NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN. I&eze Courant verschijnt dadelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. ABONNEMENT: Dinsdag 23 Februari 1886. K°. 45 AOVERTENTIEN: Uitgevers: Gebroeders Muré. DE BOETVAARDIGE. Leidsche Courant Voor Leiden, per 3 maanden1.25. Franco door het geheele rijk, per 3 maanden 1.60. Prijs per Nuuiuicr 10 t ent. Van 6 regels0.90. Elke regel meer0.15. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen, contant, zonder rabat, per regel 0.10. Bureel: Sclieepmakerssteeg; 6. 199° Jaargang. Stads-Berichten. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeeule LEIDEN Gelei up art. 228 der wel van 29 Juni 1851 Staatsblad no. 85); Brengen ler kennis van belanghebbenden dal alle vorderingen len laste der gemeelde, over bet jaar ISS5. vóór ol op den laalsten Juni dezes jaars moeien worden ingeleverd, en dal de vorderingen welke niel binnen den genoemden lyd zijn ingediendvoor verjaard en vernietigd zullen worden gehouden. En worili deze door plaatsing tn de Leidsche Courant afgekondigd. Buigerneesler en Weihouders voornoemd, DE KINTER, Burgemeester. E. KIST, Secretaris. Leiden, 13 Februari 1886. «TIDIVIBIWS. Bij de op heden gehouden openbare verkooping van cokesbij partijen van 100, 50, 10 en 5 hectoliters, waren de hoogste prijzen 48, J 25.ƒ5.10 en 2.50, de laagste prijzen 45, 24.50, 4.40 en 2.45. Door burgemeester en wethouders dezer gemeente is heden in liet openbaar aanbe steed: de levering van bet verslag der han delingen van den gemeenteraad, gedurende den tijd van vijf jaren. Ingekomen was 1 biljet, bedragende f1500 's jaars, van de firma Gebrs. Murd, uitge vers alhier, aan wie de levering is opge dragen. Gisterenmorgen ten ongeveer 7j ure is uit het water aan bet Levendaal opge haald het lijk van een manspersoon, genaamd G. T.oud 49 jaardie aldaar den avond te voren bij ongeluk te water moet zijn ge- loopen. In den namiddag van dienzelfilen dag is een 11-jarige jongen, genaamd J P., met schaatsenrijden door het ijs in den Rijns- burgschen Singel gezakt, doch met veel moeite door eenige lieden daaruit gered, die het ook gelukt is, de levensgeesten weder op te wekken, welke bijna waren uitgedoofd. Wij vestigen de aandacht onzer lezers en lezeressen op het café-chantant van den heer A. P. Klok, dat morgenavond in de Stads-gehoorzaal gehouden wordt. Voor de vervulling der betrekking van onderwijzeres aan de openbare school le Voorschoten tegen een jaarwedde van f 500 hebben zich 32 sollicitanten aange meld. liet gemeentebestuur, dat geen kans ziet daaruit een geschikte keus te doen heeft besloten de solliciteerende dames aan een vergelijkend examen te onderwerpen. BINNENLANDSCHE BERICHTEN. De minister van staat, minister van binnenlandsche zaken, brengt voorloopig ter kennis van belanghebbenden, dat in 1S86 de examens ter verkrijging van akten van bekwaamheid voor het lager en middelbaar onderwijs in de bovengenoemde vakken zullen worden afgenomen: in de Fransche taal: voor het lager onder wijs, in de maand Augustus, des noo- dig ook in het laatst van Juli en het begin van September; voor het middelbaar onderwijs inde maand December, des noodig aanvangende in het laagst van November; In de Iloogduitsche taal: zoowel voorliet lager als voor middelbaar onderwijs in de maand Augustus; In de Engelsche taalVoor het lager onderwijs in de maand Augustus; voor het middelbaar onderwijs in de maand December, des noods aanvangende in het laatst van November. In de gymnastiek: Voor het lager onder wijs in de maand Juli. Voor liet middel baar onderwijs in de maanden November en December, gelijktijdig met de overige akte- exainens voor dien tak van onderwijs en met de akte-examens voor liet lager onder wijs in haiidteekenen en landbouwkunde. Het tijdstip, waarop zij, die zich aan deze examens wenschen te onderwerpen, zich daartoe zullen behooren aan te melden, zal nader worden bekend gemaakt. Naar het I), v. Z. en 7 s Gr. meldt, is door Z. M. den koning tot ridder grootkruis der orde van den Nederl. Leeuw benoemd graaf Kapnist, buitengewoon gezant en ge volmachtigd minister van Rusland bij het Nederlandsche hof. Door den minister van openbaar on derwijs, schoone kunsten en eerediensten der Fransche republiek is de heer inr. A. J. Enschedé, archivaris en bibliothecaris van Haarlembenoemd tot officier d'académie. liet Vaderland maakt melding van het bericht, dat een conversie-ontwerp bij den raad van state in onderzoek is. Het Haagsche blad zou liet nie.t ongepast achten als liet publiek behoorlijk op den maatregel werd voorbereid en er niet plotseling door werd overvallen. Thans weet niemand, bij de verschillende geruchten en plannenin de bladen vermeldwat de eigenlijke bedoe ling der regeering is. Wij gelooven niet mis te tasten, zegt liet Vad., als wij aannemen, dat de regeering geen alge- heele unificatie der staatsschuld en geen con versie in een 3 pCts. fonds beoogt, maar de gansehe 4 pOts. schuld, naar een vast plan, successievelijk in een 3J pCts. fonds wenscht te converteeren. Dat brieven, welke per post verzon den worden, verloren gaan, wordt tegen woordig slechts zelden vernomen. In vroe ger tijd ging men er te Amsterdam al zeer slordig mede om. Een nummer van het Handelsblad van Maart 1816, dat ons toe vallig onder de oogen kwam, bevat althans het onderstaande bericht, waaruit blijkt dat brievenin een tijdsverloop van niet minder dan twintig jaar „uf daaromstreeks" ver zonden, niet aan het adres gekomen waren. Het luidt als volgt: Sedert kort heeft een vertimmering aan het postkantoor aldaar toevallig tot de ont dekking geleid eener te voren bij geen der postbeambten bekende kast, opgevuld met een groote hoeveelheid onbezorgde brieven, dagteekenende van de jaren 1735 1755 of daaromstreeks. Die brieven zijn meerendeels afkomstig uit het noordelijk gedeelte van DuitschlandHannover en Hamburg. Het is opmerkelijk, dat niemand weet op telos sen hoe die brieven daar allen opgezameld geworden en gebleven zijn. Vermoedelijk zullen dezelve naar het rebuut-kantoor, het welk te 's Gravenhage aan het ministerie van financiën gehouden wordt, opgezonden en aldaar, evenals met andere onafgehaalde brieven, onderzocht worden. (Hjd.) Wij lezen in de N. B. Cl.: Er is veel over den wedstrijd op schaatsen te Ham burg geschreven. Verschillende meeningen over de wijze van rijden zijn reeds medege deeld, en tot dusver werd de houding onzer Friesche rijders in alle opzichten zeer ge prezen. Ter wille der volledigheid deelen wij nu ook eenige aanmerkingen mede, welke in een Deensch blad op onze rijders worden gemaakt. Een Deen, die den wedstrijd bij woonde, geeft daarvan in Notienaltilende van den I5den dezer een verslag, waaraan het llblad het volgende ontleent: De Hollanders, die uitsluitend boeren en visschers warenbedienden zichop uit drukkelijk bevel van den Hollandschen Schaatsenrijdersbondvan eene goed be dachte list. Zij laten namelijk hunne tegen standers vooruitrijden, maar blijven hun dicht op de hielen, zoodat de voorrijder voor hen den wind moet breken en zij door de zuiging der lucht tegelijk vooruit gehol pen worden; zij kunnen zoo met veel minder inspanning dan de voorrijder voortkomen. Eindelijk op korten afstand het doel gena derd zijnde, springen zij plotseling vooruit en schieten zoo hun tegenstander voorbij. Deze list kan bezwaarlijk //fair" genoemd woiden, want er wordt geloot om de plaats, die men op de baan moet rijden, en een gentleman zou er zich niet van willen be dienen. Dezen en genen, die aan den rit deelnamen, beproefden op verschillende wijze zich van dezen aanhang te bevrijden, door van den eenen kant der baan naar den andet ren te rijden, door eensklaps in volle vaar- te rijden, door langzaam te rijden, door stil te staan, alles te vergeefs. De Hollander volgde als eene schaduw en wilde niet voor uit, maar belemmerde daardoor den voor- looper niet weinig. Men houdt het er voor, dat, wanueer er weer met Hollanders gere den wordt, deze list zal verboden worden. Thans is bepaald dat het 22e christ. nat. zendingsfeest in Juli a. s. op het land goed Beeckenstein te Velzen zal gehouden worden. De commissaris van politie te Helle- voelsluis waarschuwt tegen iemand, naar gissing 30 jaar, bleek uiterlijk, dik hoofd, middelbare lengte, op beide wangen een wrat, eenigszins krullend en donker haar, en geen baard. Hij draagt een bruine shawldas met drie vergulde speldjes. Bij een ingezetene dier gemeente vervoegde hij FEUILLETON. 236.) Die vriend, die voor u onbekend wil blij ven, die geheimzinnige beschermer, die ook zijn eigenaardige begrippen heeft, kreeg in het hoofd uw vader te dwingen zijne toe stemming tot uw huwelijk te geven. Be grijpt gij de zaak nu? Daarom is het dat gij hier zijt. U ziet, dat u niets te duchten, niets te vreezen heeft, en dat wel degelijk uw geluken uw geluk alleen in het spel is. Aurora schudde met het hoofd. Hoewel al wat men haar had gezegd den schijn van waarschijnlijkheid had, voelde zij zich nog niet overtuigd. De Mottige speelde haar rol uitstekend. Zij had op een toon van volmaakte opiechtheid gesproken, den wel wat harden klank barer stem verzacht, en aan haar weinig innemend gelaat de uit drukking gegevendie het hebben moest om het jonge meisje door haar zachte woor den tot bedaren te brengen, haar gerust te stellen en haar vertrouwen te winnen. Er volgde een vrij lange stilte. Aurora dacht ua. Welnu, juffrouw 1" sprak eindelijk de Mottige, heeft u nog iets te vragen?" I „Ja," antwoordde het jonge meisje. „Uit hetgeen gij mij gezegd hebt, maak ik op dat gij volkomen op de hoogte zijtWeet ge hoe de jonge man heetdie mij bemint en mij verlangt te huwen?'' „Men heeft mij zijn naam niet gezegd." „Zal ik hem hier zien?" „Dat weet ik niet, juffrouw!" „Dan weet ge waarschijnlijk evenmin of het hem bekend is, dat ik hier ben?" „Ja." Hoelang moet ik van mijn vrijheid be roofd zijn?" „Dat kan ik u niet zeggen. Het zal af hangen van uw vader, van de bezwaren, die hij maakt om te doen wat men hem wil vragen." „Dus is het daarom, daarom alleen, dat ik ontvoerd ben?" „Ik heb het u reeds gezegd." Aurora sloeg een vluchtigen blik om zich heen." „Maar zeg mij," dus ging zij voort, „waarom het in dat geval noodig was mij in dit cachot op te sluiten?" De Mottige bleef een oogenblik met den mond vol tanden staan. Maar spoedig haar gevatheid terugkrijgendehernam zijx „Men was bang, dat u niet naar rede zou luisteren. L begrijpt het zelve, voor het geval dat u schreeuwde, dat u riep, dat u beproefde te vluchten, moest men toch de noodige voorzorgsmaatregelen nemen om u te beletten met een dollen kop alles op het spel te zetten." „liet zij zoo. Maar zooals gij ziet, schik ik mii er in. Ik heb geen den minsten lust mij te verzettenen nog minder de be geerte de vlucht te nemen, hetgeenik ben daarvan overtuigd, onmogelijk zou wezen. Zult gij mij, in weerwil daarvan, toch in deze gevangenis doen blijven?" „Wat zal ik u zeggen; ik heb mijn orders ontvangen," stotterde de Mottige verlegen. De oogen van het jonge meisje fonkelden. De vrouw begreep de onhandigheid, die zij begaan had en hernam levendig, op Hee menden toon. „Het is waar dat ik die orders heb gekre gen voor het geval dat u tegenspartelde." „Welnu „Nu ja, ik kan dit wel op mij nemen. Het vertrek hier naast zal te uwer beschik king zijn. Maar u moet mij beloven het venster niet te openen. Trouwensik zal het morgen door mijn man laten toespijke ren. Ik zou u wel ergens anders willen laten slapen, maar dat kan ik niet. Slechts zal ik u hier niet opsluiten. De denr zal open blijven staan. Nu, wat zegt ge er van Zijt gij met die schikking tevreden?" „Ik zal wel dienen." „U zal toch niet kunnen zeggen, dat ik niet lief ben. Ik geloof warempel, dat u mij behekst heeft." Onder het uitspreken dezer woorden stond de Mottige op. „Ik heb nog éen vraag te doen," sprak Aurora. „Laat eens hooren." „Zal ik tijding krijgen van mijn vader en mijn moeder?" „Ja, ik zal hiervoor zorgen." „Zal het mij toegestaan worden hun te schrijven? „Ja, ziet u, dat weet ik niet. Ik kan het u niet beloven," antwoordde de Mot tige, na een korte aarzeling. „Ik zal het aan onzen heer vragen; wij zullen zien wat hij zeggen zal." „Woont- hij niet hier, die beer?" „Neen „Wanneer zult gij hem zien?" „Over een dag drie, vier." (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1886 | | pagina 1