NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
Deze Courant versclit| 111 dadelijks, behalve op Zou- eu Feestdageu.
ABONNEMENT:
Prijs per Nummer 10 ('ent.
Vrijdag 27 November 1885. N°. 279.
AOVER TENTIEN:
Itureel: Sclieepmakerssteejj
Uitgevers: Gebroeders Muré.
Stails-Berichten.
BIN N EN LANDSCIIE BERICHTEN.
DE BOETVAARDIGE.
Leidsche Courant
Voor Leiden, per 3 maandenf 1.25.
Franco door het geheele rijk, per 3 maanden 1.60.
Van 16 regels0.90.
Elke regel meer0.15.'
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen, 4 contant, zonder rabat, per regel 0.10.
199e Jaargang.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
LEIDEN,
Gezien de Wel van 28 Juni 1881 Staats
blad nu. 102) lot herziening van de artikelen
264,265 en 266 der gemeentewei;
brengen Ier kennis, dat hel 1 e suppletoir ko
hier der plaatselijke direcle belasting dienst 1885,
in afschrift gedurende vijf maanden op de Secre
tarie dezer gemeente (finincteele afdeeling) voor
een ieder Ier lezing is nedergelegd en dat elke
aangeslagene binnen drie maanden na de uit
reiking van hel aanslagbiljet tegen zijnen aan
slag bezwaren bij verzoekschrift, op ongeze
geld papier, aan den Gemeenteraad kan inbren
gen, terwijl de belanghebbende binnen dertig
dagen na de mededeeling, van 's raads beslis
sing bij de Gedeputeerde stalen dezer provincie
in beroep kan komen, wordende levens de ver
plichting lot liet betalen van den aanslag door
liet indienen van bezwaren en liet instellen van
beroep niet opgeschort.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
DE KAN'l'ER, Burgemeester
F„ KIST, Secretaris.
Leiden, 26 November 1885.
(STADSNIEUWS.
Naar het D. v. Z en 'e Gr. verneemt,
zijn te Leiden de huizen van verkoop en
wederinkoop weer geopend. Men meent
zulks te moeten toeschrijven aan bet onvol
doende der wettelijke regeling van de ban
ken van leening, die toch meer in bet be-
laDg der pandgevers zijn.
Men deelt ons medeMei een ophef
of het reeds een steendik gevroren bad, is
melding gemaakt dat de dooi weder was
ingevallen. De zaak is dat eigenlijk niet
een fatsoenlijk schaatsenrijder het de moeite
waard heeft geacht naar ijs te zoeken, dat
er dan ook niet was. De slooten waren
nog niet sterk genoegen het veidijs bestond
uit plassen tusschen het gras waarop de
jeugd zich vermaakte. Heen en terug vorm
den zulke plassen, ruim genomen, een tocht
van 21) meter. Er kan eigenlijk ook geen
veidijs zijn, om de eenvoudige reden dat
het water is weggemalen. Maar geduld als
de voorspellingen uitkomen, waarbij de ver
wachting van den echten schaatsenrijder
zal worden overtroffen.
Een bejaarde poldermolenaar onder Leider
dorp staat tevens bekend als weerprofeet.
Als deze spreekt hangt de jeugd aan zijne
lippen en alle ouders moeten het weten wat
men vernomen heeft. Met afwisselend weer
en dooi, zullen er drie winters komen en
het ijs zal tweemaal sterk worden. Den
29sten dezer maand (d. i. aanst. Zondag)
zal de eerste winter beginnen met een duchtig
pak sneeuw.
ii De vent is toch glad", zeggen de moe
ders, zoo oud als-ie is". En vaders, die
ganzen hebben zien vliegen naar het Zui
den, erg met de koppen vooruit gestoken
meenen dat de weerprofeet wel gelijk kon
hebben.
Men deelt ons medelot groot ge
rief van menigeen, die terugdeinst voor
duren schelviseh of dito ijbotworden er
nu nog al schol en scharren aangebracht.
Wonder groot is de viseh niet, maar zoo
versch als melk, aangenomen dat melk al
tijd versch is. De schuiten, die de kant-
visscherij waarnemen, hebben een kalinen
oostenwind om uit en thuis te zeilen en
besommen nu nog eenige honderden gulden.
Dit valt den vtsschersman tuch nog meê,
die anders, teruggehouden door hevige stor-
'men, er pas tegen Februari aan denken kjn
de bommen zeilree te maken voor de kust-
visscherij.
De opbrengst van het personenver
voer der Noord-Zuidhollandsche stoomtram
weg-maatschappij HaarlemLeiden bedroeg
in de maand Oct. 1885 4265.58, het
goederenvervoer bedroeg ƒ286.78, zijnde
over het totaal ƒ5.24}- per dagkilometer.
De 25-jarige tooueelloopbaan van mevr.
De Vries ging Dinsdagavond te 's Hage niet
onopgemerkt voorbij. Toen zij als Clotilde
in Sardou's blijspel „De Familie Benoiton",
als feestvoorstelling gekozenten tooneele
verscheen, werden de gevierde tooneelspeel-
ster een fraaie krans van groene lauweren
en een tweetal bloemruikers, onder dave
rende toejuichingen van de talrijk opgeko-
menen, aangeboden. Aan het einde der
voorstelling werd haar nog een tweetal bou-
quetten aangeboden.
De Pall Mall denkt er anders over
dan Damas, die van een zeehaven te Sche-
veningen ook voor Scheveningen als bad
plaats zegenrijke gevolgen zag, omdat dan
de Engelschen meer dan totnogtoe het
Scheveningsche strand zouden opzoeken.
Juist omgekeerd zegt het Engelsche blad,
dat de haven de ondergang der badplaats
zal zijn, omdat daarmede de bekoorlijkheid
van het rustige en vreedzame dorp zal zijn
verdwenen. De Engelschman ziet dus in
zijn verbeelding Scheveningen reeds in een
handelsstad van den eersten rang herschapen
met al de drukte en het vertier, die deze
gedaanteverwisseling meebrengt. Nu, dat
zal nog wel menig jaartje duren Bijzonder
goed is het blad dan ook niet ingelicht, als
het beweert, dat de kamer een resolutie
heeft genomen ten gunste van het maken
van een zeehaven en dat reeds contracten
zijn gesloten voor den bouw vau verdedigings
werken. Zacht watEngelsche collegawe
zijn hier in Holland, daar gaat dit alles
zoo haastig niet; uw landgenooten kun
nen voorloopig nog gerust een deel hunner
vacanlie wijden aan „one of the most popu
lar seaside places out of England." (Pad.)
- De beruchte socialisten-aanvoerder For
tuin, die naar aanleiding van het tumult
van Dinsdag avond, gisteren bij den burge
meester van Amsterdam was ontboden, heeft
schriftelijk te kennen gegeven niet te zullen
komen dan op last van den officier van
justitie.
Na afloop der uiteengedreven vergadering
hield Fortuyn nog eene redevoering voor
zijn huis in de Tuinstraat.
Gisteren avond werd het blaadje Recht
voor Allen (Woensdag-editie) te Amsterdam
niet langs de straat verkocht. NR. Ct)
Wij lezen in de Amst. Cour.'. Dezer
dagen moet op last van een der ontvangers
der directe belasting, in het hotel de „Oude
Graaf' in de Kalverstraat te Amsterdam,
eene executie op de goederen van den hotel
houder hebben plaats gehad, welke al zeer
zonderling in zijn werk is gegaan.
Mag men de geruchten gelooven, dan
heeft de deurwaarder, met de executie be
last, op eigen gezag en in strijd met de
wet den publieken verkoop voortgezet, niet
tegenstaande de opbrengst reeds verre de
som der belastingschuld met de kosten
overtrof.
Ofschoon de wet uitdrukkelijk voorschrijft,
dat de goederen aan de hoogstbiedenden
behooren toegewezen te worden, moet de
verkoop zoo overijld en onregelmatig zijn
gegaan, dat o. a. een nieuw pianino, nieuwe
overgordijnen met toebehooren, voor slechts
enkele guldens zijn verkocht.
De officier van justitie, die reeds met een
en ander in kennis zal zijn gesteld, zal dan
tevens kunnen nagaan, wie de gelukkigs
koopers zijn. De deurwaarder toch moet
op zijn proces-verbaal de namen en woon
plaatsen der koopers vermelden.
In ons nommer van Maandag 18 Juli
komt het volgende bericht voor:
„Gisteren is aan het Oosterspoor te Am
sterdam eene belangrijke aanhouding gedaan
door de rijksambtenaren. Van Pruisen werd
per spoor aangebracht een partij ledige fus
ten, vrij van rechten. Bij de lossing er van
bleek, dat niet alle vaten snel rolden, zoodat
een onderzoek werd ingesteld, waaruit bleek,
dat zich tusschen de ledige fusten 24 gevulde
bevonden, inhoudende spiritus. De afzender
had getracht hierdoor een aanzienlijk bedrag
aan accijns en invoerrechten te ontduiken."
Thans deelt men ons mede, dat de boete
f 5000 bedraagt en de vaten verbeurd zijn
verklaard. (dmst. Ct.)
Men meldt aan het D. v. N. uit
Leeuwarden, dat de vermoedelijke moorde
naar, T. G. V., van den 43-jarigen W. G»
te Oude-Pekela, aldaar is gevat.
Te Wommels, prov. Friesland, wordt
sedert Vrijdag een veekoopman vermist. Men
vermoedt, dat hij, na op dien dag handel
te hebben gedreven op de veemarkt te Leeu
warden, naar Londen is vertrokken en in
het bezit is van een paar duizend gulden.
Hij heeft eene vrouw en vier kinderen, die
thans in benarde omstandigheden verkeeren.
Bij den gemeenteraad van Venloo is
blijkens de N. R. Ct.een protest inge
komen van het R. K. armbestuur tegen de
motieven voor het afkeuren der rekening
voor 1886. Hieromtrent heeft de gemeente
raad besloten zich tot den officier van jus
titie te Roermond te wendenomdat dezen
van wege den minister gelast was eene ver
volging in te stellen tegen de regenten van
FEUILLETON.
166.)
Toevallige samenloop van omstandighe
den 't Is mogelijk. Maar toch 't is
vreemd! Het eenige wat mij zoo klaar schijnt
als een droppel schoon water, is dat die
vicomte slechts een matig vertrouwen in mij
stelt. Hij kent mijn beginselen en hij acht
het niet noodig mij in zijn plannen in te
wijden. Het is duidelijk, hij wil niet dat
ik er te veel van wete. Maar, voor den
drommel, als men de menschen wantrouwt,
dan gebruikt men ze niet Duivels, duivels!
wat zou hij in zijn schild voeren?"
Hij schudde eenige malen met het hoofd
en ging voort;
„Mijnheer De Sanzac, weet je wel, dat
je me den indruk geeft alsof je in troebel
water visschen wiltMaar dat is jouw zaak.
Doe wat je niet kunt laten. Ik wasch mijn
handen in onschuld."
Na een pas of twintig te hebben gedaan
in gepeins verzonken, met voorovergebogen
hoofdhernam hij
„Ik beu nieuwsgierig, erg nieuwsgierig.
Dat is een der talrijke vereischten van mijn
vak. De vicomte heeft verklaard, dat hij
voor het oogenblik mij niet noodig had.
Het zij zoo. Maar daar ik juist nu niet
veel te doen heb, kan ik wel eens voor mij
zeiven werken. Die mevrouw Delorme en
hare dochter boezemen mij belang in. Dat
is te begrijpen. Er is hier een mysterie.
Ik wil weten wat die vrouw eigenlijk is. Ik
zal het weten. En de oude mijnheerdie
naar het schijnt, de man van die vrouw
is Haha ha 1 dat heb ik u niet ge
zegd, mijnheertje-lief/ Ik wilde u niet in
het vaarwater zitten. Hij had mij niet beet,
toen hij mij zeide: ,ik heb niet noodig te
weten, waar dat heerschap woont." Hij zal
zich het adres verschaffen buiten mij. Dat
is alles. Ik heb hem in de galen, 't Is
niet heel moeitlijk met de inlichtingen, die
ik hem reeds heb verstrekt. Hij is niet
leep, die beste vicomte, al denkt hij heel
slim te wezen. Als hij mij voor een hals
gehouden heeftmoet hij wel al heel schaap
achtig zijn. Ja wel, men zou zoo hard
nekkig en zoolang iemand opsporen oin op
die wijze het zoeken in eens op te geven!!
Neen, neen! niet zoo mal. De vicomte heeft
mij voor den verkeerde aangezien. Even
als ikvermoedt hijen misschien is hij er
zelfs zeker van, dat die juffrouw Aurora
Delorme niemand anders dan juffrouw De
Lasserre, en dat die oude heer de graaf
zelf is Maar waarom heeft hijvoor
den duivel, mij van mijn vermoeden willen
afbrengen? Tweede mysterie."
Maar met uw welmeenen, mijnheer de
vicomte ik zal weten wat ik van dat alles
moet denken. Daar moet ik het mijne van
hebben.
Gabiron was nu voor de kerk de la Ma
deleine gekomen. Hij bleef «taan en vroeg
zich af wat hij ging uitvoeren.
„Laten wij dan maar al dadelijk trachten
te weten te komen, waar die heer, dien men
mijnheer Delorme noemt, woont" sprak hij
bij zich zelf.
Hij stak een sigaar op en richtte zijn
schreden naar het bovengedeelte van den
Boulevard Haussmann.
XX.
HEIR EN KNECHT.
Na liet vertrek van den agent van het
huis Serpin, was de vicomte lang in gedach
ten verzonken blijven zitten. Van tijd tot
tijd trok een onheilspellend lachje zijn lippen
samen, en zijn sombere blik schoot vlammen.
Wat hem aanging, geen den minsten
twijfel koesterde hij meer. Het jonge meisje
dat de markies had meenen te herkennen
was wel degelijk de dochter van den graaf
De Lasserre. En dat lieve kind, „want hij
was wel gedwongen toe te geven dat Aurora
er allerverrukkelijkst uitzag," dat zoo ver
standig uit hare oogen keekwas die kleine,
onnoozele bloeddat idiootje, waarvan Adrien
hem zulke onmogelijke naïeviteilen had ver
teld Dit bracht hem in verbazing.
Welk wonder was er met haar geschied?
Hij vroeg zich af waarom de graaf op
zich zelf woonde zonder zijn dochter, waarom
hij haar een valsche moeder gegeven had,
en vanwaar die naam van Delorme kwam.
Geloofde Aurora waarlijk, dat mevrouw
Delorme haar moeder was? Was het onder
dien naam, dat de graaf gereisd, en onder
dien naamdat hij zich op la Cordeliere had
verscholen.
Was die wijze van handelen van den graaf
wel die van iemanddie goed hij zijn zin
nen is? Neen, zeker niet. Maar daar hij De
Lasserres karakter kende, meende De Sanzac
de beweegreden van zijn zonderling gedrag
te gissen De Lasserre wilde niet, dat de
gravin haar dochter wederzag.
(Wordt vervolgd.)