NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
ABOtyiSEüEfyT:
Woensdag 17 Februari 1886.
ADVERTENTIE N:
Uitgevers: Gebroeders Muré.
DE BOETVAARDIGE.
Courant
Voor Leiden, per 3 maanden
Franco door het geheele rijk, per 3 maanden
Prijs per Nummer 10 ent.
Van 16 regels0.90.
Elke regel meer0.15.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen, it contant, zonder rabat, per regel 0.10.
Bureel: Scheepmakerssteeg
199c Jaargang.
STADSNIEUWS.
Bij de op heden plaats gehad hebbende
verkiezing van vier leden voor den gemeen
teraad zijn ingekomen: in de 1ste afdeeling
(800 kiesgerechtigden) 503 stembriefjes; in
de 2de afdeeling (1026 kiesgerechtigden)
619 stembriefjes; derhalve van de 1826
kiesgerechtigden 1122 stembriefjes.
Bij de laatstgehouden verkiezing waren
1258 stembriefjes ingeleverd.
De vereeniging "Leidsche Dilettanten-
club" gaf gisterenavond in het lokaal Ephraim
een barer uitvoeringen. Eivol was de zaal, geen
plaatsje bleef onbezet. Met moeite kon men
zich door de dicht opeengepakte menigte
een doortocht banen.
De voorzitter opende deze feestelijke bij
eenkomst met een hartelijk welkom aan leden,
donateurs en genoodigden.
Opgevoerd werden „Richard Moor", een
drama in vier bedrijven, voorafgegaan door
„Een uur te laat" en gevolgd door „de
bloedzuigers of de minnehandel in de apo
theek" blijspel met zang in één bedrijf.
In aanmerking nemend, dat het dilettan
ten waren, die speelden, en volgend ons
systeem alle tooneel- en letterlievende ver-
eenigingen door openbaarheid en aanmoedi
ging zooveel mogelijk te steunen, zullen wij
geen kritiek vellen. In het belang van voor
noemde en andere dergelijke vereenigingen
achten wij het echter noodig eenige bescheiden
wenken te geven.
Tooneelvereenigingen van dilettanten moe
ten geen lange, maar korte stukken: geen
drama's, maar blijspelen voor haar uitvoe
ringen kiezen. Zij moeten bij die keuze
vooral rekening houden met de krachten,
waarover zij te beschikken hebben. En ver
standig ware het daarbij den regel in het
ocg te houdendat het beter is zijn krach
ten te gering dan te hoog te schatten. De
voorstelling mag niet te lang duren noch
door groote pauzen zich kenmerken.
Neemt men deze algemeene wenken ter
harte, dan zal het schooue, loffelijke doel,
dat soortgelijke vereenigingen voor oogen
hebben, beter bevorderd worden.
Gedurende de gioote pauze werd door het
geacht bestuur ten behoeve van twee hulp
behoevende weduwen een inzameling gehou
den, die f 17.62 opbracht.
Een bal besloot de feestviering.
BINNENLANDSCHE BERICHTEN.
De minister van financiën maakt be
kend dat het saldo van 's rijks schatkist op
13 dezer bedroeg: bij de Nederlandsche Bank
ƒ13,489,084.145 en bij de betaalmeesters
ƒ1,622,558.875. Te zamen 15,111,643.02.
Tegen den 6den April e. k. zullen
weder pupillen op de pupillenschool te Nieu-
wersluis worden geplaatst. Van de op dien
datum openstaande plaatsen zullen er wel
licht eenige kunnen worden vervuld door
zonen van niet-militairen (onder „niet-mili-
tairen" worden ook begrepen gepasporteerde
militairen en schepelingen), tegen betaling
van een jaarlijksche bijdrage van f50, in
het begin van ieder kwartaal, bij vooruit
betaling, telkens voor T- gedeelte, te vol
doen de overige plaatsen worden kosteloos
vervuld door zonen van lien, die in dienst
zijn bij de zee- of bij de landmacht hier te
lande of in Oost- en West-lndië, alsmede
van hen, die in dien dienst, hetzij als mi
litair, hetzij als schepeling gepensionneerd
gegageerd of overleden zijn. De Sl.-Cl.
n°. 38 bevat nadere bijzonderheden.
Het rijk heeft van den heer H. Visser,
assistent-resident der L Kotta'ste paja
Combo ter plaatsing in het Ethnographisch
museum te Leiden ten geschenke ontvangen
Ken Bataksch boek op boomschors geschre
ven in Bataksch letterschrift. Aan den
schenker is de dankbetuiging der regeering
aangeboden.
Het Vad. meldt: Binnen weinige
dagen zal de memorie van antwoord betref
fende het zalmtractaat de kamer bereiken.
De heer Van Karnebeek is het in deze zaak,
naar wij vernemen en wij mogen daarbij
voegenmet leedwezen geheel eens met-
zijn ambtsvoorganger en zal het tractaat
met volle overtuiging verdedigen. Van een
beantwoording van het voorloopig verslag
betreffende het letterkundig tractaat met
Duitschlandverneemt men niets. Het is
trouwens geen geheim, dat Duitschland aan
dat algemeen bestreden tractaat lang zooveel
niet hecht als aan een conventie betreffende
de zalmvisscherij.
Naar de N. R. Cl. verneemt, kan
bij de aanstaande samenkomst van de tweede
kamer de indiening verwacht worden van
een wetsontwerp betrekkelijk den invoer van
vreemde basterdsuiker. Een voorstel tot
verbetering van den accijns op het zout is
bij den raad van state aanhangig.
Het Nederlandsch Landbouw-comité
zal op Woensdag 24 Februari a. s.te
Utrecht eene buitengewone vergadering
houden.
De punten ter behandeling zijn1°. Mede-
deelingen; 2°. Adressen tot de hooge regee
ring gericht in zake „invoerrechten op
granen", die door den minister van W.
IJ. en N. om advies in handen van het
comité gesteld zijn, met het conceptrapport
van het bestuur; 3°. Verzoek van het ge
nootschap van nijverheid in de prov. Gro
ningen om ondersteuning van het adres aan
den minister van binnenl. zaken om subsi
die voor een op te richten proefstation.
De jDel/tsche Cour. merkt op, dat de
dezer dagen bevorderde kapitein-luitt. ter
zee J. C. Joekes en D. 3. Weys, met de
heeren Ehnle en Van Muiken, behooren
tot de eerste promotie van het Kon. Insti
tuut voor de marine te Willemsoord, dat
bij kon. besluit van 26 Juli 1854 werd
opgericht, waardoor de opleiding van de
zeeofficieren van de Kon. Milit. akademie
werd afgescheiden.
De heer jlir. Hora Siccama heeft, in
antwoord op de technische nota van den
minister van waterstaat enz. betreffende het
havenplan te Scheveningen, een contra
memorie ingediend, waarin hij de verschil
lende bezwaren van den minister tracht te
wederleggen, en tevens zijn leedwezen be
tuigt dat de minister bezwaar maakt om
het ontwerp goed te keuren, daar het hem
niet mogelijk is om zijn ontwerp opnieuw
te wijzigenzonder alle daarbij betrokkenen
wederom te raadplegen.
Door de heeren A. F. Steurs, civ.
ing.en H. Clifford, particulier, is den
I2den Februari aan de gemeente van 's Gra-
venhage een aanvraag om concessie inge
zonden voor den aanleg en exploitatie van
een zeehaven te Scheveningen, op nader in
te dienen plans, zoodra de Hora Siccama
zijn aanvraag gelijk deze hun persoonlijk
verklaard heeft voornemens te zijn zal
hebben ingetrokken.
Gisterenmiddag circa 2 uur, brak op
de grens der gemeenten Leiderdorp en Kou
dekerk, ten huize van A S. een hevige
brand .uit, waardoor boerderij en inboedel
eene prooi der vlammen werden; het vee
werd gered.
Volgens het Bouwkundig Weekblad, is
een elf-tal architecten door het bestuur der
„Nieuwe of Litteraire Sociëteit" te 's Gra-
venhage uitgenoodigdplannen in te dienen
voor een nieuw restauratiegebouw (een nieuwe
tent) in het Haagsche Bosch.
De kosten van dit gebouw zullen de som
van f55,000 niet te boven mogen gaan. De
plannen worden vóór 1 Mei ingewacht.
Door wijlen mej. de wed. A. Schouten
te Gorinchem, in de vorige week overleden,
is ongeveer f 30,000 gelegateerd aan lief
dadige gestichten en bijzondere personen.
Het llbl. heeft eene aansporing tot
zijne stadgenooten gericht om bijdragen te
schenken voor het politie-fonds, door bur
gemeester en wethouders van Amsterdam
opgericht, ten einde onderstand te verleenen
aan zieke, herstellende en hulpbehoevende
politieagenten of hunne gezinnen. Reeds
heeft het blad voor dit doel eene som van
f6129 bijeengebracht. Daaronder zijn drie
giften, elk van f 1000.
Eenige jaren geleden waren de Joden- en
St.-Anthoniebreestraten te Amsterdam het
tooneel van vrij ernstige botsingen tusschen
bewoners van dit kwartier en di politie. Ten
einde het toenemende verkeer niet te belem
meren, werden toen de sedert onheuglijke
tijden aan venters en kooplieden geoorloofde
vrijheden, om met hunne waren aldaar
„voor te staan", ingetrokken. Die intrek
king geschiedde o. a. ook in verband met
den voorgenomen aanleg van verhoogde voet
paden, die echter tot dusverre nog ont
breken.
Het gevolg dezer botsingen was de ver
oordeeling van eenige personen en veel
grooter belemmering in het verkeer. De
belanghebbenden toch verplaatsten zich nie-
naar den Zwanenburgwalwaar eene marktt
plaats voor hen in gereedheid was gebracht,
maar werden peripathetische, steeds in wan
deling zijnde kooplieden, met kar eu wagen
heen en weer trekkende, en enkel stilstaande
als een kooper zich opdoet. Op dat oogen-
blik kan de politie moeielijk het stilstaan
verbieden.
FEUILLETON.
232J
Welk een smart voor haar vader en haar
moeder, als zij haar niet zagen thuis komen
En zouden de beide anderen geen bitter
verdriet hebben als zij haar verdwijning
vernamen
Ongetwijfeld zou haar vader alles doen wat
maar mogelijk was om haar op te sporen.
Maar met welken uitslag? Kon zij de hoop
voeden, dat men de plaats, waar men haar
heenj gebracht had, zou ontdekken?
Zijj zag zich voor altoos gescheiden van
hen, die zij liefhad, en reeds kwam de ge-
dachte aan Jden dood bij haar op. Want
zij meende dat kmenJiaar^ levend in een graf
had opgesloten.
Zij zou hebben kunnen schreeuwen en om
hulp roepen. Waartoe zm het dienen?
Met haar blik had zij de dikte der muren
gepeild, en zij was overtuigd, dat haar
kreten niet zouden worden gehoord. Dus
gaf zij alle hoop op. Niemand zou haar
komen verlossen.
Aurora kende slechts het zielelijden bij
naam. Daar zij nog nimmer een groote
smart had ondervonden, bezat zij nog niet
die deugd der ongelukkigen, welke men
berusting noemt. Verre van te beproeven
zich gerust te stellen, gaf zij integendeel
toe aan alle angsten, die haar overwel-
digden.
,0, ik ben verloren," riep zij met ge
smoorde stem.
Zij slaakte een gekreun, viel neder op
den eenigen stoel van haar kerker en begon
te snikken.
Na verloop van een oogenblik meende zij
een dof gedruis te hooren, dat uit den grond
scheen op te komen. Een rilling liep over
haar gansche lichaam en groote druppelen
koud zweet parelden op haar voorhoofd. Zij
hield op met snikken, wischtte de oogen
af, en luisterde met ingehouden adem. Maar
zij hoorde niets meer. De stilte, die haar
omgaf, was akelig, veel angstverwekkender
dan het gedruis. Het gedruis is een tee-
ken van het leven, de stilte is het teeken
van den dood.
Opnieuw overviel haar een rilling van
ontsteltenis en zij begon nog sterker te be
ven. Het arme kind dacht te sterven.
„Vader, vader!" riep zij in een onuit-
sprekelijken angst. „Waar i» u? Laat
mij hier niet langer! Kom spoedig mij ver
lossen
En zij strekte de armen uitalsof zij
verwachtte dengene te zien verschijnendien
zij riep.
„O, ik ben gek, ik ben gek!" riep zij,
terwijl zij haar hoofd in hare handen klemde.
„Vader is ver van hier. Vader kan mij
niet hooren."
Plotseling fonkelden haar oogen. Als
door een veer in beweging gebracht, sprong
zij op en riep met zekere woede
„Maar 'tis verschrikkelijk, 'tis ijselijk.
Wat hebben die ellendelingen met mij voor?"
Haar oogen hadden zich op een der schiet
gaten gevestigd.
„Mijn God, mijn God! verlaat mij niet
kermde zij.
Daar zag zij op eens door het schietgat
heen een ster flonkeren.
„O!" riep zij.
Dat licht uit den hooge daalde in haar
gevangenis als een straal van hoop neer.
Heerlijke verschijning! God antwoordde haar.
Aurora was niet bijgeloovig.
Het jonge meisje viel met gevouwen han
den op de knieën. Toen verhief zij in ge
dachte het hart tot Hem, die de zwakken
en verdrukten verdedigt en de onschuldigen
beschermt, en riep Hem aan.
Zij stond op. Nu straalde haar blik van
een zekeren glans. Wonderbaarlijke uit
werking van het gebed! Zij was niet meer
zoo angstig als straks. Zonder gerust te
zijn, gevoelde zij in zich de kracht zich
tegen elk gevaar, welk het ook zijn mocht,
te verdedigen.
Zij sloeg nogmaals een blik op de schiet
gaten. Maar het hoekje van de lucht, dat
zij daardoor aanschouwd had, was weder
door een wolk bedekt, en de ster was ver
dwenen. Zij ging zitten, en bijna kalm
wachtte zij af wat gebeuren zou. Tien mi
nuten verstreken aldus.
Op eens was er als een gekraak in den
muur. Ditmaal had zij goed gehoord. Zij
bedroog zich niet. Zij sprong overeind
vol kracht en vastberaden.
De muur vlak over haar scheen te wan
kelen, alsof hij dreigde in te storten. Te
gelijk ging een stuk van den wand los, en
zag zij een scheur zich openen, die lang
zamerhand breeder werd en grooter. Nau
welijks had zij bemerkt, dat het een deur
was, die zich ontsloot, of een mensclielijke
gedaante vertoonde zich.
„Een vrouw!" sprak zij binnensmonds.
[Wordt vervolgd