NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
ABONNEMENT:
Maandag 10 Mei 1886. N°. 109.
ADVERTENTIEN:
Uitgevers: Gebroeders Muré.
Courant
Voor Leiden, per 3 maanden1.25.
Franco door het geheele rijk, per 3 maanden 1.60.
Prijs per Xiiiiuiier io ent.
200e Jaargang.
Van 16 regels0.00.
Elke regel meer0.15.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen, it contant, zonder rabat, per regel 0.10.
Bureel: Scheepinakersstees; 6.
9TADINIEUWI.
In de mamd April 1S86 zijn binnen de
gemeente Leiden geboren: 131 kinderen
als: 72 zoons en 59 dochters, waar
onder is begrepen 1 tweelinggeboorteover
leden: 110 personen, van welke 15 elders
woonachtig, als: 21 mannen, 24 vrouwen,
37 zoons en 28 dochters; daarenboven als
levenloos aangegeven 8. Gehuwd 22 paren.
Liet getal der in de Stedelijke Werk
inrichting opgenomer.en bedroeg gedurende
de afgeloopen week dagelijks van 42 tot 67
volwassen personen en 12 tot 18 kinderen.
Gedurende de afgeloopen week zijn
alhier 24 gevallen van mazelen aangegeven.
Oveileden aan die ziekte 1 patient.
De commissaris des konings in Gel
derland heeft o. m. benoemd tot lid der
eindexamen-commissie voor de rijksland
bouwschool te Wageningen: de heer J. Rin-
kes Borger te Leiden.
MUZIEK, LETTEREN EX KUNST.
9e Mei. Sterfdag van Schiller. (1805).
Niet op den 13enzooals eerst bepaald
werd, maar op den 20sten dezer zal Lei
den's Mannenkoor zijne laatste uitvoering in
dit seizoen, op Zomerzorg, leden en genoo-
digden aanbieden.
Maatschappij t. b. d. Toonkunst.
Een gelukkige gedachte was 't van den
heer De Lange om Schumann's Faust door
de Zangvereeniging alhier van de Maatschappij
tot bevordering der Toonkunst te doen uit
voeren; maar hij gaf daarbij èn zich zelf
èn de Zangvereeniging geen geringe taak op
Schumann's Faust is een werk vol moeilijk
heden voor de koren; om die te overwinnen
wordt van directeur en koren heel wat toe
wijding gevraagd. Maar de ijverige directeur
weet wel dat hij in den volsten zin over
zijne koren beschikken kan en die koren
ze vertrouwen ten volle op hun' aanvoerder
We zijn overtuigd dat velen in de zaal 't
werk niet geheel begrepen; voor ben bleef
tóch nog zeer veel te genieten. Die 't werk
meer gehoord hebben en zulke werken
moet men meer dan eens hooren om ze vol
komen te genieten zullen dubbel genoten
hebben.
Het orkest kweet zich over 't algemeen
goed van zijne taak, ook vooral in de ouver
ture. Dat de heer Paul Haase goed zong,
zullen we wel niet behoeven te vermelden;
die hem van vroeger kennen, weten dat hij
een krachtig sympathiek geluid heeft en
van lederen toon steeds zeker is.
Mej. II. (Gretchen) was voor ons eene
nieuwe verschijning en wetende dat deze
juffer nog slechts sedert zeer korten tijd voor
't publiek optreedt, zijn we overtuigd dat
van haar voor de toekomst veel te ver
wachten is. Ze had in de lagere tonen
wat krachtiger kunnen zijn. Ook de
andere dames en heeren solisten deden
wat ze konden en dat zegt voor verscheidenen
van hen heel wat. Het „Dies irae" in de
Domscène klonk zeer plechtig, en de moeilijk
heden bij de attaques werden goed overwon
nen. In enkele koren waren die moeilijk
heden wel wat groot en als gevolg daarvan
klonk 't koor daar wat mager; zoo b. v. in
de Domscène 't „Schlaf ist Schaale" en in
n°. 1 van de derde afdeeling waar bijna
alles van 't juist invallen afhangt. 'tLemuren-
kooi was voor alten en tenoren niet gemakkelijk
maar kwam toch tot zijn recht evenals dat voor
sopranen en alten in „Glüeklich sind wir" in
n°. 3 van «Ie 3de afdeeling dat uitmuntend ge
zongen werd. N°. 4 van die zeilde afdeeling
kwam geheel tot zijn recht, zoowel 't „Gerct-
tet" als 't melodieuse „Jene Rosen" en 't
naar behooren gejuichte „Jauchzet auf."
Het toppunt der moeilijkheden in het
„Nebelnd um Felsenhöh" werd flink over
wonnen hier vooral bleek dat er met lust
gestuderrd was Indruk maakte ook 't „steht
still van 't vierstemmig koor in „Faust's
Tod." Het quartet van de „Seligen knaben"
in 't moeilijke n°. 4 van de 3de afdeeling
klonk allerliefst en het uit den aard der
zaak minder lieve quartet van de „vier
graue YVeiber" in „Mitternacht" mag zonder
woord van lof voor de uitvoerende dames
niet voorbijgegaan worden.
Mej. H. was in de hoogere tonen niet
onverdienstelijk. Vooral waar ze zingt, in
no. 6 van de derde afdeeling, „der früli
Geliebte, nicht mehr Gctrühte, er kornuit
zurück," enz. genieten we werkelijk even
zoo in Jene Rosen"
Prachtvol zong Faust (de heer Haase)
't „Des lebens P'ulse schlagen frisch leben-
tlig" in de tweede afdeeling n°. 4 zoo ook
in Faust's Tod „Ein Sumpf"euz Ook „Hier
ist die Aussicht frei" en „Dir, der Uube-
rfilirbaren" lieten niets te wenschen over.
Maar Maar Faust met de „Sorge" alleen
blijlt, (Mitternacht) blijkt ons wel 't meest
over welke stemmiddelen de heer llaase
te beschikken heeft en hoe hij geheel in
zijne partij opgaat.
De heer De Goey zong in de 2e afdeeling
no. 4 als Ariel 't dankbare „Die ihr dies
Ilaubt umscliM-ebt im luft'gen Kreise" ge
lukkiger dan in no. 2 van de derde afdee
ling 't „Ewiger Wonnebrand."
De heer D. had niet altijd de dankbaarste
partijen te vervullen; toch zong hij volstrekt
niet onverdienstelijk en beviel hij ons als
Mephistopheles o. a. in Faust's Tod zeer.
Niet 't minst moeielijk was ten slotte liet
chorus mysticus waarvan grootendeels de
tweede bewerking gevolgd werd. 't Vele moei
lijke wat dit slotkoor oplevert werd zoozeer
uit den weg geruimd dat 't ook een waardig
slot was voor de geheele uitvoering.
Als eerste nummer vonden we op 't pro
gramma Symphonic n°. 1 Ré mineur van
den heer J. G. H. Mann, uit te voeren
onder leiding van den componist. Men duide
ons niet ten kwade dat we eerst de Faust
bespraken omdat die grootendeels door
stadgenooten-diletlanten werd uitgevoerd.
De Symphonie van Mann heeft zeer zeker
vele frissche plaatsen en is vaak verrassend
geïnstrumenteerd. Mochten we eene be
scheiden opmerking maken dan zouden
we als onze meening uitspreken dat 't mo
tief wel wat veel geëxploiteerd is, zoodat
't ons op 't laatst wat gerekt scheen.
't Orkest voerde blijkbaar met liefde 't werk
van den heer Mann uit en gaf bij de toe
juichingen van 't publiek door fanfares
ondubbelzinnige blijken van waardeering van
den componist.
Met zelfvoldoening mag zeer zeker de
zangvereeniging der Maatschappij tot bev.
der Toonkunst op 't afgeloopen seizoen te
rugzien. Zoowel de uitvoering van de Paulus
als de daarop volgende uitvoering hebben
bij de hoorders de beste indrukken achter
gelaten; deze uitvoering zal zeker, als
waardig besluit, lang in 't geheugen blijven.
Waar een Daniel De Lange zoo met hart
en ziel zich wijden wil aan de belangen van
de zangvereeniging der afdeeling Leiden,
kan 't niet uitblijven of de leden dier zang
vereeniging zullen alle krachten inspannen
oqi hunnen geliefden directeur 't uitvoeren
van nog vele belangrijke werken mogelijk
te maken.
Tot kapelmeester bij de Duitsche Opera
te Rotterdam is definitief aangesteld de heer
A. Schroder, hof kapelmeester te Sondershau-
seu. De voorloopige overeenkomst met den
heer Kiehaupt werd verbroken.
Van Daudets „Tartarin sur les Alpes"
verschijnt een nieuwe editie bij Caiman Lévy;
de vroegere is geheel uitverkocht.
De heeren Mensing en Visser, Wagen
straat, Den Maag, brengen, naar wij met
genoegen zagen, een eenvoudige hulde aan
de nagedachtenis van Cd. Busken Huet.
Achter het raam liggen keurig uitgestald de
werken van den gestorven meester. In het
midden prijkt het groote portret en de le
vensbeschrijving uit „de hedendaagsche let
terkundigen". Een paar andere beeltenissen
van den oveiledene en enkele platen vormen
den achtergrond.
De le dag van de verknoping van
schilderijen, studies, enz. van Alphonse De
Neuville heeft 252.300 frs. opgebracht. „Le
Bourget" en „l'Attaque d'une maison barri-
cadée" werden voor rekening van den staat
aangekocht voor 15.000 en 10.000 frs.;
„Le Parlementaire" ging voor 27.500 frs.
Een kunststuk van groote waarde heeft
dezer dagen het atelier verlaten van Jos.
Israels en is het eigendom geworden van de
firina Frans Buffa en Zonen te Amsterdam.
Hel doek bevat een 20tal figuren, Sclieve-
ningsche vrouwen en meisjes, die op het
duiy Y&zig zijn .met het vischwant te boeten.
Het stuk is van groote afmetingen180 bij
120 cM. Vier vrouwen op den voorgrond
zijn ijverig bezig, de netten te herstellen,
wat door twee kinderen, op een heuveltop
gezeten, met bijzondere aandacht wordt ga
deslagen; lings op het doek ontwaart men
weer een groep van vier figuren, ietwat
kleiner, terwijl reeds in de verte een tiental
figuren zijn op te merken.
Wij vernemen dat dc betrekking van
organist van de Bavo-kerk te Haarlem, vacant
door liet overlijden van Bastiaans aan S. De
Lange aangeboden is. Het is te hopen dat,
wanneer De Lange dit vereerend aanbod mocht
aannemen, de Haagscbe „Toonkunst"-af<lee-
ling daarbij haar dirigent niet zal verliezen.
Bij opgravingen, welke op kosten der
Italiaansche regeering te Ostia verricht wor
denis een breede straat blootgelegd, welk
tusschen twee groote gebouwen doorloopt.
Een dezer gebouwen schijnt een dier keizer
lijke magazijnen te zijn geweest, welke on
der den naam van Horrea bekend waren.
Gevonden werden een marmeren vrouwehoofd,
natuurlijke grootte, een goed bewaard borst
beeld van een knaap, twee gevleugelde
lief.legodjes in brons, vele muntstukken,
voorwerpen van huiselijk gebruik, enz.
B INNENLANDSCHE BERICHTEN.
Men schrijft aan de Arnh. Cl.Om
Het Fad. te overtuigen, dat de u verstrekte
inlichtingen omtrent het aankoopen van het
„systeem-Rijsselberghe" volkomeu juist zijn,
diene het volgende:
Bij den aanvang der proeven, ontvingen
enkele uitverkoren ambtenaren van het
rijkstelegraafkantoor te Arasterdam eene
korte, ofiicieele verklaring van genoemd sy
steem, doch geen hunner was zoo gelukkig
zich de mogelijkheid der uitvoering te kun
nen voorstellen. Daarentegen was er een
zeer kundig en ervaren ambtenaar, die op
goede gronden, vóórdat de proeven een aan
vang zouden nemen, het welslagen daarvan
ten sterkste in twijfel trok. Van hoogerhand
werd hem geantwoord, dat hij den uitslag
maar moest afwachten en zich dan van de
onjuistheid zijner bewering overtuigd zou
zien. Eu wat bleek nu? Dat, bij inschake
ling der toestellen S.-R., de batterijen met
ongeveer 50 pCt moesten worden versterkt,
en dat op een draadwaarlangs men anders
met 25 i 30 Leclanché-elementen uitstekend
werkte, met 60 dezer elementen niets werd
ontvangen. Het eenige resultaat dat men
bespeurde, was: dat langs alle draden,
waarop men van het S.-R. gebruik wilde
maken, de correspondentie gestoord werd.
Terwijl nu de ambtenaren het tegendeel on
dervonden, bleven de autoriteiten beM'eren,
dat het zeer goed ging; en wilde men van
zijne bevinding aanteekening houden, dan
werd dit door de chefs ten ernstigste
ontraden Op zekeren middag was de corres
pondentie weer verstoord op alle draden
M-aaraan 't S.-R. was verbonden, en nauw-
lijks had een der bevelvoerende ambtenaren
die verbindingen losgpuiaakt, of de corres
pondentie was, als door een tooverslag,
allerwege hersteld. Voorwaar een treffend
bewijs van het onbruikbare van dien
toestel. Sedert heeft men al die verbindingen
verwijderd, en tot heden is er niets meer
van vernomen. Heeft men dus het publiek
doen lezen, dat de genomen proeven volko
men gelukt waren dan Mras dit ten eenenmale
onjuist, en wellicht eene poging om de eer
der invoerders van liet S.-R. te red.len. Dat
men voor het in practijk brengen van dit
systeem slechts wacht op eene Met op de
tilephonie, zal spoedig genoeg blijken eene
uitvluch: te zijn. Vooreerst toch moei het tus
schen Parijs en Brussel reeds onbruikbaar
zijn verklaard, vóórdat men het hier te lande
aanschafte, en bovendien geeft de mededee-
ling in liet Vaderland „dat er tegenover
de goedkoopte bezwaren bestaan, die eene
algemeene toepassing wellicht niet raadzaam
maken" wel eenige aanleiding tot het
vermoeden, dat dit het schild zal zijn, dat
ter bescherming tegen eventueele navraag en
verwijten moet dienen.
In eene vergadering van liberale kie
zers uit Zwammerdam, en naburige gemeenten
zijn tot candidaten voor de prov. staten in
het kiesdistrict Alfen gesteld de heeren:
mr. W. O. T. Van Oudlieusden, dijkgraaf
van het groot waterschap Woerden, te
's-IIage, en K. N. llengeveld, notaris te
Hazerswoude.
Door de geneeskundige staatscommissie
te Amsterdam zijn tot arts bevorderd: de
hh. G. M. Kruimel en B. Snellen, docto
randi W. Prins en T. L. M. Schut, caud.-
artseu.
De medaille welke door de zorgen der
historische commissie van de Waalsclie ker
ken in Nederland geslagen werd, naar aan
leiding van den 200n verjaardag der „Hófuge",
is gereed gekomen en aan de inteekenaren
verzonden. Zij vertoont aan de eene zijde
den Hollandschen Leeuw, met speer en vrij-
heidshoed in de rechter-, en den pijl bundel
der zeven vereenigde gewesten in de linker
klauw, staande in den alouden Hollandschen
tuin. Het omschrift luidt: Revocation-Kó-
fuge-Réconnaissance.
De keerzijde bevat een krans van doornen,
doorvlochten met leliën. Het omschrift geeft
de beteekenis van dit herinnerings metaal
nader te kennen, met de Moorden: Aux
Provinces-Unie8, terre de Réluge de nos
ancêtres 1685 18 Oct.18S!>.
De stempel werd vervaardigd door den
bekenden graveur J. Elion, die zich ver
dienstelijk van zijn taak gek M eten heeft.
Van deze medaille is een exemplaar in zilver
aangeboden aan Z. M. den koning, die dit
huldeblijk der historische commissie heeft
aanvaard.
Enkele exemplaren zijn, naar wij ver
nemen, op aanvraag nog verkrijgbaar bij den
secretaris der commissie dr. YV. N. Du Rieu
te Leidenook voor hen die geen afstam
melingen van Réfugiés zijn, doch in Vader-
landsche numismatiek belangstellen.