NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
abonnement: advertentien:
Vrijdag 19 Maart 1886, N°. 66. 1990 jaargang. Uitgevers: Gebroeders Muré.
DE BOETVAARDIGE.
Leidsche Courant
Van i6 regels0.90.
Voor Leiden, per 3 maanden1.25. Eike regel meer0.15.
Franco door het geheele rijk, per 3 maanden 1.60. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen, k contant, zonder rabat, per regel 0.10.
Prijs ner Nummer 10 Cent. IÜS u
Bureel: Sciieepmakerssteev 6.
Stads-Bericliten.
De BURGEMEESTER van Leiden brengl
Ier algemeeiie kennis, dat door den Raad
dezer gemeente in zijne ziliing van heden tol
leden in de vaste Commission zijn benoemd,
als:
a. in de Commissie van Financiën:
de HII. Mr. N. K. F. LAND, en Mr. S.
J. FOCKEMA ANDREAE en lot voorzitter de
Heer II. C. JUTA;
b in de Commissiebelast met het ont
werpen en herzien van de Plaatselijke
Verordeningenbetreffende de huishouding
der gemeente
de Heeren Mr. N. K. F. LAND en Mr.. F.
WAS.
c. in de Commissie van fabricage:
de Heer P. ALMA Lz., zoodat die Com
missie thans als volgt zijn samengesteld:
a. Commissie van financiën
H. C. JUTA, Voorzitter.
Mr. N. K. F. LAND v
en Mr.S. J. FOCKEMA ANDREAE leden.
b. Commissie, belast met het ontwerpen
en herzien van de Plaatselijke Veror
deningen betreffende de huishouding der
gemeente
Mr. C. COCKVoorzitter.
Mr. N. K. F. LAND
en Mr. F. WAS leden.
C. Commissie van Fabricage:
P. L. C. DR1ESSEN
en P. ALMA Lz.
En wordt deze door plaatsing in de Leidsche
Courant afgekondigd.
De Burgemeester voornoemd
DE KANTER.
Leiden, 18 Maart 1886.
8TADI1VIEUWI.
Hedenmorgen bad op de begraafplaats
md de voormalige Marepoort de plechtige
teraardebestelling plaats van het stoffelijk
overschot van den heer L. Van Dijl, in
leven hoofdonderwijzer aan de Christelijke
school op de Middelstegracht. Toen de lijk
stoet op den doodenakker was aangekomen
werd door de gezamenlijke onderwijzers van
voornoemde school de baar met haar droeven
last naar de laatste rustplaats gedragen. Om
de groeve hadden zich verzameld eenige hh.
predikanten, ouderlingen, diakenen, een
groot aantal kinderen der school waarvan de
overledene aan het hoofd stoi d en een
groote schare belangstellenden.
Alvorens de kist met haar stoffelijk hulsel
aan den schoot der aarde werd toevertrouwd,
nam ds. Jobs. Drost het woord om in breede
trekken aan te toonen het verlies dat de
Vereeniging voor Christelijk onderwijs ten
behoeve van min- en onvennogenden in het
afsterven van Van Dijl leed, waarna hij een
blik wierp in het huisgezin van den man
die daar was heengegaan, een echtgenoot en
kinderen nalatend, en een troostwoord tot de
kinderen richtte. Daarna nam ds. S. H. J. De
Wolff het woord om uitte wijden over den Chris
tel ij ken levenswandel van den ontslapene. Ver
volgens sprak ds. J. J. Van der Lip, na
mens den kerkeraad der Ned. Herv. gemeente,
om op het verlies te wijzen dat de kerke
raad leeddaar de overledene als ouder
ling door woord en daad getoond had de be
langen der gemeente te behartigen.
Namens de onderwijzers der Christ, school
nam de heer A. J. De Lange het woord om
het verlies aan te toonen wat zij door dit
afsterven leden, waarbij hij de kinderen er
op wees de schoone lessen en vermaning?n
van hun hoofdonderwijzer niet te vergeten,
waarop door de kinderen, waarmede alle
aanwezigen instemden, een lied werd aange
heven op de wijze van Ps. 68, getiteld
//Bij het graf van onzen meester". Daar
op werd het woord gevoerd door den
heer F. Uittenbroek, om er op te wijzen
wat Van Dijl al niet gedaan had als direc
teur van de normaallessen ter opleiding van
onderwijzers en onderwijzeressen voor chris
telijke scholen, waarbij hij hem een laatst
vaarwel toeriep. Door den heer v. d. Berg,
hoofdonderwijzer te Hazerswoude, werd het
woord gevoerd namens de Ned. Vereeniging
voor Christelijk onderwijs. Door den heer
Nieuwenhuize», van Mijdrecht, werd een
woord van troost tot de kinderen gericht,
waarbij hij hen wees op het voorrecht zulk
een vader bezeten te hebben en hen aan
spoorde de voetstappen van hun vader te
drukken. De heer A. J. Rijshouwer sprak
namens bestuurderen van het Hulpgenootschap
t. b. en u. v. Gods Koningrijk op aarde.
Door den heer Egginkschoonbroeder van
den overledene, werd nog een woord aan de
nagedachtenis van den afgestorvene gewijd,
waarbij hij namens de familie bedankte voor
de eer den overledene bewezenwaarop door
allen aanwezigen werd aangeheven Ps. 72
vs. 11.
Hierna werd door ds. Joh. Drost verzocht
de kinderen gelegenheid te geven zich in
goede orde te verwijderen. Daarop verliet
een ieder de rustplaats der dooden, in het
volle bewustzijn een liefhebbend echtgenoot
eu vader, een trouw en braaf burger graf
waarts te hebben geleid.
Door burg. en weth. dezer gemeente
is heden ten raadhuize in het openbaar
aanbesteed
1°. Het leveren van twee ballastpramen.
Hieivoor waren ingekomen 16 biljetten
waarvan 4 van onwaarde, als niet voldoende
aan de gestelde bepalingen.
De hoogste inschrijving bedroeg f 1645
en de laagste f 889.74, voor welk bedrag
de levering is gegund aan den heer D. Boot,
scheepmaker te Zoeterwoude.
2°. Het maken van een schoeiing aan den
Nieuwen Rijn bij de Kaarsenmakersstraat;
het leveren en plaatsen van 15 stootpalen
en van walburries langs de Oude "Vest, in
drie perceelen.
Als laagste inschrijvers zijn aannemers ge
worden: van perceel 1, de heeren P. J.
Christiaanse en N. A. Zekveld, timmerlieden
alhier voor f897, van perceel 2 de heer
F. Clercx, te Boxtel voor f840, en van
perceel 8 de heer Jb. De Kort, houthande
laar te llazerswoude voor f 1173.
De hoogste inschrijvingen bedroegen ach
tereenvolgens f1341, f1298 en f1489.
De gemeenteraad van Leiden za1naar
het D. v. Z.-H. en 's Gr. verneemt, eerstdaags
een gewichtig beginsel hebben uit te maken;
door prof. M. J. De Goeje is den raad nl.
de vraag voorgelegd: „Kan de raad aan de
ingezetenen der aangrenzende gemeenten
voordeelen toestaan in het verschaffen van
gas, duinwater en onderwijs, ofschoon zij
niet medebetalen aan de gemeente-belastin-
gen
Tot directeur der gemeentelijke gas
fabriek te Veuloo is niet algemeene stemmen
benoemd de heer Van Rossem Duchatel,
civiel-ingenieur, volontair aan de gasfabriek,
te Leiden.
Op Maandag, Dinsdag en Woensdag
22, 23 en 24 Maart aanst. telkens des
avonds ten 7 ure, zullen de overgangsexamens
plaats hebben van de leerlingen der school
van het Genootschap „Mathesis Scientiarum
Genitrix", in het gebouw op de Pieterskerk-
gracht.
Het zal zoo voor onderwijzers als leer
lingen eene streelende voldoening zijnwan
neer ouders, voogden en zij die belangstellen
in deze zoo nuttige inrichting niet verzuimen
bij deze openbare lezing tegenwoordig te zijn.
A. s. Woensdagavond zal de lieer
O. Lamborg uit Weenen in de Stads-Ge-
hoorzaal een humoristische soirée geven.
Woensdagavond stelde de schilder- en
teekenakademie „Ars aemula naturae" de
leden in de gelegenheid kennis te maken
met de portefeuille van den weledlgeb. heer
H. D. Salomonson te Rotterdam. Moest bij
de laatste kunstbeschouwing van 't vorige
jaar de verslaggever opmerken dat het toen
tentoongestelde niet zeer geschikt was om
de reeks kunstbeschouwingen mee te beslui
ten, we kunnen nu gelukkig geheel't tegen
overgestelde getuigen. Nog lang zullen de
vele frissche aquarellenden kunstliefhebbers,
die er van genoten, in de gedachten blijven.
Hulde aan het bestuur van dit genootschap
voor de gelukkige gedachte, deze portefeuille
ter bezichtiging aan te bieden; maar niet
minder hulde voorzeker aan den kunstzin
van den heer Salomonson die zóó veel
waarlijk schoons wist bijeen te brengen.
De portefeuille bestaat uit een kostbaren
schat van ongeveer zeventig nummirs,
in hoofdzaak aquarellen. Om van de
waarde van deze verzameling een klein denk
beeld te geven diene, dat deze portefeuille
alléén voor een kwart ton tegen brandschade
verzekerd is. Moge zulk een' prozaische ver
goeding voor 't verlies van zooveel schoons
nooit noodig blijken.
Eene keuze te doen uit het vele goede,
zou zeker een' zware taak ziju. Toch zou
ik aanstonds, als op 't beste, de aandacht
willen vestigen op „tête de Parisienne" van
Tofano. Gaat men detailleeren, dan valt
hier dadelijk het gelaat op als 't edelst van
toon, hier en daar met brutalen streek be
werkt. Verder troffen we er oude bekenden aan,
FEUILLETON.
255.)
„Als 11 het goedvindt, zullen wij nu een
oogenblikje praten,/ hernam de Mottige.
„Aan wien wil u schrijven?"
„Aan vader."
De Mottige schudde met het hoofd en
sprak neerslachtig:
„Neen, u kan niet aan uw vader schrij
ven."
„Welnu, dan zal ik aan moeder schrij
ven," hervatte Aurora.
„U kan evenmiu aan uw moeder schrij
ven."
„Zoo," riep Aurora, terwijl zij de Mottige
verwonderd aanzag.
En knorrig van de tafel weggaande, voegde
zij er bij:
„Als .lat zoo is, heb ik mij voor niets
blij gemaakt. Je kunt alles wel weer mee
nemen.
„Als de juffrouw eens goed nadacht,"
antwoordde de huichelares, „zou zij begrij
pen, dat als zij aan haar vader of moeder
ichreef, zij den goeden afloop in de waag
schaal zou stellen van wat haar vrienden
voor haar willen doen. Kan u niet iemand
anders uwer kenuissen bedenken, aan wien
het uw aangenaam zou zijn te schrijven?"
„Vergunt men mij aan mevrouw Durand
te schrijven? vroeg Aurora, na een oogen-
blik z wij geus.
„Wie is dat, mevrouw Durand?"
„Een vriendin een tweede moeder voor
mij. „Mevrouw Durand is mijn onderwij
zeres geweest."
„Kan u wel volkomen u verlaten op de
vrit lidschap en bescheidenheid van deze dame?"
vroeg de Mottige zoetsappig."
„Ja, volkomen."
„In dat geval belet niets dat u haar
schrijft. Ik zal straks naar Parijs gaan en
haar zelf uw brief brengen. Doch, juffrouw,
u moet voordat u schrijft, nauwkeurig over
wegen, wat u zal zeggen, om niet de plan
nen uwer vrienden, die op dit oogenblik
zich bezig houden met uw geluk tegen te
werken. Kijk, als u het veroorlooft, zou
ik misschien u kunnen aangeven, in welken
geest u moest schrijven."
„Spreek op maar; ik wil uw raad wel
aannemen."
„Welnu, ziehier dan wat u, naar ik ge
loof, zal kunnen schrijven.
Na aan uw onderwijzeres gezegd te heb
ben, dat u haar niet vergeet, dat u steeds
aan haar denkt, dat zij altoos kan rekenen
op uwe oprechte toegenegenheid, moet u
haar melden dat u in een woning zijt, waar
u aan niets gebrek heeft, en men u de
zorgenoplettendheid en eerbied betoont die
men u verschuldigd is; in een huis kortom,
waar menj alles doet wat men kan, om u
te voldoen en u aangenaam te zijn.
Gij zult haar vervolgens zeggen, dat het
uw minnaar, mijnheer Adrien is, die u in
dat huis heeft laten brengen om uw vader
te dwingen zijn toestemming tot uw huwelijk
te geven."
De Mottige bleef een oogenblik zwijgen
en scheen na te denken.
„Zeg," hervatte zij, „zou het uw genoe
gen doen uw onderwijzeres te zien?"
„O, dat zou ik een groot geluk achten."
„Welnu, u zal dat geluk hebben. Uw
onderwijzeres zal u komen zien. Ik neem
het op mij en ik zal waarschijnlijk door
den meester worden beknord. Ik geef daar
weinig om; ik kan wel iets voor u doen,
die zoo lief, zoo vriendelijk zijt. Afgespro
ken dus, mevrouw Durand komt hier."
„Ik weet niet hoe ik u zal danken."
„Laat het maar, ik behoef niet bedankt
te worden. Ik ben zoo gelukkig dat ik u
eenig genoegen kan d en. Om op den brief
terug te komenopdat mevrouw Durand
niet weigert te komen, moet u haar zeg
gen dat u haar met ongeduld wacht; dat
u er naar smacht u in haar armen te wer
pen en haar te omhelzen. U moet haar
ook zeggen dat zij volkomen de persoon
kan vertrouwen, die haar den brief zal ter
hand stellen. Die persoon, ik heb het u
reeds gezegd, ben ik."
„Ik zal dadelijk gaan schrijven."
„Weet u nu goed wat u moet schrijven?"
„Ja, ja, ik heb met groote aandacht naar
u geluisterd en alles goed begrepen."
„Voor het overige is u veel knapper dan
ik, en zal u veel beter al die dingen weten
te zeggen. Ik laat u nu alleen om u niet
te storen. Maar u zal wachten met uw brief
te sluiten totdat ik terugkom, niet waar?
Het zal mij genoegen doen, dat u mij voor
leest wat u geschreven heeft."
„Ja, ik zal het u voorlezenantwoordde
Aurora, die reeds aan tafel was gaan zitten
en de pen opgevat had."
Wordt vervolgd