding geweest was. Zij gevoelde, hoe ondankbaar dit zou zijn, maar stond hij niet op het punt, om haar tot een hu welijk te dwingen, waarvoor zij terugbeefde. „Als papa aan Carlos mijne hand weigert, ben ik zeker, dat alles wat ik van zijne plannen met betrekking tot Frits Graham gehoord heb, waar is, en dan zal ik, zonder een oogenblik te aarzelen, vluchten, om mij liefde en geluk te verzekeren." Met dit besluit ging zij 's avonds naar hare kamer. Zij verwachtte gedurende den nacht eenig bericht van Mendoza te ont vangen. Als zijne stappen bij haren vader vruchteloos geweest waren, zoude hij niet talmen om met haar af te spreken, op welke wijze zij aan de waakzaamheid van hare gezelschapsdame zou ontsnappen. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1886 | | pagina 1