BUITENLANDSCHE BERICHTEN.
w -M&2 m -my* mm n Kj «3 «n» w.j 3?*. «fm.. tw tt-
mondelinge afspraak tusschen hem en den
reiziger van eischer werd gegeven door niets
bevestigd en bij gevolg door eischer gede
savoueerd werd. De oprichting van de Naaml.
Vennootschap was dan ook niet gepubliceerd
en tot op het oogenblik van de evenge-
noemde circulaire was haar naam aan den
eischer onbekend gebleven. PI. kon zich niet
voorstellen dat er één fabrikant of koopman
gevonden zou worden, die aan een onbekend
persoon crediet zou verleenen en hoopte inet
vertrouwen, dat de rechtbank, de rechtma
tigheid van den eisch tot betaling erken
nende, dezen zou toewijzen.
Mr. Van Stipriaan Luïscius beriep zich
op de meergemelde mondelinge afspraak
waaromtrent ged. bereid was de juistheid
van den door hem opgegeven inhoud onder
eede te bevestigen. PI. trachtte verder uit
de brieven van den eischer aan te toonen,
dat deze wel degelijk met het bestaan en
de schuldplichtigheid van de vennootschap
bekend was, althans zijn stilzwijgen op dat
punt was een stilzwijgend aveu. Ware de
vennootschap niet tot stand gekomen, dan
zou natuurlijk ged het geleverde moeten
betalen, maar artikel 89 was in deze niet
toepasselijk, dit slaat alléén op het geval,
dat bij de bestelling directeuren reeds als
zoodanig waren benoemd, hetgeen in casu
niet het geval was.
De bestelling en levering had plaats in
April en Juni 1883 en de oprichting der
vennootschap, zoomede het benoemen van
directeuren, in December van datzelfde jaar.
Op deze en verdere gronden, door PI. nog
nader toegelicht, concludeerde Z. E. G.,
onder aanbieding van den suppletoiren eed,
tot ontzegging van den eisch.
De uitspraak is bepaald op 15 Oct. a. s.
(D. v. Z.-H. en s Gr.)
Heden vooriniddig is ter griffie van
het gerechtshof te 's Gravenhage door F.
Domela Nieuwenhuis cassatie aangeteekend
tegen het arrest, door genoemd hof gewezen
tot bevestiging van het vonnis der recht
bank.
Als een staaltje van de drukte, welke
tijdens de tentoonstel'ing, maar vooral op
den dag der harddraverijte Gorinchem heeft
geheerscht, moge dienen dat er alleen op dien
dag aan de Doelen ongeveer 6000 toegang
kaartjes zijn afgegeven.
Woensdagmorgen om 3 uur geraakte
op de Merwede onder Sliedrecht een schip
in brand. De opvarenden, drie broeders,
hadden niets van den brand gemerkt en la
gen rustig te slapen. Gelukkig merkten twee
personen aan de overzijde der rivier den
brand op. Ze roeiden terstond naar het
schip, en nu bleek het, dat de fok en een
gedeelte van het dek reeds door het vuur
verteerd waren. Door het water gieten wer
den de opvarenden wakker. De brand werd
gebluscht, maar de schade is vrij groot.
Het schip, genaamd De Lastdragerbe
hoort aan de wed. P. Brand te Giesendam.
Door de IJsclub voor Haarlem en
omstreken is een stuk land gehuurd nabij
den Overveenschen weg, ter grootte van
ruim 3 heet. Men stelt zich voor, dit met
vriezend weder door middel van stoomkracht
onder water te zetten en vervolgens daarop
ijsbanen in te richten.
Naar de Zutf. Ct. verneemt heeft de
heer Bamberg, die onlangs ten Paleize te
Soestdijk eene voorstelling voor het prinsesje
gaf, in het bijzijn harer koninklijke ouders,
van Z. M. eene ttitnoodiging ontvangen,
om in de navolgende maand op Het Loo
nogmaals eene voorstelling te geven. De
in lang niet gebruikte komediezaal in het
Paleis Het Loo wordt daartoe reeds in orde
gebracht.
De Zwolsche Courant deelt thans mede
dat het meisje; dat te Baarn zes rozen ge
plukt heeft uit een andermans tuin, niet
naar een rijksopvoedingsgesticht zal gestuurd
worden. Het O. M. bij de Utrechtsche recht
bank had dit wel geëischt, doch de recht
bank is goedertieren geweest en heeft het
kind enkel ontslagen van alle rechtsvervol
ging, zonder de opzending te gelasten.
Door het omvallen van eene petroleum
lamp, welke op een ledikant terecht kwam,
ontstond in den afgeloopen nacht ten huize
der weduwe Z. te Nijmegen brand, die spoe
dig een dreigend aanzien had. Door de
weldra aangerukte brandweer en met hulp
van de waterleiding uit de nabijgelegen
infanterie-kazerne was men de vlammen in
korten tijd meester. Huis en inboedel waren
tegen brandschade verzekerd. De lamp, welke
op een tafeltje stond, moet omgevallen zijn
doordien eene kat daartegen gesprongen is.
Eergisteren is voor de rechtbank te
Zwolle voor het eerst eene strafzaak behan
deld, die vroeger voor het gerechtshof moest
worden aangebracht. Het betrof zekeren V.,
kolonist te Ommerschans, die aan den bur
gemeester der gemeente Zwolle een brief ge
schreven had, waarin hij dezen bedreigde,
indien hij niet binnen zekeren tijd hem eene
som gelds zond, het huis in brand te zullen
steken.
Beklaagde werd bijgestaan door mr. P.
Coninck Westenberg, die den door den pre
sident toegevoegden raadsman verving. De
officier van justitie requireerde eene gevange
nisstraf van één jaar. De verdediger van
beklaagde beval V. aan in de clementie van
de rechtbank ook met het oog op hetgeen
vroeger door het hof te Arnhem aan derge
lijke misdadigers werd opgelegd. De uit
spraak werd na re- en dupliek bepaald op
Donderdag a. s., des voormiddags te 9{ ure.
Ter eere van den 103den verjaardag
van P. Band rings, op de Dijken (Tolberl),
hebben de Tolberter kinderen een schoolfeest
gevierd. Op dertig versierde wagens brach
ten zij den bekenden grijsaar l een bezoek.
Ofschoon op 21 Sept gevierd, is dit
eigenlijk niet zijn geboortedag, maar zijn
doopdag. Waarschijnlijk is hij eenige jaren
ouder, daar het oude boertje verhaalt, dat
hij „aan de hand zijner moeder" is gedoopt.
Ouder de vele gelukwenschen die hij ont
ving, was er een van 20 leden der tweede
kamer en den griffier; de Groninger afge
vaardigden stonden bovenaan.
Uit Rozendaal wordt aan de N. R. Ct.
gemeld: In den laatsten tijd schijnt het
westelijk gedeelte van Noord-Brabant een ge
schikt veld te zijn ter exploitatie voor dieven
en inbrekers.
Het aantal landloopers en dergehjken, die
gewoonlijk met postpapier te koop loopen,
neemt steeds toe, en onder voorgeven van
hun ziekelijk gestel of andere, medelijden
inroepende, gebreken trachten zij hun waar
te verkoopen of een aalmoes te ontvangen,
doch schijnen dan te gelijk tevens terrein-
opname te doen, want reeds verscheidene
malen hoorde men van inbraak of pogingen
daartoe.
Heeft men een paar dagen geleden der.
burgemeester van het naburige Steenbergen
een minder gewenscht nachtelijk bezoek ge
bracht en ongestoord al het zilverwerk en
andere waarden, die zich in het beneden
gedeelte van het huis bevondenmeege
nomen nog kalmer en rustiger heeft men
gepasseerden nacht een horlogemaker alhier,
van zijne voor het raam liggende horloges
beroofd.
Met behulp van een diamant of iets der
gelijks schijnt men heel eenvoudig het onder
ste gedeelte van de winkelruit te hebben
uitgesneden en verwijderd, en toen alles naar
zich toegehaald te hebben wat onder het be
reik lag, bestaande uit twee-en-veertig stuks
zilveren en gouden horloges.
De politie schijnt vermoedens te hebben
dat de dief zich met het gestolene naar
België begeven heeft, althans werden van
morgen vooral in die richting door de maré-
chaussée nasporingen gedaan.
Te Geldrop zijn door onbekende oor
zaak acht huizen en een schuur een prooi
der vlammen geworden.
'«ÜKIVËKIIAGË.
Door Z. M. is, met ingang van 1 Novem
ber a. s.benoemd tot concierge bij het de
partement van waterstaat, handel en nijver
heid (lokalen Parkstraat), J. F. A. Van
Oudheusden, thans adsistent-bode bij voor
noemd departement.
B E L O I E.
Naar men verneemt, zal in het door
den afgevaardigde d'Oultremont in te dienen
wets-ontwerp tot regeling van den dienst
plicht ook eene militaire belasting worden
voorgesteld, op den voet van die, welke in
Oostenrijk-Hongarije wordt geheven. Daar
aan zullen allen onderworpen zijn, die om
de eene of andere reden van den dienst zijn
vrijgesteld. De opbrehgst dezer belasting
zou worden besteed om de militaire pen
sioenen en de soldij der onderofficieren te
verhoogen.
ENGËLAA D.
Uit Sofia wordt aan de Standard ge
meld, dat de Russische consul aan de Bul-
gaarsche bank alle gelden onttrokken heeft,
die de Russische regeering aldaar had ge
deponeerd. Zij bedragen ruim eeu millioen
frank. Het doel van dien maatregel is om
de financieele moeilijkheden van de Bulgaar-
sche regeering te verergeren en haar con-
cessien at te dwingen. De geldnood van
de Bulgaarsche regeering neemt toe. Men
vreest dat de anti-Bulgaarsche invloed van
Duitschland en Rusland de builenlandsehe
beurzen voor eene Bulgaarsche leening zal
doen sluiten.
De Russen te Sofia bereiden den Russi-
scken generaal Kaulbars een schitterend ont
haal.
De Times meldt uit Sofia dat de Bul
gaarsche regeering vreest, dat Rusland
voornemens is Bulgarije te bezetten, waartoe
het aanbieden van een onaannemelijk ulti
matum door Kaulbars moet leiden. De
Bulgaarsche regeering besloot dientengevolge
de hulp der Porte in te roepen. De Turk-
sche gemachtigde Madjid-pacha ontving reeds
van het regentschap een memorandum, dat
Madjid-pacha den Sultan gaat overhandigen.
Het regentschap zet in dat stuk den staat
van zaken als zeer hachelijk uiteen en noo-
digt den Sultan uit om maatregelen te be
ramen, ten einde het bezetten van Bulgarije
door Russische troepen te verhinderen.
Men gelooft dat Turkije de Russische
bezetting inderdaad kan voorkomen, indien
het dreigt met. eene bezetting van Rumelië
doorTurksche troepen, waartoe het gerechtigd
is uit krachte van het tractaat van Berlijn.
FKANÜHI.Ü K.
De president der republiek wordt den
4 October van zijn buitengoed te Mont sous-
Vaudrey te Parijs terug verwacht.
S 1' A .1 E.
Generaal Villacampa, het hoofd van
den jongsten Spaanschen opstand, die thans
gevangen is, doet sedert 1874 niet anders
dan zamenzweren. Hij is 58 jaar oud, een
vurig aanhanger van Zorilla en een even
vurig vijand der Bourbons. Ilij onder
scheidde zich vooral bij de vervolging der
roovers in Andalusië.
Twee republikeinsche bladen in Madrid
worden gerechtelijk vervolgd.
Zorilla, de leider der uitersche Spaan-
sche republikeinen, moet plotseling Parijs
verlaten hebben, op raad zijner vrienden
aldaar.
DUITSCI1 L A\
Te Herlijn bevinden zich zoovele vreem
delingen, dat zij niet allen in de hotels
een onderkomen kunnen vinden. Een En-
gelschman zocht dezer dagen te vergeefs
een woning, hij moest Berlijn verlaten. Vele
vreemdelingen hebben hun tenten in Pots
dam opgeslagen, van waaruit zij Berlijn
bezoeken.
Gravin Von Arnim Muskau, die zich
met haar echtgenoot naar Oberplattig nabij
Baden-Baden had begeven, is van een wan
deling in de bosschen niet teruggekeerd.
Men vreest, dat haar een ongeluk is over
komen. Een detachement militairen is bezig
de streek te doorkruisen.
Volgens bericht uit Essen aan de Ruhr
heeft gisteren in de mijn „Consolidation"
bij Schalke eene ontploffing door mijugas
plaats gehad, waardoor 45 mijnwerkers zijn
gedood en 16 gekwetst. Van deze laatsten
hebben 8 zware verwondingen bekomen.
OOSTEKK1J Si.
Volgens een brief uit Constantinopel
aan de Weeuer Polilische Correspondenz
bezit op het eiland Thasos dat, zooals
van sommige zijden werd beweerd, door
Engeland als kolenstation zou worden inge
richt de Khedive groote domeinen en
het recht tot benoeming van een gouverneur
terwijl daarenboven het eiland verschillende
zelfstandige rechten bezit. Dit alles zou het
den Engelschen vrij gemakkelijk maken, zich
op Thasos te vestigen. Voorloopig echter
outkeuneu zij zulk eene bedoeling, even
als zij dit vroeger ten opzichte van Cyprus
deden.
BU LCi A RIJ E.
De Russische militaire attaché Sacharoff
te Sofia stelt alles in het werk om de Bul
gaarsche officieren te bewegen graaf Kaulbars
tegemoet te reizen en hem een vorstelijke
ontvangst te bereiden. De Bulgaarsche
regeering is voornemens zulk een demonstra
tie te verbieden.
A ME KI HA.
Te New-York hebben 5000 sociaal
democraten een bijeenkomst gehouden, ten
einde den Duitschen socialist Liebknecht te
hooren. Liebknecht maakt een reis door
de Vereenigde Staten en wil aantoonen, dat
de te Chicago veroordeelde anarchisten on
schuldig zijn. Het is zijn doel om een be
weging te doen ontstaan tot herziening van
het vonnis.
1»EK TEL Eli I1AAF.
LONDEN, 25 September. Het parlement
is heden verdaagd met eene troonrede,
waarin de koningin zegt, dat de betrekkin
gen met de andere mogendheden van vriend-
schappelijken aard zijn De muiterij van een
deel van het Bulgaarsche leger zoo wordt
verder iu de troonrede gezegd was de
oorzaakdat vorst Alexander afstand deed
van den troon, en dat een regentschap werd
ingesteld, dat nu de aangelegenheden van
het vorstendom beheert. Er worden toebe
reidselen gemaakt om, in overeenstemming
met het traktaat van Berlijn, eeu opvolger
van den vorst te benoemen.
De koningin deelt verder mede, dat zij
in haar antwoord op de circulaire van de
Porte aan de mogendheden, die het trac
taat van Berlijn onderteekenden, heeft ge
constateerd, dat, wat Engeland betreft,
geenerlei inbreuk zal worden gemaakt op
de toestanden, die door de traktaten aan
Bulgarije zijn gewaarborgd. Van de overige
mogendheden zijn dergelijke verzekeringen
ontvangen.
Op den Amstel te Amsterdam werd
heden gekampt om het championaat van
Nederland voor liefhebbers in Single Sculling
Ou 1 riggers.
De wedstrijd is zóóver gevorderd, dat
Damsté van hier en Schilling van Amster
dam nog om den grooten prijsbeker ter waarde
van f 1000 moeten trekken.
Damsté legde den afstand (2000 meter)
in 8 min. en 50 sec. afSchilling in 8 min.
43 sec. Toch wordt op Damsté als de meeste
kans hebbende om den prijs te winnen,
gehouden. De wedstrijd duurt voort.
Standbeeld I1UGO DE GROOT.
Te 2 uur in den middag had heden te
Delft de plechtige onthulling plaats van het
monument ter eere van den grooten Hugo
Grotius.
Bij die onthulling waren vele autoriteiten
tegenwoordig ven welken wij slechts noemen
de minister van justitie, van binnenlandsche
zaken en van buiteulandsche zaken, de com
missaris des konings, de burgemeesters van
Amsterdam en Den Haag, (de burgemeester
van Rotterdam was verhinderd), de heer
mr. A. M. li. Van Berckel, lid van de 2de
kamer voor Delft, burgemeester en wethou
ders en de raadsleden van Delft, de zeven
leden van het hoofdcomité en het plaatselijk
comité, enz. enz.
De kon. militaire kapel van het regiment
grenadiers en jagers, kapelmeester de heer
Völlmar, opende met een feestmarsch van
dien heer, de feestelijkheid.
De heer mr. W. H. De Beaufort lid
van de tweede kamer sprak nu de feest
rede uit. „Zijn bijna twee en halve eeuw
voorbij gegaan" zegt hij „sedert Vondel de
wenschelijkheid betoogde „den wijzen Delve-
naar" eene rechtmatige hulde te brengen,
de lauweren hem door zijne tijdgenooten om
den schedel gewonden zijn groen gebleven".
Spreker wijst er op hoe zelts deze hulde
in den tegenwoordigen tijd gebracht meer
vrij is van alle betooging eener staatkundige
of godsdienstige partij. „Ik durf er mij
van verzekerd houden", zegt hij „dat nóch
het godgeleerde vraagstuk aangaande God'»
voorbeschikking en 's menschen vrijen wil'
nóch het staatsrechtelijke betreffende de
souvereiniteit der staten-generaal en die der
provinciale staten op dit oogenblik het ge
moed van een uwer in hooge mate vervult."
Zou De Groot die hulde verwacht hebben?
Zou ze hem aangenaam zijn? De Groot had
vertrouwen in de nakomelingschap, omdat
men voor de dooden meestal billijker is,
omdatmen dan weer anderen heeft
om de boosheid aan te koelen. Maar had
hij op eene hulde gehoopt dan zouden
zijne vurigste verwachtingen vervuld zijn
geworden, nu die hulde hem gebracht werd
door staatslieden en geleerden van allerlei
geloof en richting.
En 't zou hem goed zijn te weten dat ze
ontworpen was onder leiding van een vorst
uit hel huis van oranje, wien het, helaas!
niet gegeven werd dezen feestelijken dag te
beleven. Was Grotius staatsman en geleerde
hij zag zich ongetwijfeld liever als geleerde
huldigen dan als partijhoofd, „ik heb"
zoo schreef hij in zijnen bekenden brief aan
prins Maurits „de partijschappen niet
gemaakt maar gevonden." De Groot was
geen geboren staatsman, maar een geboren
geleerde.
Wanneer dan ook" zegt de feestredenaar
„zoo straks het beeld van Hugo De Groot
van zijn omhulsel zal zijn ontdaanzult gij
M. H., niet den Advocaat-Iiscaal, niet den
Pensionaris van Rotterdam of den gezant
van Zweden aan het Frausche hof voor u
zien, maar den schrijver van het Recht van
den Oorlog en den Vrede.
De Groot was een man met een hoog
ontwikkeld rechtsgevoel. De staatkunde van
Richelieu, die meende: dat in materie van
slaat de zwakste partij altijd ongelijk moet
hebben was hem een walg en hij noemde
dan ook dien kardinaal, hoogbegaald, maar
gewetenloos als deze was, niet veel meer
dan een handigeu knoeier.
Grotius was een man van behoud, en hij
gaf daarvoor redenen. Het veranderen van
lunuamentcele wetten kan, volgens hem
moeilijk zóóveel voordeelen aanbrengen, als
het feit der verandering schade veroorzaakt.
Maar wat De Groot het verderfelijkst toe
scheen was het brengen van verandering
in den staat door „populaire commotie",
door middel van het volk, van den grooten
hoop. Ook hij was als zijn leermeester
van oordeel: dat het allerbezwaarlijkste,