NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN. I>eze ou ra ut verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. ABONNEMENT: Dinsdag 10 November 1885, N°. 264. ADVERTENTIES: Bureel: Scheepmakerssteeg; 6. Uitgevers: Gebroeders Muré. BINNENLANDSCHE BERICHTEN. DE BOETVAARDIGE. Leidscfie ourant Voor Leiden, per 3 maandenf 1.25. Franco door het geheele rijk, per 3 maanden 1.60. Prijs per Summer 10 ('ent. 199o Jaargang. Van 16 regels0.90. Elke regel meer0.15. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen, A contant, zonder rabat, per regel ƒ0.10. STADSNIEUWS. Bij de op heden gehouden openbare verkooping van cokes, bij partijen van 100, 50, 10 en 5 hectoliters, waren de hoogste prijzen ƒ40, j 21.00, 4.20 en ƒ2.10, de laagste prijzen 3920.004.00 en ƒ2.00. Gisteren hebben de zangkoren der R. K. parochiën alhier elkander broederlijk ondersteund om in de H. Petrus-kerk de mis van Henri Viotta te zingen. Over het gehalte van deze mis is vroeger in deze Courant breedvoerig gesproken. Zij staat veel hooger dan eenige mis van G. A. Heinze, maar zij overtreft niet, hoewel zij van een geheel anderen toonaard is, de 2e en 3e mis van den eenigen Verhulst. Toch blijft de mis van Henri Viotta een hoogst verdienstelijke, in sommige deelen zelfs een aangrijpende compositie en het koor van voornoemde kerk gaf door een waardigen zang hulde aan den meester. Wij vernemen, dat tegen Vrijdag den 13den November in de Stadszaal een open bare samenkomst is uitgeschreven ter be spreking van het voorstel tot opheffing van de Inrichting voor de opleiding van Oost- Indische ambtenaren. Met nadruk vestigen wij de aandacht onzer lezers op deze bijeenkomst. Waar het een zaak geldt, die voor de geheele gemeente van zooveel belang is, dient ook de geheele gemeente in de beslissing er van deel te nemen. De gemeenteraad van Schiedam heeft na vooraf in eene besloten zitting te hebben beraadslaagd het ophalen van asch en vuilnis en het diep- en schoonhouden van de havens enz. voor den tijd van tien jaren aan te be steden voor de som van f 15000 's jaars. Te Leiden is zulks verpacht ook voor tien jaren 1°. de asch en het vuilnis voor f 1658; 2°. de afval van de Beestenmarkt voor f 1400; 3°. het baggeren in de grachten voor f 2184; te zamen voor de gemeentekas een bate van f 5242 's jaars. Door den heer A. baron Sloet van Oldruitenborghkamerheer des konings in buitengewonen dienst te 's Gravenhage, is voor het rijks archief aldaar aangeboden eene verzameling van charters en andere authen tieke bescheiden, bestaande uit oorspronke lijke stukken op perkament en papier van de XlVde tot aan het einde der XVIIlde eeuw, zooals huwelijksche voorwaarden, tes tamenten magescheidenleenbrievenkoop akten, erfpachtsbrieven enz.alle betrekking hebbende op rechten en bezittingen van de familie Sloet en aanverwante geslachten. Aan den schenker is de dank der regeering betuigd. De eerstvolgende verzendingen van brievenmalen voor Curasao langs den weg van New-York zullen plaats vinden op 20 November, 2, 11 en 25 December, 6 15 en 29 Januari, 10 Pebruari e. k., met den trein, die te 7,5 a. van Rotterdam naar Vlissingen vertrekt. De centrale vergadering der liberale kiesvereenigingen in het district Sneek heeft Zaterdag voor de tweede kamer candidaat gesteld den heer B. H. Heldt, met 20 van de 27 stemmen. Gisteren in den vroegen ochtend is mr. C. Th. graaf Van Lvnden van San&en- burg, minister van staat, in ruim 59-jarigen ouderdom te Langbroek (Utrecht) overleden. Jaren lang heeft hij in het parlement en als minister eene eervolle plaats ingenomen in de maatschappij en op staatkundige toe standen der laatste jaren vooral heeft hij een bepaalden invloed uitgeoefend. Zijne studiën en neigingen hadden hem bijzonder geschikt gemaakt voor 't staatkundig leven en zijn persoonlijkheid leende er zich bij uitstek toe om op politiek gebied een goed figuur te maken. Welsprekend, scherpzin nig, bedeeld met een fijne opmerkingsgave paarde hij daaraan een onverstoorbare kalmte en een zeer hoffelijken toon. Na een tijd lang lid van de tweede kamer te zijn geweest, waar hij blijk gaf vooral van staat- en volkenrecht zijne studie te hebben ge maakt, werd hij als minister van Hervorm den Eeredienst opgenomen in het vaste minis terie-Heemskerk. In die betrekking trachtte hij aan het beginsel van scheiding van kerk en staat met ijver toepassing te geven. Van 18741877 stond hij aan het hoofd van 't departement van justitie in het tweede ministerie-Heemskerk en bracht hij verschei dene partieele verbeteringen in het rechts wezen, terwijl hij door vermindering van hét aantal rechtscollegien naar bezuiniging streefde. Zijn talenten als staatsman kwamen meer bij zonder in 't licht toen hij in 1879 zelf een mi nisterie had gevormd en als leider daarvan op trad terwijl hij tevens de buitenlandsóhe aan gelegenheden onder zijn beheer nam. De leiding onzer internationale betrekkingen voerde hij niet zonder geluk, doch om den val van zijn ministerie te voorkomenzag hij zich genood zaakt in April 1881 zelf het beheer van de financiën op zich te nemen. Twee jaren lang bleef hij ook aan dien belangrijken tak van staatsdienst zijne zorgen wijden doch toen zijn kabinet in 1883 door het tegenwoordige werd vervangen had hij zijne financiëelé plannen nog slechts voorbereid. Na zijn aftreden werd hem ten vorigenjare door Utrecht een zetel in ons hoogerbuis aangeboden, dien hij tot zijn dood bezette. Aan de hh. Van Looy en Dunselman is, bij kon. besluit van 29 Oct. jl. op grond van het ingekomen rapport der betrokken commissiën voor het tijdvak van 1 Dec. a. s. tot 30 Nov. 1886 een jaargeld van f 1200 voor ieder verleend tot voortzetting hunner studiën in de schilderkunst. De geneeskundige staatscommissie te Amsterdam bevorderde Zaterdag tot arts de heeren J. Knaap en Th. Niemeijer, docto randi, terwijl voor het 1ste gedeelte werden toegelaten de heeren P. C. J. Van Brero, A. P. Duinker, I. P. Ten Raa en M. B. Romeny, cand.-artsen. Door mejonkvrouwe M. M. Snouck van Loosen30 Oct. jl. te Enkhuizen over leden, is o. a. gelegateerd: aan het fonds voor gewapenden dienst in de Nederlanden f 18,000, aan de N.- en Z.-Hollandsche Reddingmaatschappij f 18,000, aan de Maat schappij ter bevordering van welstand onder de Protestanten, voornamelijk onder land lieden f 20,000, aan de Maatschappij van Weldadigheid Frederiksoord |f 20,000, aan de Protestantsche Vereeniging „Unitas" f 6000, aan de Ned. Gustaal Adolf-Ver- eeniging f 4000, aan het Fonds voor nood lijdende kerken en personen f 6000aan het Bijbelgenootschap f 5000, aan het Ned. Zendeling-genootschap f 16,000, aan het Tractaat-genootschap f 6000, aan het Blin- den-lnstituut te Amsterdam f 4000aan de huiszittende armen der Ned. Herv. gemeente te Leiden f30,000, aan de armen der Lu- thersche gemeente aldaar f 5000aan de armen der Doopsgezinde gemeente aldaar f 5000, aan de armen der Remonstrantsche gemeente aldaar f 5000, aan de armen der Israëlitische gemeente aldaar f 5000, aan de armen der Chr. Geref. gemeente aldaar f 5000, aan de armen der Waalsche ge meente aldaar f 5000, aan de armen der Oud-Roomsche gemeente aldaar f 5000aan de armen der R.-K. gemeente aldaar f 5000 aan het Herv. Diaconie weeshuis te Leiden f20,000, aan de Maatschappij van Welda digheid te Leiden 16,000, aan het Alge meen Armbestuur te Enkhuizen f 1000, aan de Moederlijke weldadigheid te Enk huizen f 800, aan de Ned. Herv. gemeente te Enkhuizen f 40,000aan de Doopsgezinde gemeente te Enkhuizen f 1000, aan de Lu- thersche gemeente te Enkhuizen f 1000, aan de Israël, gemeente te Enkhuizen f 1000, aan de Chr. Geref. gemeente te Enkhuizen f 1000, aan de Oud-Roomsche gemeente te Enkhuizen f 1000, aan de R.-K. gemeente te Enkhuizen f 1000, aan de Naaischool en Stichting voor godsdienstonderwijs de rente van f 100,000 op het Grootboek, aan de Diaconie der Ned. Herv. gemeente te Enk huizen, jaarlijks f2000. Bovendien zal het huis door de overle dene te Enkhuizen nagelaten, worden inge richt tot eene woning voor weduwen zonder kinderen en ongehuwde vrouwen uit den fatsoenlijken stand. Zaterdagmorgen omstreeks tien uur brak te Voorburg brand uit in den stal eener boerderijbewoond door K. Door tijdige en snel aangebrachte hulp der brandweer bleef het vuur tot het aangetaste perceel beperkt, hoewel er groot gevaar bestond voor de belendende woning en hooiberg. Het vee werd het land ingejaagd en het grootste gedeelte van den inboedel de woning uit gedragen. De brand is vermoedelijk ont staan door vonken uit een fornuis, dat in dien stal staat en diende om water te koken benoodigd voor het schoonmaken van melk- gereedschappen. Naar men verneemt was alles tegen brandschade verzekerd. FEUILLETON. 154.) „Waarom een vigelante? Hebt gij geen paarden en rijtuigen?" „Ik heb mijn rijtuigen verkocht, mijnheer! en alleen een rijpaard aangehouden." „Ah zoo! Nu, misschien hebt ge verstan dig gehandeld. U gaat dus naar huis en komt onverwijld terug met het lommerd briefje. Doch dat is waar ook, waar woont gij?" „Rue Vanneau, 4." „Dank u. Terwijl gij weg zijt, zal ik juist den tijd hebbeu om ons contract gereed te makenen wij zullen het maar te teeke nen hebben." De jonge man was opgestaan. De graaf groette hem met een beweging der hand. Adrien verwijderde zich. De Lasserre ging met de armen op zijn schrijftafel leunen en liet het hoofd in de banden rusten. Hij bleef in gepeins ver zonken, terwijl hij aan Aurora en Adrien dacht. Hij gaf zich nauwkeurig rekenschap van den stand van zaken. Na verloop van een oogenblik richtte hij zich op. „Neen, neen!" sprak hij binnensmonds, „ik mag den moed niet opgeven. Ik mag nog altoos hopen. O, als hij mij over Aurora gesproken had!... Wij zullen zien, wij zullen zien Inmiddels moet ik alles doen wat maar eenigszins mogelijk is om hem uit de schipbreuk te redden. Hoe ben ik veranderd!.... Daar heb ik nu, warempel! genegenheid opgevat voor dien jongen man, dien ik haatte, dien ik voor achttien maan den geworgd zou hebben, als Willem niet tusschenbeide was gekomen. Alles voor mijn dochter! Aurora heeft hem niet vergeten; Aurora bemint hem!.... Ik ook, ik moet hem dus wel beminnen! Maar ik blijf niet in mijn rol. Hier ben ik Pierre Rousseau, bankier en geldschieter." Hij opende een lade, waarin hij twee ze gels vond, die hij voor zich legde. Ver volgens nam hij een pen en zette zich aan het schrijven. Hij had juist het tweede blaadje vol, toen Adrien weder verscheen. Drie kwartier was hij weggeweest. „Mijnheer!" dus sprak de jonge man „hier beeft u het lommerdbriefje." De graaf vatte het aanbekeek het en zei „Het is goed." Daarop een der zegels den jongen man toereikendhernam hij „Ga zitten en lees." Adrien gehoorzaamde. De acte was kort en uitnemend gesteld. Maar wat den markies erg verbaasdeja ver raste, was, dat zij een nauwkeurige en tot in de kleinste bijzonderheden afdalende be schrijving van elk edelgesteente, met het bedrag der waarde daarbijbevatte. „Mijnheer!" dus sprak hij, toen hij ge daan had met lezen, „men zou zeggen, dat u dit geschreven hadt met het juweelen kistje open voor u." „Ik heb eenvoudig gebruik gemaakt van de nota, welke Vaidonk mij heeft ter hand gesteld. Die is veel meer op die punten uitgeslapen dan ik. Den dagdat bij het kistje, hetwelk uw familiejuweelen bevat, in zijn handen had, waart gij hem reeds een honderd duizend franken schuldig. Wel ver moedende, dat gij verder zoudt blijven aau- kloppen, heeft hij zorgvuldig den iuhoud van het kistje onderzocht, daar hij in die kost baarheden een onderpand te over zag." „Ik beken, dat als u mij gevraagd hadt naar het getal en de waarde der juweelen, ik niet zou geweten hebben wat te ant woorden." „En toch," hernam de graaf ondeugend «is elk dier juweelen voor u een gedach tenis." „Dat is waar," sprak Adrien, kleurende, want hij had het bedekte verwijt gevoeld. „En nu, markies! hier is een pen. Heel goed. Schrijf: „Het bovenstaande goedge keurd" en teeken dan." Toen dit gedaan was, nam de graaf het blad, teekende het andere, en gaf het aan Adrien, zeggende.- „Ziebier uw waarborg, en hier is de mijne. Een nieuwe handteekening daar," voegde hij er bij, met den vinger wijzende op de schuldbekentenis. Adrien teekende, en de graaf spreidde voor hem dertig biljetten van duizend fran ken uit, die Adrien, zonder ze te tellen, bijeenraapte en in zijn zak stak. „Heeft u mij nog iets te zeggenmijnheer Rousseau „Slechts dit eene: Ik heb de vrijheid genomen u als een vriend eenige wenken te geven. Doe uw best ze niet al te gauw te vergeten." Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1885 | | pagina 1