NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN. Sine (Jou ra lit ver se li ij lit dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. A 3 0 Ri IB E N! E N T Woensdag 22 September 1886. N°. 223. zooa j««r«ang. ADVERTENTIEN: Uitgevers: Gebroeders Muré. Kostelooze Vaccinatie. Herlialiiigsonderwijs. DE BREID EENS EERLOOZEN. sche Courant Voor Leidenper 3 maanden1.25. Franco door het geheele rijk, per 3 maanden 1.60. Prijs per Mummer 10 ('ent. Van 1regels0.90. Elke regel meer0.15. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingencontantzonder rabatper regel 0.10. Bureel: Scheepmakerssteeg 6. Zij die zich met 1 October op dit blad wenschen te abouiiecren ont vangen de vóór dien datum ver schijnende nummers gratis. DE ADMINISTRATIE. Stads-Berichten. BURGEMEESTER e» WETHOUDERS der ge- meente LEIDEN brengen ter kennis van belang hebbenden dat gelegenheid beslaat tot koste looze vaccinatie en revacclnatle voor onvermogenden in hel lokaal der Slads-W'aag op eiken Woensdag, des namiddags te een nur Burgemeester en Weihouders voornoemd, DE KINTER, Burgemeester. E. KIST. Secrelaris. Leiden, 14 Mei 1886. PATENTBLADEN. De BURGEMEESTER, Hoofd van het be- gluurder gemeente LEIDEN brengl Ier kennis van belanghebbenden, dat de palenlbladen voor de gepalenteerden wonende in wijk V, over bel dienstjaar 1886/7 bij bet college van Zetters, in een der vertrekken van bet Raadhuis dezer gemeente, op verloon van bel aanslagbiljet, verkrijgbaar zijn, dagelijks des namiddags van een tot drie uren en wel op Maandag 20, Dinsdag 21, Woens dag 22 en Donderdag 23 September c, k. terwijl na bet verstrijken van dien termijn de onafgehaalde patentbladen ter uit reiking moeten worden afgegeven aan de deuiwaarders der directe belasting alhier, die voor hunne moeite mogen eischen tien cents, zonder meer. De Burgemeester voornoemd DE KANTER. Leiden, 18 September 1886. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDÉN, Gezien art. 3 der Verordening van den 12 Januari 1882, lol regeling van bet Herbalings- onderwijs in de gemeente Leiden Gemeente blad no. 11;) Brengen ter kennis van belanghebbenden, dal de inschryving van leerlingen voor bel Herhalingsonderwijs zal plaats hebben van den 20en lol en met den 25en Sept. a. s.voor meisjes ih het Schoollokaal in de Van der Werfslraal, voor jongens in dat aan de Korle Mare, telken dage des namiddags van zeven lol actit uren. Tol hel llerbalingsonderwijs kunnen wor den toegelaten lo. de leerlingen van de scholen der 3e en 4e klasse, die verkregen hebben bel ge tuigschrift, bedoeld bij art. 18 2 der Verordening van 11 November 1880 (Ge meenteblad 1881 no. 4); 2o. ziidie bij een af le leggen examen, blijken goed aan de daarvoor gestelde vereischten le kunnen voldoen. Burgemeester en Wel houders voornoemd, DE KANTER, Burgemeester. E. KIST, Secrelaris. Leiden, 17 Sept. 1886. Vergadering van den Gemeenteraad van Leiden, op Donderdag 23 September 1886, namiddags le twee uren. Onderwerpen: 1. Voordracht lot wyziging van de Veror dening tot regeling der werkzaamheden van de commissie van het Museum (229). 2. Benoeming van een lid Conservator van bel Museum (229). 3. Benoeming van een Voorzitter der Com missie van Financiën* 4. Idem van een Voorzitter der Commissie voor de Huishoudelijke Verordeningen. 5. Voorstel tot wijziging van de Verordenin gen op de helling en invordering van schoolgeld voor het Gymnasium en de Hoogcre Burgerscholen. (223). 6. Voorstel betrekkelijk de benaming van de straten gelegen aan de Haverzak laan. (224). 7. Verzoek van Mej. E. Van Dijk, om ont slag als derde onderwijzeres aan de Meisjesschool le klasse. (228). 8. Idem als voren van C J Van Vliet, als derde onderwijzer aan de school 4e klasse n" 1 (226). 9. Idem als voren van A. Crama, als derde onderwijzer aan de school 4e klasse n°. 1. (233). 10. Idem als voren van A. Meeth, als derde onderwijzer aan de school 4e klasse n°. 1. (235). 11. Idem van C. Vink, om een brug temo gen leggen over de sloot langs den straat weg onder Oegstgeest (236). 12. Idem van J. M. L. Platteeleehtgenoote van F. 0. De Vries, ter bekoming van grond aan de Vestwal bij den Vliet. (236). 13. Voorstel lot indiening van een adres aan de Tweede Kamer der Staten Generaal, betrekkelijk hel subsidie ten behoeve van de lloogere Burgerschool voor Meis jes (234) 14. Suppletoire staat van begrooting van het H. G of Arme Wees- en Kinderbuis, dienst 1886. (231). 15. Verzoek van de Verecniging van Nota rissen om een toegang le maken tot het souslerrein van bet Notarishuis (237). 16. Idem van P. F. C. Marks, om een stoep te leggen aan den Ouden Rijn. (237). ST ADINIEU Wl. Burg. en weth. berichten den raad dat bij hen geene bedenkingen bestaan tegen de in williging van het verzoek van A. Crama om eervol ontslag uit zijne betrekking van der den onderwijzer aan de openbare school der 4e klasse no. 1 en geven derhalve den raad in overweging dat eervol ontslag te verleenen met ingang van 1 Januari 1887. De heer Crama deed dat verzoek na vijf-en-veertig jarigen diensttijd aan genoemde schoolge drongen door toenemende lichaamszwakte en zulks ten einde te worden gesteld in het genot van pensioen, overeenkomstig de be palingen der wet van 17 Augustus 1878. Vervolgens deelen burg. en weth. den gemeenteraad mede dat door heu bij missive van 8 Juli jl. aan den minister van staat, minis ter van binnenlandsche zaken is aangeboden een afdruk van hun rapport van 29 Maart jl. be trekkelijk de hoogere burgerschool voor meis jes, in verband met het vervallen van het rijkssubsidie, welke missive een verzoek inhoudt dat de tweede kamer zou mogen terugkomen op liaar besluit waarbij ze het vervallen van die uitkeering bepaalde. Door den heer Bool werd, evenals vorige jareneen kort en handig ingericht resumé aan den raad aangeboden, van de opbrengst der verschillende geldmiddelen hier ter stede en andere cijfers uit de statistiek. Voor verreweg het grootste deel deden wij daarvau reeds vroeger opgave in ons blad, onder het verslag van den toestand der gemeente, weshalve we daarnaar ver wijzen en er te dezer plaatse niet verder op terugkomen. (Wordt vervolgd.) Dezen middag hadden zich tegen 2 uur in het groot auditorium der rijks-uni- veisiteit vereenigd professoren, curatoren van onze universiteit, studenten en belang stellenden. Ze wp.ren daar in grooten ge tale opgekomen om zich te scharen onder het gehoor van prof. dr. J. P. N. Land, die als rector magnificus die betrekking overdroeg aan zijn opvolger prof. dr. H. G. Van de Sande Bakhuyzen. Hij deed dit niet dan na in eene boeiende en vaak geestige rede de lotgevallen geschetst te hebben van de akademie met haar be stuur en hare hooggeleerden, met hare bur gers en hare betrekkingen tot de wetenschap m het buitenland. Noemde de heer Land die taak want daartoe riep hem de wet hoogst moeilijk hij kweet zich van die taak op eene wijze die bewees hoezeer bij die moeilijkheden had weten uit den weg te ruimen. Een ge voelig verlies zou spreket en zeker velen met hem 't noemen iudien de voorzitter van het college van curatoren ons had ver laten. Evenwel de heer baron Sloet van de Beele werd wederom herbenoemd. Met diepen weemoed, maar tevens met eene opwekking tot aandenken en tot navolging van zóó trouwe plichtsbetrachting als geleerde en als menschherdacht spreker deu dood van den in 't afgeloopen jaar overleden beminden Heynsius. Nog ontviel onze hoogeschool de verdienstelijke taalgeleerde Jonckbloet, wiens afsterven ons in October van 't afgeloopen jaar van uit Wiesbaden ter oore kwam. Evenzoo gedacht spreker in eere den vroegeren ambtgenoot, later Haagscheu ge neesheer, dr. Evers. Met innig genoegen constateerde spreker het gewaardeerd voort leven van de vier ons nog overgebleven oud- hoogleeraren Cobet, Rijke, Prins en Veth. Dr. G. A. Wilken, dr. W. C. Van Manen en dr. W. Einthoven kwamen in bedoeld jaar de rijen onzer geleerde mannen versterken. In geestige bewoordingen merkt spreker op, hoe aan onze universiteit een verschil schijnt te bestaan tusschen ingeschreven en niet ingeschreven studenten en hoe het cijfer der laatste categorie zijns inziens veilig op 130 zoo niet op 180 kan worden geschat. Zelfs al studeerden zij op eigen hand met voorbeeldigen ijver als onze studenten, FEUILLETON. 19.) uOik bid u, Carlos, vlei mij niet op die wijze; ik gelijk volstrekt niet op eene godin, ik ben slechts een niets beteekenend meisje, die zich verbeeldt, dat gij haar kunt beminnen en en De bekentenis bestierf haar op de lippen, maar Mendoza voltooide den niet voleindig den volzin voor haar: yEn mijne liefde beantwoorden. Is dat niet zoo mijn engel?" Zij liet het hoofd op zijn schouder rusten, hij leidde haar naar bet openstaand venster, waarvoor hij twee leuningstoelen had ge schoven. In een er van plaatste hij Dora, terwijl hij in den anderen plaats nam. yGij ziet," begon Mendoza, nadat hij op zijn stoel plaats genomen had, yik heb aan u gedacht en alles voor u voorbereid. Ons gesprek is van meer gewicht, dan gij vermoedt, en indien gij niet waart gekomen, zoudt gij mij genoodzaakt hebben, de belofte te bre ken, die ik aan mevrouw Bell heb gedaan, namelijk om de villa zoo spoedig mogelijk te verlaten. Dit zou mij onmogelijk geweest zijn, zonder u vooraf te hebben medegedeeld, wat èn voor u èn voor mij van het grootste belang is." yDan zou ik bijna wenschen, u te heb ben teleurgesteld. De gedachte alleen, dat gij weggaat, kan ik niet verdragen. Hoe kan ik leven, als gij niet in mijne nabijheid zijt! Wat zal het treurig treurig we zen! En mevrouw Bell is zoo boos op mij en op u!" yVoorkom dat alles en ga met mij mede. Ik heb den sleutel van de bergplaats van de boot, ik kan goed roeien en niets zal gemakkelijker wezen aan uw draak par don aan uwe vrouwelijke mentor te ontsnappen. Wij kunnen reeds veilig in een anderen staat zijn, voor zij ontwaakt." Dit onverwachte aanbod deed haar het bloed in de aderen stollen. Zij trok de hand terug, die hij had vastgehouden, en zeide op heftigen toon: „Wat meent gij, dat, omdat ik in 't ge heim dit onderhoud heb toegestaanik ook reeds bereid ben om met u te vluchten, zonder de toestemming mijns vaders voor ons huwelijk af te wachten? In dat geval had hij met recht reden om mij zijne ver giffenis te weigeren. Wees zoo goed, mij weer naar mijne kamer terug te laten gaan, want nu zie ik in, hoe onverstandig het was, om hierheen te gaan." Zij stond op, maar Mendoza noodzaakte haar voorzichtig weer te gaan zitten en zeide ernstig en min of meer geraakt; yVergeef mij, Dora, mijn aanbod kwam te onverwacht; maar er blijft mij geen an dere weg open, indien gij u ten minste niet als een slachtoffer der kinderlijke ge hoorzaamheid naar het altaar wilt laten voeren. Gij weet niet mijn schat dat men reeds lang Frederik Graham tot uwen ver loofde heeft bestemd, dat hij spoedig hier komt, om u van mij los te scheuren en u, onder alle omstandigheden te huwen. Slechts aan hem wil uw vader u geven; dit heeft hij plechtig verzekerd." Bij het hooren van deze woorden zakte Dora bijna in een. „Kan dat waar wezen? Kan papa werke lijk zoo wreed zijn, dat hij mij wil dwingen tot het huwelijk met een man, als hij ver neemt, dat mijn hart een ander toebehoort? Hoe weet gij dat en waarom heeft men dat voor mij geheim gehouden?" iUw vader heeft het mij gezegd; mis schien als waarschuwing. Ik moest dus op mijue hoede zijn, dat ik mijn hart niet aan u schonk. Wel heb ik getracht, aan de betoovering die gij op mij uitoefent, weer stand te bieden, want ik gevoelde, dat ik daardoor zijn vertrouwen schondmaar mijn hartstocht was sterker dan al mijne voor nemens. Ik zeide tot mij zeiven: Frederik Graham kan u niet méér aanbieden dan ik, die u zoo hartstochtelijk lief heb, sterker, dan hij u ooit beminnen kan en daarvoor moesten al mijne bedenkingen wijken De afspraak met Graham werd voor u geheim gehouden omdat uw vader meende, dat mijn mededinger zijn doel beter bereiken zou en uwe toestemming eerder zoude ontvangen, indien gij niet wist, dat gij reeds sedert jaren zijne verloofde zijt." yEn waarom zoude papa juist Frederik Graham tot zijn schoonzoon verkozen hebben. Frits bezit even weinig als gij." yik kan uwe vragen niet beantwoorden, maar u wei mijne vermoedeus medeJeelen. Uw vader is door eene gemaakte belofte gebonden, en hij bezit zooveel eergevoel, dat hij er voor terugdeinst, zijn woord te breken. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1886 | | pagina 1