3Ca TBTC W a» f« <c
"M32
«3 "«lj mm. M TT.
Op da Place des Palais vond de troep
weder eene afdeeling politie, terwijl de an
dere afdeeling haar in looppas volgde. Eenige
ruiten werden ingeworpen in het gebouw
der Société générale, maar na eenige mar-
•chen en contra-marschen der gendarmerie
wist men toch de Place des Palais schoon
te vegen.
Op de Grande Place en de Place Royale
hadden nog vrij ernstige straatgevechten
plaats, tegen 10 uur rukte eene nieuwe
bende van 3000 manifestanten van den kant
der St. Gudule aan, maar ten slotte werd
alles uiteengedreven. De gendarmen waren
hier en daar vrij opgewondende burge
meester van Brussel, de heer Buis, werd
bij vergissing gearresteerd, en de procureur-
generaal Bosch werd door een anderen bere-
rnuts met hetzelfde lot bedreigd, „indien
hij niet uit elkander ging".
De algemeene indruk der berichten om
trent Brussel is, dat gendarmerie en agen
ten dien avond Brussel in alle richtingen
rondgerend hebben en ofschoon zij er overal
op los sloegentoch eigenlijk nergens onge
regeldheden hebben belet.
Zondagavond hebben de sociaal-democraten
tc Brussel weer een groote bijeenkomst ge
houden.
Eenige hoofdleiders voerden het woord en
zetten de werklieden tot verzet aan. Het
hoogste woord voerde zekere Monnier, die
aich ook aan het hoofd stelde van den stoet
toen de vergadering was geëindigd. Ten
getale van ongeveer 1500 trokken de socia
listen ouder het zingen hunner liederen door
de Rue des Pigeons en de Rue des Minimes,
totdat zij op het plein Qrand-Sablon op een
afdeeling politie-agenten stuitten. De socia
listen werden teruggedreven en gingen in
andere richting, doch bij de Place des Palais
vonden ze ook agenten die hen uiteen dre
ven. Op' de Grande place heerschte een groot
gedrang, totdat de gendarmen te paard aan
kwamen en het plein schoonveegden. Het
zelfde deden zij ook op andere pleinen.
Er liepen verschillende geruchten, dat de
socialisten wilde plunderen. De politie was
daarom zeer sterk op haar hoede. Een
poging tot vernieling werd gewaagd op de
place Rogie waar de ruiten in het instituut
Saint-Louis werden ingeslagen. Spoedig ech
ter kwamen 60 agenten en dreven de op
roerstokers met den blanken sabel uiteen.
Eenige der belhamels werden in hechtenis
genomen.
Voor zooveel uit de vele berichten is op
te maken, schijnt in de omstreken van Char
leroi sedert Zaterdag de toestand van
lieverlede te verbeteren. Generaal baron
Van der Smissen, die Zaterdag ochtend te
Charleroi is aangekomen, is, zooals een cor
respondent zijne berichten besloot, „meester
van den toestand."
Zijne komst en, in verband daarmede, de
versterking der militaire macht, was trouwens
dringend noodig, en men houdt zich over
tuigd dat, zonder die hulp, de stad Char
leroi Zaterdag verwoest en verbrand zou zijn.
Tot driemalen toe hadden benden grèvisten
getracht de stad binnen te dringenen niet
dan met groote moeite was dit belet. Het
terrein, waarover zich de ongeregeldheden
uitstrekken, is zoo groot dat aanvankelijk
zelfs de 8000 9000 man troepen, welke
van lieverlede bijeengebracht waren, niet in
staat waren de oproerlingen in bedwang te
houden.
„Twee ik drie duizend man sterk," zegt
o. a. een correspondent, „verschijnen de
grèvisten op een of ander punt, en als zij
daar op eene vrij belangrijke troepenmacht
•tuiten, wordt de bende gemakkelijk uiteen
gedreven en als rustige wandelaars gaan zij
in kleine troepjes verder, totdat zij, buiten
het bereik van de militairen, als in een
oogwenk weder aangesloten zijn en elders
beproeven bun vernielingswerk te verrichten.
De militairen kunnen hen niet volgen, om
dat zij ter bewaking der fabrieken en wonin
gen niet gemist kunnen wordendaar zoodra
aij de hielen ge'icht zouden hebben, onmid
dellijk eene andere bende verschijnen zou,
om te plunderen en te verwoesten. En om
alle fabrieken en de rustige burgers te be
schermen worden op het uitgestrekte terrein
aeer vele troepen vereischt."
De ernstigste ontmoeting tusschen de
werkstakenden en de troepen heeft stellig te
Roux plaats gehad. Vensters inslaande en,
onder bedreigingenbedelende kwam eene
bende voor de glasfabriek van den heer Monseu,
die op een aanval voorbereid, alle toegan
gen tot de fabriek gesloten en, hoewel te
vargeefs, reeds driemaal om troepen geseind
had.
Den burgemeester van het plaatsje was
blijkbaar de schrik om het hart geslagen;
sedert Vrijdag ochtend heeft niemand hem
meer gezien.
Toen de bende voor de fabriek aangeko
men was en den directeur wenschte te spre
ken, gaf deze te kennen, tot een onderhoud
bereid te zijn, hetwelk door een hek met
een twintigtal mannen plaatshad, liet einde
wasdat dezen wenschten toegelaten te wor
den om zijne werklieden tot staking van den
arbeid aan te sporenwat de heer Monseu,
tot verzet niet bij machte, toestond. Terwijl
hij met dit twintigtal door de werkplaatsen
ging, en zwijgend getuige moest zijn, hoe
zijne werklieden, gehoor gevende aan den
raad der werkstakers die meer op een bevel
geleekonmiddellijk het werk in den steek
lieten, werd door een deel der buitengeble-
ven bende het kantoor en het magazijn over
rompeld en alles vernield wat onder hunne
handen kwam. Ongelukkig vonden zij eenige
vaten petroleum, die stuk geslagen en in
brand gestoken werden, zoodat de brandende
petroleum zich naar alle zijden verspreidde
en ook de gebouwen in vlammen zette. Op
dat oogenblik verspreidde zich het gerucht
dat de troepen in aantocht warenen in
koortsachtige opwinding liepen de plunderaars
de manschappen te gemoet. Het was eene
afdeeling jagers te voet, onder bevel van
kapitein Bulot. Deze overzag met een oog
wenk den toestand; trouwens, de opgewon
den bende die hem tegemoet liep, en de
biandende gebouwen op den achtergrond be
wezen hem dat krachtig ingrijpen noodig
was. Onmiddellijk liet hij de bende som-
meeren uiteen te gaan, waarop zij echter
met jouwen antwoordde. Daarop gaf hij
aan eene halve compagnie bevel te laden,
en toen ook dit blijkbaar geen indruk
maakte, weerklonk het bevel: vuur! Toen
stoof de menigte uiteen, elf personen ach
terlatende, van welken twee bleken dood en
zeven gewond te zijn.
Dit was Vrijdag gebeurd. Den volgenden
ochtend kwamen er verschillende personen
om de doodeu en gewonden te herkennen,
en uit hunne stemming werd door de officie
ren het vermoeden geput, dat het voorne
men bestond zich over het gebeurde te wre
ken. Werkelijk verschenen in den namiddag
duizenden personen, onder welken ook vrou
wen en kinderen op allerlei wijze gewapend;
en rnkten op de manschappen aan die be
waakten wat er van de fabrieken nog was
blijven staan. Ondanks eene dubbele somma
tie, bleven de oproerlingen met sneller» pas
voortloopen, zoodat opnieuw vuur gekoiri-
mandeerd werd, met het gevolg dat na één
salvo 17 personen neerstortten, terwijl de
anderen naar alle richtingen vluchtten. Er
bleken 8 dooden en 9 gewonden te zijn,
van welke laatsten twee kort daarna over
leden zijn.
De grèvisten zijn uit den aard op de
militairen verbitterd, maar te Roux natuurlijk
meer nog dan elders. De burgemeester van
Charleroi heeft den dagblad-correspondenten
vérzochtin hunne metterhaast opgestelde
brieven toch voorzichtig te zijn om de op
roerlingen niet in hun verzet te stijven, door
op de handelingen der militaire bevelhebbers
te vitten, wier droevige taak toch reeds
moeilijk genoeg is en die zeiven niets liever
wenschen dan niet tot het uiterste te moeten
overgaan, maar wier plicht het is, het gezag
der wet te herstellen en de maatschappij
tegen plunderaars en brandstichters te be
schermen. Deze waarschuwing, mondeling
aan de correspondenten medegedeeld, werd
gedaan op uitdrukkelijk verlangen van gene
raal Van der Smissen.
De minister van binnenlandsche zaken had
den burgemeester bijzonder op het hart ge
drukt, maatregelen te nemen om de gebou
wen der gezantschappen te beschermen.
Naar men uit Charleroi meldt, heeft ge
neraal Van der Smissen aan eenige burgers
die hem raad kwamen vragen, het volgende
geantwoord
„Gij vraagt mij machtiging om u te or-
ganiseeren en u te wapenen, ten einde de
roovers, die uw eigendom bedreigen, af te
weren. Vergunt mij, u te zeggen, dat gij
die machtiging volstrekt niet behoeft. Alle
burgers hebben het recht om zich tegen
brandstichters en dieven te verdedigen. Wa
pent u dus
Ie Antwerpen is Zondag, ofschoon het
er steeds regende en ongeregeldheden niet
verwacht werdende burgerwacht tegen den
avond opgeroepen.
De werkliedenvereenigingen aldaar hebben
den burgemeester hun bijstand aangeboden
tegen de anarchisten.
Charleroi is een stad van niet meer dan
20,000 inwoners; groot en dicht bevolkt
zijn de omstreken, welke tellen ongeveer
350,000 inwoners. Bijna uitsluitend bestaat
deze bevolking uit fabriekarbeiders en mijn
werkers.
De carabiniers van het leger zijn uit
Brussel naar Charleroi vertrokken, terwijl
het tweede linieregement uit Brugge naar
de hoofdstad gegaan is, om aldaar de schut
terij te helpen de orde te handhaven.
Het gevaar van den toestand is de moeie-
lijkheid voor de troepen om de muitelingen
te vinden. Generaal baron Van der Smissen
heeft zeer krachtige maatregelen genomen
en naar alle zijden troepen uitgezonden.
Maar de vijand is niet in uniform. Men
komt aan een plaats die verwoest en ge
plunderd is door een duizend personen. Men
ziet enkel eenige groepen vreedzame burgers
wandelen of samen praten. Nauwelijks zijn
de soldaten verder, of de vreedzame bur
gers sluiten zich aan een en beginnen op
nieuw 1
In een afgelegen gedeelten van liet land
zijn het letterlijk rooverbenden die plun
deren en stelen; ze zijn van alles inge
licht; weten waar geld en kostbaarheden
zijn en eischen die, met den dood drei
gende. Schier ieder geeft zonder tegenweer
te bieden.
Bij het verschijnen der troepen te Char
leroi werden zij door de werkstakers met
een „Leve de Republiek" begroet.
Men verwachtte onlusten te Gent.
De stoomtram van Gilly naar Charleroi
werd door een bende werkstakers aangeval
len en omvergeworpen.
Zaterdag werd de molen Tahon te Jermet,
waarin zich talrijke oproerlingen hadden ver
scholen, als het ware regelmatig belegerd.
Uit Antwerpen vertrok Zondagochtend
het 8e linie-regiment per exprestiein naar
Bergen.
De Précurseur meldt, dat de beruchte
Defuisseaux, de schrijver van de Calhéchisme
du peuplezal worden vervolgd.
Zaterdag heeft te Herstal eene vergade
ring van burgemeesters en gedelegeerden der
werkstakers plaats gehad en is aau deze ten
aanzien der gevraagde loonsverhooging toe
gezegd om een verzoek te ondersteunen
tot vermindering van de vervoer-tarieven,
hetgeen aan het werkloon zou kunnen teil
goede komen. Dit was het eenige middel, om
dat wegens de concurrentie met Duitschland
geen hoogeren kolenprijs kon bedongen wor
den. De gedelegeerden gaven tegenover deze
verklaringen te kennen, dat zij hunnen in
vloed zouden aanwenden tot hervatting van
het werk.
Te Antwerpen hebben de corporatiën der
werklieden aan den burgemeester hunne me
dewerking aangeboden tegen de anarchis
tische bedreigingen indien deze zich mochten
voordoen.
Zaterdagavond zijn, tengevolge van de be
raadslagingen in den ministerraad, de lich
tingen van 1882 en 1883 onder de wapenen
geroepen. Ook de cadetten der militaire
school zijn geconsigneerd, om bij mobili
satie terstond in de gelederen te worden in
gelijfd.
Door den minister van binnenlandsche
zaken is aan generaal Stoefs, commandant
der Brusselsche garde civique, het opperbe
vel over alle bataljons van Brussel en zijne
voorsteden opgedragen, terwijl den officieren
machtiging is gegeven, zich te wapenen met
de revolver, naar het model bij de infan
terie-officieren van het leger in gebruik.
Te Seraing en Luik blijft het rustig en
niettegenstaande het Zaterdag betaaldag was,
is het aantal werklieden, die in de mijnen
der maatschappij Cockerill zijn afgedaald,
50 pCt. sterker dan daags te voren. Men
hoopt heden op eene algeheele hervatting
van bet werk in de mijnen.
Alles doet voorzien, dat de wanordelijk
heden lang zullen aanhouden; en in de ge
volgen zullen zij zich nog langer doen ge
voelen, want alles is geplunderd; voor her
stel van een eenvoudige» hoogoven heeft men
zes maanden noodig eu in eiken werken drie
honderd man.
Uit Charleroi wordt van gisteren gemeld
Splingard, het hoofd der anarchisten en vele
andere raddraaiers zijn in hechtenis.
De werklieden der steengroeven te An-
toing hebben den arbeid gestaakt en trekken
tegen Doornik op.
De schutterij gaat hun tegemoet.
Te Barges heeft een hevige botsing plaats
gehad tusschen de muitelingen en gendar
mes. De toestand is onrustbarend.
Uit Bergen wordt van gisteren gemeld:
De berichten omtrent een gevecht en ont
ploffing te Flenu zijn ongegrond, hoewel de
werkstaking er heden algemeen zal zijn. Ge
heel Borinage wordt door troepen doorkruist,
en de werkstakers hebben de kolenmijnen
van Mariemont aangevallen. De troppen
gaven vuur, waardoor veertien der muiters
gedood of gekwetst werden.
Uit Doornik wordt van gisterenavond 5 u.
21 min. gemeld: De werkstakers zijn naar
Crèvecoeur getrokken. Zij maken zich niet
aan plundering schuldig, en zeggen dal zij
het alleen gemunt lu-bben op de werkgevers,
die het loon verminderd hebben. Zij hebben
echter met geweld de drankwinkels bezet en
velen zijn beschonken.
Er valt een plasregen. De ongerustheid
vermindert.
Het handelsblad bevat de volgende par
ticuliere telegrammen van gisteren: Uit Char
leroi, 7 u. 40 m. des avonds. De toestand
in den omtrek dezer stad is kalmer. De fa
brieken maken zich gereedom morgen den
arbeid te hervatten. Niettemin beerscht nog
werkstaking in het bekken van het centrum,
Eene botsing is te Carnières, bij de ko.
lenmijn van Placart, ontstaan tusschen de
werkstakers en het zevende regiment van
linie. Twee personen zijn gedood; verschei-
dene gekwetsten zijn op de plaats achterge
bleven maar velen zijn ook door hunne mak-
kers medegevoerd.
10. u. 14 min. des avonds. Hier is be-
richt ontvangen, dat de werkstaking is uit-
gebroken in het centrum, oostwaarts van
Bergen. Te Carnières zijn twee werkstakers
gedood.
Volgens gerucht zou ook in de Borinage
de werkstaking zijn begonnen.
Uit Chatelineau 7. u. 17 m. des avonds.
In het kolenbekken van Charleroi is thans
alles kalm. Men hoopt dat de arbeid binnen
twee dagen zal hervat worden. De burger
wacht uit alle gemeenten doit dag en nacht
de ronde.
Uit Marchiennes, 7 u. 10 m. des avonds.
De werkstaking bedaart, dank zij het op-
treden der troepen, waarvan twee klassen
zijn opgeroepen. De benden verspreiden zich;
alleen kleine groepen gaan nog bedelend van
dorp tot dorp. De luitenant-generaal Van der
Smissen heeft het bevel over al de troepen
aanvaard en trekt het land door, om zich
van de stemming dezer laatsten te verge
wissen. Aan de hoogovens van Providence,
Monceau eu Couillet is de arbeid hervat.
De pletterijen der ijzerfabriek van Charleroi
zullen hedenavond heropend wordenonder
de bescherming der wetgevende macht. De
smelthutten beginnen morgen weder te wer
ken, en ook eenige glasblazerijen hervatten
morgen den arbeid. De bevelhebber der troe
pen staat in voor de rust en veiligheid der
arbeiders in de kolenmijnen. De werklieden
zijn echter nog niet teruggekeerd. De werk
stakers worden kalmer, tengevolge van de
geestkracht, waarmede de beweging bedwon
gen wordt.
PER TELEGRAAF.
PARIJS, 30 Maart. De Cri du Peuplt
deelt mede, dat Rochefort en Laguerre he
den naar Charleroi vertrekken.
CHARLEROI, 30 Maart. (Part. iel E)
De gevangenis van Charleroi is te klein.
Van alle kanten worden gevangenen aange
bracht, die wegens bedelarij in hachteiiii
zijn genomen.
In de Borinage was het gisteren kalm,
maar het was een kalmte, die onheil voor
spelt. Troepen zijn gezonden naar Marie
mont en Anderlues.
Gisteren kwamen de leiders de Euisseaux
en Pauvian te Bergen, waar Volders zich
reeds bevond. De bevolking nam een vij
andige houding tegen hen aan, zoodat zij
weer moesten vertrekken.
Te Guesnes arbeiden de werklieden niet
meer. De werkstaking breidt er zich uit,
maar de maatregelendoor de soldaten ge
nomen, zijn nu beter.
CHARLEROI, 30 Maart. 9 uur 45 min.
(Part. lel. h) Van Bergen naar Charleroi
zijn de troepen in een boog opgesteld.
Uit Luik, waar alles kalm is, komt het
bericht dat de politie een Duitscher, Boe-
tenkamp, in hechtenis heeft genomen en
bij hem een belangrijke briefwisseling met
de sociaal-democraten in Duitschland heeft
gevonden.
Daar hier zoovele onrustbarende en on
waarschijnlijke berichteu over de geheele
werkstaking worden gemeld, beu ik giste
renavond met een landgenoot naar het weste
lijk deel en het midden van de mijnstreek
van Charleroi vertrokken.
Wij verlieten de stad 's avonds om elf
uur in een rijtuig met twee paarden. De
lucht was bewolkt en nu en dan regende het.
Ofschoon gelijk men weet, de mijnstieek
zeer sterk bevolkt is, ontmoetten wij in
twee uren tijds niemand, noch soldaten
noch werkstakers. Alleen aan de grenzen
van het gebied der stad Charleroi stond
een wacht, die ons liet doorgaan met de
waarschuwing om ons plan niet uit te
voeren.
Bijna de geheele weg was verlicht, hetzij
door de gaslantaarns der gemeenten, hetzij
door de elect! ische lampen der ovens. Ein
delijk ontmoetten wij een rijtuig met twee
personen. Bij het begin van den weg had
den wij de Sambre aan onze linkerhand.
De weg was oneffen en heuvelachtig, door
hellingen en uitgehouwen rotsen.
Wij gingen eene kopersmelterij voorbij
met groote werkplaatsen, stoommachines en
pletterijen. Een aantal schildwachten stond
op post, wier donkere gestalten zichtbaar
waren ondanks de duisternis. Zij deelden
ons bijzonderheden mede over den toestand
der werkstaking die verbeterd is.
Te Cbapelle werd onze reis plotseling ge
stoord. „Werda" klonk het onverwacht in de