NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
ABONNEMENT:
Zaterdag 6 Februari 1886. N°. 31.
ADVERTENTIE N:
Uitgevers: Gebroeders Muré.
DE BOETVAARDKiE.
Leidsche Courant
Voor Leiden, per 3 maanden1.25.
Franco door het geheele rijk, per 3 maanden 1.60.
Prijs per Nummer 10 ('ent.
199c Jaargang.
Van 16 regels0.90.
Elke regel meer0.15.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen, contant, zonder rabat, per regel 0.10.
Hiireel: Scheepmakers-steeg 6.
Stads-Bericliten,
De Voorzitter van den Gemeenteraad van
Leiden noodigl bij deze, krachtens art. 7, 2e
alinea der Wet van 4 Juli ISoO Staatsblad
no, 37), de inwoners dezer gemeente uil om,
zoo zij rider» in de direele belastingen zijn
aangeslagen, daarvan vóór den 15eii Fe
bruari e. k. door overlegging der aanslag-
biljetten ter Secielarie dezer gemeente, Ie doen
blijken, ten einde zoo noodig bun recht Ie be
wijzen om, bij de jaarlijk?che herziening der
lijsten van kiesbevoegdeudaarop te worden
geplaatst.
En geschiedt hiervan openbare afkondiging
door plaatsing in de Leidsche Courant.
De Voorzitter voornoemd,
DE KANTER.
Leiden 5 Februari 188b'.
NOTIFICATIE.
l)e Gedeputeerde Stalen der Provincie Zuiil-
nolland
Gelet op art. 73, alinea 2 der Wel van
den 4den Juli 1850 Staatsblad no. 37),
Noudigen de inwoners der l'ro«incie Zuid-
Holland, die elders in 's Ki,ks directe belas
tingen zijn aangeslagen, uil, om daaivan vóór
1° April aanslaande aan bun Collegie, le doen
blijken, door oveilegging van liet aanslagbiljet
of van een uittreksel uit de kohieren der Hijks
directe belastingen, ten einde daarop wuide
gelet bij bet opmaken der Lijst van de Hoogst-
aangeslagene!»vei kiesbaar tul Algevaardigden
ter Eerste Kamer van de Stalen Generaal.
De bedoelde stukken beliooieu door belang
hebbenden te worden ingezonden aan liet lokaal
van bet Piovinciaal Pestuur van Zuid-Holland,
met opgave van:
1#. deu naam, de voornamen en de woon
plaats van den aangeslagene;
2*. de Gemeente en de dagleekening zijner
geboot le en
3#. bijaldien bij builen 's lands is geboren,
of, en zoo ja, wft&rom hij als Neder
lander is te beschouwen, mei vermel
ding van de dagleekening zijner natu
ralisatie, indien deze mocht hebben
plaats gehad.
De Gedeputeerde Sinten voornoemd,
IOCK Voorzitter.
F. TA VEN 11A AT, Griffier,
's Gravenbage, 18 Januari 1880.
NTADINIEU1VS.
Door de kiesverecniging „Het Alge
meen Belang" zijn tot candida4en gesteld
bij de aanstaande verkiezing voor vier leden
van den gemeenteraad de hh.mr. S. J.
Fockema Andreae, J. J. Van Masij.lt Iluiser
van Reenen, L. G. Le Poole en mr. J.
B. Vos.
Maandag zal ter gelegenheid van het
311-jarig bestaan der Leidsche hoogeschool
door hh. studenten ten 1 ure een gecostu-
meerde rijjool worden gehoudenten 3 ure
verzameling der gecostumeerde groepen voor
de sociëteit Minerva, ten 5J ure diner in
de Stads-gehoorzaalten 9 ure zal aan de
gezamentlijke hoogleeraren, welke zich aan
een diner bevinden in het Hotel du Lion
d'Or, een serenade worden gebracht en ten
10 ure kroegjool op de sociëteit Mineiva;
zooals gewoonlijk zijn op dien dag de ver
schillende sociëteiten geëmancipeerd.
(Fox Sludiosorum).
"bïnnejjlandsciie berichten.
Z M. de koning heeft, naar het
D. v. Z.-Il. en 's Gr meldt, benoemd tot
Grootkruis in de orde van de Eikenkroon
den gepensioneerden luit.-generaal A. E.
Mansveldt, adjudant van Z. M. i. b. d.,
belast met het toezicht over het huisarchief
des konings.
II. M. de koningin heeft, op voor
dracht van twee dames van „Arbeid adelt",
twee vazen aangekocht, beschilderd door
mej. liermine Van der Haas, welke door
hen, die ze bezichtigd hebben zeer worden
geroemd.
De 1 ste luit. G. J. baron Van Slin-
gelandt, van zijne detacheering naar W -Indie
teruggekeerd, is hier te lande weder inge
deeld bij de 4de comp. 3de bat. te Haarlem.
De kapitein P. I. I. Vervenne, op
non-activiteit, is bij het 8ste reg. inf. te
Arnhem weder in activiteit hersteld, ter
vervanging van den kapitein jhr. W. G.
Van dir Wijck, die naar het regiment
grenadiers en jagers is overgeplaatst.
Het bericht, betreffende de aanvrage
van den kapt. der infanterie op nonactivi
teit G. J. Couvee, om weder in activiteit
gesteld te worden, wordt door den belang
hebbende zelf tegengesproken.
Omtrent een geschil, dat tusschen den
minister van binnenlandsche zaken en den
kolonel commandant der dienstdoende schut
terij te 's Hage was ontstaan, en dat dreigde
een oogenblik ernstige gevolgen te zullen
hebben, deelt de briefschrijver uit de hof
stad aan de Midd. Ct. het volgende mede:
Indertijd werd een kapitein door een majoor
voor het front der troepen berispt, omdat
de eerste het. raadzamer had gevonden „halt"
te cominandeeren dan, door zijn troep te
laten voortmarcheerende manschappen aan
eene aanraking met de stoomtram bloot te
stellen. On?e majoor vond dit niet militair
genoeg; een schutter moet niet bang zijn
voor de buffers van een locomotiefje. De
kapitein liet zich die voor discipline ver
derfelijke terechtwijzing niet welgevallen en
vroeg zijn eervol ontslag. Dit werd hem
verleend en tevens werd hem bij hetzelfde
koninklijk besluit het recht toegekend om
de uniform, aan zijn rang verbonden, te
blijven dragen. Dat. was te vee! eer voor
een zoo vermetel officier, vond de kolonel
en nu vroeg deze zijn ontslag. De bedoelde
bijvoeging bleek door den heer Heemskerk
persoonlijk, maar zeker bij vergissiug, in
liet besluit ook op den Haagschen officier
toepasselijk te zijn gemaakt, terwijl zij alleen
»ocr een lid eener andere schutterij moest
gelden. Iloe kon de minister zich toch zoo
vergissen! Enfin, de zaak is nu weer in
orde; de heer Van Hardenbroek heeft zijn
verzoek om ontslag ingetrokken en zoo is
alles afgeloopen met een sisser, die het
commandeurskruis van den Gouden Leeuw
van Nassau op de borst van den kolonel
deed terecht komen.
De eervol ontslagen kommandant van
„De Kruisberg", de heer Salomon, heeft,
zich met een open brief, opgedragen aan
Z. M. den koning en toegezonden aan de
leden der vertegenwoordiging, gewend tot
den minister van justitie, waarin de redenen
ontvoud worden, die hem noopten ontslag
te viagen uit zijn betrekking. Deze brief
hangt een treurig tafreel op van den toestand
op „De Kruisberg," waar onder de jongens
de walgelijkste zedeloosheid moet heerschen,
de bewaarders voor een groot deel onbe
trouwbaar moeten zijn, en de commissie
van administratie en de inspecteur der
gevangenissen voor al hot kwaad de oogen
moeten sluiten. Naar de heer Salomon schil
dert, werden al zijn pogingen om verbetering
aan te brengen tegengewerkt, en werd zijn
gezag ondermijnd, zoodat het hem niet mo-
j gelijk was een betrekking te blijven bekleeden,
waarin hem geen vernedering werd bespaard
en alle mogelijkheid om nuttig werkzaam te
1 zijn werd benomen. Deze open brief spreekt
onverholen zoo krasse beschuldigingen uit,
bepaaldelijk tegen den inspecteur der gevan
genissen en de commissie van administratie,
dat een ernstig en onpartijdig onderzoek niet
uit zal kunnen blijven.
Maandag jl. vermaakten te Hillegora
eenige kinderen zich met het heen en weder
trekken van een onbeheerd staanden waggon
der tram. Een hunner, een jongetje van
8 jaar, dat zich achter op den wagen had
neergezet, viel er af en werd overreden.
Het kind was dadelijk een lijk.
Eene bespanning van vier paarden met
twee manschappen, gecommandeerd door een
wachtmeester van „de veld", van Den Haag
afgezonden naar het fort aan den Hoek van
Holland, om van daar een ledigen minitie-
wagen af te halen, geraakte Woensdagmid
dag te 2 ure, op den terugweg, wegens de
onbekendheid in loco van den commandant,
verdwaald op een duinslag achter Terheyde,
bij Monster; een zeer smal, eerst sedert
kort opgezet dijkje; een der achterwielen ge
raakte kort op den kant, het zand liep weg,
en.... daar tuimelden wagen, paarden en
krijgslieden hals over kop van den muilen
zandhoop af, circa vier voet diep, en kwa
men eenigszms onzacht in het aangrenzend
koolland neder. Een der manschappen kwam
met een been onder zijn paard te liggen en
bezeerde zich een weinig; maar verder had
er gelukkig volstrekt geen ongeval plaats.
Een 30-tal in de nabijheid werkende arbei
ders van het hoogheemraadschap Delfland
waren dadelijk bereid de behulpzame hand
te biedenen wagenpaarden en manschap
pen stonden nu spoedig weder overeind.
v. Z. en 's Gr.)
Gisterenmiddag is de 21-jarige C. Van
der K.bouwknecht bij den bouwman H.
Van der K. aan de Schie, gemeente Hof
van Delft, in een mestput gevallen en daarin
gestikt.
Door de politie te Rotterdem is gis.
terenavond een persoon aangehouden en naar
FEUILLETON.
224.)
.[let zou niet onnoodig voor mij zijn te
weten hoe de schaking zich toegedragen
heeft."
En de graaf vertelde aan Gabiron wat hij
hem nopens de gebeurtenissen van den vo
rige» dag dacht te moeten meledeelen, en
voegde er ook bij, dat het rijtuig tot aan
de as der wielen met een geelachtige mod
der was overdekt en het paard in een deer
niswaardige!) toestand verkeerde.
Na een kort stilzwijgen antwoordde Ga
biron
.Het zijn vermetele booswichten, inder
daad. Ik sta versteld. De zaak is zoo ge
makkelijk gegaan en wel op een uur dat
de straten vol mensehen zijn dat men haast
zou gaan denkeu aan een afspraak met de
juffrouw."
Doch het ontstelde gelaat van den graaf
opmerkendevoegde hij er bij
.Dat gaat mij evenwel niet aan. Als u
er niets tegen heeft," ging hij voert.zou
ik deu koetsier vau mevrouw Delorme wel
willen ondervragen om van hem een beschrij
ving der beide schavuiten te krijgen."
.Ga nw gang. Ik zal hem zeggen, dat
hij udes vereischt, alle hulp moet ver-
leenen."
Voor het oogenblik wil ik alleen werk
zaam zijn. Men weel niet vooruit of de
mannen, die men gebruikt, de vereischte
bekwaamheden bezitten. En in tallooze ge
vallen kan de minste onhandigheid een goe
den uitslag in gevaar brengen. De markies
kan onderstellen, dat men geen vermoeden
op hem heeft. Men moet dus voorzichtig
te werk gaan om zijn wantrouwen niet gaande
te maken. Daarenboven, hoe kiescher een
zaak is, des te minder meiischen moet men
er in halen. Idf.t geldt hier een familiege
heim, w aarin men niet den eersten den bes
ten mag betrekken. Zonder nog misbruik
van het vertrouwen te maken, zou men zijns
ondanks een onbescheidenheid kunnen ple
gen. Een geheim, dat verschillende perso
nen kennen, is geen geheim meer. Hoe
minder het weten, des te heter is het be
waard.
Derhalve, mijnheer Rousseau, ga ik da
delijk aan het werkik heb hoop op een
goeden uitslag. Ongelukkiglijk kan ik niet
zeggen in hoeveel tijd. Dat hangt af vau
de omstandigheden en van zekere gebeurte
nissen, die het mij onmogelijk is te voor
zien. Maar ik beloof u den last, dien u
mij heelt willen opdragen, te vervullen met
al den ijver, al de voorlvarenheid en de toe
wijding, die er in mij zijn. O, u weet
niet, u kan niet weten line gelukkig ik van
daag bendat ik u van dienst zal kunnen
zijn.
«Mijnheer Gabiron," sprak de graaf aan
gedaan. .U is een brave kerel."
De agent gevoelde zich door die woorden
in geestdrift ontvonkt.
.0 ik zal slagen, ja, ik zal slagenher
nam hij. «Ik zal mij met hart en ziel aan
het werk zettenAls ik de plaats heb
ontdekt waar juffrouw Aurora Delorme zich
bevindt, wat moet ik dan verder doen?"
Dan moet u mij op staanden voet daar
van kennis geven."
«Ja, als mij dat mogelijk is. Want ik
kan door de eene of andere omstandigheid
worden verhinderd. Het is bij voorbeeld
mogelijkdat ik ver van Parijs ben."
«Dat is waar ook."
«Men weet nooit 's morgens wat er 's avonds
gebeuren kan. In het geval dat liet toeval
mij begunstigd en mij in staat stelt op mijn
beurt het jonge meisje te outvoeren om
haar bij hare moeder terug te brengenben
ik dan gemachtigd dit te doen?"
«Wel zeker, mijnheer Gabiron."
«Dan weet ik nu genoeg."
«O, als u dat kon doen, zoudt ge on»
een van die diensten hebben bewezen, welke
men slechts door een innige erkentelijkheid
kan vergelden. Maar u zult een belooning
krijgen, waarover ge tevreden zult zijn. Daar
geef ik u mijn woord op."
«Ik weet reeds lang dat mijnheer Rous
seau zeer mild is."
«Mijnheer Gabiron, mevr. Delorme en ik
hebben al onze hoop op uw gebouwd. Heeft
u geld noodig?"
«Hier heb ik genoeg," antwoordde de
agent, de bankbiljetten voor den dag ha
lende.
«Als ge niet genoeg hebt voor u zelf,
koui dan gerust vragen.
«Ja, als het noodig mocht zijn, zal ik
liet doen."
«Ik heb het u zoo even gezegd mijnheer
Gabiron, in zulke omstandigheden zien wij
op geen geld."
De agent was opgestaan.
«Heeft u nog iets voor mij?" vroeg hij.
Wordt vervolgd.)