NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN. Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. ABONNEMENT: Prijs per Nummer 10 Cent. Dinsdag 26 Januari 1886. N°. 21. ADVERTENTIE N: Bnreei: Scheepinakerssteeg 6. Uitgevers: Gebroeders Muré. Stads-Berichten. nationale militie. Aflossing Geldleening. BINNEN LANDSCHE BERICHTEN. DE BOETVAARDIGE. Voor Leiden, per 3 maandenf 1.25. Franco door het geheele rijk, per 3 maanden 1.60. 199e Jaargang. Van 16 regels0.90. Elke regel meer0.15. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen, K contant, zonder rabat, per regel 0.10. KENItjlKfiEVnC. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN, Gelet op art. 26 der Wet van den 19 Augu-fus 1861 betrekkelijk de Nationale Militie Staatsblad n'. 72); Brengen ter nlgetneene kennis: dat liet register van inschrijving en de alphabet ische naamlijst der in 1885 voor de Nationale Militie inge schrevenen van den 19'° tot en met den 29*te0 Januari ek. ter Gemeente-Secretarie voor elk ter lezing ■worden neder^elegd dat bezwaar tegen register en lijst, binnen den tijd der nederleggingkan uorden ingebracht aan den Commissatis des Koning* in deze provincie, schrif telijk, op ongezegeld papier, bij den Burgemeester in te leveren. En geschiedt hiervan openbare kennisgeving door plaatsing in de Leidsche Courant. Burgemeester en Wethouders voornoemd, DE KANThK, Burgemeester. LiiDUf, 18 Januari 1886. E. KIST, Secretaris. HER-UK. BURGEMEESTER IN WETHOUDERS tan LEIDEN, Gezien hei he.-luit van de Gedeputeerde Staten der provincie Zuid-Holland, van den 15,,en December 1885, n°. 17/1 Provinciaalblad n°. 71), houdende bepaling van de tijdstippen van den herijk der maten en ge wichten in de verschillende gemeenten in deze pro vincie, voor het jaar 1886: Herinneren den ingezetenen dezer gemeente hunne verplichting, overeenkomstig art. 15, Ictt. o, der Wet van den 7fD April 1869 iStaatsblad n°. 57), tot het doen herijken van alle reeds in gebruik eijnde maten en gewichten, onder medeleeling dat daartoe door den ijker zitting wordt gehouden in het lokaal van den ijk, op de Aalmarktnaast dc Ge meente apotheeken wel: voor de gewone gewichten, benevens de maten en strijkers, voor wijk IV, op den 26, 27, 28 en 29 Januari en 2 Februari voor v*ijk V, op den 3, 4. 5, 9 en 10 Februari, voor wijk VI, op den 11, 12, 16, 17, 18, 19, 23, 24 en 25 Februari, voor wijk VII, op den 26 Februari, 2, 3, 4, 5, 9 en 10 Maart, voor wijk VIII en de buitenwijk, op den 11, 12, 16, 17, 18 en 19 Maart; voor de gewichten voor fijne weging, in gebruik bij uiedicijnhcreiders, goud- en zilversmeden, specie- handelaars en verdere in goud en zilver handelende personen voor wijk I, 11, III, IV en V, op den 23, 24 en 25 Maart, voor wijk VI, VII, VIII en de buitenwijk, op den 26, 30 en 31 Maart, tolken^fdage van des morgens 9 tot des namiddags 3 uren dat voorts gedurende den herijk in [de gemeenten van den ijkkring buiten de standplaats, zitting bin nen dpze gemeente zal worden gehouden, op den 24 en 27 April, 15 en 17 Mei, 4, 5, 26 en 28 Juni, 17 en 18 Juli van des morgens 9 lot des namid dags 3 uren, en wijders na den 6 Augustus, iederen Woensdag en Zaterdag van 9 tot 1 uur. Tevens worden de belanghebbenden er opgpwezen: a. dat zij verplicht zijn hunne maten en gewichten, behoorlijk droog en schoon, hij den ijker, op voorschreven dagen, tot het ondergaan van den herijk te bezorgpn; b. dal zij, die zulks verzuimen of daarin verhin derd worden, voormelde malen en gewichten vóór den 1steD October nog aan den ijker, op de daarvoor aangegeven dagenter herijking moeten aanbieden; c. datna het eindigen van den termijn van den herijk, het gebruiken of voorhanden hchlien van maten en gewichten, niet voorzien van de ver- eischlc' st em pel merkenvolgens art. 29 der bo venaangehaalde wet, verboden en strafbaar is; en d. dat hij het terug ontvangen van de ter ijking aangeboden voorwerpen, zij zich dienen te over tuigen of die van het goed- of af keuringsmerk zijn voorzien. Vervolgens wordt ter kennis van de belanghebben den gebracht, dat volgens besluit van den Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid, van den 3*1*" December 1885, de letter f in den gewonen druk vorm, schuin gesteld, bestemd is tot goedkcurings- merk zoowel hij den ijk als hij den herijk der maten en gewichten, en bij den ijk van gasmeters de Koninklijke kroon, terwijl het kantoormerk voor de gemeente 1-ciden is het cijfer 7. En geschiedt hiervan openbare kennisgeving door aanplakking en door plaat-ing in de Leidsche Courant. Burgemeester en Wethouders voornoemd, DE KANTERBurgemeester. I.ciden. 29 December 1885. K. KIST, Secretaris. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeerde LEIDEN brengen ter algemeene kennis dat bij de op beden plaats gehad heb bende uitloling van vier obligation, elk groot flOOO, belmorende lot de 4T pCl. geldlee ning van 1125,000, aangegaan ingevolge rle raadsbesluiten van 21 November, 12 en 30 December 1878 goedgekeurd door de Ge deputeerde Slalen vao Zuid Holland bij reso lution van 16 December 1878 en 14 Januari 1879, zijn uitgetrokken de Nos. 53, 63. ?8 en 88 ieder groot IOOO, die op 30 Juni a. s. aflosbaar zijn gesteld, op welk lijd- slip de ohligalien ophouden rente Ie dragen. Tevpns wordt medegedeeld dat dc obligatie no. 113 uitgeloot op 29 Januari 1885, die niet I Juli (I. a. v. ophield rente le dragen, nog niet ter aflossing is aangeboden. En wordt deze door plaatsing in de Leidsche Courant afgekondigd. Burgemeester en Wethouders voornoemd, DE KANTER, Burgemeester. E. KIST, Secretaris. Leiden, 25 Januari 1886. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN; Gelet op art. 6 der verordening van den 27en November 1879 Gemeenteblad no. 10); Brengen bij deze ter algemeene kennis dat wegens bet verlaten van de gebuorle, aan den lieer A. ROVERS, eervol ontslag is verleend als liaad der Gebuurte no. 39 of de buileniiyk. En geschiedt hiervan openbare kennisgeving door plaatsing in de Leidsche Courant. Burgemeester en Weihouders voornoemd, DE KANTER, Burgemeester. E. Kl.vr. Secretaris. Leiden, 21 Januari 1886. ITADKNIEUWI. De loting voor de Nationale Militie in dit jaar, is bepaald te Leiden, op 8, 9, 10 en 11 Februari. Bij de op heden gehouden openbare verkooping van cokes bij partijen van 100, 50, 10 en 5 hectoliters, waren de hoogste prijzen 37, f 19.ƒ4. en f 2.de laagste prijzen 35, 18.00, 3.70 en ƒ1.95. Gisterenmiddag geraakte drie personen in de Singelgracht bij het plantsoen met het leggen van planken op het ijs te water, met een friseli bad en den schrik bekwamen zij behouden op het droge. Den 27sten dezer zal de heer Maju in de gehoorzaal alhier een voorstelling geven van populair natuurkundigen aard. Naar wij vernemen zal deze voorstelling voorna melijk het licht en de microscopie tot on derwerp hebben. Wij twijfelen niet of de proeven van den heer Maju zullen zeer be langrijk zijn. Wij hopen dus, dat een tal rijke opkomst dien heer voor zijne moeite en kosten moge schadeloos stellen. Zondagavond gaf het gezelschap van Bamberg en Charlier, waarvan wij bij een vorige gelegenheid zulk een gunstigen in druk kregen, een tweede voorstelling, die ons veel minder behaagde. De gevolgen van een Leugen" is een stukdat zoowel in Duitschland als Nederland buitengewoon veel succes moet gehad hebben, werkelijk herinneren we ons dat het meermalen in vroeger tijd hier en elders werd opgevoerd. Naar onze meening was het succes van het stuk voornamelijk te danken aan het dwaze niet zeer oorbare incident, waarop de han deling gebazeerd is. Wanneer dit feit nn de eenige dwaasheid was, die in het stuk voorkwam, zouden wij er misschim over heen kunnen stappen, maar ook verder bie den de vier bedrijven niet veel anders aan dan een reeks van onwaarschijnlijkheden. Onziunige beschuldigingen vinden onmid dellijk geloof, alle personen handelen het geheele stuk door volgens de dwaaste of liever nog volgens in 't geheel geen motie ven, voor dingen, die van zelf spreken, geven ze zich ontzettend veel moeite terwijl ze daarentegen de onmogelijkste zaken ter stond gedaan krijgen, 't Is een amalgama van verwarringen, dat soms doet lachen, maar zeer weinig echten humor bevat. Onder de acteurs moeten wij den heer Ed. Bamberg en mevr. Gijtenheek roemen hoewel ook deze ons ditmaal niet zoo goed bevielen als in „De Sabijnsche Maagdenroof". De verdere acteurs maakten op ons geen bizonderen indrukde predikant speelde bv. ver van natuurlijk. Enfin, in zulk een stuk kan men veel vergeven, 'tis te hopen, dat het gezelschap voortaan gelukkiger in zijn keus zal zijn. Veel gunstiger kan ons oordeel zijn over de opvoering van het volgende stukje. „De twee dooven" is een vermakelijke klucht, die wij reeds verscheidene malen met ge noegen zagen opvoeren. Ook nu liet het spel der artisten weinig le wenschen over. Voor den jager (houtvester in 't eerste stuk) ware wellicht een wat beschaafdere uitspraak van onze taal te wenschen. Bij den dienst der posterijen hebben voldaan aan het examen voor eene directie van hoogstens f 1000: mej. F. E. Winkler, adsistente te Zeist; A. Schot, geagreëerde te Doorn; J. M. HuTstjes, idem te Dirks- land; mej. G. C. Hientjes Dekker, idem te FEUILLETON. 214.) Theodoor, die zeer ongerust was, liet zijn meester weggaanzonder hem een enkelen vraag te hebben durven doen. Op den boulevard llaussmann, voor de deur van het koetshuisdie wagenwijd open stond zag de graaf Elisa in groote opge wondenheid met den portier en een paar an dere personen praten. Aan haar gelaat bemerkte hijdat zij nog niets wist. Hij gelastte haar naar binnen te gaan en licht op te steken. De graaf en mevrouw Dclorme namen plaats in het salon. In een leunstoel half gedoken, met het hoofd in de hand, scheen De Lasserre te overleggen. Na verloop van een oogenbliksprak me vrouw Delorine schuchter: „Mijnheer 1 kan er dan niets worden ge daan?" Hij richtte zich eensklaps op. »Neen, niets," antwoordde hij. „Denkt u, dat ik hier zou zijn als ik wist, waar ik mijn dochter zou kunnen vinden? Ik zou zekerlijk laar kunnen zoeken. Maar waarheen te gaan. Voordat ik handel, moet ik iets weten." Mevrouw Delorine loosde een diepen zucht, „Wij moeten slechts afwachten," voegds de graaf er bij. En hij liet het hoofd weder in de har den vallen. De pendule sloeg acht. //Mijn God, mijn God!" sprak De Las serre binnensmonds. Zooals wij gezien hebben had de koetsier van mevr. Delorme zich zelf gemakkelijk op gedrongen dat degeen, dien hij Constrnt noemde en voor zijn vriend hieldin sijn plaats op den bok van den coupé was aan zitten, om Aurora naar huis te rijden. Kaar at was hij nu op dit punt gerust, toch vreesde hij voor zich zei ven de gevolgen van den ernstigen misslag, dien hij bfdre- ven had. Had hij buiten dienst de vrijheid on te doen wat hij wilde en te gaan waar hi ver koostoch was het hem niet onbelend, dat het een der eerste plichten var den koetsier in dienst is, om zijn paard en zijn rijtuig op straat niet te verlaten. En dat juist had hij gedaan, en als verzwarende omstandigheid kwam er bij, dat hij in een kroeg gegaan was, een stevig glas gedron ken had en in slaap gevallen was. Niets kon ter verontschuldiging van zoo iets wor den aangevoerd. Louis wist dat zoo goed dat hij zich zeiven veroordeeldeterwijl hij zich over zijn gedrag de bitterste verwij tingen deed. Hij begreep dat men hem ge daan zou geven, en op slag zelfs ontslaan. Een beste betrekking, misschien zooals er geen tweede in heel Parijs wasverloor hij. En hij moest erkennen, dat hij het ten volle verdiend had. Toen hij op den boulevard Haussmann kwam, zag hij het koetshuis openslaan en vijf of zes personen praten op den trottoir. Zeker sprak men over hem. Men zou hem uitlachen, plagen. Hij vroeg zich zeiven af of hij wel naar binnen moest gaan en niet liever het hazenpad kiezen, om zich ergens, het kon niet schelen waar, te ver schuilen. Evenwel wapende hij zich met al zijn moed, stak de straat over en naderde het troepjein welks midden papa Chamino.n de portier, stond te oreeren. Hij herkenn'e hem en riep: „Louis! daar is Louis!" Die woorden stegen als een voetzoeker omhoog tot de tweede verdieping, waar de meiden uit het raam op den uitkijk la gen. Beiden stoven naar het salon ouder den uitroep „Mijnheer, mevrouw, Louis komt daar is aan. De graaf was met éen sprong buiten de kamer, opende de deur, die op het portaal uitkwam en snelde de trap af, zoo gezwind als maar mogelijk was, op gevaar af, van den hals te breken. Inmiddels begreep Louis uit de vragen, die men hem deed en waarop hij niet ant woordde, dat zijn jonge meesteres niet thuis gekomen was en ieder in doodelijkste onge rustheid verkeerde. De heer De Lasserre kwam te voorschijn. Louis, zoo wit als een lijkmet het koude angstzweet op liet voorhoofd, met verwil derd gelaatblootshoofds meer dood dan levend, ging zijn heer te gemoet. „Mijn dochter, waar is mijn dochter?" vroeg de graaf met gesmoorde stem. Louis beproefde te antwoorden. Wordt tervolfd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1886 | | pagina 1