NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN. Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. ABONNEMENT: ADVERTENTIEN: Woensdag 24 Februari 1886. N", 46. 199c jaargang. Uitgevers: Gebroeders Muré. DE BOETVAARDIGE. Leidsche Courant Voor Leiden, per 3 maanden1.25. Franco door het geheele rijk, per 3 maanden 1.60. Prijs per Nummer 10 Cent. Van 16 regelsf 0.90. Elke regel meer0.15. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen, ik contant, zonder rabat, per regel 0.10. Bureel: Sclieepmakerssteeg 6. Stads-Bericliten. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN; Gezien art. 5 der Wet van den 28en Juni 1881 zooals die nader is gewijzigd; Brengen ter algeineene kennis, dat door UIItK AR1E VKRMEY, alhier woonachtig, een adres is ingediend om vergunning lol verkoop van sterken drank in hel klein in liet perceel Morschslraat 110. 35. En geschiedt hiervan openbare afkondiging door plaatsing in de Leidsche Courant. Burgemeesler en Wethouders voornoemd DE KANTEIt, Burgemeester. E. KIM', Secretaris. Leiden, 23 Februari 1886. STADSNIEUWS. De Netterl Spectator van 20 dezer schrijft: Een van de fraaiste en belangrijkste gebouwen van Leiden heeft gevaar geloopen gesloopt te worden. De Morschpoort, in 1667 door den Leidschen bouwmeester Wiilem Van der Helm gemaakt, had herstel noodig. In 1876 was daarvoor reeds f750 uitgegeven, doch nu was er f 2000 noodig om de poort geheel in goeden staat te brengen. Burgemeester en Wethouders heb ben hun best gedaan om het monument te redden, en den raad van de commissie voor het stedelijk museum ingewonnen. Deze gaf, bij monde van de heeren Hartevelt en Pleyte, een in de Leidsche Courant mede gedeeld advies, met warmte en overtuigend de gronden bevattende, die den afbraak deden afkeuren en ontraden. Wat de com missie zegt en Burg. en Weth. beaamen is eene volledige en afdoende verdediging van het fraaie gebouwtje, dat, belangrijk als kunstwerk, bovendien de Morschstraat op schilderachtige wijze afsluit. Nu moest de gemeenteraad beslissen, en deze heeft, ge lukkig, met 14 tegen 8 stemmen bepaald, dat de poort behouden en hersteld zal worden. UNIVERSITEIT. Heden werd bevorderd tot doctor in de rechtswetenschap, aan de rijks-universiteit alhier, de heer A. G. Prins Visser, geb, te Sliedrecht, na verdediging van zijn aca demisch proefschrift, getiteld: Buitenspo righeden, mishandelingen en grove beleedi- gingen", als grond van scheiding voor tafel en bed. BINNENLANDSCHE BERICHTEN. De minister van financiën maakt be kend dat het saldo van 's rijks schatkist op 20 dezer bedroeg: bij de Nederlandsche Bank f 13,568,051.69 en bij de betaalmeesters ƒ1,600,349.19. Te zamen15,168,403.88. De minister van binnenlandsche zaken heeft de commissarissen des konings aange schreven om de gemeentebesturen te her inneren aan de voorschriften nopens de ge- denkteekenen van vaderlandsche geschiedenis of kunst. De minister van marine brengt, krach tens machtiging des konings, in de St.-Ct. ter kennis van belanghebbenden, dat in dit jaar zes jongelieden kunnen geplaatst wor den als adspirant-administrateur bij de ko ninklijke Nederlandsche zeemacht. De St.-Ct. bevat de inlichtingen omtrent de aanmelding, het examen enz. De aandacht van belanghebbenden wordt gevestigd op de in de bijvoegsels der St. Cl. van heden opgenomen staten, betreffende: den in- en uitvoer der voor naamste handelsartikelen op Java en Madura, gedurende de maand October en de eerste tien maanden van 1885, vergeleken met dien over gelijke tijdvakken van de beide voor gaande jaren; den invoer der voornaamste katoenen en wollen manufacturen te Batavia, Samarang enSoerabaia, gedurende de maand October en de vorige maanden van 1885 te zamen. De heer P. S. Hamel, consul-generaal der Nederlanden te Bangkok, van wien het Rijks Ethnographisch Museum te Leiden in 1884 eene verzameling Chineesche en Sia- meesche voorwerpen ontving, heeft andermaal van zijne belangstelling in dat museum doen blijken, door de aanbieding van verschillende Siameesche voorwerpen, waarvan eene uit voerige beschrijving voorkomt in de Staats courant van 23 Eebr. Den schenker is de dankbetuiging der regeering aangeboden. H. K. 11. de hertogin-weduwe van Albany, prinses van Waldeck-Pyrmont, die thans op het vaste land vertoeft, wordt op hareterugreis via Vlissingen naar Londen, verwacht om de koningin te 's Gravenhage, hare zuster, te bezoeken. Het hoofdbestuur der Algemeene Ver- eeniging voor bloembollencultuur te Haar lem heeft bepaald, dat de plechtige uitrei king der medailles en getuigschriften aan de bekroonden op de tentoonstelling van bloeiende bol- en knolgewassen, gehouden in Maart 1885, zal plaats hebben op Za terdag 27 Februari e. k., des namiddags te half drie ure, in de groote zaal der socië teit „Vereeniging", in de Bagijnenstraat te Haarlem. De heer Th. Delprat, ingenieur in Necl.-Indië, thans tijdelijk in het vaderland, heeft aan het Koloniaal Museum op het Paviljoen te Haarlem eene belangrijke bij drage geschonken, namelijk eene verzameling van wandelstokken van Indisch hout en door Inlanders bewerkt. De uitmuntende bewer king en vooral de kunstig uit buffelhoorns vervaardigde knoppen, meest Indische mo tieven voorstellend, verdienen zeer de aandacht en wekken de vraag of de invoer van wan delstokken uit Ned.-Indië niet een nieuwe bron van vertier zou kunnen opleveren, zoo wel in het belai.g der Indische volksvlijt als vooral in dat van onze kunstvaardige ambachtslieden. Jaarlijks worden massa's wandelstokken, de een nog leelijker dan de andere, uit Duitschland ingevoerd, en onze koloniën in Oost en West zijn overvloeiende van de prachtigste hout- en rottansoorten. De heer F. W. Van Eeden is, naar het A. H. meldt, voornemens bij de nieuwe in richting van het Koloniaal Museum door eene doelmatige voorstelling de aandacht op dit onderwerp meer algemeen te vestigen. Uit Rotterdam wordt aan het Hbl. gemeld: Het ijs heeft voor jong en oud eene verwonderlijke aantrekkelijkheid. Wij hebben hier zeer slecht ijs, maar dit belet niet, dat er door schaatsenrijders en wan delaars een zeer druk gebruik van gemaakt wordt. Inzonderheid het ijs van den Kra- lingschen Plas, een door uitvening verkre gen water, trekt vele bezoekers. Eergisteren wemelde het daar van schaatsenrijders, en zelfs zag men er zich lisschuitjes bewegen, nietegenstaande alle officiëele waarschuwingen tegen de onveiligheid van den bevroren waterspiegel. Verscheiden personen zijn door het ijs ge zakt. Een hunner, een jongeling van 21 jaar, verpleegde in het Hervormde weeshuis, heeft zijne roekeloosheid met den dood moe ten bekoopen. De overigen heeft men nog kunnen redden, maar bij de meesten ge schiedde die redding op levensgevaar af. Zaterdag had te Rotterdam op de Kip straat weer een straatschandaal plaats. Bij het arresteeren van een matroos trok een aantal vrouwen en mannen partij voor den arreBiant, zoodat de pulitie, die ten laatste in grooten getale aanwezig was, de sabel moest trekken om ruim baan te maken. Voor liet hof te Amsterdam werd gis teren in hooger beroep behandeld een tweetal zaken tegen Jacobus De Zwart, oud 21 jaar. Op de vraag des voorzitters geeft hij op, thans zonder beroep zijn; nog eene weekof zes geleden was hij colporteur van Hecht voor Allenhij liet die betrekking echter varen, „omdat hij er geen idee meer in had." De beklaagde achtte zich bezwaard door twee ten zijnen laste gewezen vonnissen. Bij het eene was hij door de rechtbank ver oordeeld tot 3 maanden celstraf wegens mis handeling van zekeren heer T. In den avond van 19 November jl. nl. kwam beklaagde met eene bende geestverwanten zingend en joelend door de Damstraat, alwaar ook toe vallig T. liep. Een der socialisten voegde dezen toeDaar heb je ook zoo'11 kapitalist." Eene woordenwisseling ontstond, bekl. De Zwart trad naar voren en bracht aan T eenige slagen in het aangezicht toe, zoo zelfs dat eene bloeding volgde. Bij het tweede vonnis werd De Zwart voor een ander feit gestraft. In den avond van 5 Dec. jl. bevond hij zich in de Kal- verstraat. Ilij ventte er Hecht voor Allen uit, op eene wijze, waardoor de openbare orde deerlijk gestoord werd. Hij sprong en danste 11I. als een bezetene, hield in iedere hand een exemplaar van zijn blad, en gilde luidkeels„Twee centen kosten ze maar Een geweldige oploop ontstond, en de passage werd ten eenenmale gestremd. Toen nu be grijpelijkerwijze een paar dienders De Zwart na vruchtelooze aanmaning in arrest wilden FEUILLETON. 237.) „Dat is lang!" sprak Aurora. „En nu," zei de Mottige, „haast u naar bed te gaan. Ik zie dat u behoefte heeft aan slaap. U zal het niet koud hebben. Ik heb gezorgd voor een uitnemend dekbed." Aurora lachte even, maar bitter. „Komaangoeden avond en goeden nacht," sprak de Mottige. „Gaat gij heen?" „Ik moet u wel gelegenheid geven te gaan slapen. Ik heb u gerustgesteld; u kan nu geen angst meer hebben." „Ge doet de deur niet toe, is het wel?" „Dat is afgesproken. Goeden avond, juffrouw De Mottige verwijderde zich, en liet de deur van het torentje openstaan. Maar Aurora hoorde dat zij de deur van het andere ver trek op het nachtslot deed. De Mottige kwam weder bij haar man, die zijn voeten aan een groot vuur van doode takken warmde. „Welnu?" vroeg hij. „Welnu, wat?" „Je bent daarboven al heel lang gebleven." „Zij was bang. Moest ik haar niet wat gerust stellen?" „Is het je gelukt?" „Dat zou ik denken." „Het verwondert me niet, want je bent een slimme feeks. Wat zegt ze?" „Wat wou je dat zij zeggen zou? Zij is zoo gedwee als een lammetje." „Opperbest. Maai weet je wat, Mottige, ik ken je. Je moet je niet door je gevoel laten medeslepen." „Ik weet wat mij te doen staat," her nam de vrouw eenigszins bitter. „Je moet niet boos worden om hetgeen ik zeg. Je moet doen wat je moet. De vicomte heeft ons een gemakkelijken ouden dag beloofd. We moeten dien zien te ver dienen." „'t Is genoeg. Doe jij mij het pleizier van je mond te houden." „Waf, waf!" riep de Grappige, het ge blaf van een hond nadoende. En hij ging het vuur met zijn klomp om woelen. Aurora was op haar bed blijven zitten, in gedachten verzonken, met het hoofd op de borst. „Ja," dus sprak zij, „wat mij overkomt, is vreemd. Is alles wat dia vrouw gezegd heeft, waar? Ik moet bet wel gelooven, omdat ik het niet anders verklaren kan, waarom men mij hier gebracht heeft. Trou wens, waarom zou zij gelogen hebben? Zij kon haar mond houden. Zij heeft mij dat gezegd, omdat zij het wel heeft willen zeg gen.... Dus heb ik niets te vreezen 't is vreemd zoo kalm als ik ben. Ik voel geen zweem van angst meer." „O, ik zou zoo niet wezen als ik eenig ongeluk had te duchten. Ja, ik ben niet ongerust meer. Ik ben bijna even gerust als bij moeder thuis, op mijn eigen kamer." Bijna een half uur vervloog. Op eens voelde zij zich door de koude bevangen. Hare handen en voeten waren als ijs. De frischheid van den nacht viel op haar schou ders neder. Zij begon te klappertanden. „Kom, ik moet naar bed," sprak zij bin nensmonds. Zij kleedde zich uit en begaf zich te^bed, terwijl zij de lamp liet branden. Na verloop van eenige oogenblikken vielen haar oogen toe. Zij sliep nog niet. Zij was in den toestand, die aan den slaap vooraf gaat, waarin de gedachten heen en weder zweveuen zich verliezen in het onbepaalde. Zij zag haar onderwijzeres bij zich zitten, haar over haar bed heengebogen toelachen. En het was haar of zij twee lippen en een kus op haar voorhoofd voelde drukten. Het gebeurde haar dikwijls, dat zij, voordat zij insliep, zulk een visioen had. Zij opende de oogen en sloot ze terstond weder. „Mama, mamaatje!" sprak zij binnens monds. Zij sliep. X. EEN KLOEK PLAN. Wij hebben gezien hoe graaf De Lasserre zijn in onmacht gevallen gade verlaten en in allerijl het rijtuig beklommen had, waar mede hij naar Rue Davy gekomen was, na eerst den portier te hebben verzocht zoo spoedig mogelijk zijn vrouw naar boven te zenden om mevrouw Durand de uoodige hulp te verleenen. Die portierster was een uitstekende vrouw. Zij had een groote genegenheid voor gravin De Lasserre opgevat, die zij voor niets anders trouwens hield dan voor een arme ouderwijzeres. Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1886 | | pagina 1