NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
Deze Courant ver schijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
ABONNEMENT:
ADVERTENTIE»:
Maandag 8 Maart 1886, N°. 56.
Uitgevers: Gebroeders Muré.
Aflossing Geldleening.
ourant
Voor Leiden, per 3 maanden1.25.
Franco door het geheele rijk, per 3 maanden 1.60.
Prijs per Nummer 10 ('ent.
Van 16 regels0.90.
Elke regel meer0.15.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingenk contantzonder rabatper regel 0.10.
Bureel: Scheepmakerssteeg 6.
199° Jaargang;.
Stads-Berichten.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente LEIDEN brengen Ier algemeene ken
nis, dal van de 4 percents geh.Meening ad
f500000 aangegaan krachtens de raadsbesluiten
van 8/29 Augustus 1882, op Maandag, den
8en Maart a. s. des middags Ie twaalf uren,
in een der vertrekken vau liet Raadhuis zal
worden overgedaan lot de openbare uitloting
van ics obligation elk lot een bedrag van
èèn duizend zuiden.
En geschiedt hiervan openbare kennisgeving
door plaatsing in de Leidsche Courant.
Burgemeester en Wel houders voornoemd
DE KANTER, Burgemeester.
E. KIM. Secretaris.
Leiden, 0 Maart 1880.
STAD8NIËUWI.
Het getal der iu de Stedelijke Werk
inrichting opgenomenen bedroeg gedurende
de afgeloopen week dagelijks van 47 tot 73
volwassen personen en ll tot 19 kinderen.
Gedurende de afgeloopen week ziju
alhier 3 gevallen van diphtheritis en 1 ge
val van roodvonk aangegeven. Overleden
aan besmettelijke ziekte, geene.
Tot zelfs de Stadswaag, werd in de
vorige week door het ten verkoop stellen
van kunstboter voor echte ontheiligd. Maar
de toeleg mislukte en de zwendelaar zocht
een goed heenkomen. Utrecht werd door
de bokkingboeren met NoorUsche haring be
zocht, die voor echte IJ bokking moest door
gaan. De visch was groot van stuk, men
liet er goed voor betalen, maar hij was on
eetbaar. Als vette Holiandsche bokking had
men deze haringen te Huizen de kunstbe
werking van het rooken doen ondergaan.
In een voornaam hotel o. a. alhier heeft
men met zulke haring, alias IJ bokking,
ook voor een heele bestelling te doen ge
kregen; de visch was letterlijk onbruikbaar.
Men zij dus op zijne hoede al stond er zelfs
op den wagen van zulk een „bokboer' Ja
cob Eerlijk te lezen.
Men schrijft ons: De naam ooievaar
komt van het oudtijds odebaer, dat is ge-
lukaanbrenger. Dit zij zoo het wil. Het
gelukt ligt soms op een klein plaatsje, met
den vierkanten palm uit te meten, zoo ook
in een ooievaarsnest. Wij, Hollanders hebben
echter met de Denen altijd liet oogenblik
dat de ooievaar terugkeerde hooggewaardeerd.
De ooievaar toch is de lentebode, zijn komst
verkondigt groei en bloei, de winter heeft
afscheid genomen. Nu zijn er reeds drie
ooievaars in Holland: te Bolsward, Ameide
en Schipluide. Brengen nu deze de lente
of, om niet veeleischend te zijn, het voor
jaar? Daarvan is nog niets gebleken. In
tegendeel, het voorjaar brengt de vogels tot
hun vorige broedplaats, ook omdat het tijd
wordt en Maart reeds is aangebroken. Daarbij
heeft een ooievaar veel te beschikken. Voor
eerst de kennismaking, dan een paar te
worden, hetgeen niet zeldeu veel meer om
haal veroorzaakt dan onder de menschen.
Is de zaak beklonken dan aan het werk om
het verhavende nest op te knappen. Zoo
wordt het spoedig Mei zal er nog iets van
het kraambed komen. Een ooievaar vertrekt
altijd in het midden van Augustus, dus
doorgaans in de warmste dagen. Hij ver
kondigt bij zijn terugtocht ecliter evenmin
vroegtijdige koude als hij in het voorjaar,
zonder zijn goeden naam te kort te doen,
de lente bezorgt.
Blijkens achterstaande aankondiging
zullen de dames Louise Heymann (zang) en
Johanna Heymann (piano), met medewerking
van den heer Hofmeester (viool), op Dinsdag
16 Maart alhier een concert geven. Wat
de dames Heymann betreft, hierover hebben
de dagbladen zich allergunstigst uitgelaten,
waar genoemd tweetal zich ook deed liooren.
Louise Heymann is eene coloratuurzangeres,
wier technische ontwikkeling een hoog stand
punt inneemt. Hare stem is omvangrijk,
zij zingt van een gestreept C tot 3 gestieept
Dis, het timbre is schoon, en ondanks
hare vele studiën heeft het orgaan zijn ve-
louté niet verloren. Mej. Johanna Heymann,
omstreeks 14 jaar oud, is eene allerinne
mendste verschijning, in vele opzichten doet
zij aan haren broeder, den grooten Carl.
Heymann, denken. Haar bezielend spel weet
hare toehoorders in verrukking te brengen,
en doet haar leermeester, den heer Jul. Bönt-
gen, alle eer aan.
Wij durven hun dus bij hun optreden te
Leiden een schitterend succes voorspellen,
waartoe zekerlijk de medewerking van den
alomgunstig bekenden violist, den heer Hof
meester, niet weinig zal bijdragen.
Het derde concert der Maatschappij
voor Toonkunst, hetwelk gisterenavond in de
Stads-zaal plaats hadleverde veel belangrijks.
Behalve de Amsterdamsche Orke?t\ereeniging
verleendeu de heeren Kriens, clarinet-solist,
en Mann, componist, hunne medtwerking.
Vooral op den Jaatsten was de aandacht van
het publiek gevestigd, daar de heer Mann
hoewel voor ons Leidenaars niet onbekende
(liet is echter geruimen tijd geleden dat de
lieer Mann alhier eenige zijner composities
dirigeerde) thans werkelijk als in Leiden
gevestigd musicus, voor het eerst iets van
zijn gaven zou tentoonspreiden. Indien
men bij een beoordeeling rekening houdt
met de uitvoerende krachten, dan mag de
uitvoering der Symphonie van Schumann
zeer bevredigend worden genoemd. Het
eerste en tweede gedeelte werd tamelijk goed
gespeeld, terwijl het heerlijk „Lento" de
kroon spande: de uitvoering hiervan was
het beste van de geheele Symphonie. Hoe
wel het niet te loochenen valt, dat de leden
van het orkest zich werkelijk moeite geven,
om de toonwerken op eene waardige wijze
ten gehoore te brengen, mag het niet wor
den ontkend, dat bij allen goeden wil, er van
dynamische nuances weinig sprake is.
Slechts in gevallen dat het karakter van de
compositie piano of forto medebrengt, wordt
hieraan voldaanvoor het overige echter
van nuanceering en fijne opvatting weinig
sprake. Wellicht zijn dit hooge eischen,
maar te hoog voor een Amsterdamsch orkest
zijn ze niet.
Het clarinet-concert van J. G. H. Mann
werd door den heer Kriens op uitstekende
wijze voorgedragen. Over een zeer fraai embou-
choure kunnende vervoegen, wist hij de vele
schoone, moeielijke passages op gevoelvolle
wijze te vertolken, terwijl de compositie
zeker in staat was het publiek te boeien.
Het orkest heeft niet in dit werk een uit
sluitend begeleidende partij te vervullen,
maar gaat meermalen met het solo-instru
ment, wat uitvoering der melodiën betreft,
han-l aan hand. Ongetwijfeld is dit con
cert voor het repertoire der clarinettisten een
groote aanwinst.
Werd zoo even gezegd, dat over het al
gemeen ene fijne uitvoering van het orkest
te vergeefs werd gezocht, de begeleiding
van het concert, onder directie van den
heer Mann, moest evenwel dezen indruk
wijzigen, want zelden is een solo-stuk, in
onze stad zulk een geacheveerd accompag
nement te beurt gevalien. Hierop werd door
het orkest de machtige „Meistersinger Ou
verture" ten gehoore gebracht. Welk een
bouw, welk een orkestratie, welk een
doorvoering der motieven. Wagner in zijn
volle kracht! Jammer genoeg, dat het
eerste hoofdmotief niet duidelijk genoeg
uitkwam. De fagotten, fluiten etc. kon
den in de bovenliggende stemmen niet
kracht genoeg ontwikkelen, om het figuur
in volle klaarheid te voorschijn te laten tre
den; het Preislied-motief werd echter tel
kenmale zeer goed gespeeld. De uitvoering
van de ouverture was zeer goed, hoewel
een fijner tintje geen schade zou hebben
gedaan, hel geen ook gezegd kan worden
van de daarop volgende Ltfoword-ouverture
n°. 3. Daarin werd onder leiding van den
componist een Prélude d'Qrchestre van J.
G. H. Mann ten gehoore gebracht. Het
warme, aanhoudende applaus, hetwelk na
het einde den heer Mann ten deel viel, be
wees genoeg, hoezeer diens compositie op
de toehoorders grooten indruk had gemaakt.
En geen wonder. Het werk is in streng dra-
matischen stijl geschreven, een gevoelvolle
verheven melodie is er in ten grondslag ge
legd, die prachtig wordt doorgevoerd. Het
is hier geen oppervlakkig, ondegelijke effect
bejag; maar degelijke ernstige kunst, en on
der de jongere componisten van den tegen-
woordigen tijd wordt die zoo hoogst zelden
aangetroffen. Daarom was het dubbel aan
genaam in den heer Mann ook den stadge
noot te zien optreden. Dat van hem groote
verwachtingen werden gekoesterd behoeft
zeker niet gezegd; dat men hem groote
eischen stellen mag, heeft hij overvloedig
bewezen!
De Fantaisie uit de „Puritani" was een
tamelijk onbeduidende compositie, die hoofd
zakelijk dient om den clarinet-solist gelegen
heid te geven zijn vaardigheden te open
baren. De heer Kriens heeft dit dan ook op
uitstekende wijze gedaan, en de zeer moeie
lijke variatien op bewonderenswaardige wijze
uitgevoerd. Ook hem viel ten slotte een
warme en welverdiende hulde ten deel.
Het slotnummer van het programma werd
gevormd door de 2e „Rhapsodie" van Liszt.
Dit baroque werkdat meer aan een paar
denspel doet denken, behoort daar ook eigen
lijk thuis (al is het ook een compositie van
Altmeister Liszt"). Velen mogen het „wel
eens aardig", geestig, ja intressant en mooi
vinden: op de keper beschouwd is het een
muzikaal wangedrocht. II.
BIMENLANDSCHE BERICHTEN.
Naar de A. C. verneemt, zal mr. F.
VV. J. G. Snijder van Wissenkerke, die als
referendaris-chef van de 2de afdeeling aan
het depart, van justitie, tevens aan het
hoofd staat van het bureau belast met den
bijzonderen dienst voor den industriëelen
eigendom in Nederland, onze regeering ver
tegenwoordigen op de in April a. s. te Rome
te houden internationale conferentie betref
fende de bescherming van den industriëelen
eigendom.
Door de geneeskundige staatscommissie
zijn gisteren tot arts bevorderd de heeren
dr. Th. J. W. Exler, L. Th. F. Dentz, II.
K. Schutter, med doctorandi, en tot tand
meester de heer B. J. Grevers.
Mevrouw de wed. dr. Wienecke, ge
boren Abrahamsz, te Oosterbeek, heeft aan
het rijk ter plaatsing in 's rijks ethnogra-
phisch museum geschonken een aantal voor
werpen, waarvan in de Staatse, uitvoerig
mededeeling gedaan wordt. Door den mi
nister van staat, minister van binnenland-
schen zaken, is, aan de schenkster, de
dank der regeering betuigd.
Naar wij vernemen zijn wegens de
tentoonstelling te Antwerpen door Z. M. den
koning der Belgen de volgende Nederlanders
tot ridders der Leopoldsorde benoemd: dr.
A. Th. Van Aken te 's Gravenhage; jhr.
mr. E. W. Berg thans te Amsterdam; Jb.
Duijvis, lid van 2de kamer; M. Hijmans
van Wadenoijen te 's Gravenhage; A. E.
Van Kempen, lid der firma J. M. Van
Kempen Zoon le 's Gravenhage; P. Smidt
van Gelder te Amsterdam; J. Timmermans
te Waalwijk; J. Van der Toorn, hoofd
ingenieur van den waterstaat te 's Graven
hage; T. Tromp te 's Gravenhage; de heer
Westrouen van Meeteren, directeur van het
handelsmuseum te Amsterdam, en P. A.
Vernède, hoofdcommies bij liet depart, van
waterstaat te 's Gravenhage. Voorts zijn
bevorderd of benoemd in dezelfde orde de
Nederl. kunstschilders Boks te Antwerpen,
J. Bosboom, J. Israels en J. Maris te
's Gravenhage.
Geruimen tijd geleden meldden wij,
dat eenige heeren voornemens waren voor
gezamenlijke rekening te Rotterdam een
groot hotel te bouwen. Verschillende om
standigheden verhinderden toenmaals de uit
voering van het plan. Thans echter zou
dergelijk plan, naar men ons meldt, niet
alleen weder opgevat, maar zelfs de onder
neming een feit zijn. Het benoodigde, zeer
groote kapitaal zou reeds gevonden en de
teekeuingen zouden gereed ziju van het ge
bouw, dat in de nabijheid van het voor
malige Zeekantoor verrijzen zal. Geen in
richting in Nederland, verhaalt men ons,
zou met deze inrichting in uitgestrektheid
en kostbaarheid kunnen vergeleken worden.
Het zal een vierkant gebouw zijn met een
toren op eiken hoek. (Maasb.)
Omtrent den moord te Haarlem wordt
nader het volgende gemeld: De huzaar
LeenaTds, tot voor kort oppasser bij den
luitenant V. in de Frans Halsstraat aldaar,
had een wraak opgevat jegens de dienstbode,
welke hij verdacht dat zij hem had verraden
wegens oneerlijkheden Eergisterenavond stond
hij in gemelde straat die dienstbode op te
wachten, die met haar vrijer uit was. Toen
zij terugkwamen wilde Leenards met de meid
gaan vechten en gaf den vrijer, een korpo
raal, een stomp in het gezicht, waarop de
vrijer en het meisje de vlucht namen. Toen
de korporaal in de kazerne kwam werd ter
stond eene patrouille uitgezonden om L. te
zoeken; deze ging vrijwillig mede, doch
voor de kazerne gekomen haalde hij een
revolver te voorschijn en binnen een paar
seconden was het bekende treurige feit vol
voerd.
Koningin Sophie van Zweden heeft
zich in den laatsten tijd van haar verblijf
te Christiania minder wel bevonden en zal
zich vermoedelijk weder te Amsterdam onder
behandeling van dr. Mezger stellen.
Met zekerheid kan het N. v. d. 1).
mededeelen, dat de jongste loting voor de
nationale militie te Amsterdam waartegen,
zooals men weetbezwaren zijn ingebracht
door gedep. staten van Noord-Holland, na
gehouden onderzoek, is goedgekeurd.
In de veld-artillerie-kazeme op Dam-
lust, te Utrecht, heeft een misdrijf plaats
gehad. Gisteren in den vrorgen morgen
zijn door een veld artillerist op een zijner
kameraden, die den staldienst had, drie
revolverschoten gelost; het laatste schot was
doodelijk. De dader is dadelijk in hechtenis
genomen en het lijk naar het hospitaal
vervoerd. (U.
De boter, die op de jl. Maandag ge
houden markt te Nijmegen door de politie
in beslag werd genomendaar men vermoedde
dat het kunstboter was, die als natuurbo
ter te koop werd aangeboden, is bij onder
zoek gebleken, wèl natuurboter, doch van
zeer slechte qualiteit, te zijn.