NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
ABONNEMENT:
Prijs per Hummer 10 Cent.
ADVERTENTIE»:
Bureel: Scheepmakerssteeg 6.
Dinsdag 27 October 1885. N°. 252.
Uitgevers: Gebroeders Muré.
Kostelooze Vaccinatie.
BIMENLAND8CHK BERICHTEN.
DE BOETVAARDIGE.
ourant
Voor Leiden, per 3 maanden1.25.
Franco door het geheele rijk, per 3 maanden 1.60.
Van 16 regels0.90.
Elke regel meer0.15.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen, k contant, zonder rabat, per regel ƒ0.10.
199e Jaargang.
Stads-Bericliten.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der ge-
„genie LEIDEN brengen Ier kennis van belang-
jiebhenden dal gelegenheid beslaat lot koste
looze vaccinatie en revacclnatle voor
inverroogendenin het lokaal der Siads-Waag
ip eiken Woensdag, des namiddags le een
iur.
Leiden, 6 Februari 1885.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
DE KANTER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
Vergadering van den Gemeenteraad van Lei-
ju, op Donderdag 29 October 1885, des na
middags le twee uren.
1, Benoeming van twee Regenten der R K.
Armen en liet Wees- en Oudelieden
buis (157).
<1, Voordracht tot indiening van een adres
aan de Tweede Kamer der Slalen-Generaal
in zake de kiestabel (153).
stadsnieuws.
Door burg. en weth. dezer gemeente
ikeden ten raadhuize in het openbare aan-
Bteed: de levering der benoodigde licht-
s brandstoffen, gedurende het jaar 1886.
lis laagste inschrijvers zijn aannemers ge-
torden: de heeren 11. C. Visser en Zoon
alhier van de patent olie voor f 0.41 per
liter, de stearine kaarsen voor f 1.15 en de
vetkaarsen voor f 0.86beiden per KG.
te heer J. Cbristiaanse alhier van de korte
laardturf voor f 0.55 (bij loting tegen den
leer G. Blommesteyn alhier en de korte
kachelturfvoor f 0.50, beiden per dubb.
H.L., van de grove New-Gastle kolen voor
1.19 per 100 K.G.en van het keuken-
kot voor f 10 per stère. De heerG. Blom
mesteyn van de lange turf voor f 0.42 per
100 stuks. De firma wed. Van Haansbergen en
Dutilh, aihier, van de grove Bulirkolen
voor f 0.92 per 100 K.G. en steenkolen-
gruis voor f 0.58 per H.L., en de heer
W. Kapteynalhier van de houtskolen voor
(0.45 per halve H.L.
Bij de op heden gehouden openbare
verkooping van cokes, bij partijen van 100,
50, 10 en 5 hectoliters, waren de hoogste
prijzen 44, 21.50, 4.40 en ƒ2.30,
de laagste prijzen ƒ43, ƒ21.50, 4.20
en 2.20.
Ter benoeming tot buitengewoon hoog
leeraar in de leer der huidziekten en syphi
lis aan de universiteit te Amsterdam worden
aanbevolen de heeren: dr. D. Van Haren
Noman, lector aan de universiteit te Utrecht,
en dr. H. Treub, adsistent aan bet akade-
misch ziekenhuis te Leiden.
Aan het verslag over 1884/85 uitge
bracht door het hoofdbestuur der Leidsche
Maatschappij van Weldadigheid ontleenen
wij het volgende:
Hoewel het bestuur het genoegen mocht
smaken bijstand te kunnen verleeneu waar
die werd verlangd, beantwoordde het afge-
loopen boekjaar niet geheel aan zijne ver
wachting, aangezien de meest gewenschte
bron om hulp te verschaffen, namelijk de
afdeeling arbeidhet daartoe niet in staat
stelde.
Door den meer gunstigen toestand der
kas kon voor ondersteuning worden besteed
ƒ4009.42, verdeeld over 127 huisgezinnen
en 120 eenloopende personen; uit dit bedrag
werd ƒ1320 voor oude lieden en 210 voor
tijdelijke hulp, alsmede 424.46 voor on
derwijs aangewend. Eerst in bet tweede half
jaar werden eenige bestellingen en grondstof
fen voor de afdeeling arbeid ontvangenaan
de kleermakers kon slechts 13, naaisters 32 en
breidsters 28 weken werk worden verschaft.
Het betaalde arbeidsloon beliep 4542.481,
zijnde 5750 minder dan in het vorig jaar.
Omtrent de afdeeling hulpbank deelt het
bestuur mede dat ƒ3000 minder werd uit
geleend dan in het vorige jaar en het getal
leeners 28 minder bedroeg. De geheele som
bedroeg ƒ64345 aan 621 leeners. Het
kleinste bedrag was ƒ10 het grootste ƒ400.
Het bestuur dezer afdeeling brengt nog eene
warme hulde aan de verdienste van den
heer J. Van Heukelom, die in den loop van
het voorgaande jaar door den minder gun-
tigen toestand zijner gezondheid zich genood
zaakt zag den voorzittershamer neder te leg
gen. Het vertrouwt dat zijn naam onver
brekelijk aan die afdeeling zal blijven
verbonden.
Aan het einde van het verslag brengt bet
hoofdbestuur dank aan allen, die de Leidsche
Maatschappij stoffelijk en zedelijk hebben
ondersteund. Maar het voegt aan dien dank
een bede toe. Aangezien de teekenen der
tijden verre van gunstig zijn, zullen velen,
die nooit om hulp vroegen, dezen winter tot
hen komen. Deze alsdan weg zenden om
dat de kas niet toereikend is, dat mag niet;
en toch zou het moeten gebeuren indien het
niet kon rekenen op de menschlievendheid
van de meergegoeden. Het bestuur ver
wacht dan ook dat de inschrijvingsbiljetten
de blijken mogen dragen dat zij wenschen
mede te werken om het lot van de minder
bedeelde medeburgers dezen winter ietwat
dragelijk te maken en alzoo steunen de edele
bedoelingen der Leidsche Maatschappij van
Weldadigheid.
Bij 2 slagers te Leiden is thans het
rundvleesch van goede qualiteit, zonder been,
te koop voor 55 cents het kilogram. Vele
personen, inzonderheid werklieden, hebben
vooral Zaterdagavond, van deze gelegenheid
zulk een gebruik gemaakt, dat de beide sla
gerswinkels voortdurend vol koopers ston
den. {N. R. Ct.)
Men schrijft ons: Uit de Betuwe werd
in Augustus geklaagd dat het bij menschen
heugenis nog nooit zoo droog was geweest,
en thans merkt men op dat het nog nooit
zoo nat is geweest, 't Lest heugt 't best,
en er kan veilig hierop worden afgedongen.
Het heeft dezen zomer veel gedroogd en
het regent nu dezen herfst overvloedig.
Sommige landlieden maken dan ook de op
merking dat het zonde is van al het regen
water dat thans vergoten wordt en waarnaar
dezen zomer zoo gesnakt werd. Daarbij
komt dat de landman met zijn vee uit het
weiland moet vluchten, want de regen is
hem de baas. De poldermolen maalt wel
dag en nacht, maar een droge lucht werkt
niet mede door het water te komen. Om
aardappelen te rooien wacht men telkens op
een drogen dag en dan kost het nog veel
moeite de knollen uit het slijk te halen;
daarbij is dit jaar aan den aardappel alweer
niet te verdienen. Aan de groententeelt is
ook niet te verdienen, ook al omdat zij zoo
uitgebreid geworden is. Waar vroeger een
buitenplaats lag (en er zijn er reeds heel
wat gesloopd), treft men moesgrond aan.
Aan fruit, inzonderheid appelen, is weinig
te verdienen, omdat er overvloed is. Met
de druiventeelt van den kouden grond is
nadeelige rekening gemaakt, want het ge
was is niet rijp geworpen. Voor weinige
centen koopt men blauwe druiven met een
zéér rood kleurtje. Het eerste gedeelte van
den zomer beloofde nogal, maar het laatste
gedeelte met den herfst heeft teleurgesteld.
Nu moet er nog een vroege winter bijko
men, volgens voorspellingen, op zooveel
regen en wind uit het zuidwesten. Die
echter op voorspellingen bouwt, komt wel
eens bedrogen uit.
Knollen en spurrie, zoo schrijft men
uit Bathmen o. a. aan de N. R. Ctzijn
beneden 't middelmatige gewassen. Die op
tijd wilden zaaien, brachten hun zaad in
een door en door drogen grond, waardoor
er veel is verloren gegaan. Zij die wachtten
tot er regen kwam, en die kwam laat,
zien op hunne akkers thans duidelijk de
waarheid van 't rijmpje:
Die [in 't najaar] knollen wil eten,
Moet St. Laurens niet vergeten.
Onze berichtgever laat hierop volgen Als
gerecht werden door onze voorvaderen de
knollen dikwijls gebruikt. Op verschillende
wijze toebereid liet bet zieh echter niet
denken zonder vleeschnat en een stevige
kluif er bijdaarvoor zorgden onze voor
vaderen, en men wist dat knollen een ge
zond voedsel is, ook om water af te zetten.
In Augustus moesten zij gezaaid worden,
vandaar het rijmpje, waarop later nog een
ander volgde:
Als het Kindeke is geboren,
Hebben de knollen hun smaak verloren.
Verklaring zal wel overbodig zijn.
UNIVERSITEIT.
Heden werd bevorderd tot doctor in de
rechtswetenschap aan de rijks-universiteit
alhier, de heer J. Van Buttingha Wichers,
geb. te Leiden, na verdediging van zijn
akademisch proefschrift, getiteld: Voor welke
misdrijven behoort uitlevering te worden
toegestaan
Blijkens een bij het departement van
marine ontvangen telegram, is Zr. Ms. schroef-
stoomschip Tromp, onder bevel vau den kapt.
FEUILLETON.
113.)
Ditmaal hoorde de gravin het gedruisch
kt de tong van het slot bij het vallen in
k schoolplaat maakte.
Snel wendde zij het hoofd om, en keek
nthutst om zich heen. Maar daar zij nie-
tand zag en alles weder stil was fluister-
ie zij
rilt heb mij vergist."
Zij stond op, kwam zoo dicht mogelijk
kij het ledikant en begon opnieuw de schoone
Mapster te bewonderen. Tegelijk verplaatste
rij zich met hare gedachten terug in het. ver-
Men en doorleefde dat in haar herinnering.
Zij bevond zich weder bij haar oom, den
lolonel De Noirmont, slapende, ook zij, in
haar jonge meisjes-kamerachter witte gor
dijnen, den rustigen slaap der onschuld. Zij
!ag zich terug, bij den markiezin De Mont-
perreydie zooveel vriendschap voor haar
opgevat had, in het groote salon van liet
kasteel de Bression, in een talrijk gezelschap.
Dien dag zong zijterwijl zij zichzelve op
de piano begeleidde, een romance, wier be
woordingen zij zich geheel herinnerde. Onver
wachts trad een deftig, reeds bejaard heer, maar
in wiens blik de goedheid te lezen stond, en
wiens geheele voorkomen een zekere voor
naamheid aanduidde, het salon binnen. Het
was graaf Paul De Lasserre. Zij zag hem
voor de eerste maal, en toch deed het haar
veel genoegen hem te hooren spreken.
Alsof het den vorigen avond gebeurd was,
herinnerde zij zich de woordendie hij ge
sproken hadden blik dien hij zoo lang op
haar bad doen rusten. Zij had evenmin
de complimenten vergetenwelke hij tot haar
richtte.
Terwijl zij voortging met haar herinne
ringen op te roepen, zag zij zich te Parijs
aankomen en de woning van den graaf De
Lasserre betrekken. Zij bezat jeugdschoon
heid. Yoor haar ontsloot zich de breede,
gemakkelijke, met bloemen bezaaide weg van
een heerlijke toekomst. Zij was bemind,
rijk, gelukkig.... In de Parijsche salons
schitterde zij als een ster. Zij werd ge
vierd. Men bewonderde, men vleide haar
en de aanzienlijkste en schoonste vrouwen
benijdden haar heur geluk.
Op dat oogenblik ontrukte een beweging
van Aurora haar plotseling aan haar droo-
Zonder te weten waaromverborg zij haar
gelaat in de gordijnen van het bed. Was
Aurora ontwaakt? Neen. Aurora sliep nog
altoos. Zij ging weder dat lief en frisch
gelaat van de veelgeliefde beschouwen, en
vervolgens keerde zij tot hare herinnering
weder.
Zij ontvluchtte de villa van Mentone,
zooals zij het huis van De Lasserre ontvlucht
was en bevond zich tegenover het onbekende
alleen, verlaten, bijkans zonder geld en zon
der middelen van bestaan, met haar smart,
haar hartzeer, haar wroeging, haar berouw.
Zij zag zich in ItaliëVentimiglia en te Genua
weder, te vergeefs den graaf en Lucie zoe
kend; daarna te Parijs bij den notaris Cor-
visier, waar zij fier het vermogen afsloeg,
dat de graaf De Lasserre haar deed aan
bieden.
Nochtans, daar zij wilde leven, moest zij
arbeiden en haar dagelijksch brood verdie
nen. Nu zij niet meer den naam van haar
echtgenoot kon dragen, nam zij den eerste
den beste aanen het is onder dien van
mevr. Durand, zich uitgevende voor een jonge
weduwe, dat zij als secondante in een kost
school van jonge meisjes een plaats kreeg.
Zij herinnerde zich de norsche bejeging,
de plagerijen, de onbeschoftheden, de ver
nederingen, de beleedigingen van allerlei
aard, die zij van een kleingeestige waanwijze
opgeblazen preutsche, kregele, hoovaardige,
aitoos slecht gehumeurde schooljuffrouw had
te lijden. Zij herinnerde zich ook de ruw
heid, de schimpscheuten en grofheden, de
smartdie zijde arme verschoppeliugete
verduren had van de andere secondanten
hare gezellinnen, die haar niet konden uit
staan omdat zij jaloersch waren van haar
schoonheid en goede manieren. En dat alles
had zij verdragenzonder zich te beklagen,
hare tranen weerhoudend.
Zij wilde levenen haar leven was toen
een waar martelaarschap. Zij leed en ver
droeg alles zonder klachten, omdat zij zich
veroordeeld wist. Dat was de boete. Maar
op een goeden dag verliet zij die kostschool
om als onderwijzeres hij lady Forster in dienst
te treden. Daar vond zij een weinig rust.
Zij leid altoos, maar minder wreed. Zij
kon tot zichzelve inkeeren. Zij was zelfs be
trekkelijk gelukkig.
„O ja," sprak zij bij zichzelve, „God be
gon zich over mij te ontfermen. Hij is het,
die mij bij den heer Van Ossen bracht, toen
ik lady Forster verliet.
Wordt vervolgd)