NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
Ileze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
ABOK WEIIIIEflIT:
Prijs per Nummer 10 ('ent.
ADVERTENTIES:
Bureel: Sclieepuiakerssteeg
Woensdag 11 November 1885. N°. 265.
Uitgevers: Gebroeders Muré.
Stads-Bericliten.
BINNENLANDSCHE BERICHTEN.
DE BOETVAARDIGE.
ourant
Voor Leiden, per 3 maanden
Franco door het geheele rijk, per 3 maanden
1.25.
1.60.
Van 16 regelsf 0.90.
Elke regel meer0.15.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen, k contant, zonder rabat, per regel ƒ0.10.
199c Jaargang.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
LEIDEN;
Gezien art. 8, le alinea der Wet van 2 Juni
1875 (Staatsblad no. 95), tot rpgeling van
liet toezicht bij liet oprichten van inrichtingen
welke gevaar, schade of hinder kunnen ver
oorzaken;
Brengen bij deze ter algemeene kennis dal
door hen op heden vergunning is verleend aan
J. J. GROEN en rechtverkrijgenden lot liet
plaatsen van een stoommachine van 4 Pk. in
hel perceel in de Pielerskerkchoorsteeg no. 18.
En geschiedt hiervan openbare kennisgeving
door plaatsing in de Lvulsclie i ourant.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
DE KANTER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
Leiden, 9 November 1885.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
LEIDEN,
Gezien het adres van P. ERADES, hou
dende verzoek om vergunning tot het hou
den en mesten van varkens in het perceel aan
de Middelweg no. 18.
Gelet op art. 152 der Algemeene Politie
verordening van 6' November 1S79;
Doen te welen, dat tot het hooren der
eigenaars en bewoners van de naast bijgele
gene en belendende pandenten opzichte der
informal iën de commotio et incommoclo, door
Burgemeester en Wethouders zal worden ge
vaceerd op het raadhuis dezer gemeente, op
Maandag den 16 November aanst.,'s voormiddags
te elf uren zullende de belanghebbenden ver
plicht zijn hunne bezwaren tegen dat verzoek
op dien lijd in te brengen, terwijl, bij ver
zuim daarvan, zij gehouden zullen worden zich
tegen de inwilliging niet te hebben verzet.
Burgemeester en Wel houders voornoemd,
DE KANTEIt, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
Leiden, den 10 November 1885.
STADSNIEUW!.
Door Z. M. is aan den heer J. P. Riedel
op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als
kapitein bij de dienstdoende schutterij te
Leiden.
Een wegens aanhoudend wangedrag
ontslagen veearts, genaamd C. W., ver
voegde zich eenige dagen geleden aan bet
politiebureel alhier en verzocht of men hem
aan eene betrekking zon kunnen helpen,
daarbij te kennen gevende geheel drankvrij j
te zijn. Twee dagen later echter werd hij
door de politie aangehouden, als hebbende
in beschonken toestand gebedeld. Na op
gemaakt proces-verbaal is hij naar de ge
vangenis te 's Gravenhage overgebiacht.
Gisteren ontdekte een groenteschipper,
dat uit zijn schuitje eenige zakken, een
treklijn en een broek waren ontvreemd. Na
lang zoeken vond hij die voorwerpen in een
ander schuitje terug en nam hij zijn eigen
dom daaruit. Hiermede was de eigenaar
van dat schuitje echter niet tevreden en
trachtte hem, geholpen door een confrater,
die voorwerpen weder te ontnemen, bij welke
gelegenheid de benadeelde nog een pak slaag
kreeg. Een inmiddels ter plaatse gekomen
politieagent maakte een einde aan dien twist
door een hunner, die bovendien beschonken
was, mede naar het politiebureel te nemen.
Proces-vetbaal is van een en ander opge
maakt.
De minister van financiën maakt be
kend dat het saldo van 's rijks schatkist op
7 dezer bedroeg: bij de Nederlandsche Bank
16,011,591.65 en bij de betaalmeesters
ƒ2,021,494.43'. Te zamen ƒ18,033,086.086.
Bij besluit van den minister van oor
log is, aangezien het aantal vrijwilligers bij
het 3e reg. huzaren volledig is, de werving
bij dat regiment voorloopig gesloten.
Gisteren zijn mr. Pols, professor in
het strafrecht, te Utrecht, en mr. Van
Haaften, substituut-officier bij de arrond.-
rechtbank te Rotterdam, naar Rome ver
trokken, om de Nederlandsche regeering te
vertegenwoordigen op het aldaar te houden
internationaal congres over het gevangenis
wezen.
De centrale vergadering der Katho
lieke kiesvereeuigingen in het hoofdkiesdis
trict Sneek heeft gisteren A. baron Schim-
melpenninck van der Oye candidaat gesteld
voor het lidmaatschap der tweede kamer.
Gedurende de afgeloopen maand Oct.
1885 zijn door de Nederlandsche Rhijn-
spoorweg-maatschappij vervoerd 204,095 rei
zigers, met eene opbrengst van f 189,647.61';
bagage 401 tonnen, opbrengst f 5509.81
bestel-, ijl- en vrachtgoederen 77592 ton
nen, opbrengst f 152,920.48; opbrengst van
het vervoer van levende dieren en rijtuigen
f 8457.78; diverse ontvangsten f 3837.
totale ontvangst f 361,372.68'; totale ont
vangst van 1 Mei 1885 f2,613,474.46'.
Over de lijn Leiden—Woerden werden vervoerd
13320 reizigers, met eene opbrengst van
f 6780.86 bagage 13 tonnen, opbrengst
f84.12; bestel-, ijl-en vrachtgoederen 3060
tonnen, opbrengst f 2329 74; opbrengst van
het vervoer van levende dieren en rijtuigen
f354.41; totale ontvangst f9549.13; totale
ontvangst van af 1 Mei f 64,186.92'.
Naar ons uit een vertrouwbare bron
wordt medegedeeld zal met den lsten Ja
nuari 1886 in eene zeker reeds lang ge
voelde behoefte worden voorzien, en het
getal der vakbladen met een worden ver
meerderd.
Onder hoofdredactie van den heer J. W.
Tninenburg, commissaris van rijks- en ge
meentepolitie te Bolsward, die op het ge
bied van het politiewezen in Nederland
reeds zijne sporen verdiend heeft, door de
bewerking van de practische Handleiding
voor den Nederlandschen polilie-ambtenaar
en beambte, uitgave J. F. Van Druten te
Sneek, 1883, zal den lsten Januari 18S6
het eerste nummer verschijnen van een maand
blad speciaal gewijd aan de belangen van
de Nederlandsche politieambtenaren en be
ambten, onder den titel „de Nederlandsche
Politiegids".
Dit maandbladzoo wordt ons verder
medegedeeld, heeft ten doel, in wetenschap-
pelijken zin en op practische wijze den toe
stand van het politiewezen in Nederland te
bespreken, waarvoor reeds vele bekende
specialiteiten op het pontiegebied hunne
hulp en steun hebben toegezegd.
Behandeling der strafwetten en alle an
dere wetten of koninklijke besluiten, waar
mede de politie te maken heeft, bespreking
van alle ontwerp-wetten die bij de 2e Kamer
der Staten-Generaal aanhangig zijn, beschouwd
uit het oogpunt van politiebelang en be
moeiing.
Verder zullen door zich daartoe verbon
den hebbende politie-ambtenaren in Enge
land, Duitschland, Frankrijk en Belgie arti
kelen geleverd worden omtrent den toestand
der politie daar te lande, alsmede wetens
waardigheden daarvan.
De prijs zal zijn 2 per jaargang.
De schipper van den reeder P. Van
Duin, te Noordwijk a. Zee, aldaar aange
komen rapporteert dat hij door de Belgische
vischsloep O 184 genaamd Morgenster, moed
willig zou zijn overzeild geworden, ware hem
niet eene Scheveningsche schuit ter hulpe
gekomenen dat hem door een anderen
Ostendenschen visscher eenige netten waren
gekapt.
De formaliteiten voor de uitlevering
van den ontvluchten gevangene Van Rijssel-
berghe zijn afgeloopen, zoodat de delinquent
eerstdaags naar 's Hage zal worden overge
bracht.
Naar het D. v. Z. en 's Gr. verneemt,
wordt v. R. niet uitgeleverd ter zake van
de ontvluchting, zijnde een correctioneel feit,
maar wegens het crimineele misdrijf van
medeplichtigheid aan diefstal bij nacht door
middel van braak, voor welk feit hij door
het Haagsche hof veroordeeld werd.
Door den concessionaris der duinwa
terleiding te Delft, den heer W. P. Van
der Laan te Rotterdam, is aan den ge
meenteraad het verzoek gericht de definitieve
concessie te mogen overdragen aan de „Fi-
nancieele Maatschappij voor nijverheids
ondernemingen te Amsterdam."
Deze Maatschappijvertegenwoordigd door
de heeren F. S. Van Nierop en A. J. K.
Hartogh, heeft zich met hetzelfde doel tot
den gemeenteraad gewend, onder beding,
dat aan den concessionaris uitdrukkelijk
worde toegekend het recht om te Delft het
in 1883 te Leiden van kracht zijnde tarief
in te voeren en te behouden, en tevens
's raads machtiging om deze concessie des
gewenscht in te brengen in eene later op
te richten naamlooze vennootschapwaarvan
de statuten aan den raad zullen worden
onderworpen.
Te Haarlem liep voor een paar dagen
het gerucht, dat een 17-jarig meisje plot
seling was overleden tengevolge van mis
handeling door haar stiefmoeder. De justitie,
die een onderzoek deed instellen, consta-
FEU1LLETON.
155.)
„Mijnheer Rousseau" antwoordde de jonge
man met een stem die eenigszins beefde „ik
geef u de verzekering dat ik mijn leven zal
veranderen. Gij zult spoedig daarvan het
bewijs hebben."
De graaf bleef een oogenblik zwijgenter
wijl hij hem strak aanzag, alsof hij in zijn
ziel wilde lezen.
„Wij zullen zien markieswij zullen zien."
De beide mannen groetten elkander, en
Adrien ging heen met zijn dertig duizend
franken in den zak en een ontzettenden last
minder op zijn schouders, want hij kon dien
avond, op het afgesproken uur, zijn speel
schuld voldoen.
De graaf stond in groote opgewondenheid
op. Hij liep twee of driemaal de kamer op
en neer met strakken, peinzenden blik. Op
eens bleef hij staan en mompelde:
„Wat zou hij toch met die woorden heb
ben willen zeggen. „Ik zal mijn leven ver
anderen, gij zult spoedig daarvan het bewijs
hebben?" Daar had hij klaarblijkelijk een be
doeling mede. Welke? Ik kon het niet gis
sen. Markies De Verveine! ik zal u niet
uit het oog verliezen. Wat gij ook zult doen,
ik zal het weten."
Plotseling ging de deur der kamer open.
Francesca, de stomme, trad binnen, en
haar blik vol uitdrukking ondervroeg hem.
De graaf schudde droefgeestig het hoofd.
Toen liet de stomme een soort van lang
gerekt gekreun hooren, sloeg met haar ar
men in de lucht en ging langzaam heen,
met gebogen hoofd en dikke tranen in het
oog.
Francesca kende de plannen van den graaf
De Lasserre. Zij wist welk doel hij beoogde,
welke de hoop was, aan wier vervulling zijn
leven thans gewijd was.
XVII.
WAT MEN AL VOOR HET GELD DOET.
Terwijl de graaf De Lasserre zich van zij
nen rooden baard en paruik ontdeed, zat de
markies De Verveine iu een hoek van zijn
rijtuig gedokendat voor de tweede maal
de richting van de rue Vanneau insloeg.
„Wat een vreemd wezen, die Pierre Rous
seau I" dacht hij. „Wat hij ook moge zeg
gen hij is niet anders dan een geldschieter.
Maar ik moet toch toegeven dat hij niet veel
gelijkt op Vaidouk en anderen van dien
stempel die ik ken. Ja, ja, een zonderling
heer! Het komt mij voor, dat ik toch er
gens die stem meer gehoord heb. Waar?
dat kan ik mij niet herinnerenMaar
wat kan het mij ook eigenlijk schelen?
Pierre Rousseau heeft mij uit den brand ge
holpen. Dat is het voornaamste. En bij
slot van rekening is die Rousseau een eer
lijk man. Hij heeft mij vierkant, zonder
de minste plichtplegingenwel wat harde
maar toch ware dingen gezegd. Als iemand
ons gehoord hadzou hij hem voor een bra
ven vader hebben gehouden, die zijn zoon
de les las. O, daar het geschreven was dat
ik zoovele dwaasheden zou doen, waarom
heb ik hem niet achttien maanden vroeger
gekendin plaats van in de handen te val
len van dien Vaidonk? Ik zou dan niet in
zulke benarde omstandigheden verkeeren en
bijna tot den bedelstaf gebracht zijn en ge
noodzaakt wezen van avond mijn zwarten
rok aan te trekken om aan de dwaze ijdel-
heid van dien Latrade, den millionair ge
worden metselaar, voldoening te verschaffen.
Ik moet mij laten zienals een koopwaar
moet ik mij laten uitstallen, opdat men de
wezenlijke waarde van het voorwerp zou kun
nen schatten Treurig, treurig!"
Heel lief zal ik den rug krommenmijn
beste beentje voortzetten, lachen als een
boer die kiespijn heeft en geestigheden ver-
koopen als ik kan. Dat alles ter eere van
den eerzamen Latrade en zijn roode erfge
name. Want ik weet wat die woorden be-
teekenen: wel wat kleurig. De dikke wan
gen van dat juffertje Latrade zijn zeker als
wijmnoer. En ik, die een vermiljoenachtig
gezicht nooit heb kunnen uitstaan?
Het moet! Ik zit in de fuik, tot aan de
knieën in de modder, en mejuffrouw La
trade is de staak die mij wordt toegesto
ken De staak Hoe belachelijk! Zij
is klein, dik en vet, iets wat op een ton
lijktIk zou nog liever een staak heb
ben
Hij scherstteterwijl hij uit ergernis op
zijn lippen beet.
„Arme Aurora! arme Aurora!" hernam
hij, terwijl hij een zucht loosde. „Als ik
maar wist waar zij nu is! Zij alleen zou
mij uit het wespennest der Latrade's kun
nen halen."
Hij bleef een oogenblik zwijgen en ging
voort
„Dwaas, die ik ben! Ik vergeet telkens
dat ik op zwart zaad zit.
Wordt vervolgd f)