NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN. Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zou- en Feestdagen. ABONNEMENT: ADVERTENTIE N: Prijs per Nummer 10 ('ent. Bureel: Scheepinakerssteeg 6. Zaterdag 16 Januari 1886. N°. 13. 199. Jaargang. Uitgevers: Gebroeders Muré. BINNENLANDSCHE BERICHTEN. DE BOETVAARDIGE. Leidsche Courant =-*-= Van 16 regels0.90. Voor Leiden, per 3 maandenf 1.25. Elke reëel meer1 °*15* Franco door het geheele rijk, per 3 maanden 1.60. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. r- Dienstaanbiedingen, i contant, zonder rabat, per regel 0.10. ITADSNIEU1V8. In verband met liet ophouden der epidemie van roodvonk alhier, zullen de jongens beneden de 16 jaren, die bij de verschillende kantoren van aanneming der marine mochten worden aangenomenweder naar de kweekschool voor zeevaart alhier worden opgezonden. Kien deelt ons het volgende mede: Morgen (Zaterdag) avond zal Aldebarande helderste ster van het sterrenbeeld den Stier weder door de Maan bedekt worden. De verdwijning vindt plaats te 8 u. 12 m., aan den linkerrand der Maan op een af stand van ongeveer 50° van haar hoogste punt. De wederverschijning te 9 u. 13 m. aan den rechter rand op een afstand van 75° van het hoogste punt. UTSIV EH8ITEIT. Heden werd bevorderd tot doctor in de rechtswetenschap aan de rijks-universiteit alhier, de heer S. Talma Stheeman, geb. te Zuidbroek (Groningen), na verdediging van zijn academisch proefschriftgetiteld jEenige opmerkingen naar aanleiding vau Art. 1617 B. W. De minister van staat, minister van bimienlandsche zaken brengt ter kennis van belanghebbendendat aan de rijkslandbouw school te vervallen is de betrekking van adsistent, bekwaam in het verrichten van scheikundige onderzoekingen. Jaarwedde f 1000. Zijdie voor deze betrekking in aanmer- merking wenschen te komen, gelieven zich vóór of op 1 Februari e. k. in persoon aan te melden bij den directeur der rijksiand- bouwschool te Wageningen. Met het stoomschip Burgemeester den Tex van de stoomvaartmaatschappij ./Neder land" hetwelk den 23 Januari a. s. van Amsterdam naar Batavia vertrekt, zal van daar rechtstreeks eene brievenmaal aan Atjeh worden gezondeu. Vooits zal op Dinsdag 2 Februari e k. met den trein van 5,20 a. van Amsterdam naar Antwerpen, in aansluiting op het ver trek van het bedoelde stoomschip uit Mar seille, eene tweede verzending aan Atjeh geschieden. Volgens het I), v. Z.-1I. en 't Gr. is door het hoofdbestuur der posterijen be paald, dat voortaan alle drukwerken, waar onder ook bestelkaarten van den boekhandel, die ongeoorloofde schriftelijke bijvoegingen bevatten of niet aan de gestelde eischen be antwoorden, zooveel mogelijk vóór de verzending met de noodige inlichtingen aan de afzenders ter verbetering terug geven moeten worden. Ingeval de on regelmatigheid aan de aandacht van het kantoor van afzending ontgaat en de ver zending dus heeft plaats gehad, wordt het port, hewelk voor ongefrankeerde brieven van hetzelfde gewicht zou verschuldigd zijn, toegepast. De spoorwegbesturen hier te lande zijn door den raad van toezicht op de spoorwegdiensten uitgenoodigd met elkander in overleg te treden omtrent de beste wijze van verwarming der 3de klasse rijtuigen. In een door de familie te Goes ont vangen bericht uit Atjeh wordt gemeld, dat de le luitenant der genie bij het O.-I. leger, L G. Krol van der Hoek, door een vijan delijken kogel in het been werd gewond, bij gelegenheid dat hij het commando voerde over eene afdeeling mineurs. De juiste toe dracht der gebeurtenis is echter uit het ont vangen bericht nog niet af te leiden; alleen is geconstateerd, dat het been zelf niet is beleedigd, zoodat er, naar de G. C. ver neemt, gegronde hoop bestaat, dat de ver wonding van niet ernstigen aard zal zijn. De toestand van het oud-kamerlid, den heer E. J. Attema, te Drachten, tot voor eenigen tijd afgevaardigde voor het kiesdistrict Dokkum, is zeer zorgwekkend. De heer L. J. Goddefroy te Amster dam heeft van den heer P. J. Van der Keilen, die evenals hij deel uitgemaakt heeft der expeditie van den heer Veth, maar te Kossamedes achtergebleven is, bericht ont vangen, tegelijk met een kist en een pak ethnologische voorwerpen. De reiziger schrijft o. a. naar aanleiding van die goederen Het is niet veel, meerendeels goederen door de expeditie Paria medegebracht, daarom toch merkwaardig genoeg, omdat teCatum- bella geheel gelijksoortige voorwerpen zijn verruild; dus een bewijs, dat de handels- negers te Catumbella zelfs van de Ohorongo komen. Ik zit bijna zonder ruilgoed, en overal is het oorlog, zoodat de negers niet meer komen afzakken naar de plaatsen der blanken. Waarschijnlijk ga ik in Januari naar de Cunea. De heer Goddefroy ontvangt tegen woordig zooveel bezoek van belangstellenden, en zijn verzameling van ethnologische merk waardigheden wordt zoo uitgebreid, dat het hem aan ruimte gaat ontbreken, en hij wel dra naar een andere gelegenheid moet om zien, waar hij zijn tentoonstelling kan plaatsen. [Hbl.) H. K. H. prinses Sophie, groother togin van Saksen-Weimar, heeft, naar het Vad. meldteene overeenkomst gesloten met baron Cotta, waarbij deze haar de in zijn bezit gekomen briefwisseling (in handschrift) tusscher Schiller en Goethe, na zijn dood voor het Goethe archief te Weimar afstaat. Onder de zeevarende mogendheden is Nederland volgens de opgaven van het Bureau Veritas wat de stoomvaart betreft, de zesde; de volgorde is: Engeland, Frank rijk, Duitschland, Vereenigde Staten, Spanje, Nederland, Italië, Rusland, Noorwegen enz. Wat de zeilvaart betreft is de volgorde Engeland, Vereenigde Staten, Noorwegen, Duitschland, Italië, Frankrijk, Rusland, Spanje, Zweden, Nederland enz. Voor de betrekking van gemeente secretaris zijn door burg. en weth. van Aarlanderveenuit een zestigtal sollicitanten den raad aanbevolen de heeren: D. Bakker, te Krimpen a. d. IJsel, en R. M. Houtaar, te Nijkerk op de Veluwe. De aanbeveling steunt op een voorafgegaan vergelijkend examen, in beperkten kring. Bij zijn optreden te Delft ontving de heer Haspels kransen van het studenten corps en van de afdeeling van het Tooneel- verbond; verder van de abonnés een zilve ren krans met een goud horloge. De jubi laris dankte in welgekozen woorden voor die bewijzen van sympathie. De stoomtramdienst GoudaBode graven is wegens defect aan drie locomo tieven voorloopig gestaakt. Te Vlaardingen is Dinsdagmiddag eene behoeftige vrouw van 82 jaar verbrand, doordien zijom zich te verwarmenboven een thee emmer met vuur was gaan zitten, daar de ongelukkige geen kachel rijk was. Zij woonde alleenen door den uitslaanden rook bemerkten de buren dat er brand bij haar was. De vlammen werden door hen met eenige emmers water gebluscht, doch de ongelukkige oude was toen reeds over leden. Men vond haar dood op den stoel, welke ook reeds half verkoold was. Voornemens zijnde zich in het huwe lijk te begeven met eene te Rotterdam wo nende weduwe, meldde zich eergisteren ter secretarie te Sliedrecht een werkman uit die gemeente aan, om aangeteekend te worden. Aan 's mans verzoek kon echter niet vol daan worden, omdat.... hij den naam zijner aangebedene niet kende. De inboedel van wijlen mevr. Kleine- Gartman te Amsterdam heeft in het geheel ruim f 4500 opgebracht. Aan een Duitsche firma in wijnen te Biiren zijn door een zich noemenden Oscar Kohier engros-olferten gevraagd van witte wijnen tot den prijs van M. 60-100 per HL. De briefschrijver geeft als woonplaats Amsterdam op en heeft aan het hoofd van zijn brief ter linkerzijde gedrukt staan: „Oscar Kohier, tapper, slijter, engros-handel in wijnen en gedistilleerd, echte Fransche champagne en andere merken, voor export: entrepot, magazijn, rijks-entiepót. Telegram adres: Wijn-Köhler Amsterdam." Volgens den brief zijn informatiën te be komen bij de heeren Zoutmülder en C°. sloombranderij te Schiedamen Jan Friesen, kassier Amsterdam, Egelantiersstraat N°. 55. Eerstgenoemde firma is te Schiedam niet bekend en in N°. 55 Egelantiersstraat woont geen kassier Jan Friesen. Het telegram adres is aan het telegraafkantoor niet op gegeven en een „tapper slijter Oscar Kohier" komt in het adresboek niet voor. Men heeft dus vermoedelijk met een poging tot oplichterij te doen. (D. v. 2f Een zeer gevaarlijk vermaak, dat zeker nergens in die mate voorkomt als te Nijme gen, is, volgens het B. v. Z.-Il. en 'sGr., het zg. „sleedjerijden", dat hierin bestaat, dat men zich op een sleedje, ladder of zelfs FEUILLETON. 206.) „Ja, juffrouw, hij is alleen." Zij trad nu het vertrek binnen, waar de graaf De Lasserre zich gewoonlijk bevond, om hem te verrassen, zooals zij wel meer deed, door onverhoeds haar armen om zijn hals te slaan en hem een kus op het voor hoofd te drukken. Doch de graaf was niet in zijn werk kamer. Verbaasd keek het jonge meisje om zich heen. Op eens vielen haar oogen op een deur, die zij nog nooit had opgemerktomdat een gordijn die altoos verborg. Daar is hijsprak zij bij zichzelve. Eu een vriendelijk lachje plooide haar lippen. De deur stond half aan. Aurora sloop toe op haar teenen. Op de sofa uitgestrekt, het hoofd door een kussen gesteund, de oogen strak gericht op een punt in den muur, vlak tegenover hemscheen de graaf in gepeins verzonken of te droomen. Hij merkte het jonge meisje niet opvoordat zij zich over hein heenboog om hem een kus te geven. „O, lief kind!" sprak hij, terwijl hij zijn armen om haar heen sloeg." Het was hem zoo zalig Aurora aan zijn hart te drukken. Hij vergat geheel dat zij in de kamer was, waar zij niet mocht binnenl reden. „Vader!" sprak Aurora op eens, „ik keilde deze kamer niet. Waarom hebt gij mij die nooit laten zien?" „Omdat ik er niet aan gedacht heb," antwoordde hij. Zij slond op, en terwijl zij met een en kelen blik het vertrek in oogenschouw nam zeide zij „Uw klein salon is haast niet gemeubeld. En daarenboven is liet er een beetje treu rig en te somber. Maar ik begrijp liet al, mijnheer de geleerde! hier geeft gij u over aan uw overdenkingen." Met een glimlach liep zij op het venster toe en sclv.of het fluweelen gordijn weg. liet licht stroomde in de kamer. „Zie zoo," hernam zij. „Nu kan men ten minste zien. Als ik bij u kom, beste vader! vind ik het heel prettig, dat gij mij omhelst; maar ik vind het ook heel prettig, dat ik u kan zien. In uw oogen is zooveel te lezen." Zij kwam bij hem terug, kuste hem op beide wangenen daarna ging zij midden in liet vertrek staan en liet den blik waren over de schilderijendie aan den muur hin gen en thans in het volle licht traden. „O," riep zij vrooüjk. „Ik herken dit, en dit ook, en dat andere ook. Een, twee, drie, vier, vijf, zes, die waren op la Cor- deliére. De anderen ken ik niet. Vader, heeft u die pas gekocht?" „Ja, pas." „Het zijn maar portretten, beste papa! Houdt u van geen ander soort schilderijen dan van portretten?" „Dat blijkt." „Ik heb er niet veel verstand van, maar ik vind dat die stukken prachtig zijn ge schilderd. Ze zijn zeker van groote kun stenaars, niet waar?" „Ja, ja." „Wat zien ze er voornaam nit, al die heeren en dames! Die dames vooral, 't Is vreemd, maar ik ben geheel ontroerd, ter wijl ik ze aanzie. Zij schijnen ook mij aan te zien, mij toe te spreken, mij te kennen, en het komt mij voor dat ook ik geen vreemde voor hen ben. Papa, ik voel, dat ik ze als zij nog leefden, zou liefhebben. Maar allen zijn dood, sedert lang." „Ja, allen zijn dood." „Men zou uit het kostuum kunnen op maken in welken tijd zij leefden. Het waren op zijn minst baronnessen gravinnen, of mar kiezinnen zooals mevrouw De Montperrey." „Ik weet het niet, mijn kind." „O, daar is een dame, die niet gekleed is zooals de anderen. Zij ziet er haast net zoo uit als de tegenwoordige dames van de groote wereld. Hoe zacht is dat oog! Hoe veel goedheid spreekt er nit die trekken Vader, lieve vader, maar zij heeft geheel en al uw blik en uw oogen De graaf begon zich niet zeer op zijn ge mak te gevoelen. „Klein gekkinnetje!" sprak hij, terwijl hij zich hield of hij wilde schertsen. „Is er tusschen alle oogen en alle blikken niet een zekere gelijkenis? Maar nu je al die por tretten gezien hebt, kom nu meê." Het jonge meisje had zich omgekeerd en bevond zich nu juist voor het portret der laatste gravin De Lasserre, dat, zooals wij weten, kort te voren met een doek behan gen was. Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1886 | | pagina 1