NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
ABONNEMENT:
Zaterdag 8 Mei 1886. N°. 108.
AOVERTENTIEN:
Uitgevers: Gebroeders Muré.
DE BOETVAARDIGE.
Leidsche Courant
Voor Leiden, per 3 maanden1.25.
Franco door het geheele rijk, per 3 maanden 1.60.
Prijs per Nummer 10 ('ent.
200, Jaargang.
Van 16 regels0.90.
Elke regel meer0.15.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingenk contantzonder rabat, per regel 0.10.
Bureel: Sclieepmakersstee»; 6.
Stads-Bericliten.
scnuTTEnrj.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS tan I.EIDEN
doen te welen, dat, ter voldoening aan de wet van
den 11 April 1827 Staatsbln°. 17), een aan
vang cal worden gemaakt met de insclirij\ing \oor
den Schutterlijken dienst, van degenen welke daartoe
dit jaar in de verplichting vallen.
Dat deze inschrijving zal geschieden in tien afzon
derlijke registers, mei dien verstande, dat de per
sonen, gelwren in 1852 tot 1860 ingesloten, welke
xich hier ter stede, sedert de vorige inschrijving, uit
andere plaatsen metterwoon hebben nedergezet, waar
onder ook zijn begrepen de militairen, die sedert de
laatste inschrijving hun paspooit verkregen en zich
alhier hebben gevestigd, alsmede de zich in dit Rijk
en binnen deze gemeente sinds de laatste inschrijving
gevestigd hehliende vreemdelingen, zullen worden in
geschreven achter-in de registers, waartoe zij volgens
hunnen ouderdom belmorenterwijl de geborenen
in het jaar 1861 zullen worden geplaatst in een
nieuw register, te weten: het eerste van den jure
1886 en het tiende, of dat der geborenen in 1851,
van het vorige jaar, zal komen te vervallen.
Dat van de inschrijving niemand der bovengenoemde
personen is uitgezonderd, al vermeende hij lot de
vrijgestelden of uilgeslolenen te behooren, en dus ook
niet die personen, welke reeds hun ontslag uit den
Schutterlijken dienst hebben hekomen.
Dat de registers van inschrijving, ingevolge art. 5
van het Koninklijk hc.-Iuit van den 21 Maart 1828
(Staatsblad n 6), zullen worden geopend op Zaterdag
den 15 Mei aanslaande, en op Dimdag den 1 Juni
daaraanvolgende zullen worden gesloten.
Daldeihalve de personen, welke zich vóór gemelde
sluiting op den leD Juni niet hehlien doen inschrijven
(en dus ook ieder persoon, van elders zijnde koinen
wonen, of de in dit jaar zich alhier gevestigd heb
bende vreemdelingen, alsmede de militairen, welke
hun finaal ontslag hebben bekomen en niet weder
zijn in dienst gelreden), hij ontdekking, alsnog ach
ter de teekening tot sluiting, door het Hoofd van
de Regeering aan het einde van het register te plaatsen,
zullen worden ingeschreven, met bijvoeging van het
woord: ambtshalve, en volgens art. 9, door den
Schuttersraad zullen worden verwezen tot eene geld
boete, en daarenboven dadelijk, zonder lotingbij
de Schutterij ingelijfd, indien hel zal blijken dat Pr,
tijdens de verzuimde inschrijving, geene redenen tot
Vrijstelling of uitsluiting te hunnen aanzien heston
den; terwijl in zoodanig geval het huwelijk hun
Ook geene aan-praak geeft om in de tweede klasse ge
bracht te worden; alles onverminderd zoodanige straf
bepalingen als, uit krachte der wet van den 31
Dcceinlicr 1832 Staatsblad u°. 67), op hen moch
ten kunnen worden toegepast.
Dat een ieder wordt vermaand om, voor zooveel
hij niet van een geboortebewijs voorzien is, voor hen
welke alhier geboren zijn, dat bewijs te koinen afha
len ter secretarie dezer gemeente (afdeeliug burgerlijke
stand), van heden al, van des voormiddags 9 tot
namiddags 4 urenterwijl zij, welke elders geboren
zijn, zich dat bewijs vóór de inschrijving zullen moeten
aanschaften zullende een ieder verantwoordelijk zijn
voor de gevolgen, wanneer hij, bij gpinis zijner ge-
hoorte-akte, door eene verkeerde opgave van het ge
boortejaar, abusievelijk wierd ingeschreven.
Dat den belanghebbenden bi| deze nog wordt her
innerd, dat zij hij de inschrijving tevens zullen moe
ten opgeven hunne woonplaats benevens bet straat-
tiommer hunner woninghun beroep en dat hun
ner ouders, zoo die nog in leven zijn, alsmede den
tijd van inwoning alhier, en eindelijk of zij ingeschre
venen gehuwd of ongehuwd zijnen in hel eerste
geval of zij kinderen hebben, zoo ja, hoeveel van
elk geslacht; wordende de gehuwden aangemaand om
zich van een extract uit liet huwelijk-register te wor-
zien oin daarop door den heer der gebuurte, in wiens
gebuurte zij wonen, het geial hunner kinderen te
doen certificeeren, teil einde daarvan hij de in>chrij-
ving te doen blijken, zullende almede lot de afgifte
dier huwelijks-extracten van lieden af worden geva
ceerd ter secretarie dezer gemeente (afdeeliug burger
lijke stand), van des voorniiddags 9 lot 's namiddags
4 uren.
Dat, ten einde deze inschrijving geregeld afloope,
een iegelijk, in die termen vallende, bij deze wordt
opgeroepen, om zich te vervoegen in een der ver
trekken van liet Raadhuis, en wel:
Op Zat ei dag den 15 Mei 1886,
de bewoners van Wijk I, II en 111;
Op Maandag den 17 Mei 1886,
de bewoners van Wijk IV en V;
Op Dinsdag den 18 Mei 1886,
de bewoners van Wijk VI, benevens de bewoners
van de buitenwijk;
Op Woensdag den 19 Mei 1886,
de bewoners van Wijk VII en VII1;
telken dage van des voormiddags 10 tot des
namiddags 2 uren;
met uitnoodigingom op den bepaalden dag zich
stiplelijk ter aaugeduider plaatse aan te melden, ten
einde men zich niet te wijten hehhe de gevolgen, welke
uit het achterblijven zouden ontstaan; zullende
wijders het tijdstip, dat de registers ter inzage zullen
liggen, en de dagen der loting, welke volgens de
wel, vóór den 1 Juli aanstaande geheel zal moeien
zijn afgeloopen, nader woiden hekend gemaakt.
En verder gelet hebbende op art. 7 van Zr. M8.
hesluit van den 7 September 1828 Staatsbln°. 55)
roepen bij deze op alle personen, welke als gehuwd
of als weduwenaar met kind of kinderen, in hel
afgeloopen jaar in de termen zijn geweest, oin uit
dien hoofde in de tweede klasse van de algerneene rol
der Schutterij te wor.lcn gebracht, doch sedert dien
lijd, door het ovcilij-leu van hunne vrouwen of kin
deren, de ittvocgdheid lichtten] verloren om in die
klasse te verblijven, en dus alstiu in de eerste klasse
der voor dit jaar op te maken algemccuc Sehullcrs-
rjl geplaatst moeten worden, om van dusdanige
veroudering van omstandigheden schriftelijk kennis te
geven, of zich daartoe ter secretarie aan te melden,
des voormidd.igs tiisscheri 9 en 1 uur, vóór den lijd van
aanvang der inschrijving, en dus uiterlijk lot den 14
Mei aanslaande; zullende, wanneer deze kennisge
ving door den belanghebbende mocht zijn verzuimd,
eu hij dientengevolge niet hij de Schutterij zou zijn
ingelijfd, door Burgemeester en Wethouders proces-
verhaal tegen hem moeten worden opgemaakt en aan
de Rechtbank ingezonden, ten einde op de nalatigen
toe te passen de strafbepaling van art. 1 der wel van
den 6 Maart 1818 Staatsbln°. 12), houdende eene
geldboete van ten hoogste ƒ100, en eene gevangenis-
straf van ten langste veertien dagen, hetzij afzonderlijk,
of wel beide strallen te zamen genomen.
En wordt «leze door aanplakking en door plaatsing
in de Leidsche Courant afgekondigd.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
DE KANI'KR, Burgemeester.
Leiden 1 Mei 1886. E. KIST, Secretaris.
STADSNIEUWS.
Door de R. K. Kiesvereeniging is voor
de verkiezing van twee leden voor de prov.
staten in het kiesdistrict Leiden tot candi-
daten gesteld: de hh. mr. J. Bredius en
A. D. D. Schretlen, en door de Anti-Revo
lutionaire Kiesvereeniging „Nederland en
Oranje" zijn voor bovengenoemde verkiezing
mede candidaat gesteld: de hh. A. D. D.
Schretlen en mr. J. Bredius.
Hedenmiddag, ten ongeveer 1 uur,
is op de Beestenmarkt een boer, die zijne
koe losmaakte, door haar onveiwacht op
den grond geworpen, terwijl het beest op
htm viel. De man werd daarbij aan het
achtergewricht van het rechterbeen, alsmede
aan twee vingers eenigszins verwond. Hij
heeft zich onder geneeskundige behandeling
gesteld.
MUZIEK, LETTEREN EN KUNST.
Gelijk reeds vroeger met een enkel
woord is gemeld, zal op 29 en 30 Mei
e. k. te Leeuwarden een hoogst belangwek
kend muziekfeest plaats hebben, dank zij
de samenwerking van de zangvereeniging
„Concordia", aldaar en de gemengde zang
vereeniging te Groningen, beiden onder de
leiding van den heer J. H. Bekker, te
Groningen, en wel ter gelegenheid van het
12 {-jarig bestaan van Concordia. Het koor
zal in 't geheel bestaan uit ongeveer 300
zangers en zangeressen, terwijl het, mede
onder leiding van den heer Bekker staande,
uitmuntend Groninger Harmonie-orkest, van
deze gelegenheid belangrijk versterkt, voor
het instrumentale gedeelte is geëngageerd.
Op den avond van den eersten dag zal Der
Messias," van Handel, worden uitgevoerd,
waarvau 's avonds te voren generale repetitie
zal worden gehouden. Als solisten zullen
optreden: mej. Tillunger, van Frankfort
a/M. (sopraan), mej. Adèle Asmann, van
Berlijn (all), de heer Henri Wertberg, van
Berlijn (tenor) en de heer Emil Fischer,
van Dresden, thans verbonden aan de
Duitsche opera te New-York (bas). Reeds
in den herfst van het vorige jaar namen de
repetitiën te Leeuwarden en Groningen een
aanvang en werden sedert dien tijd iedere
week voortgezet. Den laatste dag zal eene
middag-uitvoering (kunstenaars-concert) plaats
hebben, waarbij, behalve het groote koor,
het genoemde viertal zich zal doen hooren
en de heeren Johan Smit, van Utrecht,
(viool); en B. Kwast van Leeuwarden,
(piano), zullen optreden. Alles belooft dus
een groot kunstgenot. Het muziekfeest zal
worden gehouden in de groote Harmonie
zaal, waarvoor het tooneel er geheel op
wordt ingericht, om de zangers, zangeres
sen en de orchest-ledenweinig minder dan
400 personen te samen sferk, goed te kun
nen plaatsen. De dames uit Groningen, die
met het oog op de nog te houden repeti
tiën, ongeveer een week te Leeuwarden
zullen moeten blijven, en ook verscheidene
heeren van d&dr, zullen allen bij particu
lieren logeeren.
Naar wij vernemenwerd voor het
kapelmeesterschap bij de Duitsche opera te
Rotterdam definitief aangesteld de heer A.
Schroder, hofkapelmeester uit Sondershausen.
De voorloopige overeenkomst met den heer
Kiehaupt werd afgebroken.
Ter eere van den stichter en leider
van het ook hier beroemde Florentijner quar
tet, Jean Becker, is te Mannheim een ge-
denkteeken opgericht, dat den 9den dezer
plechtig onthuld zal worden.
Van „P. II. Witkamp's Nieuwe Atlas
van Nederland en zijne overzeesche bezit
tingen", verscheen bij J. Voltetel te Arnhem
de derde verbeterde druk. Deze atlas
werd bekroond op de Aardrijkskundige ten
toonstelling te Parijs in 1375. Wanneer
men de duidelijke, nette, volledige kaarten
ziet, zal men den opgang van dezen atlas
zeer verklaarbaar vinden.
Naar wij vernemenis de eerste druk
FEUILLETON.
Ï90.)
De commissaris nam in het salon plaats
en begon met den portier en diens vrouw
te verhooren.
Deze antwoordden dat een manspersoon,
dien zij, afgaande op zijn livrei, voor een
heerenknecht gehouden hadden, zich bij hen
aangemeld had, onder voorgeven dat hij een
brief van wege zijn heer aan den heer Rous
seau moest overhandigen. Wat den ander
betreft, dien hadden zij de plaats niet zien
overgaan, omdat de eerste zoo ging staan,
dat zij verhinderd waren geweest op de plaats
te zien.
„Heeft degeen, dien ge voor een heeren-
kuecht hield, ook de naam van zijn denk-
beeldigen meester genoemd?" vroeg de amb
tenaar.
„Neen, mijnheer! 'tis waar, we hebben
dat niet gevraagd; wij konden niet veron
derstellen wat hij in het schild voerde."
„Wie heeft hem de deur der woning ge
opend P"
„Deze vrouw, mijnheer de commissaris,"
antwoordde Gabiron. „Maar zij kan niet
op uw vragen antwoorden. Zij is stom."
„Zoo.... En doof?"
„Neen, mijnheer! Zij verstaat u volko
men."
„Sedert wanneer is zij bij mijnheer Rous
seau in dienst?"
Francesca stak haar tien vingers, daarna
nog drie vingers van haar rechterband in
de hoogte.
„Dertien jaar," herhaalde de commissaris.
„Op haar trouw en verkleefdheid aan haar
meester kan men volledig slaat maken."
„Hoe komt het," vroeg de commissaris
aan de dienstmaagd, „dat je de deur hebt
opengedaan en die twee kerels binnenge
laten?"
De stomme maakte vele gebarendie nie
mand begreep, verliet daarop ijlings het sa
lon en kwam bijna op hetzelfde oogettblik
terug, met een ontsteld gelaat, terwijl zij
de lei in de hand hield. Door gebaren en
teekenen wist zij eindelijk den ambtenaar
te beduiden, dat een der mannen op de lei
iets geschreven had, hetwelk zij haar heer
heeft doen lezen.
„En dat is uitgeveegd geworden," zei de
commissaris. „Waarom?" door wien?"
Gabiron bleef zwijgen.
„Waarschijnlijk door een der beide schur
ken," gaf Noirot als zijn meening te kennen.
„Wij moeten het daarvoor houden," sprak
de commissaris. „En dit schijnt aan te
duiden, dat zij tot medeplichtige een derden
persoon hebben, dien zij niet willen in ver
denking brengen."
Uit het aangrenzende vertrek, waarvan
men de deur had open laten staan, luis
terde Lory met gespannen aandacht naar
alles wat er in het salon gesproken werd.
„Kijk, kijk," dacht hij, „het is niet
kwaad, dat ik dit weet. En Gabiron, die
zijn bek houdt.... Dat is kluchtig."
„Waren de misdadigers werkelijk voorzien
van een brief?" vroeg de commissaris.
„Ja," antwoordde Francesca door een be
weging met het hoofd.
„Waar is die brief?"
Noirot ging dien van de schrijftafel van
den graaf halen en stelde hem den ambte
naar ter hand.
„Maar dat is geen brief," sprak deze na
te vergeefs gepoogd te hebben hem te ont
cijferen. „Dat zijn woorden, die zonder het
minste verband neergekrabbeld zijn en die
als droog zand aan elkander hangen. Klaar
blijkelijk heeft men met opzet dat geschreven."
„Om de aandacht van mijnheer Rousseau
af te leiden en hem te kunnen treffen,"
sprak Gabiron.
De commissaris sloeg het blaadje om.
„Zooals ik wel vermoedde," hernam hij,
„is de handteekening niet leesbaarder dan
de rest. Ik onderscheid wel het woord mar
kies. Maar dat is alles."
Hij reikte den brief aan zijn secretaris
over, zat een oogenblik in gedachten en her
nam, terwijl hij zich wendde tot Gabiron:
„Gij zijt het, die mijnheer Rousneau uit
de handen der moordenaars hebt verlost?"
„Ja, mijnheer, met mijn kameraad Noi
rot."
„Waart gij in de buurt en hebt gij de
kreten van het slachtoffer gehoord?"
„Neen, mijnheer! Noirot en ik wilden
mijnheer Rousseau een bezoek brengen. Hoe
wel een der twee schurken juffrouw Fran
cesca bijna geworgd hadhad deze de kracht
om de deur open te doenen zoo hebben
wij mijnheer Rousseau kunnen redden."
„Heeft mijnheer Rousseau alleen maar
deze dienstbode?"
„Hij heeft nog een lijfknecht."
„Waar was die op het oogenblik, dat het
misdrijf werd gepleegd
Wordt vervolgd.)